BUITEN LAN IX
Met 11 dezer worden geplaatst de off. van gez. 2de kl. L. J.
de Kantcr aan boord van het wachtschip en de off, van gez. 3de
kl. J. O. Harthoorn bij het hospitaal der Marine alhier, terwijl de
off. van gez. 3de kl. W. H. Yisscher van Aalst, thans gedetacheerd
bij gemeld hospitaal, met 10 dezer op non-activiteit wordt gebragt.
Z. M. heeft benoemd tot regier in dc Arrond.-Regtbank te
Alkmaar jhr. mr. S. M. S. de Savornin Lobman, thans griff. bij
het kantongeregt te Noordwijk.
AL een advies omtrent de mogelijkheid om de belemmerende
maatregelen tegen den invoer van Hollandsch vee, door Engeland
genomen, te doen opbonden, wordt het volgende medegedeeld:
Als het Nederlandsch gouvernement de Engelsche regering
moet bekennen, dat dc maatregelen hier te lande tegen den uitvoer
van ziek vee, en ook tegen den doorvoer daarvan uit Duitschland
over Rotterdam niet voldoende zijn, dan kan het daarmede het
voorstel vereenigen: dat zich eene commissie van Engelschen (niet
kommiezen maar) deskundigen in Nederland stationnere, verdeeld in
de vier havens van uitvoer, om te waken dat geen vee, voor En
geland bestemd, de havens verlate, zonder een certificaat van ge
zondheid, door die commissie afgegeven, des noods door het Xeder-
landsch gouvernement bezoldigd, opdat het groote ongerief cn voor
de Iüngelsche vleescheters èn voor den Nederlandschen veehandel
daarmede gelijktijdig eindige.
In Alkmaar zal dezer dagen, naar men verneemt, dit. denkbeeld
een punt van overweging worden in den gemeenteraad.
Jl. Vrijdag nacht is te Oostwoud de boerenwoning van den
heer Koomcn geheel algebrand.
De telegraafkabel, die Terschelling met Harlingen verbinden
zal, is spoedig gereed. Hij wordt, in cene fabriek te Keulen vervaardigd.
Het stoffelijk overschot van den minister van Staat, den heer
mr. F. A. baron van Hall, is gisteren morgen op eenvoudige, doch
plegtige wijze op de burgerlijke begraafplaats te 's Gravenhage ter
aarde besteld.
De lijkstoet bestond uit negen rijtuigen, waarin onderscheidene
militaire en burgelijke autoriteiten hadden plaats genomenDe heer
Schimmelpenninck van der Oije, lid van de Eerste Kamer der
Stateii-Generaal, schetste bij de groeve in gevoelvolle en treffende
woorden het leven cn de werken van den waardige» afgestorvene.
De heer ds. Ruitenschild wees cr op, dat de ontslapene grooten
luister aan zijn geslacht heeft toegevoegd, en zeide o. a., dat nu hij
niet meer tot het rijk der levenden behoort, hij misschien met meur
billijkheid zal worden beoordeeld door zijne hmdgenooten, die nog steeds
de vruchten van zijne gedachten en werken genieten. Nadat de hoogleeraar
H. C. van Ilall, den belangstellenden, uit naam der familie, allen
voor de eer den overledene bewezen had bedankt, nam de plegtig-
heid hiermede een einde; terwijl allen huiswaarts keerden onder
den indruk der gedachte van een groot staatsman aan den schoot
der aarde te hebben toevertrouwd.
In den avond van den 21 Maart is bij Utrecht in 57jarigen ouder
dom overleden, dc beroemde Ncderlandsche kunstschilder Louis Meijer.
De algemcenc vergadering der Vereeniging tot Afschaffing van
den Sterken Drank zal dit jaar gehouden worden in den loop der
maand Julij, te Zalt-Bommcl.
De jaarlijksche algemecne vergadering van het Nederlandsch
Onderwijzers-Genootschap zal in de maand Junij a. s., op den 18,
16 en 20 dier maand gehouden worden, te Deveuter. Tot opening
dier vergadering zal in de Groote Kerk aldaar eene rede worden
uitgesproken door den heer C. L. Kuiphorst, schoolopziener in het
2de district van Drenthe.
