BUITENLAND. De pijnlijke toestand van onzekerheid duurt voort. Liever zou men voorzeker een antwoord hooren op de met groote belang stelling gedane vraag: zal de vrede behouden blijven of zouden we al de rampen des oorlog inoetcn ondervinden Geen antwoord wordt op die vraag gehoord, maar wel wijzen onderscheidene tee- keneu des tijds er op heen dat de oorlog zeer waarschijnlijk en zeer op handen is. Plotseling kan liet oogenblik daar zijn, dat het zwaard uit de schede getrokken en de oorlog aangevangen wordt. In Pruissen vreest men een volksoproer in de Rijn-provinciën, waar de gemoederen zeer verhit en sterk anti-Bismarck-gezind ziju. Men verzekert, dat de besluiten reeds gereed liggen om die gewesten op 't eerste berigt van uitgebroken onlusten in staat van beleg te verklaren. De Weener Debatte is, hoe hagchelijk Oostenrijks toestand ook zijn inoge, vol goeden moed: „Vrees voor oorlog, geldgebrek, uitzigt op een mislukten oogst, eene constitutionele crisis (zegt zij), bijna zou het gemoed van den vriend des vaderlands bezwij ken, wanneer hij zoo vele onweders te gelijk zich ziet zamenpakken aan den horizon. En toch is versaagdheid wel allerminst het ware woord tot kenschetsing der algemcene stemming in Oostenrijk. Vertrouwen op God, vertrouwen op de goede zaak, vertrouwen op eigene kracht, deze vervullen onze borstdeze zijn het, welke aan de publieke stemming iu de gehecle Monarchie eene wijding geven, welke onze vijanden verbazen moet. Even als de in den rotsgrond gewortelde den, staat Oostenrijk pal in den storm." Men berekent, dat Oostenrijk op dit oogenblik 800,000 man onder de wapenen heeft. De kosten van dit leger worden op 1,200,000 fl. daags geraamd, Ten gevolge van de schending van het Weener Verdrag en van de Gasteiner Conventie, welke Pruissen gepleegd heeft door zijne troepen in Holslein te doen binnenrukken en door zich van het gekeelc regeringsgezag in de beide Hertogdommen meester te maken, heeft, de keizerlijke regering besloten het diplomatiek verkeer met Pruissen af te breken, en heeft de graaf Karolyi reeds bevel ont vangen om Berlijn onverwijld te verlaten. Men verwacht eerlang het binnenrukken der Turken op het grondgebied der Donau-vorstendommen. Tot opperbevelhebber van het Turkschc legercorps hetwelk besterad is om die landen te bezetten is benoemd Omcr-Pacha. De onderkoning van Egypte stelt tot dit doel 7000 man troepen ter beschikking van de Porte. Een Engelsch oorlogschip is dezer dagen voor het eiland Helgo- land ten anker gekomen, ten einde het oog te houden op de eerlang te wachten gebeurtenissen in Duitschland. De regering van het groothertogdom Baden heeft bij de kamer een crediet van 3£- millioen aangevraagd ter voorziening in de kosten van de legermobilisatie. Dfc „Siècle" deelt een gesprek mede, dat een door Duitschlaod reizende Franscliraan dezer dagen met graaf von Bismnrck gehad heeft. Ofschoon wij, zegt de Auist. Crt., voor de juistheid der mcdcdcclingen in genoemd blad niet kunnen instaan, meencn wij toch een en. ander daarvan te moeten overnemen, dat nog al met belangstelling gelezen zal worden, daar, iudien ook «1 de Pruissische minister de hem in den mond gelegde woorden niet heeft gespro ken, het tegendeel toch zeer natuurlijk zou zijn en niets verrassends zou ople veren. Het gesprek begiut van den kant des Frunschmans met eene uiteenzetting van do tegenstrijdigheden, welke hij met zooveel andere