HELDERSCHE
NIEUWEDIEPER COURANT.
vM 104 DOl\11E1!1>AG 28 DECEMBEB. 1885.
JAARGANG.
DRIE-EN-TWINTIGSTE
v\UUcit htt
B E R I C T.
KENNISGEVING.
NATIONALE MILITIE.
OPROEPING TER INSCHRIJVING.
BEKENDMAKING.
EN
Deze Courant wordt uitgegeven woensdag en zatuhdao
avond na acht ure, door A. A. BAKKER Cz.
in den boekwinkel, Hoofdgracht No. 32.
Abonnementsprijs per kwartaalƒ1.30.
frauco por post1.50.
Enkele nominers0.10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars en Post
directeuren.
Advertektiên wordeu nangenonien tot Zaturdng en
Woensdag middag. 12 uur, en bij den Heer T. MOOY,
Dijkstraat tegenover dcLanu, H 422 ,oan denIIehlcr,iot\ 1 ure.
Dc prijs van 1 tot 4 regels is ƒ0.60. Voor iederen
regel meer fO.15. Zegelregt voor elke plaatsing 0.35.
Buitengewoon groote letters, naar mate der rnimt»
die zij beslaan.
Brieven en Stukken franco aan den Uitgever.
De Courant van den 31 dezer zal op
Nieuwjaarsdag worden uitgegeven.
Advertentiën worden tot Zondag middag 12 ure
aangenomen.
Den 39 dezer vertrekt de O. I. Landmail via.
SOUTHAilIPTOlV.
Den 29 dezer vertrekt de WEST-INDISCHE innil.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER;
Ge/.ien dc artt. 15 tot 20 der Wet betrekkelijk de Nationale .Militie, van
den 19 Augustus 1S61 Staatsblad No. 72,
Brengen de navolgende wetsbepalingen ter kennis van dc ingezetenen:
Dat alle mannelijke ingezetenen, die op den 1 Januarij aanstaande bun 19de
jaar zullen zijn ingetreden, verpligt zijn zich ter inschrijving \oor de Militie
aan te geven tusschen den 1 en 31 Januarij aanslaande. Zij die zich na den
31 Januarij, doch voor den 31 December* 1 MG'"», ter inschrijving aanmelden,
worden alsnog ingeschreven, doch verbeuren ccnc boete van f 25 tot f Jllf).
En dat zij, die eerst na het intreden van hun 19de jaar, doch vóór het vol
brengen van hun 20ste jaar, ingezetenen worden eveneens tol die aangifte ver
pligt zijn, zoodra zij dc hoedanigheid van ingezeten verkrijgen.
Dat voor ingezeten wordt gebonden
1. Hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder, of, zijn beiden
overleden, wiens voogd ingezeten is, volgens dc Wet van 28 Jnlij 1850
(iStaatsblad No. 44), luidende artikel 3 dier Wet aldus:
„Gevestigd of iugezeteueu zijn, die biuncn het Rijk iu Europa hebben
„gewoond
„a. Gedurende dc drie luntste jaren;
„b. Gedurende achttien maanden na aan het Bestuur hunner woonplaats
„het voornemen tot vestiging te hebhen verklaard; Nederlanders zijn:
„gevestigd of ingezetenen, die gedurende de laatste achttien maanden
„hunne woonplaats binnen het Rijk in Europa hebben gehad
„Nederlanders, die ter zake van 's Lands dienst in een vreemd land
„wonen, wordeu voortdurend als ingezetenen beschouwd.
„De bepalingen vau ingezetenschap, iu bijzondere wetten voorkomende,
„gelden alleen voor zooveel betreft de ondcrwc-rpen iu die wel ten behandeld
2. Hij, die gecne ouders ol' voogden lu bbende, op 1 Januarij a. s. gedurende
dc laatste acht tien maanden in Nederland verblijf zal hebben gehouden.
3. Hij, van wiens ouders de langstlevende ingezeten was, al is zijn voogd
geen ingezeteu, mits hij in het liijk verblijf houdt.
Dat voor ingezeten niet gehouden wordt de vreemdeling, behoorende tot een
staat, waar du Nederlander niet aan de vcrpligtc krijgsdienst; is onderworpen,
of waar ten aanzien der dienstpligtigheid liet beginsel van wederkeeriglieid is
aangenomen.
Dat vaar dc Militie niet wordt ingeschreven:
1. Dc in een vreemd Rijk achtergebleveu zoon van een ingezeten, die geen
Nederlander is;
2. Dc in een vreemd Rijk verblijf houdende oudcrlooze zoon van een vreem
deling, al is zijn voogd ingezeten;
3. De zoon vuil den Nedeilnndcr die ter zake van 's lands dienst in 's Rijks
overzeesche bezittingen of koloniën woont.