Te Appelscha (Friesland) is eeuc koe van den landbouwer
Tiesinga zoo hevig ongesteld geworden, dat men vreest voor runderpest.
Wij ontlcencn non dc Staatscourant de navolgende opnaven van Zr. Ms.
schepen, gestationeerd ïu dc Oosl-lndisehe wateren, tot 15 Febr. jl.
„Fregat Prins Alcxander der Nederlanden, luit. 1ste kl. W. II. F. van Oordt,
wachtschip ter reede Batavia; korvet Jnno, kapt. J. J. Westeroucn van
Meetcreu, wachtschip ter vccde Soerabaija; brik de Cachelot, kapt. J. W.
de Ruyter de Wildt, wachtschip ter reede Macassar; opnemingsvaartuig
Pylados, luit. l»te kl. W. Knslie, is bij de vlag opgeroepen; rocikanonneer-
boot No. U, luit. 2de kl. C. II. Bogaert, wachtschip ter reede Samaraug;
schroefstoomschip 1ste kl. Metalen Krnis, kapt. F M. C. Baak, gestationeerd
in den Moluksclien Archipel; raderstoomschip 1ste kl. Amsterdam, kapt. II.
D. Slegt, gestat, in den Moluksclien Archipel; schroefstoomschip ode kl.
Reinirr Claeszcn. luit. lste kl. X. M. J. Kvoef, in reparatie tc Soerabaija;
schroefstoomschip .'5de kl. lleteh, luit. lste kl. J. A. 11. llugcnholtz, gestat, in
de wateren van Celebes; schroefstoomschip 4de kl. Haarlemmermeer, luit.
lste kl. A. Jnrmnn, gestat, in de Z. cn O.afdeeling van Uorneostoomschip
3de kl. Celebes, luit. lste kl. W. F. L. de Vriese, gestat, ter YV.kust \au
Borneo;stoomschip 2de kl. Bromo, knpt.-luit. G. vau Hecking Colenbrander,
naar Tiinor en Soerabaija vertrokken stoomschip 3de kl. Sindoro, luit. lste
kl. K. F. R. Andrau, gestat, ter W.kust van Sumatra;schroefstoomschip 4de
kl. de Linge, luit. lste kl. A. N. L. Koops, gestat, in dc Z. en O. afdccling
van Borneo; schroefstoomschip 4dekl. Montrado, luit. lste kl. jhr. J.S.O. von
Schiuidt auf Altenstadt, gestat, in de wateren van Riouw en Lingastoomschip
Onrust, luit. lste kl. I). A. Coomnns de Ruyter,gestot. ter westkust van Borneo;
stoomschip Ardjoeno, kapt-luit. R. W. G. Arendsen dc AVolIf, ligt te Oniust
in reparatie; schroefstoomschip 4de kl. Stavoren, luit. lste kl. J. B. Ever
wijn, gestat, in de wateren van Celebes; schroefstoomschip 4de kl. Delfzijl,
luit. iste kl. F. J. G. van Thicl, gestat, in de wateren van Riouw en Linga;
korvet met stoomvermogeu Prinses Ainelift, kapt. J. J. Wiehers, ligt tc Onrust
in reparatie-, raderstoomschip 4de kl. Maduru, luit. lste kl. 11.15 Kip, gestat,
ter Z en O. afdecline van Borneoschroefstoomschip 4de kl. Coehoorn,
luit. lste kl R. 1'. Struick, ge>tat. in de. wateren van Meuado; schroef
stoomschip Aart van Nes, luit. lste kl. jhr. H. O. Wiehers, 2t» Jan. uit Neder
land aaugekomen, voorloopig gestat, ter O kust van Sumatra; schroefstoomschip
Bali, luit. lste kl. jhr. A. R. A. M. Clifford Kocq van Brengel, 2D .Tan. uit
Nederland aangekomen, is naar Macassar vertrokken ter aflossing van deReteh;
schroefstoomschip den Briel, luit. lste kl. A J. van Mansvelt, 1 Febr. uit
Nederland aangekomen, wordt gestat, ter W.kust van Borneo; schroefstoom
schip Maas cn Waal, luit. lste kl. C. A. B. D. Rijk, en stoomschip Cycloop,
luit. lste kl. C. A. L. II. baron van Ileeekeren, beide 14 Febr. uit Nederland
ter reede Batavia aangekomen.
