BUITENLAND.
dat die vier raillioeu soldaten ten eenenmale ongenoegzaam zijn
de behoefte aan veel meer doet zich op de gebiedendste wijze
gevoelen overal is men aan het werk om te vermeerderen het aantal
der met naaldgeweren gewapende infanteristen, en dat der artilleristen,
bestemd om die batterijen van getrokken geschat te bedienen,
hetwelk op een afstand van verscheidene mijlen den dood brengt.
Men hoopt weldra tot een totaal van minstens vijf en een half
milliocn soldaten te geraken, maar voegt genoemd blad er
satirisch bij, wij gclooven gaarne dal men, met een weinig
goeden wil cn met behulp van onuitputtelijke budgetten, zonder
veel inspanning er in slagen zal, zes millioeu soldaten op dc been
te hebben, cn is dit verkregen, dan voorzeker is een krachtige stoot
gegeven ter bevordering van de welvaart en het geluk van alle
natiën van Cadix tot Archangel!"
In den laatsten tijd is het in Engeland zeer druk met het
houden van meetings, openbare vergaderingen, waarin door hen, die
meenen genoeg op dc hoogte tc zijn om het volk omtrent de staat
kunde van den dag voor te lichten, het woord wordt gevoerd.
Honderden cn duizenden komen daar vaak bijeen tot het houden
van zulke volksvergaderingen. De wensch naar uitbreiding van het
kiesregt cn tot radicale hervorming van de thans bestaande kieswet
wordt, vooral sedert de optieding van het ministerie Derby, luide
geuit. Dikwijls worden bij de meetings door heethoofdige sprekers
de hartstogten in beweging gebragt en woorden gebezigd niet onge
schikt om tol haat en verdeeldheid aanleiding te geven. De Engelsehe
natie handhaaft echter ook daarin haar alouden roem, dat zij de
mannen, die zich voor het welzijn des volks in de bres stellen niet
ongestraft laat verguizen. Bij cene der meetings, ter gunste van
de uitbreiding van het kiesregt gehoudeD, voer de spreker heftig
uit tegen lord Shaftesburv, den schoonzoon van lord Palinerston,
een man van veelzijdige verdiensten, die met ernst de belangen des
volks behartigt en aan de zedelijke beschaving der mindere klasse
al zijne krachten wijdt. Lord Shaftesbury had zich echter tegen de
meetings verklaard en dit was den spreker genoeg om den lord op
alle mogelijke wijze aantcvallen. Eindelijk waagde bij het echter
ook den lord te bespotten, wegens zijne bemoeijingen voor de ver
standelijke en zedelijke ontwikkeling der natie en om het houden
zijner bidstonden en het uitdcelcn van tractaatjcs. Nu zweeg echter
het volk niet langer. Er ontstond gemor cn allerlei blijken van
afkeuring werden er gegeven, den spreker tot een bewijs, dat hij
daarmede het volk verbitterde, dat de pogingen van den edelen lord
op lioogcn prijs toont te schatten.
Yon Bismarck, is er in den laatsten tijd een naam in Europa
meer genoemd dan deze, is er een man in ons werelddeel, die, j
schoon zelf geen potentaat, zooveel magt en invloed toont te bezitten
als liij Nog weinige maanden geleden bestond er in Pruissen eene
magtige oppositie tegen hemde partij van de geforceerde vooruit
gang zag in hem den grootsten vijand des land. Thans toont zich
die aanzienlijke meerderheid geheel verblind, door alles wat von
Bismarck in zoo korten tijd heeft tot stand gebragt. Geheel Noord-
Duitschland heeft hij tot een groot rijk weten te vereenigeu en
daardoor de wenschen bevredigd van liberalen en behoudsmannen.
In zoo groote mate is dc aandacht op dezen gewigtigeu man door
heel Europa heen gevestigd, dat de mededeeling van bijzonderheden uit
's mans leven en werken als bouwstoiïen worden aangemerkt voor
de zamenstelling der staatkundige geschiedenis van den dag. Men
verhaalt van hem, dat hij, teruggekomen van een reis naar Biavritz,
de zitting van het Huis der Afgevaardigden bijwoonde, waarin een
belangrijk vraagstuk aan de orde was. De premier zwierf als toe
vallig door de banken van het Huis en zat plotseling tc midden
der hoofden zijner tegenpartij. Hij zat met hen te spreken en zocht
onder dat gesprek een olijftakje uit zijne portcteuille, dat hij zijnen
tegenstanders toereikte, met de woorden: „Zie, mijne liceren! wat
ik voor u uit het Zuiden heb medegebragtHij heeft in die
woorden cene goede profeoy verkondigd, want thans is er, na al
den strijd, vrede tusschen hem en de partij van den vooruitgang.
