GEMEENTERAAD. BIJBLAD, behoorende tot do Heldersche en Nie.uictktieper Courant van Donderdag 8 Junij 1865, N°. 46: Zitting van Woensdag den 7den Junij 1865. Voorzitter de beer Burgemeester. Tegenwoordig 12 leden; afwezig de beeren Papineau, Slebe, Strootman, Bakker en Haremaker. De aanteekeningen van bet verhandelde in de vorige zitting worden gelezen en goedgekeurd. Omtrent het eerste punt., dat voor deze vergadering aan de orde was gesteld, werd door den Voorzitter medegedeeld, dat zich aan vankelijk drie sollicitanten hadden aangemeld voor de vacante betrekking van eerste hulponderwijzer aan de gemeente-school No. 3, tevens belast met het geven van onderwijs aan de Normaalschool, dat ccn der sollicitanten later heeft te kennen gegeven niet in aan merking te willen komen, terwijl een der beide overigen dezer dagen eenc benoeming te Leiden gekregen heeft. In overleg met den Districts-Schoolopziener, wordt daarom door B. en W. voorgesteld om de benoeming nog eenc maand aan te houden. Thans komt aan de orde de regeling der geneeskundige armen- practijk. De Voorzitter deelt mede, dat B. en W. zich in dezen de voorlichting van Dr. Haremaker hebben verschaft, met wieu zij tot de overtuiging zijn gekomen, dat de verdeeling der gemeente in twee wijken minder doelmatig is. Tengevolge hiervan wordt, eenc verdeeling in drie wijken voorgesteld met drie geneeskundigen: Wijk I. Plet westelijk deel der gemeente tot het Wcstplein, met inbegrip van Huisduinen. n II. Kanaalweg, Hoofdgracht, Weststraat, Kerkgracht en Loodsgracht, met daarachter gelegen straten, tot aan de Nieuwe Kerk, III. Het overige deel der gemeente, met inbegrip van het Koegras. Tevens wordt door het Dagelijksch Bestuur aanbevolen om te benoemen tot geneesheer in Wijk I, jaarwedde 300, de heer B. Boomsma. n n u t/ II, - 350, Dr. J. Haremaker. III, 300, Dr. P. Bakker. De heer de Breuk doet opmerken, dat er door den heer Bakker niet naar gesolliciteerd is om met de armeu-practijk te worden be last; hij ziet er daarom bezwaar in dien heer zijne stem te geven. De Voorzitter zegt daarentegen, dat er geene bepaalde oproeping is gedaan en dat ook de armen-practijk geen bestaan oplevert vooi- een geneesheer, die zich hier zou willen vestigen. De heer de Breuk vestigt toch de aandacht er op, dat er wer kelijk sollicitatiën zijn ingekomen. Hij verzekert, dat, had dc heer Bakker zich bij den Baad aangemeld, hij geen reden zou gehad hebben om dien geneeskundige niet te kiezen. De heer Graat doet de vraag, of de beide heeren sollicitanten werkelijk dingen naar de vervulling der bestaande vacature, waarop door den Voorzitter wordt geantwoord, dat verscheidene genees kundigen hem inlichtingen hebben gevraagd en dat de beide heeren, die zich hebben aangemeld, geene eigenlijke sollicitanten zijn. Plicrop worden de brieven van beide heeren gelezen. Er blijkt uit, dat Dr. Ileijnes is adsistent-genecsheer in het Buiten-Gasthuis te Arasterdam en Dr. van Baerlc sedert twee jaren als geneesheer werkzaam is te Zuijlen. Beiden vragen in aanmerking te komen bij dc vervulling der bestaande vacature. De heer de Breuk wijst er op, dat dit werkelijke sollicitatiën zijn, in den vereischten vorm. Plij is daarom tegen de voordragt, dewijl daarbij iemand wordt voorgedragen, die niet gesolliciteerd heeft. De Voorzitter doet uitkomen, dat er werkelijk geene op roeping is gedaan. De lieer de Breuk brengt nog in het midden, dat het in dezen cene zeer zonderlinge houding heeft, te meer, omdat de vader van den