BUITENLAND. alwaar bleek, dal voor een bedrag van ruim vijf eu een halve tou gouds is ingeschreven. Op preadvies van het comité werd, onder bijna algemeene toejuiching, besloten tot de oprigting der Maat schappij over te gaan, en eene commissie, beslaande uit de hh mr. J. van Lennep, dr. C. E. Heynsius en A. C. Wcrtheim, belast met het vaststellen der statuten en het aanvragen van de koninklijke bewilliging daarop. Het ingeschreven kapitaal is toereikend lot de verwezenlijking van het plan voor zooverre de nu gelegde fundering aanwijst, zoodat alleen de ontworpen nevengebouwen alsdan onuit gevoerd blijven, en men in ieder geval een groot en fraai hotel bekomt. Op nieuw is de meest, stellige verzekering gegeven, dat men geen gelden ten koste van de belangen der eerste inschrijvers zal opnemen. Men mag zich vleijen, dat de deelneming voor liet ontbrekende tot het voltooijen van het geheele plan, in al zijne uit gestrektheid, nog wel volgen zal, als men aan den arbeid is. Jl. Woensdag is o. a. geveild het logement Feerburg enz. in den Anna Paulowna Polder, hetwelk is opgehouden voor de som van ƒ6050. In den tuin van zekeren S. li. te Hoorn is reeds radijs geplukt. De verloting van de Kiiustkronijk heeft jl. Dingsdag te 's Hage plaats gehad. De hoogste prijs, de pianiuo, is toevallig denzelfdeu geabonneerde te Arnhem te beurt gevallen, dien voor twee jaren het hoogste lot trof. In eeue gemeente nabij Dordrecht heeft zich dezer dagen het. zonderlinge voorval opgedaan, dat de burgemeester der gemeente en dus het hoofd der policie, wegens overtreding der policiewet, door den gemeente-veldwachter in verzekerde bewaiing is genomen. Als een buitengewoon verschijnsel in de afgeloopen maand Januarij is liet feit meldenswaardig, dat in Noordbrabant reeds vlinders gezien en meikevers zijn gevangen. Als eene bijzonderheid vermeldt men, dat te Staphorst op de lijst der aangiften tot het aangaan van een huwelijk voorkomen de grijsaard E. B. te K., oud 84 jaar, met zijne dienstmaagd, oud 27 jaar. Uit Singapore wordt gemeld, dat kapt. van der Linden, voerende het Ned. schip D. 2'. Fisser, den 22 Dcc. aldaar aauge- komen, op zijne reis van Hongkong gepasseerd is het schip Price of the Ganges, welk schip naar de Chinesche kust stuurde, seinende „Er is oproer aan boord." Van de D. T. Fisser seinde men daarop: „Draai bij en wij zullen adsisteutie verleeuen," hetwelk beantwoord werd met„Zulks wordt niet toegestaan." De D. T. Fisser volgde de Price of the Ganges, maar werd door deze vooruitgeloopen, en toen men het schip voor het laatst zag, werd er geseind: „De kapi tein is over boord." De discussiën der kamer van vertegenwoordigers in liet naburige Belgie ter zake van het wetsontwerp tot wering van de veeziekte zijn zeer interessant. Een der leden drong in gematigde bewoor dingen bij den minister aan op het nemen van verzachtende maat regelen ten aanzien van Nederland, daar hij voorzag, dat de bepa lingen dezer wet nadeelig zouden werken op de handelsbetrekkingen met Zeeland. De minister van binnenlandsche zaken betuigde echter, niet het oog op het dreigend gevaar voor den Belgischen veestapel, geene verzachting aan de grenzen van Zeeland te kunnen toelaten. Het gerucht, als zoude er een militair cordou op de Nedcrlandsehe grenzen worden getrokken, werd door den minister gelogenstraft met de verzekering dat aldaar tot eeue versterking van het douanen- personeel zal worden overgegaan. Het is bekend, lioczcer door de quicstie over de vestingwerken te Antwerpen er bestendig door de afgevaardigden van dat clisirict tegen de regering wordt te velde getrokken. Iedere zaak schijnt huu eene geschikte gelegenheid tot bestrijding der ministers. Ook bij het ontwerp van wet betreffende den veepest werd door den heer de Laet, van Antwerpen, het ge noemde ontwerp als eene aanranding der gemeente-vrijheden heftig bestreden; zelfs noemde hij het een middel om bij de verkiezingen de plattelandsbewoners te beletten in dc stad te komen stemmen. Alle leden lachten cu de minister kon zich niet onthouden uit te roepen: „Dat is onzin!" „Voor u, die. geen gezond verstand hebt," antwoordde dc heer de Laet toornig. Een ander lid gaf