Als een treurig bewijs, hoezeer de dronkenschap ook in vroc-
geren tijd een volksziekte was, doorgedrongen tot alle standen en
ambachten der maatschappij, zoodat de dronkenschap werd aange
duid door woorden, eigeudommelijk aan het beroep of den maat-
schappelijken stand van den dronkaard, vinden wij uit den voorraad
Nederlandsche spreekwoorden de volgende verzameld:
„Ilij is aan dc liep," 't oudste spreekwoord onder dc dronkaards, en werd
zinspelende op de bier- of ÜcpkanacD, vau hen gezegd, die te veel bier
gedronken hadden.
//Hij loopt met een nut zeil," gebezigd ouder de zeelieden.
„Hij is aangeschoten," gebezigd onder de jagers.
„Mij is vet," gebezigd onder de kaarsenmakers en vetkoopers.
o Hij 'ziet de inaau voor ccn doedelzak aan," sprak men van een dronken
nachtwacht, torenwachter of hondenslager.
„Mij heeft pijn in zijn haar," werd gezegd van geleerden, studenten, of van
mannen, die meer in den wijn, dan in hunne boeken gewerkt hadden.
„Ilij heeft te veel gepooid (gepoeierd)," uit den pruikentijd, uit den tijd der
gepoederde hoofden, werd gezegd van hem, die te veel poeder niet in zijn
pruik, maar iu zijn hoofd had.
„Hij is bo\en zijn bier," sprak men van bet stads-werkvolk. De werkman,
die dronken was. had meer gedronken dan 't rantsoen bier, dat gcduicnde den
arbeid geschonken werd.
„Zij heeft te veel theewater gedronken," werd gezegd vau vrouwen, die na
de thee te veel likeuren (nfzukkeitjcsl gebruikt hadden.
„Een graantjespikker," van een dronken kippenboer.
„Hij heeft een vest aan," van een dronken sujjdcr.
„Hij is gaar," van dronken koks.
„Op dc llesch zijn," van tappers, ilic zelf lmnne winst opgedronken hadden.
„Ilij houdt 't vlucsch onder dc pekel," van dronken slagers.
„Hij heeft den Prins gesproken," van dronken militairen.
„Zijn roer niet regt houden," werd gezegd van dronken veerschippers.
„De zeug (het zwijn) is met den tap gaan loopen," zeide men van een
dronken kerel, die uit dc kroeg gesmeten was, enz. enz.
Deze weinige spreekwoorden, die niet eene menigte andere te vergrootcn
zouden zijn, bewijzen, helaas 1 maar al tc zeer, hoe de dronkenschap, in de 17de
en 18de eeuw, tot alle standen en klassen der maatschappij was doorgedrongen.
De aandacht is in de laatste dagen in Europa bijna uitsluitend
op de staatkundige aangelegenheden in Duitschlnnd gevestigd geweest.
Zeer oorlogszuchtige berigten werden van daar gemeld van het
ntarschvaardig maken der troepen en van allerlei geruchten, die de
verzekering deden toenemen van den aannaderenden krijg. Nu en
dan werden die geruchten in oorlogzuchtige beteekenis verzwakt
door meer vredelievende mededeel in gen. Per telegraaf werd nog op
een der Paaschdagen naar hier het berigt overgebragt, dat de fondsen-
markt aanmerkelijk was gerezen op het vernemen van de vrede
lievende berigten, dat naar alle waarschijnlijkheid de oorlogstoe
rustingen zouden worden geslaakt en dal er een vredelievende
oplossing van het hangende vraagstuk te wachten is Te hopen is
het dat de bestaande gunstige uitzigten mogen verwczentlijkt worden,
dat de vrede bewaard blijve, ten behoeve van de welvaart des volks,
van den bloei des handels.
Te midden der verwikkelingen werd de vraag geopperd, hoe
zullen dc Duitsche Middenstatcn, hoe zal Frankrijk zich gedragen
als de oorlog tusschm Oostenrijk en Pruissen komt los te barsten.