Dat de inschrijving behoort te geschieden:
1. Van ecu ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of, is deze overleden,
de moeder, ol', zijn beiden overleden, de voogd woont;
2. Van een gehuwde of van een weduwnaar, in do gemeente waar hij woont.
3. Van hein, die geen vader, moeder of voogd heeft, of door dezen is achter
gelaten, of wiens voogd buiten 's lands gevestigd is, in de gemeente, waar
hij woont.
•4. Van den bu iten 's lands wonenden zoon van een Nederlander, die ter zake
van *s lands dienst in een vreemd land woont in de gemeente waar z\jn
vader of voogd het laatst in Nederland gewoond heeft.
En worden dicnsvolgens hij deze opgeroepen alle mannelijke ingezetenen dezer
gemeente, die in dezen ja re den lSjarigen leeftijd hebben bereikt of nog zullen
bereiken, en mitsdien degenen, die geboren in den jare 1847, op den eersten
Januarij 1866 luin 19de jaar zullen zijn ingetreden, om zich ter inschrijving
voor de Militie, bij hen, Burgemeester en Wethouders, aan te geven iu het
Raadhuis der Gemeente, op Jen 2den of een der volgende dagen van de maand
Januarij, des niorecns tusschen 9 en 12 ure, zullende zij, die eerst na het in
treden van hun 19de jaar, doch vóór het volbrengen van hun 20ste, ingezeten
worden, en dus mede verpliut zijn zoodia zij die hoedanigheid verkrijgen, zich
ter inschrijving voor de Militie aan tc geven, de aangifte kunnen 'doen ter
plaatse en uur hierboven omschreven.
Burgemeester en Wethouders verwittigen verder de ingezetenen:
Dat, welke aanspraak op vrijstelling van dienst iemand ook zoude vermennen
te hebben, de aangifte ter zijner inschrijving niettemin behoort te geschieden,
terwijl bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis, zijn vader, 'of, is deze
overleden, zijne moeder, of, zijn beiden overleden, zijn voogd tot liet doen van
aangifte gehouden is.
Dat, ter voorkoming van onaangenaamheden, welke voor dc ingeschreven
volgen moeten uit eene verkeerde spelling van naam of uit eene onjuiste opgave
van di-n dag der geboorte, de belanghebbenden moeten medebrengen een Extract
uil hunne geboorte-acte, hetwelk kosteloos kan worden verkregen.
Verzuim van aangifte ter inschrijving wordt gestraft volgens de Wet.
Helder, 1G December 1865.
Burgemeester cn Wethouders voornoemd,
STAK MAN BOSSE, Burgemeester.
L. VERIIEY, Secretaris.
BURGEMEESTER cn WETHOUDERS der gemeente HELDER
doen te weten:
I. Dat door den Raad dier gemeente, in zijne vergadering van
den 8 Augustus 1865, is genomen liet volgende besluit:
„De Raad der gemeente Helder;
„Gelet hebbende op de wet van den 7 Julij 1865 Staats-
blad No. 79);
BESLUIT:
„Er zullen, te beginnen met 1 Januarij 1866, op de hoofd
som der grondbelasting geheven worden veertig opcenten op
„rle gebouwde eigendommen en tien opeenten op de onge
bouwde eigendommen."
Welk besluit is goedgekeurd bij koninklijk besluit van den
13 December 1865, No. 92.
II. Dat door dien Raad, in zijne vergadering van den 5 Sep
tember 1865, is vastgesteld de volgende verordening tot invordering
van voorschreven opcenten
„De Raad der gemeente Helder;
„Gelet hebbende op zijn besluit van den 8 Augustus 1865,
„tot heffing van opcenten op de hoofdsom der grondbelasting;
„Gezien art. 257 der wet van den 29 Junij 1S51 {Staats-
i/blad No. 85
„Besluit vast te stellen de volgende
„VERORDENING- op de invordering der opcenten
„op dc grondbelasting.
Eenig Artikel.
„De invordering der oprenten, te heffen op de hoofdsom der
„grondbelasting op de gebouwde, en ongebouwde eigendommen
„in de gemeente Heldergeschiedt op de wijze als bij de artt.
„25S tot en met 263 der bovenaangehaalde wet is bepaald."
Welke verordening met het besluit tot heffing aan Gedeputeerde
Staten ingezonden, in het genoemd bestuit des konings is aange
haald, overeenkomstig art. 235 der gemeentewet.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den
27 December 1S65.
Birrqemrester en Wethouders voornoemd
STAK MAN BOSSE, Burgemeester.
L. VERHEY, Secretaris.