zijne vrees te kennen, dat deze wet ook op de mcnschen zou worden toegepast, omdat er dc woorden „besmettelijke typhus" in voorkomen. Uit Weenen wordt door een lialf-officiëel blad verzekerd, dat binnen kort Oostenrijk gemeenschappelijk met Frankrijk stappen zal doen om de zoolang reeds hangende Italiaansche qiucstie tot oplossing te brengen. Voor de rust van Europa en voor den fiuanciëleu toe stand van Oostenrijk en Italië zal deze vereffening der zaken eene hoogst wenschelijke gebeurtenis zijn. In de Vereenigde Staten van Noord-Amerika beloont men de goede diensten of eerbewijzingen niet met ridderorden. Het lastige hiervan voor mensolien, die ijdel genoeg zijn om naar zulk eene onderscheiding een sterk verlangen te openbar eu, kwam dezer dagen sterk aan het licht, toen koning Lcopold II-van Belgie met geen mogelijkheid bijna een staatsman kon vinden, genegen om de tijding zijner troonsbestijging naar den president dor Vereenigde Staten over te brengen. Dc andere gezanten gingen allen uit met het vooruitzigt om spoedig weder eene nieuwe decorat ic aan het knoops gat te hangen. Hij, die naar Washington vertrekt, moet zich een voudig met een handdruk van president Jonhson tevreden stellen. Een curieus berigt werd dezer dagen uit Griekenland naar het westen van Europa overgebragt. Het hield namelijk in de verzekering, dat zich te Athene eene Turksche partij bevindt en dat daarvan welligt binnen korten tijd meer aan het licht zal komen. Is dan - vraagt men zichzelven af - is dan Griekenland zoozeer ontaard, dat het nog geen halve eeuw na zijne roemrijke bevrijding weder naar het dwangjuk verlangt, waaronder het eeuwen gebukt ging? Het antwoord op die vraag is dit: In de hoofdstad van Griekenland bevinden zich werkelijk personen, die de Turksche heerschappij nog verkieslijker achten voor het land, dan de tegenwoordige bijkans ordelonze toestand. De half-officiële Constitutionnel bevat over de Mexicaansehe quaestie een artikel, waarin o. a. het volgende voorkomt: „Zij, die van gevoeleu zijn, dat Fraukrijk de behartiging zijner zedelijke belangen (iu Mexico) moet laten varen, hebben er stellig niet aan gedacht, dat Frankrijk ook stoffelijke belangen in Mexico heeft te beschermen. Of hebben zij liet beroep vergeten, dat iu Frankrijk op liet openbaar crediet is gedaan en dat zooveel weerklank heeft gevonden?" Het opstel eindigt met deze woorden: „De droevige gevolgen, waarop men het publiek als op zoovele eventualiteiten wijst, allceu met het doel om schrik aan te jagen, zullen zich niet openbaren. De vrede der wereld zal niet verstoord worden, eu, wij zeggen het onbewimpeld, de Fransche belangen in dc Mexicaansehe aangelegenheden loopen geen enkel gevaar." Het oudste dagblad van de thans in Frankrijk bestaande dagbladen is <le Gast/te de France, hetwelk reeds 236 jaren verschijnt. Parijs is in veertig jaren toegenomen in bevolking als volgt: iu 1820 713,765. in 1861 1.696,141. De twee vette ossen, die dit jaar ter gelegenheid van het carnaval door de straten van Parijs zullen geleid worden, wegen 1360 en 1330 kilogr. Op deze twee volgen nog drie, zwaar 1310, 1303 en 1210 kilogr. Er heeft zich te Parijs eene maatschappij gevormd met het doel om op den Boulevard du Temple een gebouw op te rigten, waarin niet minder dan 150 winkels van allerlei aard zullen worden vercenigdde kosten dezer onderneming worden op li a 8 millioen begroot. Men schrijft uit Sarreguemines aan den Mouitevr: Een achtenswaardig inwoner der stad Sarreguemines, de heer heer V., had in 1814, tijdens deu inval der verbonden mogendheden, een Duitsch soldaat het leven gered, onder de volgende omstandigheden. Hij had uit het stadhuis een jongman zien komen, doodsbleek, holoogig en die zich ter naauwertiood slaande kon honden, met een inkwartieringsbillet in de hand. Het was een ongelukkig Pruissisch soldaat, door een allerkwaadaardigste koors aangetast, bijna stervende, en naar Sarreguemines tot herstel zijner gezondheid gezonden. Hij toonde den heer V. zijn biljet en vroeg of hij in dat huis op eenige verpleging zou kunnen hopen. Helaas, het aangewezen nummer was dat een der ellendigste woningjes iu de stad. Diep begaan met den