BUITENLAND. Als ccne bijzonderheid vermeldt men, dat op de fabriek van den heer Previniare te Haarlem, de choleralijders in destoomkamer in het warme zand worden gelegd, waar zij na het toedienen van geneeskundige hulp zeer spoedig genezen. Tot heden is geen lijder bezweken, die deze behandeling heeft ondergaan. Dc Staatscourant meldt betreffende de cholera het volgende: Sedert het begin der Den 21 Julij zijn: epidemie zijn: aangetast overleden aangetast overleden Haarlem 11 4 onbekend. 153 Kampen 10 6 271 150 Meppol 6 4 301 178 Groningen 30 20 1351 752 Den 22 en 23 Julij: Amsterdam onbekend. 35 onbekend. 398 Leiden 5 1 1301 860 's Gravcnhage 50 41 1141 659 Delft 5 1 62S 383 Schiedam 7 2 332 216 Rotterdam 30 15 1482 922 Dordrecht 6 6 566 340 Gouda 1 4 227 127 Utrecht 41 32 2011 1339 - Volgens de opgaven in de Staatscourantzijn in de week van 8 tot 1-1 Julij in Noordbrabant door cholera aangetast 40 personen, overleden 28; in Gelderland aanget. 85, overl. 53; in Zuidhollaud aanget. 827, overl. 494; in Noordholland aanget. 147, overl. 174; in Zeeland aanget. 22, overl. 11in Utrecht aanget. 313, overl. 242; in Friesland aanget. 80, overl. 50: in Overijssel aanget. 115, overl. S0; in Groningen aanget. 225, overl. 159: in Drenthe aanget. 97, overl. 56; in Limburg aanget. 2, overl. 2; in het geheel in Nederland aanget. 1953, overl. 1349. In de weck van 1 tot 7 Julij zijn aanget. 3598, overl. 2132 personen. Sedert het begin der ziekte zijn in Nederland aanget. 14,378, overl. 8826 personen. In de week van S tot 14 Julij zijn in Zuidholland door den vee-typhus aangetast 344 runderen, gestorven 105, afgemaakt 45, hersteld 25, aan het einde der week nog ziek 169in Utrecht aanget. 168, gest. S4, afgem. 10, herst. 52; in Noordholland aanget. 14, gest. geene, afgem. S, licrst. 6, aan het einde der week nog ziek gecne. Van 24 Junij tot 14 Julij zijn in Zuidholland, Utrecht en Noordholland in het geheel aanget. 1458 runderen. Sedert het begin der ziekte zijn in Noordholland aanget. 1901 runderen, gest. 552, afgem. 633, herst. 716; in Utrecht aanget. 6609, gest. 2999, afgem. 164, herst. 3326, nog ziek 120; in Zuid holland aanget. 51,524, gest. 20,947, afgem. 9920, herst. 20,114, nog ziek 543. Op den Noordhollandschen spoorweg is jl. Vrijdag avond een ernstig ongeval gebeurd. Een baanwachter is bij het passeren vau den laatsten trein, die 's avonds 9 uur 50 min. van Alkmaar naar hier vertrekt, met verbrijzeld been en gewond hoofd op den weg gevonden en kort daarop overleden. Hij laat eene weduwe met vijf jeugdige kinderen achter. Men denkt dat hij gestruikeld is over dc rails eer de trein naderde, en dat hij geen tijd heeft gehad zich op te rigten voor de locomotief liem naderde. In het jaar 1464, bij gelegenheid, dat zekere prins de stad Hoorn met zijne tegenwoordigheid vereerde, verteerden burgemees- teren aldaar op het stadhuis de som van 3 stuivers. Uit eene stads-rekening bleek verder, dat gemelde burgemeesteren voor een maaltijd met bier betaald hadden 16 stuivers en daarenboven voor Franschen wijn 10 stuivers. Dc pensionaris dier stad genoot toen eene jaarwedde van 18 en 4 stuivers. Deze eens van stadswege naar Aveuhorn reizende, had aan vertering uitgegeven ecu halven braspenning (5 duiten), van daar tot Alkmaar had hij een schip afgehuurd voor 2 stuivers en toen van Alkmaar tot Haarlem een ander schip voor denzelfden prijs. Maar het geld had, gelijk bekend is, toen ook eene geheel andere betrekkelijke waarde dan later en in onze dagen. Ofschoon de kermis niet doorgaat, zal het cirque carré voor stellingen te Amsterdam mogen geven in eene tent in de Plantaadje Dezer dagen overleed te Rotterdam een ongehuwd inwoner, die o. a. aan acht zijner vrienden ieder 100 heeft nagelaten, ten einde gezamenlijk een plcizierreisje naar Frankfort te doen, met dien verstande, dat, wanneer een of meer van het achttal niet verkiezen mogten van de partij te zijn, hun aandeel bij dat der overblijvende zal moeten worden gevoegd. Voorts heeft hij aan zijn knecht, die zijne zaak voortzet, al het gereedschap geschonken, beuevens een jaar vrijdom van huur, en hem tevens 2 per week toegelegd voor het tot aan den