Van de zijde der Middenstatcn verneemt men, dat zij het er voor
houden, dat door eeuen oorlog lusscheu de beide grootmagten zou
ontstaan eene verbreking van den Bond. Frankrijk heeft geweigerd
aan eene uitnoodiging te voldoen van Engeland om op de eene of
andere wijze tusschen beide te komen. Frankrijk schijnt voorbereid
te zijn op het ontstaan ook van ernstige gebeurtenissen en de partijen
mogeu zich wel goed bedenken voor dat zij het zwaard trekken
en mogelijk Napoleon aanleiding geven om zich in de Duitsche
aangelegenheden te mengen.
Dezer dagen is een nieuw vrachttarief voor het vervoer van
personen over de Belgische staatsspoorwegen door het gouvernement
vastgesteld en afgekondigd. Wanneer dit tarief in werking is, zegt
een Brusselsch dagblad, zal het reizen nergens op het vaste land
van Europa minder kosten dan in Belgie; immers dan zal men het
land in zijne grootste lengte, van Ostende tot Herbestal, kunnen
doorreizen voor 3 fr. 80 centimes in een rijtuig van de derde, en
voor 7 fr. 60 c. in een van de eerste klasse, terwijl Belgie, volgens
dat blad, ook voor de telegraphische communicatie lager tarief heeft
dan de andere landen van Europa.
De heer B. koopman te Liinoges, had te Parijs aan de bank
10,000 fr. gebeurd. In de rue Vivienne kwam hem een net gekleed
heer tegen, die hem bij ongeluk op den jas spuwde; deze keerde zich,
op de aanmerking van den heer B. hierover, om, en veegde den jas
met zijn fijuen zakdoek af. Eenige oogenblikken later moest de heer
B. ervaren, dat, hij met een behendig zakkenroller had te doen gehad,
die door dit hulpmiddel hem zijne 10,000 fr. cn nog andere waarden,
in zijne portefeuille aanwezig, had afhandig gemaakt.
Bij de behandeling van het adres van antwoord in de Fran-
sche Kamer noemde de heer Rouher cene reeks van dagbladen op,
die in 1848 liet licht hadden gezien. Een der leden vulde die
lijst aan door het blad la Guillotine te noemen, welke aanvulling
dan ook effect maakte. Een correspondent van een provinciaal
Fransch blad schrijft nu, dat hij zich alle moeite gegeven heeft om
de Guillotine te ontdekken en werkelijk twee iiommers er vau ge
vonden heeft, de eeuigen die het licht hebben gezien. Zij zijn met
roode letters gedrukt, maar de schijn is erger clan de werkelijkheid,
want het blad was aan de afschaffing der doodstraf gewijd.
In een Fransch dagblad leest men de volgende advertentie:
„Twee jongelieden, die dit jaar in de loting zijn gevallen, zoeken
ieder een meisje, dat 2500 francs storten wil, om voor hen een
remplacjant te koopen. Een liefhebbend minnaar en trouw echtgenoot
zal hare belooning zijn. Het is onnoodig, zich aan te melden
wanneer men niet mooi cn van onbesproken gedrag is.
In een der laatste nummers van den Monde lllustre verhaalt
de heer Pierre Véron dat op zekeren dag, onder het bewind van
Thiers, maarschalk Soult, er zeer droefgeestig uitziende, bij koning
Louis Plulippc kwam. „Sire" zeide hij. „Wat is er?" vroeg
de koning. «Wat er is, sire; de zaken gaan hoe langer hoe erger.
Gij let cr niet op, maar uw mijnheer Thiers mêleert al de kaarten.
„O, is het niet anders, maarschalk antwoordde de koning
glimlagchend - stel u dan maar gerust, ik zal bij tijds weten te couperen.
De onderkoning van Egypte zal naar de Parijsche wereld
tentoonstelling van 1867 inzenden het beroemde museum van Bulak,
bestaande uit oudheden, kunstvoorwerpen, wapenen en kostbaarheden,
afkomstig uit de oudste tijden des lands. Voorts zal men op die
tentoonstelling kunnen aanschouwen geheel Sudan en Opper-Egypte,
vau welke landstreken men de Fauna en de Flora zal leeren kennen.
Op last van den onderkoning zal op het veld van Mars\een klein
mo^seh paleis gebouwd worden in een bazar zullen acht werklieden
bezig zijn, en kofiij zal er voorgedieud worden op de Afrikaausche