beklagenswaardigen soldaat, gaat de heer V. naar de mairie, laat het inkwartieringsbillet op zijn huis overschrijven, neemt den krijgsman mee en verpleegt hem. Na vier weken wijkt, de doodelijke ziekte, herstelt de jonge man; maar de heer V. betaalde zijne mensch- lieveiulheid duur, want zijne moeder werd door dezelfde kwaadaardige ziekte aangetast en bezweek er aan. Jaren zijn voorbijgegaan en de hepr V. dacht niet meer aan zijn edele daad, maar de brave Pruis vergat haar nooit. Hij zwierf als soldaat de heele wereld door, vergrijsde in de dienst, en eindelijk voelende dat hij zijn laatste levenstijdperk wel bereikt zou hebben, overweldigde hem etterlijk de zucht om voor zijn doel zijn weldoener in Frankrijk weder te zien, of, op zijn graf voor het minst daukbare tranen te storten. Onkosten noch moeite schrikken den stokouden man af. Hij ging uit het harte van Duitschland goedsmoeds op tnarsch en bereikte de plaats waar hij 52 jaren geleden zoo hulpeloos rondgedwaald had, tnaar ook zoo liefderijk opgenomen en verpleegd was. Hij vond zijn weldoener weder: „Vader, redder," riep hij uit toen hij onder zijn gastvrij dak hem weder ontmoette, „nu kan ik zeggen als de oude Simeon: „Heer, thans kan ik in vrede sterven!" Bij zijn ver trek gaf de oude soldaat zijn weldoener, van wien hij nu zeker af scheid voor eeuwig nam, een zilveren bekertje ten geschenke tot aandenken en daarop had hij deze woorden laten graveren „Ik ben als vijand in uw land gekomen gij hebt mij als vriend behandeld als de goede Samaritaan hebt gij mij bijgestaan toen ik van de geheele wereld verlaten was." „Het bekertje is van zilver" aldus eindigt de correspondent van den Moniteur, „maar het harte des gevers goud." In den uamindag van 25 Jan. jl. is te Etoile, depart. Drome, een gedeellc van den voorgevel der in aanbouw zijnde Protestantsche kerk ingestort, door welk ongeval vier werklieden gedood en een zwaar gekwetst zijn geworden. De City Preste klaagt zeer over de verbazende vermeerdering van het aantal krankzinnigen in Groot-Brittannie, zoodat er geen plaats meer in dc gestichten is. In één district zijn 2000 opgenomen. De aanleiding wil het, blad zoeken in dc toenemende manie om spoedig rijk te worden en in «Ie onvermijdelijke opgewondenheid, die daarmede gepaard gaat, hetgeen mannen, die naauwelijks den middelbaren leeftijd bereikt hebben, gevaar doet loopen in de tweede kiudschheid te vervallen door eene overspanning van het hersengestel. Gedurende dc verloopene week hebben te Londen 1363 sterf gevallen en 2149 geboorten plaats gehad. Hoe ook te Londen de waarde van bouwgrond gestegen is, kan uit het volgende blijken: Een nietig stuk land, op den boek van de Lombardstreet in de City gelegen, eu dat juist groot genoeg was om er een huis ter breedte van drie vensters op te plaatsen, werd onlangs aan een bankinrigting voor de jaarlijksche som van 79,200 verhuurd. Deze verhuurde het van haar zijde weder aan eene maatschappij voor denzelfden prijs, benevens eene schadeloos stelling van ƒ840,000. De maatschappij liet op het verkregen stuk grond een huis bouwen en legde daaraan nogmaals 840,000 ten koste, terwijl zij bovendien geen geringer huurprijs dan 264,000 jaarlijks betaalt Het is bijna onbegrijpelijk! Te Londen hebben een Fransche graaf en zijn moeder, die voor 25 shillings per weck een kamer hadden gehuurd, doch die niet betalen konden, nadat hun tweemalen uitstel was verleend, zich door ophanging van het, leven beroofd. De stroppen van gor dijnkoord gemaakt, waren te lang geweest, zoodat zij lang met de dood moeten geworsteld hebben. Op de tafel vond men eenige antieke kleinoodiën en brieven van Fransche en Kngelsehe adellijken. Der eigenares van dc kamer waren eenige lombardbriefjes nagelaten, waaruit bleek, dat zij hun kleederen voor 8 p. st. hadden verpand. De moeder was 70. de graaf 35 jaar oud Een Engelsch vaartuig, de Tan/ar Qneen, kwam den 23 Jan. te Plyiuouth van de Azorische Eilanden binnen met 1 bootsman, 1 matroos eu 1 jongen; te St. Georges had de kapitein een inlander aan boord genomendeze had in zee den kapitein en een matroos

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1866 | | pagina 2