dood onderhouden van een hond, die den overledene had toebehoord. In de te Deventer den 23 dezer gehouden raadsvergadering is eene verordening vastgesteld, houdende verbod om onrijp ooft tc verkoopen of uit tc venten. De policie is gemagtigd onrijp ooft in beslag te nemen. Dc boete hierop is 1 en verbeurd verklaring van het in beslag genoraene. Deze verordening is van kracht tot 1 Nov. a. s. Als het gerucht juist is, dan heeft zich den 20 dezer te 's Hertogenbosch een kind van 10 jaren van het leven beroofd. Het jongentje had zijne moeder door den dood verloren, en nu wil men weten, dat de verwaarloozing, waaraan het van de zijde zijns vaders zou blootstaan, den knaap zou bewogen hebben om zich te verdrinken. Dit is natuurlijk slechts ccne gissing; zeker alleen is het, dat zijn lijkje in de Diepe is gevonden. ArnhCt Zaturdag 11. werd van Yenlo naar Roermond overgebragt zekere J. C., die zich daar in de omstreken nu als minister, dan als burgemeester uitgaf, en zich zoo doende bij de boeren een goed leven wist te verschaffen. Men vond onder zijne papieren een rood paspoort uit de Belgische dienst. In het Volksblad leest men-. „Altijd sterker. Zes schoten in één minuut schiet men met de Pruissische geweren. De Franschen beweren, dat zij 10 schoten in ccn minuut kunnen doen met hunne verbeterde geweren. Men zegt verder, dat uit Noord-Amerika geweren worden aangevoerd, waar mede men 12 schoten in één minuut kan doen. „En naar mate men het ver brengt in de kunst om moordtuigen uit te vinden, zal men een dapper, groot en regtvaardig volk wezen „Hoe logisch Welk een dapper persoon moet dan de beul wel zijn „Naarmate de moordtuigen voortreffelijker worden, verwijdert de persoon, die het gebruikt, het gevaar van zich om het geweer te bezigen als een wapen van gelijke kracht als dat van zijn tegen stander, maar gebruikt het als een moordmachine." Groot is de verwoesting, die in Duitschland door den oorlog is aangerigt. Zelfs het anders zoo vreedzame en door de natuur gezegende groothertogdom Saxen-Weimar heeft verschrikkelijk van de rampen dos oorlogs te lijden gehad. Bcijersche troepen zijn in dat gewest gedrongen, hebben er geplunderd, de onrijpe te veld staande gewassen moedwillig vertreden, liet vee gedood. De onge lukkige bewoners, thans van alles beroofd, zonder uitzigt op oogst of voorraad, lijden nu reeds kommer en gebrek en gaan een nog ijsselijker winter te gemoet. Onder de leiding van H. K. II. de groothertogin des lands, zal er eene verloting van kunst en andere voorwerpen plaats hebben, waarvan de opbrengst tot leniging van den heersehenden nood strekken zal en waartoe ook in ons vaderland de deelneming wordt opgewekt. De volgende statistiek, bewerkt door een Duitsch geleerde, llaussner genaamd, doet zien welk een enorm getal slagtoffers de oorlogen, gedurende liet tijdperk van ISI51864 gevoerd, van Europa hebben gevorderd. Eit deze opgave blijkt dat 2,762,000 meuselien óf bij de verschillende veldslagen sneu velden, öf aan de aldaar bekomen wonden stierven. Van dit getal waren 2,148,000 Europeanen en 614,000 uit andere volken. Dc Duitselie, Americaansehe en Chinesche oorlogen, de Spnnnsche espeditie in IMaroceo en de algemcenc onlusten in 1848 zijn echter niet eens onder dit getal begrepen. Een der bloedigste oorlogen, die gedurende dit tijdperk geleverd zijn, is de oorlog in liet Oosten, van 1S531856 in dezen krijg alleen lieten 511,000 man het leven. Hiervan sneuvelden cr 177,000, terwijl de overigen 331,500 aan bekomen wonden en ziekten stierven, liet verlies door de mogendheden geleden, die aan dezen krijg deel namen, wordt op de volgende wijze verdeeld: Rusland verloor 256,000, Turkije 98,000, 1'rankrijk 107,000, Engeland 43,000 en Italië 2600 manschappen. Op dezen blocdigen veldtogt volgt de oorlog in den Kaukasus van 1829—60, waarin 330,000 menschen stierven; dc Indische oorlog (1S5759) 196,000; de llnssisch-Turkschc krijg (1828—1829) 193,000 de Poolsche opstand (1831) 190,000; de Spaanschc onlusten (1833—40) 172,000: ile bevrijding van Grieken land (1S2129) 148,000; de veldtogteu der Franschen in Afrika (183059) 146,000; dc Hongaarsche opstand 142,000 dc oorlog