HELDERSCHI NIEUWEDIEPER COURANT. M «2 DONDERDAG 16 NOVEMBER 186i> EN JAARGANG. DRIE-EN-T WINTIGSTE BINNENLAND. Deze Courant wordt uitgegeven woensdag en zaturdag avornl na aelit uredoor A. A. BAKKER Cz. in den boekwinkel, Hoofdgracht No. 32. Abonnementsprijs per knartaaiƒ1.30. franco per post1.50. Enkele uoinmcrs0.10. Men abonneert zien bij alle Boekhandelaars en Post directeuren. Advertenties worden aangenomen tot Zaturdag en Woensdag middag 12 uur, en bij den Heer T. MOOY, Dijkstraat tegenover dcLaan, IJ 422 ,aan den IIcl der,\ol\ 1 ure. De prijs van 1 tot 4 regels is ƒ0.00. Voor icdcrcn regel meer /"0.15. Zegclregt voor elke plaatsing 0.35. Buitengewoon groote letters, naar mate der ruimte die zij beslaan. Brieven en Stukken franco aan den Uitgever. het Eten 16 dt'zcr vertrekt do O. B. Bjimdiunil vi» SOfJTHAMPTOSr. HELDER en NIEUWEDIEP, 15 November. Uitslag *ler op gisteren bij dc Directie der Marine alhier gehouden aanbesteding der levering van vleesch ten dienste van de ecjuipagiën van Zr. Ms. oorlogschepen in 1S66 hier aanwezig: 6 inschrijvers: G. J. Feucht f 72, VV. O. Thijssen ƒ69.80, A. L. van Gelder 67.25, P. Bol 67, M. Schrijver 65.75, en J L. vau Gelder 65.45. Voor groenten, minste inschrijver: Al. de Haas. Gisteren middag is op de Haaks gestrand ceue visehschuit, waarvan de bemanniug gerecl en alhier aangebragt is. Zr. Ms. stoomschip Cycloop is, volgens particulier berigt, den 17 der vorige maand, na een voorspoedige reis van 16 dagen, te Vera-Cruz aangekomen. Men moest daar quarantaine liggen. Den 20 daaraanvolgende dacht men naar Bahia of Rio-Janeiro te ver trekken en kolen in te nemen en vervolgen zou meu naar de Kaap de Goede Hoop oversteken, alwaar men eenige dagen zou blijven, alvorens de reis naar Oost-Indië aan te nemen. Het stoomschip voldeed zeer goed. Zr. Als. transportschip de Heldin, bestemd om heden uil tc zeilen, zal, uithoofde van den ongunstigen wind, eene betere gele genheid afwachten.: Met den 21 dezer worden geplaatst: op Zr. Als. korvet Palias de luits. ter zee 2de kl. D. C. Visser en W. J. II. dc Kanter; op Zr. Als. korvet Prins Maurits der Nederlanden de luit. ter zee 2de kl. P. Crausop Zr. Als. wachtschip ie Vlissingen dc luit. ter zee 2de kl. P. J. van Druynen; op Zr. Als. schroefstoomschip de Wa tergeus de off. van gez. 2de kl. F. J. C. Broers, en op Zr. Als. drijvende batterij Neptunus de off. van gez. 2de kl. J. van IJzeren. Z. M. heeft benoemd tot burgemeester der gemeente: Bol- sward, H. H. Ameut; Siuildc, W. van Biezen; Hellevoetsluis W. A. Tenckink; "Vlieland, L. Zunderdorp, secretaris dier gemeente; tot regter-plaatsvervatiger in de arroiulissements-regtbank te Hoorn, mr. G. van Rossum, procureur bij die regtbank te Utrecht, mr. P. A. L. A. baron van Ittersum, advocaat aldaar. Z. AI. heeft bepaald, dat voor het personeel der zecmagt, het welk in 1863 aan boord vau de Medusaen in 1S64 aan boord van dien bodem en van het Metalen Kruis, de Djambi en Amsterdam, deel heeft genomen aan de gevechten in Straat Simouoseki, die jaren voor het erlangen van pensioen dubbel zullen worden gerekend. Den 20 Sept. jl. heeft de Ncdcrlandsche zeemagt bezit geno men van Tandjong Bali, op de Noordoostkust van Sumatra, de residentie van den wederspannigen radja, welke is afgezet. De togt werd vervolgd naar Termiang. Men had geen tegenstand onder vonden en scheen ook geen ernstig verzet te duchten. De zeemagt bij de expeditie, welke in den loop der maand Sept. is ondernomen tegen de wederspaunige radja van Assahan, op de Noordoostkust van Sumatra, stond onder bevel van den kapt.