BUITENLAND. Ds. Krijt, pml. Ie Groningen, heeft voor het beroep naar Utrecht bcdaukt. liet totaal van dc lijst der vrijwillige bijdragen van Ncderl. katholieken, ten behoeve van Z. H. Pias IX, is ruim 54,000. Gedurende het afgeloopen jaar 1865 zijn te Purmerende aan gevoerd 57139 Ncd. pond boter, en ter waag gewogen 6357 stapels kaas, wegende 1,625,212 X. pd. Tc Purmerende is jl. Vrijdag door de leden der Maatschappij Tot Nut van 't Algemeen feestelijk het 75jarig bestaan van liet Departement Purmerende gevierd. Als feestredenaar trad het oudste lid, de heer G. van Sandwijk op. De wel-cenv. heer D. J. Mackay, predikant te Amsterdam, legde jl. Zondag voormiddag, na oOjarigc Evangeliebediening zijn taak neder. Met nog vurigen geest, sprak hij in de Westerkerk aldaar eene afscheidsrede lot zijne gemeente, naar aanleiding van Prediker XV 13 en 14. Te Rotterdam werd jl. Zondag een nieuw kerkgebouw der Christelijke Afgesch. gemeente plegtig ingewijd. Dit gebouw iu gothisclic stijl opgetrokken, is geschikt om 1400 hoorders te bevatten en munt uit door netheid en doelmatigheid. Het Weekblad- van Jiet Pegt behelst het volgende: „De lijfsdwang behoort niet meer tot dezen tijd." Zoo sprak een der lieeren op het Binnenhof op 17 November. Wij noemen dit, sit venia verba, groote woorden en magtspreuken. Waarom niet? Wij zouden integendeel meeaen, dat de lijfsdwang bij uit nemendheid onmisbaar wordt in eencn tijd, waarin bedriegerijen, opliglerijen en zwcndelarijcn le code pen al d la mainzulk cenc groote rol spelen, en waarin men rijker dan ooit is aan middelen, om zijne bezittingen te verbergen en te verduisteren. En toch willen wij gaarne bekeerd worden, en den lijfsdwang prijs geven, als men ons maar andere even goede middelen weet aan te wijzen, om het doel, dat. moet bereikt worden, te bereiken. Het is echter niet genoeg in het algemeen te spreken van „andere middelen, die meer met de menschclijkkeid zijn overeen te bréngen." Zeer goed. Noem ons uwe middelen. Wij zullen zc overwegen, en als gij daarbij menschelijk zijl, ook voor de bedrogen schuldcischers, wij zullen ze met genoegen aannemen. Maar niet afbreken, zonder op te bouwen. Tusscheu Frankrijk en de Noord-A merikaansche Unie bestaat in i den laatsten tijd eene groote verwijdering tengevolge van het niet j erkennen van het keizerrijk Mexico door liet kabinet, van Washington. Tot nog toe vordert keizer Napoleon weinig bij den minister Scward in zijn pogen om tot de erkenning van keizer Maximiliaan te geraken. Volgens den Moniteur heeft er op den laatsten dag van he.t j vorige jaar op de Tuilericn eene wisseling van hartelijke vriend- schapsbetuigingen tusschcn het Fransche en het Oostenrijksche hof plaats gehad. De aanleiding was de overhandiging van de versier- I selen der Oostenrijksche ridderorde van den II. Stephanus, door keizer Frans Joseplr aan den keizerlijken prins van Frankrijk geschonken. Men herinnert zich daarbij de onvriendelijke woorden, even voor het uitbarsten van den Italiaanschcu oorlog door keizer Napoleon op de Nieuwjaars-receptie tot den gezant van Oostenrijk gerigt; en men maakt gissingen omtrent de gevolgen welke de nu blijkbare goede verstandhouding tusschcn Frankrijk en Oostenrijk voor den loop der Europesche aangelegenheden zou kunnen hebben. Iu de jongste dagen hebben de ex-groothertog van Toskanen en dc ex-koning van Napels het verzoek ingediend om weder in het bezit te worden gesteld van hunne regtmatige eigendommen, die thans in het bezit zijn van de Italiaansche regering. Dc Oostenrijksche regering tot wie die vorsten zich hadden gewend, ten einde hunne belaugen behartigd te zien, was daartoe- echter niet bij magte, daar zij zich niet in ecnige betrekking ziet tegenover de regering van Italië. Het Fransche gouvernement .heeft zich echter beschikbaar gesteld om voor de verdreven vorsten terugbekoming hunner vroegere bezittingen te verkrijgen. Dc handelwijze van die