in Italië 129,874. Van dit laatste cijfer sneuvelden er 96,874 en aan verschillende ziekten stierven 33,000. Bij dezen oorlog verlorende Oostenrijkers 59,664, dc Franschen 30,220, de Italianen 23,610, de Napolitanen 14,010 en dc pauselijke troepen 2370 man. De oorlogen eehtcr, die Europa van 1792—1S15 teisterden, waren nog bloe diger dan die van 181560, daar in den tijd van 23 jaren 5,530,000 nienschcu hierdoor uit het leven werden gerukt. De zevenjarige oorlog van 175663 alleen kostte liet leven aan 642,300 man, alzoo gemiddeld per jaar 91,700. Volgens eene opgave van Frcderik den Grootc in zijne gedenkschriften zou «lit getal nog aanzienlijker ziju, daar hij dc verliezen door dc velschillende volken, die hij den zevenjarigen krijg betrokken waren, aldus opgeeft: het verlies der Pruissen bediocg 180,000; het getal burgers door dc Russen vermoord 33,000 dat der bondgcuooteu van Pruissen 160,000; het totaal verlies aan Pruissens zijde 373,000. Het verlies der vijanden van Pruissen was als volgt: Oostenrijkers 150,000, Russen 125,000, Franschen 208,000 cn Zweden 30,000; gezamenlijk getal 513,000. Verder geeft llaussner eene opgaaf der verbazende sommen, die deze ooi logen van de verschillende volkeren vorderden. Aan Rusland kostte de Oostersche oorlog 2,328,000,000 fraan Frankrijk 1,348,000,000, aairEngeland 1,320,000,000, aan Turkije 1,060,000,000 en aan Oostenrijk kostte alleen het leger zoo lang het dit onder de wapenen hield, zonder nog aan den krijg deel te nemen, 470,000,000 fr. Dc gezamenlijke som beliep alzoo 6,526,000,000 fr. De Italiaansehe oorlog kostte aan de mogendheden, die hieraan deel namen gedurende twee en een halve maand 1485 milliocn fr. (De Tijd.) Oostenrijk heeft de door Pruissen gestelde preliminairen aangenomen, voorzeker een belangrijk feit, waardoor Europa van de rampen en verschrikkingen des oorlogs zal verlost worden. De Moniteur kondigt aan dat liet Italiaansehe gouvernement tot de schorsing der vijandelijkheden is toegetreden. Volgens een door Reuters agentschap bekend gemaakt bcrigt zouden de door Pruissen voorgestelde en door Frankrijk goedgekeurde vredespraeliminairen de volgende punten bevatten: Oostenrijk erkent de ontbinding van den voormaligen Duitschen Bond en stemt toe in de vestiging vau een nieuwen Bond zonder Oostenrijk. Noord-Duitschland vormt een nieuwen Bond onder militaire en diplomatieke leiding van Pruissen. Aan de Zuid- Duitsche Staten wordt de bevoegdheid toegekend om een Zuid- Duitschen Bond te vormen, die onafhankelijk van den Noord- Duitschen Bond en alleen door nationale banden daaraan gehecht zal zijn. De Elbe-Hertogdommeu worden, met uitzondering der Deensche districten van Sleeswijk, bij Pruissen ingelijfd. Oostenrijk vergoedt een deel der oorlogskosten. De integriteit van het Oosten- rijksche keizerrijk, met uitzondering van Venetic, wordt gewaarborgd. Behalve deze aan Oostenrijk voorgestelde voorwaarden verlangt Pruis sen eene uitbreiding van grondgebied met eene bevolking van drie millioen zielen. Den 20sten dezer is er in de Adriatische Zee, nabij het eiland Lissa, een zeeslag geleverd. Dc twee partijen schrijven zich elk de overwinning toe; doch uit dc feiten die in de wederzijdsche ojficièle berigteu opgegeven worden, is op te maken dat de strijd uiet in het voordeel van de Italiaansehe vloot is uitgevallen, daar deze zwaardere verliezen dan de tegenpartij heeft geleden, en het eigenlijke doel harer onderneming, namelijk het vermeesteren en bezetten van het Oostenrijksche eilandje Lissa (waartoe zij 2000 man landtroepen aan boord had), niet bereikt maar, althans vooreerst, opgegeven heeft. Twee van de beste pantserschepen der Italiaansehe vloot zijn in den slag verloren gegaan; het eene is niettegenstaande zijn pantser, iu den grond geboord: het andere is in in den brand geraakt, en voor dat het door dc bemanning ontruimd was, door ontbranding der kruidkamer in de lucht gesprongen. De Oostenrijksche oorlogschepen zijn allen uit den stryd terug gekeerd, hoewel sommige zwaar gehavend. Het Oostenrijksche eskader schynt na den afloop van den zeeslag

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1866 | | pagina 2