BUITENLAND.
toe te schrijven, dat het aantal ongefl.ikk.en minder is dan men
aanvankelijk vreesde.
Den 17 dezer is te 's Gravenhage het berigt ontvangen, dat
in Japan een burgeroorlog is uitgebroken. De opstandelingen hebben
den 20 Aug. de stad Kioto, de residentie van den mikado, over
vallen. Er is bij die gelegenheid een heete strijd gevoerd, ten
gevolge waarvan de stad ten deele verbrand is. De mikado zelf
zag zich genoodzaakt naar den tempel de vlugt te nemen.
Jl. Donderdag is de gedenkdag van het herstel van Neêr-
lands onafhankelijkheid door vele ingezetenen van 's Gravenhage
gevierd door het uitsteken van vlaggen.
Te Schiedam werden drie kinderen, een meisje van 7 en twee
jongens van 5 en 4 jaar, Zaturdag ten 2 ure vermist. Nergens was
een spoor van hen te vinden. De ouders verkeerden in den doode-
lijksten angst. Eerst ten 10 ure werden zij in eene vigelante terug-
gebragt. Zij waren naar het schaatsenrijden gaan zien, en, door
den mist afgedwaald, hadden zij altijd regtuit geloopen, tot zij in
3 uur tijds Rotterdam hadden bereikt. Daar wisten zij niet op te
geven, waar zij woondenalleen de straat kouden zij noémen
en was men met moeite er achter gekomen, waar zij te huis
behoorden.
Men schrijft uit Utrecht, dd. 18 dezer:
„Wie onzer is niet ingenomen met de flinke houding van onze
zeemagt, bij de onlangs plaats gehad hebbende forceriug der straat
SimonosekiZij getuigt van onze oudhollandsche moed en volharding,
en verdient daarom zeker aller sympathie. De Utrechtsche afdeeling
van het Metalen Kruis meende dit wapenfeit feestelijk te moeten
gedenken, vooral ook, omdat Zr. Ms. stoomschip Metalen Kruis
zooveel er toe heeft bijgebragt, om onzen eenmaal verkregen roem
in het Oosten te handhaven, en zij noodigt hare leden uit, om hunne
sympathie in dit feest te toonen door het uitsteken der vlaggen.
Zeker zou die afdeeling er mede ingenomen zijn, wanneer ook vele
burgers in dat huldebetoon deelden, en wij achten het dus niet
ongepast, onze stadgenooten er op te wijzen, dat den 21 dezer geen
speciaal feest wordt gevierd, maar een feest waarin elk Nederlandsch
hart zal deelen, eene hulde aan onze Nederl. Marine, die onze vlag
weer met roem heeft doen wapperen, en die getoond heeft, dat zij
goed en bloed veil heeft om de eer van die vlag te verdedigen.
Daarom medeburgers, de vlag uit; die vlag, die door Japaunezen
gehoond, weder glorieus in de wateren van Japan wappert, en
zeker aldaar geen nieuwen hoon maar eere en toejuiching te wach
ten heeft."
Den 14 dezer stonden voor de arrondissements-regtbank te
Breda teregt twee kinderen, Cornelis van Oosterhout, oud 8 jaren
en Jacobus Sanders, oud 7 jaren, geboren en wonende te Hoeven,
beklaagd dat zij den 14 Sept. jl. te zamen opzettelijk den brand
hebben gestoken in een huisje, staande onder Hoeven en behoorende
aan het burgerlijk armbestuur aldaar, door welke brandstichting niet
te voorzien was, dat eenige menschenlevens in gevaar konden worden
gebragt. Slechts twee getuigen werden onder eede hierin gehoord;
het openbaar ministerie, waargenomen door mr. Dittlinger, eischte
voor ieder hunner 10 jaren gevangenisstraf. De regtbauk zal aan
staanden Maandag uitspraak doen.
Jl. Dingsdag avo(nd heeft in de gemeente Binteloord een
vreeselijk voorval plaats gehad. De echtelieden van der Stolk, op
eenigen afstand van het dorp wonende, waren des avonds naar de
kerk der Afgescheidene gemeente gegaan, om aldaar de godsdienst
oefening bij te wonen, terwijl zij hunne dienstmaagd, een meisje
van bijna 20 jaren, alleen te huis lieten. Uit de kerk terugkomende,
vonden zij de dienstmaagd op eene gruwelijke wijze vermoord en
in haar bloed badende. Het kabinet was opengebroken en daaruit
werd eene aanzienlijke som gelds vermist. De justitie is des nachts
per extra rijtuig uit Breda daarheen vertrokken, ten einde een
gestreng onderzoek in loco te bewerkstelligen. Tot hedeu is men
den dader nog niet op het spoor.
