"buitenland. Jl. Dingsdag morgen ten 5 ure is men aangevangen met het leggen van den telegraaf-kabel, ter verbinding van de Friesche kust met Vlieland. Door wind en weer begunstigd, is bet werk uitnemend geslaagd en wierp men het anker ten 2 ure namiddags ter reede van het Ylie, na den kabel ter lengte van 31.000 meters te hebben uitgevierd. Vrijdag jl. is tc Amersfoort in 7Gjarigen ouderdom overleden Antoinette Koeneveld, ge'o. van Wijk, marketentster op het slagveld van Walerloo, bij de Ncderl. Rijdende-Artillerie, komm. van Bijleveld, Zij was ook tegenwoordig op het Waterloofecst, dat voorleden jaar in Amicitia werd gevierd. (Arncrsf. Cl,) De Staatscourant meldt betreffende de cholera het volgende Sedert het begin der Den 11 Augustus zijn: epidemie zijn: aangetast overleden aangetast overleden Kampen 2 1 459 271 Meppel Groningen 2 1 333 206 11 2 1607 920 Den 12 en 13 Augustus: Amsterdam 13 14 825 706 's G raven hage 11 10 1502 860 Schiedam 4 3 363 239 Rotterdam 11 G 1691 1069 Dordrecht. 0 2 5S6 367 Utrecht 4 1 2225 1527 Arnhem 8 4 297 175 Te Leiden, Gouda c Gorincheni, deed zich een eval met doodelijkcn afloop voor. Dc Staatscourant bevat het wekelijksch uitvoerig tabellarisch overzigt van het aantal ckolera-gevallcn in het geheclc Rijk voor- gekomen, van 29 Julij lot 4 Augustus. Die cijfers vcrdeelen zich over de verschillende provinciën aldus: PROVINCIËN: 29 Julij4 Augustus. Van het begin der ziekte. aangetast. overleden. auDgetast. overleden. Noordbrabant 98 65 560 314 Gelderland 233 140 935 540 Zuid'uollaud 651 379 10951 6641 Noordholland 30S 239 2395 1625 Zeeland 19 10 105 69 Utrecht 201 133 3594 22S2 Friesland 84 48 534 324 Overijssel 175 113 1231 717 Groningen 1S2 124 2111 1196 Drenthe 29 14 511 300 Limburg 12 4 42 23 Totaal 1992 1209 22909 13S31 In het geheclc Rijk zijn: van 29 April tot 5 Mei 305 aangetast, 159 overleden. 6—12 Mei 222 120 13—19 192 118 20—20 179 100 27 Mei —2 Juuij 312 166 10- -9 Junij -IC 16—23 24—30 1-7 8—14 15—21 22—28 29 Julij—4 Aug. 1070 2295 1738 2501 36S5 20SG 3675 2681 1992 591 1396 1117 147S 2136 1367 20C6 1647 12G9 De Arnhemsche Courant bevat devolgende welverdiende kastij ding voor zekeren hoog begaafden, maar zeer zwartgalligen belletrist: „Waarlijk, de kritiek van den scherpen regter te Haarlem wordt steeds vermakelijker en doet ons onwillekeurig denken aan de woorden van een lid vau den bloedraad in een bekend tooneelspel. „Hangen Lorenzo, hangen." Als de heer Busken Huet in zijn met oneven- aarbaar talent geschreven Ernst of Kortswijl spreekt van hetgeen Klaasje Zevenster onderscheidt en den opgang, dien het boek maakte, verklaart, zegt bij: „Klaasje Zevenster nu onderscheidt zich eerstens hierdoor, dat op dit oogenblik niet cén auteur in Nederland bij magte is iets beters te leveren dan dit verhaal." Ecnigc bladzijden vroeger spreekt hij in de volgende woorden zijn oordeel over het boek uit (in Ernst of Kortswijl?)-, „Zie hier een roman, dc slordigste dien de heer van Lennep ooit geschreven heeft, een aan de genade van den zetter overgeleverd brouillon, een ellenlang verhaal met niet één weldoordacht hoofdstuk er in, met één fijne of welsprekende bladzijde, krielend van onwaar schijnlijkheden, krakend aan den gang gehouden door de grove mechauick eener poppenkast-iutriguevoor de eene helft gestoffeerd met monsters in duivelinnen, voor de andere helft met huisbakken engelen van beiderlei geslacht; een roman uit de werkelijkheid, doch waarin werkelijke dingen en de werkelijke menschen te eenemaal gemist worden, vijf deelen vol onbeduidendheden en gemeenplaatsen. Ook met de beste voornemens is het niet mogelijk voor de in dit boek opgevoerde personen de geringste belangstelling te koesteren." De