—luit. ter zee van Eees, en de landraagt onder het oppergezag van den majoor van Heemskerk. De schccpsmagt heeft die plaats reeds den 20 Sept. kunnen bereiken, de troepen niet voor den 25 dier maand, uithoofde van de buitengewone bezwaren der marsch, welke negen dagen heeft gevorderd. Intusscheu was de gezondheidstoestand der troepen zeer bevredigend. Zij waren den 30 Sept. ingescheept, ten einde den togt in de rigting van Termiang te vervolgen. In de bijeenkomst van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van jl. Alaandag zijn de algemeene beraadslagingen over de staats- begrooting voor het jaar 1866 geopend, maar nog niet ten einde gebragt. De beraadslaging betrof in de eerste plaats den geldelijken toestand eu daarna den staat der zaken in Nederlandsch Indië. Reeds hebben de ministers van Financiën en van Koloniën, tot beantwoording der ter spraak gebragte bedenkingen, het woord gevoerd, en de verdere beraadslaging is heden uitgesteld. Dc minister van Oorlog heeft zich in zijn antwoord op het voorloopig verslag der Tweede Kamer over de uniform-verandering bij het leger volgender wijze uitgelaten: „Deze verandering van uniform heeft plaats gehad ingevolge de belofte door den minister ten verleden jare bij de behandeling der begreoting van IS65 aan de Tweede Kamer gedaan, naar aanleiding van de bedenkingen, die harerzijds tegen de toen bestaande uniiuira zijn gemaakt. Omtrent het meer of min sierlijke van de nieuwe uniform kan men van gevoelen verschillenhet geldt eene qua?stie van smaaken gelukkig wordt daarover zelden of nooit eenstemmig gedacht; maar dat men ze als ondoelmatig eu kostbaar heeft kunnen doen voorkomen, is den minister onverklaarbaar. De officieren hebben nu in het algemeen voor groote en kleine tenue een en denzelfden jas bekomen, hun distinctief is eenvoudig cn goedkoop, het heeft van den overjas, wordt deze gedragen, niet te lijden, zij hebben een soort vau hoofddeksel minder dan vroeger; over het geheel genomen is hunne kleeding nu uiterst gemakkelijk. De verandering van de uniform der onderofficieren en man schappen schijnt meer te zijn dan zij in het wezen der zaak is; zij was, voor zoo weinig zij beeft plaats gehad, niet te vermijden, zou er tusschen de uniform van de officieren en de mindere militairen eene overeenstemming tot stand komen, die tot dusverre werd gemist. Alodellen voor opperkleediug zijn nimmer ter beproeving naar de korpsen gezonden; daarvoor bestond dan ook thans geen de minste reden." Omtrent de aaumerkingen door de Kamer tegen de aangevraagde geldsom ten dienste van het kamperen van troepen in de vlakte van Millingen, wordt door den minister in zijne memorie van beantwoording het volgende gezegd: De minister heeft met veel leedwezen de meeniug van vele leden vernomen, dat het nut der oefeningen in het kamp te Alillingen niet zou opwegen tegen de onkosten die zij vorderen. De minister kan alleen zijne overtuiging van het groote nut dier oefeningen daartegen over stellen, eene overtuiging waarin hij wenscht, dat de groote meerderheid dor vertegenwoordiging mogl deelen. Hij kan omtrent deze aangelegenheid slechts herhalen wat bij eene vroegere gelegenheid is gezegd, dat namelijk gemeenschappelijke oefeningen op eenigzins groote schaal een volstrekt vereischte zijn om het leger voor de taak, waartoe het kan geroepen worden, verder geschikt te maken. In de meeste garnizoenen ontbreekt de gelegenheid voor deze oefeningen." Over de militaire regtspleging wordt door den minister het vol gende gezegd: „Dat ook de herziening der militaire regtspleging allczins wen- schelijk is, kan niet betwijfeld worden, en het zal den minister aangenaam wezen, indien het hein mag gegeven worden met zijne ambtgenooten van Justitie en Marine daartoe mede te werken." Door den minister van Binnen). Zaken is aangekondigd„dat vee, voor Engeland bestemd, op vaartuigen de lijnen van afsluiting kan overgaan, mits voorzien van eene dispensatie, door den bur gemeester van de plaats der inlading af te gevendat de inlading geschiede onder toczigt van een door den burgemeester aan te wijzen persoon, die aan boord blijft tot Rotterdam, of aan de lijn door een rijks-beambte wordt vervangen; dat binnen de lijn geen vee mag op- of afgeladen worden; dat de overlading op de vaartuigen, voor Engeland bestemd, te Rotterdam geschiedt onder toczigt der gemeentelijke policie." De Arnh. Courant deelt mede, dat haar vroeger berigt, inhour

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1865 | | pagina 1