Bij den boekhandelaar P. Noordhoft, te Groningen, zijn ver
schenen: Beelden uit het leven" oorspronkelijke novellen, van
Ds. J. A. Engel.
Deze novellen munten uit door eenvoudigheid, gepaard met
boeijenden inhoud en goeden stijl. De verhalen zijn allen naar het
leven genomen, niet overdreven, en juist geschikt om in uren van
verpoozing gelezen te worden.
Wij wenschen dit boekje, dat overigens zeer net gedrukt is, een
groot debiet toe, waartoe de lage prijs ook vooral veel mede
werken zal.
Het heeft H. M. de koningin behaagd de opdragt van dit boekje
goedgunstig aan te nemen. ProvGron. Ct.)
Een zeer oude familie woont te Meppel en omstreken. Een
zestal broeders, respectivelijk den ouderdom van 86, 84, 82, 80,
78 en 76 jaren bereikt hebbende, verloren dezer dagen het oudste
lid hunner familie, zijnde eene zuster van 92 jaren.
Uit Suriname wordt van den 19 Oct. jl. gemeld:
„Het blijft hier rustig. Het vernieuwen der contracten is bijna
overal op de plantaadjes naar wensch afgeloopen, zonder de minste
stoornis of onaangenaamheid."
Over het vredesverdrag tusschen Pruissen en Oostenrijk en Bene
marken, zijn thans de onderhandelingen zoo goed als afgeloopen,
zoodat men nu binnen weinige dagen te Kopenhagen eene grondwets
herziening tegemoet ziet, wegens het verlies van Sleesicijk. Ofschoon
de beraadslagingen over de Italiaansch-Eransche Conventie in het
Italiaansche Parlement door gebrek aan nieuwe gezigtspunten vaak
gemis aan belangrijkheid vertoonen, hebben toch de woorden van
graaf Pepoli en de heer Lanza niet weinig de algetoeene
aandacht tot zich getrokken. De laatstgenoemde staatsman gaf te
kennen, dat hij bleef gelooven aan de mogelijkheid, op den weg van
bezadigdeu vooruitgang, van het eindelijk bezit van Venetië. Hij
koesterde de hoop, dat de keizer van Oostenrijk eenmaal, noch door
militaire eer, noch door staatsbelang, zou worden weerhouden om
zijne Italiaansche bezittingen af te staan en dat de poorten van
Rome voor de Italianen niet door geweld, maar door de nog veel
sterkere raagt van den vooruitgang zouden worden geopend. Graaf
Pepoli verdedigde de conventie als eene daad van hooge Europesche
staatkunde, waarvan de toekomst van Europa afhangt, daar zij
Frankrijk en Engeland tot elkander brengt in een verbond tegenover
de mogendheden, die het beginsel van behoud zijn toegedaan.
Te Weenen is men met het gesprokene door den Italiaanschen
minister weinig ingenomen. Men verzekert, dat de keizer thans nog
vast besloten is om geenerlei concessiën te doen. De Oostenrijksche
regering wil zich door eene bemiddeling met de ontevreden
Hongaren tegen binnenlandsche verwikkelingen wapenen. Men
betwijfelt echter den goeden uitslag van deze onderhandelingen,
omdat de gemoederen van Hongarije eerder tot opstand dan wel tot
verzoening zijn geneigd.
Met ongeduld wordt de eerstvolgende mailboot van New-York
verwacht, daar zij den uitslag der presidentsverkiezing moet mede
brengen. Den 8 dezer maand heeft de meerderheid *van de Ameri
kanen der Unie uitspraak gedaan over de politiek van Lincoln.
Is hij herkozen, dan hebben de republiekeinen, zijne aanhangers,
eene groote zege behaald en de democraten eene nederlaag geleden,
in de gegevene omstandigheden van het uiterste gewigt. Te oor-
deelen naar de laatst ontvangen berigten, moet het bij den verkie
zingsstrijd hevig zijn toegegaan; de verbolgenheid der twee partijen
was bijzonder hevig; reeds den 29 Oct. jl. was Philadelphia het
tooneel van ernstige wanordelijkheden, waarbij burgerbloed stroomde.