vorsten in het tegenwoordig oogenblik is een duidelijk bewijs er van, dat zij zelve het duidelijk inzien, dat er geen kans hoegenaamd meir overblijft om ooit. weer de regering in handen te krijgen in dc gewesten, waar uit zc door den volkswil verdreven zijn. De ministeriële crisis in Italic is zoo goed als geëindigd. Generaal Della Marraora, die door den kouing met de zamenstclling van eeu kabinet was belast, behoudt de portefeuille van buitcnlandsche zaken en heeft zich voorts van geschikte amblgcnooten omringd. Eene der Duitsche bladen meent te kunnen verzekeren, dat eerlang een bondgenootschap zal tot stand komen tusschcn Frankrijk en Oostenrijk. Men gelooft eraan, dat deze overeenkomst door Pruissen zeer zou worden toegejuicht. Pruissen, zoo verzekert men kan er zich slechts over verheugen, wanneer de betrekkingen der leden van den bond met het buitenland, zoowel als de inwendige toestand op hechte grondslagen berusten, die geen aanleiding tot bekommering geven. Engeland levert met hol oog op de financiën een zeer goed too- necl op. De inkomsten zijn verre boven, de uitgaven verre beneden de raming gebleven, en daarenboven vermindert het thans zijne militaire uitgaven. Die gezonde politiek kan niet dan de geluk kigste vruchten dragen. In eeu Belgisch blad wordt herinnerd eene merkwaardige voor zegging, gedaan door den beroemden geneesheer Cornelius Gemmn, geboren te Leuven in 1535, overleden in 1575, en die door Justus Lipsius bewaard zou zijn geworden: zij luidt als volgt: „Dc hemelen verkondigen liet; een gelukkige tijd zal komen, als wanneer liet Belgische land in eigen luister schitteren zal. O geliefd vaderland, groot is de droefenis, want gij moet vrcezen den Spanjaard en den Oostenrijker, van u afweren den Franse-liman en den Baiaaf. Op medeburgersXog twee en een halve eeuw zal de hemel n toeschijnen als dreigde hij u met rampen: maar wanneer een derde der negen tiende eeuw zal verloopcn zijn (alzoo in 1830), dan, geliefd vader land, zullen vrijheid en roem u ten deel vallen, dan zult gij schit teren in den heerlijk sten glans? ongeluk zal van u vlieden en God zal met de Belgen zijn." Dc gemeenteraad van Bergen (België) zal op stadskosten een ruiterstandbeeld in brons voor Lcopold I oprigtcn. Vrijdag heeft keizer Napoleon een groote jagt gehouden in het bosch van Fontainebleau. Er werden niet minder dan 1581 stuks wild geschoten, waarvan de keizer er 390 schoot en prins Metiernicli 297. Er is te Parijs vergunning gevraagd en bekomen tot het openen van een winkel voor den verkoop van paardenvleesch-. De slagtplaats zal onder voortdurend toezigt van den keurmeester worden gesteld. De Parijsche vischmarkt was dezer dagen van eene ongewone vischsoort voorzien; er was namelijk een jonge walvisch, ter lengte van ongeveer 6 voet., die op de Fransche kust gevangen was, ten verkoop uitgestald. Of de Parijsche lekkerbekken deze gelegenheid hebben waargenomen om hunne tafel van een zoo zeldzaam gcregt te voorzien, wordt niet vermeld. De Parijsche dagbladen behelzen het volgende bcrigt uit Suez van 25 Dcc. 11.„Dc goelet Eu genie, uil Port Saïd aan de Middel- landsche zee vertrokken zijnde met dertig reizigers, heeft den togt naar Suez door het zeevaart-kanaal en het zoetwater-kanaal in zeven en twintig uren volbragt. Het genoemde schip heeft minstens 1 meter en 40 centimeters diepgang; het ligt nu alhier aan de kade." Men leest in de Figaro Programme: Zaturdag avond jl. trad de zangeres mad. Zelia Erambert te Dyon in de opera le Barbier de Seville op. Van alle kanten lieten zich toen applaudissementen hooren, waaronder men echter ook een enkele ckiit gewaar werd. Deze laatste ontboezeming was der zangeres zoodanig hinderlijk, dat zij den onvergenoegdeu toeschouwer met verontwaardiging toevoegde de beleedigende woorden van „imbécile!.... bete!...." enz. Deswegen voor het policie-geregt gedaagd, werd zij tot twee geldboeten ver oordeeld, dc eerste