aanbevolenc wethouder is; hij vindt het gceu eerlijken weg, die hierbij is gevolgd. De Voorzitter verzekert, dat in de zitting van het Dag. Best., waarin deze aangelegenheid is behandeld, de lieer Bakker buiten dc dis cussie is gebleven. De heer Beeringh komt met nadruk op tegen de verdenking van cene oneerlijke handelwijze. Hij zegt, dat de beide aanbevolencn door den Voorzitter zijn gehoord of zij ge neigd zouden zijn eene mogelijke benoeming aan te nemen en doet uitkomen, dat beiden bekende personeu zijn, die allezins verdienen aanbevolen te worden: hij verzekert nog, dat de voordragt, door B. en W. gedaan, niets anders is als een voorstel van dr. Haremaker, die dit in het belang der armen-practijk heeft in het midden gebragt. Dc heer Beeringh brengt nog in het midden, dat het slechts een voorstel is van B. en Wdat aangeno men, maar ook verworpen kan worden. Nadat de Voorzitter op eene deswege gedane vraag nog had geantwoord, dat dc bediening van het Ziekenhuis uitsluitend door dr. Ilaremaker, als den geneesheer voor de wijk aldaar, zal worden waargenomen, wordt het eerste deel overeenkomstig de voordragt van Dr. Ilaremaker aan B. en W. gedaan, de splitsing der armenpraclijk, in drie wijken, met algc- ineeue stemmen aangenomen. De heer Boomsma houdt zich buiten stemming. Na nog eenige discussie, waarbij de heer Graat de wenschelijkheid betoogt om de benoeming nog eene maand te verschuiven, hetwelk door den Voorzitter ook inct het oog op de belangen der gemeente wordt bestreden, wordt overgegaan tot de benoeming. De heeren de Lange en Graat maken met den Voorzitter liet bureau van steui- opening uit. Dc heer Boomsma wordt benoemd met 10, de heer Bakker met S stemmen. Twee stemmen worden er uitgebragt op den heer Ileijnes, terwijl een briefje in blanco werd ingeleverd. Dc heer Boomsma, in de vergadering tegenwoordig, verklaard zich bereid die benoeming te aanvaarden. Er wordt gelezen cene missive van het Bestuur der Maatschappij Tot Nut van 't Algemeen, houdende verzoek: 1. om vergrooting van het kleinste der localen voor de Lagere Industrie-school, 'en 2. tot verkoogiug der jaarlijksche subsidie aan gemelde inrigting van ƒ150 tot 250. De Voorzitter deelt mede, dat het advies van B. en W. op dit verzoek zeer gunstig is, met liet oog op het veelzijdig nut, dat door deze inrigting wordt gesticht, terwijl er bijna geene inrigting in de gemeente bestaat, die van zoo heilzame strekking is en toch zoo weinig ondersteuning geniet. Met algemeenc stemmen wordt het gevraagde toegestaan. Verder wordt gelezen eenc missive van de alhier bestaande feest - commisie voor den gedenkdag der overwinning bij Waterloo. Hierin wordt kennis gegeven van eu vergunning gevraagd tot het afsteken van vuurwerk op hef Stations-plein, verder wordt gevraagd den bijstand der policie, en het gebruik van een gemeente-brandspuit om te dienen bij mogelijk brandgevaar. Daar deze aanvragen niet den Baad betreffen, wordt de inhoud der missive voor kennisgeving aangenomen. De beer van Strijen vraagt of er van wegc het Gemeentebestuur ook nog iets zal worden gedaan ter opluistering van liet Waterloo- feest. De Voorzitter antwoordt ontkennend en deelt nog mede, dat in dc volgende week eenc collecte zal worden gehouden voor het fonds tot ondersteuning van oude strijders, waartoe, ondanks dc openbaar gemaakte uitnoodiging, in deze gemeente nog geene giften zijn ingekomen. Hierop wordt de vergadering gesloten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1865 | | pagina 5