Ziehier wat er gebeurde. De democraten, die Mac Clellan tot
kandidaat stelden, hielden een optogt bij fakkellicht; meer dan twee
duizend personen, sommigen te voet, anderen te paard, nog anderen
in versierde rijtuigen, maar allen met toortsen in de hand, namen
aan deze manifestatie deel. In die open rijtuigen zaten meerendeels
jonge meisjes, en transparanten, benevens in bengaalsch licht prij
kende banieren, werden voor hen, uitgedragen. Tele huizen waren
geïllumineerd en „de geestdrift der vrouwen was nog grooter dan
die der mannen," zegt de correspondent van den Times. De repu
bliekeinen werden kregel over dit praalvertoon en, aangemoedigd
door de policie, die hun de sterke hand leende, vielen zij den optogt
aan en gaven door het werpen van steenen en door het lossen van
geweren en pistolen lucht aan hunnen toorn. Het gevecht, dat
hieruit ontstond, was reeds eenigzins bedaard, toen een grijsaard,
tot de democraten behoorende, door een policie-agent gedood werd.
Dit deed de woede dier partij ten top stijgen; zij belegerden een
huis, waarin eenige hunner tegenstanders de wijk hadden genomen
en in den ijselijken strijd, toen gevoerd, verloren dertig menschen
het leven. Bij het vertrek van de post bestond er vrees voor eene
hervatting van het gevecht op den Zondag daaraanvolgende, daar
de republiekeinen voornemens waren dien dag op hunne beurt een
optogt met fakkellicht te houden en de demoeraten besloten hadden
dien te storen uit weerwraak.
De kosten van het nieuwe opera-gebouw te Parijs, voor
welks oprigting thans plan bestaat, worden geraamd op 30
millioen francs.
Eene dame te Parijs had op eene reis kennis gemaakt met
eene jonge weeze, die zeer behoeftig was. Het meisje beviel haar,
en zij nam haar als kamenier in dienst. Onlangs stierf deze dame
en terwijl het lijk nog boven aarde stond, werd Jeannette B., zoo
heette het meisje, betrapt, op het oogenblik, dat zij in de kamer,
waar de kist stond, sloop, haastig het laken opligtte, er de hand
onder stak en zich ijlings verwijderde. Denkende dat zij de ringen
van de vingers der overledene gestolen had, ging men onderzoeken
en vond alles ongeschonden, maar een papier aan de kist vastge
speld, waarop te lezen stond: „Aan mijne moeder in den hemel!
Lieve moeder! M. B. heeft mij ten huwelijk gevraagd; daar gij
niet meer op de aarde zijt en ik zoo gaarne uw raad zou vernemen,
verzoek ik u, mij eens door een droom te doen weten, wat ik doen
moet. Ik maak gebruik van de gelegenheid, dat mijne jufvrouw
naar den hemel gaat, om u dezen brief toe te zenden." Welk èene
bekoorlijke naïviteit!
Een bedelaar van ongeveer 60 jaren, in een Eransch stadje,
besloot voor 10 jaren, bezitter als hij was van een sommetje van
ongeveer 20,000 francs, bedenkende dat hij meer levensgenot kon
hebben, zijne gierige levenswijze te laten varen en zijn kapitaal te
verteren, maar altijd zóó, dat hij 10 jaren er genoeg aan had. Hg
dacht dan wel dood te zijn. Thans leeft hij nog, maar bezit niets
meer. Hij is nu weder verpligt te bedelen en vraagt de voorbij
gangers een aalmoes voor iemand, die „te lang geleefd heeft."
Gedurende de verloopene week hebben te Londen 1586 sterf
gevallen en 1994 geboorten plaats gehad.
Omtrent de laatste oogenblikken van den te Londen geëxecu
teerden misdadiger Muller, meldt de Correspondance Havas nog de
volgende nadere bijzonderheden. Hij sliep in den morgen der
teregtstelling rustig en vast, tot dat de predikant Cappell hem tot
zijn laatste pligt uitnoodigde, hetwelk Müller knielend deed, hoewel
hij daarbij van geen enkele aandoening blijk gaf. In een andere
cel overgebragt, verkleedde men hem en maakte men hem tot zijn
laatsten togt gereed. De predikant Cappell naderde vervolgens den
veroordeelde. „Laat ons te zamen bidden," sprak hij hem toe, de
oogen ten Hemel heffende. Hierop deed hij een kort gebed in het
Duitsch, waarbij hij van den Hemel vroeg, dat deze den ongelukkige,
gereed om voor den Troon des Almagtigen te verschijnen, mogt
ondersteunen. „In naam des Eeuwigen, die u ziet en oordeelt,"
besloot hij, „vraag ik u: zijt gij schuldig aan de u ten laste gelegde
misdaad?" „Ik ben het niet," antwoordde Müller met een vaste