lieden ontdokt iu de middelen, die graaf von Bismarck heeft aangewend en in de oogmerken, welke hij tracht te bereiken. l)e minister laat zich deze rondborstige aanmerkingen welgevallen. »lk weet wel", zegt hij, „dat ik in Frankrijk mij in dezelfde impopulariteit te verheugen heb als in Duitschland. Overal stelt men mij verantwoordelijk voor een toestand, dien ik niet in het leven heb geroepen, maar die mij, gelijk aan alle anderen, is opgedrongen geworden. Voor de openbare mecning hen ik de zondebok, innar ik stoor er ïuij niet aan. Ik blijf inet een volkomen gerust geweten streven naar een doel, dat ik voor nuttig houd zoowel voor Pruissen als voor Duitschland. Wat dc middelen betreft, ik heb mij vnn dezulken bediend, die onder mijn bereik lagen, hij gebrek aan betere. Over den inwendigen toestand van Pruissen zou veel gezegd knnnen worden. Ont een onpartijdig oordeel hierover tc vellen, moet men het eigen- dommclijk karakter der inwoners van dit land grondig kennen en bestuderen. Terwijl Frnukrijk en Italic een groot maatschappelijk geheel vormen, bezield door denzelfden geest en door dezelfde gewaarwordingen, staat in Duitschland het individualismus op den voorgrond. Ieder leeft voor zich in een hoekje, met zijne mc.ening voor zichzelven, tnssehen vrouw en kinderen, altoos vol wan trouwen tegen zijne regering gelijk tegen zijnen huurman, steeds oordcelendc uit zijn persoonlijk gezigtspunt en nooit lettende op dat der massa. Het gevoel van het individualismus en dc behoefte aan tegenspraak ziju bij den Duitschcr in eene onbegrijpelijk lioogc mate ontwikkeld. Wijst men hem een deur, dan zal hij, in plaats van er door tc gaan, liever zijn hoofd er op zetten om uaast de deur een gat ïo den muur tc hakken. Daarom zal Dooit in Proisscn eene regering, z.ij moge doen wat zij wil, populair worden. De groote meerderheid zal steeds van eene tegenovergestelde mecuiog zijn. Alleen orudat zij de regering is cu als gezaghebbend ligchaain tegenover dc iiulividns staat, is zij veroordeeld teu eeuwigen dage de tegenspraak der gematigden te verduren en door de uitraas gehoond en belasterd te worden. Dc liberale ministers hebben even zoo min als de reactionaire ministers hij onze politici genade gevonden." Met historische feiten licht de heer von Bismarck deze bewering toe, en op de hem later gedane vraag, of do ontevredenheid des lnnds niet een pmwenteling zou kunnen doen outstaan, antwoordt hij„Dc regeriDg gelooft geen omwenteling te vrcczcn te hebben cn vreest ze ook niet. Onze revolutionairen zijn niet zoo vrecsclijk. Hun haat laat zich in allerlei schimpnamen op dc ministers uit, maar den koniug eerbiedigen zij. Ik alleen heb schuld aan alles cn mij alleen willen zij te lijf. Met een weinig meer onpartijdigheid zouden zij misschien erkennen, dat ik niet anders gehaudeld heb dan ik kon. Bij de tegenwoordige gesteldheid van Pruissen in Duitschlnnd en tegenover Oostenrijk hadden wij vóór alles behoefte aan een b-gcr. Dit is de ccnigc kracht, die in Pruissen tucht kon verschaffen. Ken Pruis, die zich op een barricade den arm liet verpletteren, zon nut groote schande te huis komen eu van zijne vrouw knorren krijgenmaar in het leger is hij een uitstekend soldaat, die als een leeuw- voor de ter van zijn vaderland vecht. Zestien jaren geleden leefde ik rustig eu stil nis lnnd-cdelman, toen mij de wil des konings als gezant bij de bonds vergadering naar Frankfort