omdat zij de gemeente-verordening had overtre den, waarbij aan de acteurs verboden is, tijdens de uitvoering hunner rollen, in ecnige woordenwisseling te treden met het publiek, en de tweede wegens het bezigen van beleedigende uitdrukkingen. Den volgenden avond trad zij weder op in le Songe d'nne nuit d'e'lc. Zij ving aan tc zingen, maar er volgde onmiddelijk van alle kanten kabaal. Men hoorde niet anders schreeuwen dan: „eerst excuus vragen." Het gordijn viel. een poosje hierna trad zij weër op, maar steeds hetzelfde kabaal en geschreeuw. Tc vergcefe bragt dc commissaris van policie het publiek onder het oog, dat zij reeds gestraft was en de boeten betaald had voor de gedane beleediging. Niets hielp, dit duurde bijna een uur voort. Ten allerlaatste ging het gordijn op, de zangeres verscheen toen, vergezeld van den regis seur, en.... zij vroeg nederig excuus." Hierop volgde een daverend applaudisscmcnt en gedurende dc gausche voorstelling werd mad. Zelia Erambert onophoudelijk met bruvo's begroet. Een Fransch soldaat vertelde in een gesprek met een boer, dat de keizer mot hem gesproken had. „Hé," zeide de boer, „heb je den keizer gesproken, wat- een eer, en wat heeft hij gezegd?" „Hij zeldc, weg van hier, ezel!" De Britsche admiraliteit heeft herhaalde proeven genomen met de watermijnen van den Amerikaan Bcardslee en nu, blijkens eene aan dezen gerigte kennisgeving, besloten de uitvinding van dien heer met al zijne toestellen over te nemen. Blijkens het verslag van den postmeester-generaal in Engeland, zijn in liet met 30 Junij 1S65 geëindigde jaar van de 467,591,600 ter bezorging ontvangen brieven niet minder dan 4,368,087 blijven liggen, wegens onleesbare adressen. Uit Huil en Ilarilcpool wordt melding gemaakt van gewel dige stormen uit liet zuidwesten, die op den 29 Dec. jl. langs de Eugelsehe kust hebben gewoed. Onderscheidene schepen zijn dien tengevolge zwaar beschadigd. Tc Tiverton is eene inschrijving geopend voor ecu opterigten gedenktecken ter eerc van wijlen lord Palmerston, die gedurende vele jaren dat stadje, in het Huis der Gemeenten vertegenwoordigde. Verscheidene hooggeplaatste personen hebben reeds hunne namen op de lijst geplaatst. Vermoedelijk zal de keus zich tot een standbeeld bepalen, en zal aan den beroemden beeldhouwer Slephens de ver vaardiging daarvan worden opgedragen. De heer Heitirich Anschutz, de beste treurspelspeler dien Duilscliland in deze eeuw heeft bezeten, is dezer dagen aldaar in den ouderdom van 80 jaren overleden. Ecnige werklieden te Berlijn hebben, bij liet graven van een kelder, eensklaps gestooten op een 3 voet lang en 5 duim dik I voorwerp, dat zij aanvankelijk beschouwden een boomstam te zijn. Men vestigde hierop de aandacht van professor Baum, die lot de ontdekking kwam, dat het een tand was vau een olifant uit de voorwereld. Vrijdag 23 dezer, 's namiddags ten 5 ure, wilde de heer Guftaf Wcrucr, eigenaar van den groolen zoöiogischen tuin te Stuttgart, voor een 1 Otal personen nog een kunstverrigting met zijnen leeuw Mustapha vertooncn, en begaf zich te dien einde in liet. hok van den leeuw en de leeuwin, dat 's winters met glas bedekt is ter beschutting tegen dc koude. Werner, in zijne hemdsmouwen, ging op het bankje zitten dat in hot hok stond en wilde juist met zijn kommando beginnen, toen hij, waarschijnlijk zonder schuld van de leeuw, het evenwigt verloor cn op den grond viel, die door het natte stroo zeer glacl was. Toon wierp de leeuw zich op zijnen meester, en 111 tegenwoordigheid van de verschrikte toeschouwers, ontstond ecu kort", maar vrccsclijk gevecht tussehen het geweldige dier en den sterken man. Wel duurde die strijd slechts ecnige seconden, maar toch lang genoeg om Werners leven in gevaar te brengeu. De leeuw had hem ijsclijk verwond, door hem te bijlen en met de klaauwen te slaan; en alleen aan de tegenwoordigheid

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1866 | | pagina 2