conclusie ligt voor de hand. Fijner kompliment is Necrlands letterkundigen nog nooit gemaakt. Jammer, dat de heer Huet, door te spreken van niet één auteur in Nederlandzich zeiven aan zijn eigen zwaard rijgt. Dit beneemt ons het uitzigt op een voor treffelijk werk van zijne hand, waarop wij sints lang rekenden. Dc Goessehe Courant jammert over „de verregaande ligtziunig- heid onzer dagen, die met het heiligste spotomdat de couranten medegedeeld hebben, dat stroopslikkende Pruissische officieren hun koning zoo gaarne „Willem den Veroveraar" zouden noemen, en dat Wilhelm zijn voogd von Bismarck deu prinscntitel heeft toe gedacht. 't Is mogelijk dat het bcrigt voorbarig is, maar wat zijn er iu Gocs toch onnoozele menschen, om de zaak van von Bismarck en zijn koning eene heilige zaak te noemen! Gelooft gij niet dat dc oogen vau dat vrome tweetal vlammen op uwe Zeeuwsche stroomen, zoo als schooljongensoogen kunnen vlammen, op den vollen knikkcrbuidel van zijn makker? Maar, stel u gerust, dat durven ze toch niet, want kijk, dat zou voor Nederland eerst eene heilige zaak worden, en... in onze arsenalen is men zoo druk aan 't achtcrlaadgeweren-makcn; er moeten er al haast 100 klaar wezen. Uit Groningen schrijft men aan het Ülr. Dagbladdd. 13 dezer „Heden morgen had alhier eene treurige plegtigheid plaats. De aan de cholera overleden luit.-koloncl Toewater werd, te gelijk met zijn echtgenoot, ook aan die ziekte bezweken, ter aarde besteld. Het afsterven van dien braven krijgsman heeft hier algerueene deel neming opgewekt. Te meer treffend was zijn overlijden, omdat het des daags voor zijn verjaardag en te midden van de toebereid selen voor een vrolijk feest plaats greep. Zijn echtgenoot volgdo hem des morgens na den dag, dat hun feestdag had moeten plaats hebben. Fatale beschikking! De felicitatiebrieven cn eadeaux, hem van elders gezonden, vonden hem dood en haar stervende! In de jongstverscbenen aflevering van liet Album der Natuur deelt de hooglceranr Harting het volgende mede: In de afgcloopcn maanden heeft een altijd zeldzaam verschijnsel de aandacht der sterrekundigeu in hooge mate getrokken, de ver schijning namelijk van eene nieuwe ster iu het sterrebceld dei- noordelijke lcroou. De ontdekking geschiedde bijna gelijktijdig in Engeland den 12 Mei door de liceren J. Birmingham en Baxcndell, en in Frankrijk den 13 Mei door den ingenieur Courbebaissc, te Rochefort. De ster behoorde toen minstens tot die der derde grootte. Later is zij allengs weder in helderheid afgenomen, zoodat zij thans niet meer met het bloote oog zigtbaar is. Door vergelijking met naburige sterren bleek, dat haar stand onveranderd bleef. Zeer opmerkelijk zijn de resultaten van het spektraal-analytisch onderzoek dezer ster door de heeren Wolff en Rayct te Parijs, cn Huggins en Miller te Londen. Daarbij is namelijk gebleken, dat zij een dubbel spectrum geeft, liet eene, met zwarte strepen, van de kern, die als een gewone vaste ster licht; het andere, met heldere strepen, van een de kern omgevend omhulsel of lichtnevel. Het schijnt derhalve, dat het plotselijk verschijnen dezer ster moet worden toegeschreven aan eene even plotselijke geweldige warmte-outwikkeling van een hemelligchaam, dat daardoor als het ware in brand is geraakt. Greep een zoodanig verschijnsel aan onze zon plaats, dan zou eene vernietiging van het geheclc organische leven aan de oppervlakte onzer planeet daarvan het gevolg zijn." Op eene nota van den Nederlandschen gezant te Londen, strekkende om van het Engelsche gouvernement vergunning te bekomen voor den invoer van hoornvee en schepen uit de onbe smette provinciën van Nederland, heeft lord Stanley, onder dag- teekening van 3 Aug., het