riep. Ik was grootgebragt iu de bewondering, ik mag zeggen in dc verccring van de Oostenr. politiek. Maar ik hud niet veel tijd noodig om de illusicn mijner jeugd over Oostenrijk te verliezen, en ik werd zijn vcrklanrdc tegenstander, Ik wist niet dat ik eens een rol zou spelen, maar reeds toen vntte ik het plan op dat ik thans tracht te verwezenlijken: nl. Duitschland te bevrijden van de Oosteurijksche pressie, althans dat gedeelte van Duitscblond, hetwelk door geest, godsdienst, zeden en belaugen met het lot vao Pruisseu iuuig verbonden is. Om dit doel to bereiken, zal ik allei trot seren, ballingschap eu zelfs het schavot en tot den kroonprins, die door op voeding en neigingen meer de man der parlementaire regering is, heb ik ccna gezegd: „„Wat is er aan gelegen dat men mij opknoopt, als maar mijn strop uwen troon stevig aan liet reine Duitschland verbindt!"" (Amst. Crt.) Het Journal des Débals vestigt volgenderwijze de aandacht op een merkwaardig Chineesch bouwwerk„Men zal zich" zegt dat blad, eenig denkbeeld kunnen maken van de magtigc hulpmiddelen ter uitvoering van werken van openbaar nut bij de Chinezen, als men verneemt dat er te Eou-Tchcou-Fou, zeehaven in de provincie Fo-Kien, eene brug bestaat die 600 ellen lang is. Deze brug is gebouwd over de rivier Miu, en dagteekent reeds van over ouden tijd. Zij draagt dan ook de naam van brug der tienduizend jaren. Om zich de monumentale konstruktie van deze brug goed te kunnen voorstellen, vergelijke men haar met een brug te Parijs, b. v. met den Pont des Arts. Deze is 130 ellen lang; die der tienduizend jaren is dus vijfmaal zoo lang. Zij bestaat uit vijftig gemetselde pijlers, waarop enorme zerken van graniet geplaatst zijn, die van den een tot den anderen pijler reiken en hier de plaats vervullen der bogen van de westersche bruggen. Deze granietplaten hebben elk eene lengte van twaalf ellen. De moeijelijkhcid om zulke reusachtige materialen zaraen te voegen, en wel op zoodanig wyzc dat zij de eeuwen trotseren, gelijk hier bewezen is, toont omveder- legbaar, dat de kunst der ingenieurs bij de Chinezen oneindig verre boven die van de overige volken der aarde gestaan heeft." Het hoofdbestuur der in 1867 te Parijs te houden wereld tentoonstelling heeft bij een besluit van den 7 dezer bepaald dat aldaar eene afzonderlijke afdeeling bestemd zal zijn voor eene inter nationale tentoonstelling der maten, gewigten en munten van alle landen; dat dit deel der tentoonstelling door eene bijzondere com missie zal worden bestuurd, en dat deze commissie ook zal nagaan hoe de wereldtentoonstelling van 1867 zou kunnen worden dienst baar gemaakt aan de bevordering der eenheid in het stelsel van munten, maten en gewigten. Dezer dagen kon de te Rouaan aangekondigde voorstelling van La Contar/ionvan den heer Augier, niet plaats hebben, daar de spoorweg-maatschappij nagelaten had den reiskoffer van mevr. Dochi, die eene hoofdrol in dat stuk vervult, te bezorgen. De directie eischt thans 25000 francs schadevergoeding van die maatschappij. Uit de opgaven, omtrent den stand der veeziekte, voor zoo ver die door de Regering zyn ontvangen, blijkt, dat in de week, eindigende, 2 Junij, 960 runderen zijn aangetast, tegen 1207 in de week, eindigende 26 Mei. In het geheel zijn, sedert liet ontstaan der ziekte, in Groot-Brittanne aangetast 246,642 runderenhiervan zijn afgemaakt 78,918, gestorven 124,114, hersteld 32,373. Zaturdag-avond