volgende geantwoord: „Ik heb de eer u te berigten, dat ik van de lords van den Geheimen Raad berigt heb ontvangen op de mededeeling, die ik hun deed, na liet ontvangen van uwe nota van 19 Julij, waarin werd aangedrongen op verzach ting van het verbod van invoer van hoornvee en schapen uit Nederland; en het is met leedwezen, dat ik u mededeel, dat hunne lordschappen, huns ondanks, tot het besluit zijn gekomen, dat zij, voor het tegenwoordige, het nog niet geraden achten om, op welke wijze dan ook, dc vcrbodsmaatregelen tegen den invoer te verzachten." Het Nedcrlandsch Taalkundig Congres, hetwelk in den loop dezer maand te Gent zou gehouden worden, is tot het aanstaande jaar uitgesteld. Wegens het hcerschen der cholera wordt het dit jaar te Turijn belegde congres der Internationale vereeniging ter bevordering van de Sociale Wetenschappen niet gehouden. De Atlantische telegraafkabelmaatschappij verzekert, dat zij thans in staat is 12 tot 14 woorden per minuut over te seinen; en dat zij reeds zaken heeft gemaakt zoo schitterend als zij niet kon of mogt verwachten. Als het zoo voortgaat, zullen dc kabel- inkomsten anderhalf millioen p. st. bedragen, en reeds is zij er op bedacht haar reeds zeer hoog tarief nog te verhoogen voor depêches, wier verzending vóór die van anderen verlangd wordt. De kleine kabel, van New-Foundland naar het vaste land van Amerika, is hersteld en werkt goed. De verbinding tusschcn de beide werelddeelen is dus thans volledig verzekerd. De Duitscbe Bond, hoezeer ook zieltogende, leeft nog en wacht slechts op het tot stand komen des vredes. Tot dien tijd toe blijft de Bondsvergadering te Augsburg voortbestaan en bevinden zich ook de gezanten der uitlandsche mogendheden aldaar om hunne hoven bij het van ouds bekende Duitscbland tc vertegenwoordigen. Aanvankelijk was, op het vernemen der onrustbarende tijding dat keizer Napoleon ten koste van Pruissen vergrooting van grondgebied eischte, dc gedachte ontstaan dat hij uitbreiding zijner zuid-oostelijke grensscheiding verlangde. De pijnlijke indruk, door die mededeeling teweeggebragl, maakte aanvankelijk ook iu Belgie de vrees gaande, dat keizer Napoleon bij zijn eisch om de natuurlijke grenzen hersteld te zien, ook Belgie of althans een deel daarvan zou begeeren. Met voldoende zekerheid wordt thans echter uit Brussel gemeld, dat Belgie daarvan geen gevaar hoegenaamd heeft tc vreezeu. Napoleon schijnt alleen lust te gevoelen om aan de zijde van Pruissen uit breiding te ontvangen, als eene belooning voor de bewezene goede diensten en als een souvenir aan de hulp tot vergrooting vau Pruissen's magt en grondgebied. Men verzekert stellig dat Pruissen, na reeds vroeger Frankrijks openingen betreffende eventuele compensatiën te hebben afgewezen, de bepaalde verklaring naar Parijs gezonden heeft, dat het nooit I zou kunnen toestemmen in den afstand van een gedeelte des Duit- j schen grondgebieds. Men twijfelt of Frankrijk, hetwelk bij het sluiten der vredespraeliminairen met Pruissens inlijvingsplanneu bekend was, de zaak thans tot het uiterste zou willen drijven, tengevolge van eene verandering van staatkunde, die door geen enkel nieuw feit I zou gewettigd worden. Waarschijnlijk zal binnen acht dagen door de Pruissische rege- ring eene mededeeling aan de Kamers gedaan worden betreflende de I Duitsche staten, die thans door de Pruissische troepen bezet zijn. j Het Journal de Sainl-Pétersbourg, hetwelk in deu geest der Rus sische staatkunde wordt geschreven, zegt in zijn nommer van den j 8 dezer: „Welke begeerlijkheden Pruissen heeft is ons nog niet juist bekenddoch wij weten dat de oorlog, die gelukkig voor

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1866 | | pagina 2