zijn, in den tunnel van Wehvyn, op den Noorder-spoorweg te Londen, drie goederenwagens in botsing gekomen. Bijna onmiddelijk stak liet vuur dat zich uit de locomotie ven verspreidde, de rijtuigen in brand en weldra was, door den wind, die met kracht dwars door den tunnel blies, het gewelfde deel van den weg in eene soort van krater herschapen, waaruit de vlammen aan dc twee einden zich verspreidden. De wachters, door wier onvoorzigtigheid het ongeluk is veroorzaakt, zijn daarbij omgekomen; wat de materieëele schade betreft, zijn 36 waggons met de lading verbrand. De gestadige ontploffing, de vlammen die bij wijlen tot eene hoogte van 50 a 60 voet werden opgevoerd, de hitte en de rook, maakten iedere poging om hulp te bieden, volstrekt onmogelijk. Te Dublin is 11. Vrijdag, ten huize van een kleedermaker, brand ontstaan, waarbij zijne vrouw, vier kindereu en eene dienstbode het leven hebben verloren. Een öSjarige arbeider uit den Andel kwam onlangs bij een landbouwer met de bekendmaking dat zijne vrouw van een kleine bevallen was; toen de landbouwer hem hierop vroeg, hoeveel hebt gij cr nu al, gaf de 68jarigc vader zeer droogjes ten antwoord: twee en twintig. Te Olmutz werd jl. Zondag een buitengewoon zeldzaam familiefeest gevierd. Zeker grondeigenaar, de heer "Wisgerill en zijne vrouw, waren den 26 Mei 1791 te zamen in het huwelijk getreden en mogten dus hunne 75jarige echtverceniging beleven. Ï-Iet gelukkig paar telt te zamen juist 200 jaren, zijnde de man 103 en de vrouw 97 jaren oud. Zij hebben 45 afstammelingen, die allen bij dat feest tegenwoordig waren. In een der grensdorpen van Silezië werden bij de vorige verkiezing al de ambtenaren der recherche benoemd tot kiezers. De kiesgeregtigden, die hen hadden gekozen in de grondvergadering, waren sluikers, die in groote getale in genoemd dorp zijn gevestigd. Deze hadden hunne slem op die ambtenaren uitgebragt, ten einde hen op den dag der verkiezing van leden voor het huis der afge vaardigden van de grenzen te verwijderen, en derhalve ongestoord op groote schaal te kunnen sluiken. Uit Stockholm wordt gemeld, dat de versterkte commissie van den rijksdag voor volkshuishoudkundige zaken, den 22 Mei met 70 tegen 37 stemmen het door den burger- en boerenstand aangenomen maar door den adel en geestelijken stand verworpen voorstel betreffende de uitbreiding van de burgerlijke regten der vrouw, heeft goedgekeurd en die goedkeuring in den volgenden vorm heeft gekleed„De standen des rijks beschouwen de aanstel ling van de vrouw in ambten en bedieningen, tot wier waarneming zij zich geschikt toont, en waarvan zy Diet door de grondwet of door de burgclijke wet wordt uitgesloten, als een regt en wenschen dus, dat haar gelegenheid gegeven worde, om van de vereischte bewijzen van bekwaamheid af te leggen." In een Tvroolsch klerikaal blad vindt men op een lijst van giften voor den paus een van 30 florijnen, met het volgende bijschrift: „Een zoon die tot over de ooren in schulden steekt, aan zijnen vader die nog dieper in de schulden zit." Nu vier jaren geleden werd door een Griek een moord gepleegd op een zijner landgenooten. Hij wist door de vlugt te ontsnappen aan vervolging en begaf zich toen naar Atheue. Dezer dagen kwam hij te Konstantinopelhij werd aldaar door de policie herkend en gearresteerd. „Met wat regt arresteert gij mij?"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1866 | | pagina 2