Bij de beraadslagingen over het adres van antwoord op de
troonrede, is in de Belgische Kamer van Vertegenwoordigers weder
een pogiug gedaan om vergunning te krijgen voor den invoer van
Nederlaudsch vee, doch, even als in den Senaat, is deze poging
ook in de Kamer mislukt.
Bij dc behandeling cener zaak voor dc correctionele regtbank
te Antwerpen is dezer dagen een incident voorgekomen, dat de
aandacht zeer tot zich heeft getrokken. Zekere heer Malfaison, door
de civiele partij als getuige gedaagd en uitgenoodigd om, onder
aanroeping der Godheid, tc verklaren, dat hij naar waarheid getui
genis zou uileggen, heeft dit geweigerd, op grond, dat hij geene
godsdienstige belijdenis aankleefde, met welke de inhoud van den
van hem geëischten eed zich liet overeenbrengen. Daar dc getuige
weigerachtig bleef, is hij, op de vordering van den verdediger der
civiele partij, het Openbaar Ministerie gehoord, staande de lercgt-
zitling, veroordeeld tot betaling cener boete van 100 frs. en, bij
niet-betaling daarvan, tot eene gevangenisstraf van eene maand.
Jl. Dingsdag heeft te Brussel een orkaan gewoed, vergezeld
van regen en sneeuw, zoo als men zich nimmer herinnert tc hebben
bijgewoond. Behalve andere onheilen, daardoor te weeg gebragt,
zijn het Park en andere wandelplaatsen verwoest; bijna al de hoornen
zijn uit den grond gerukt of beschadigd.
De Moniteur geeft uitvoerige berigten van het hof te Compiogne,
die strekken oin tc doen uitkomen, dat keizer Napoleon eene bij uit
stek goede gezondheid geniet.
Volgens het leger-reorganisatie-plan, zou Frankrijk over
1,080,000 soldaten kunnen beschikken (360,000 man actief; 480,000
man reserve; 240,000 man mobiele nationale garde).
Gelijk de Moniteiir reeds heeft verklaard, moet men, wat er
ook berigt wordt, den opstand op G'reta als geëindigd beschouwen.
De Semaine rdujitme van Montauhan meldt, dat dc orde van
Maria-Louise, waarvan gravin de Mouchy (prinses Anna Murat)
onlangs van de koningin van Spanje het ecrclint heeft ontvangen
medebrengt, dat. zij, die versierd zijn met die orde, gehouden zijn,
minstens eenmaal per maand een ziekenhuis voor vrouwen ofeenige
andere liefdadige instelling te gaan bezoeken en eenmaal 's jaars
een mis moeten bijwonen, ter nagedachtenis van hunne overledeno
vriendinnen gegeven.
Hoe alles, zelfs dc kraamvrouwen, in den tegenwoordigen tijd,
moeten achterstaan bij die in vroegere eeuwen, bewijst het volgend
aardig verhaal van de geboorte van Hendrik IV, koning van
Frankrijk van 15S9161Ó. Zijne moeder, Jeanne d'Albret, was de
dochter van Hendrik II, koning van Navarre ca Bearn, die op
het kasteel te Pau in het land van Bearn zijue residentie had.
Gedurende hare zwangerschap bevond zij zich te Parijs. Toen echter
de tijd van hare bevalling naderde, verlangde haar vader, dat die
op het kasteel zou plaats hebben. Jeanne gehoorzaamde, zij verliet
het Fransehe hof, en kwam op 4 Sept. 1553 te Pan aan. Nu liep
het gerucht, dat Hendrik, wiens eerste vrouw overleden was, plan
had tot het aangaan va;i een nieuw huwelijk cn een testament had
gemaakt ten gunste van eene dame van hoogen rang, die hem een
levendig belang inboezemde. Dit gerucht verontrustte Jeanne en zij
wendde alles aan, om het testament, indien er een zoodanig was,
in hare magt te krijgen. Inderdaad bragt zij te weeg, dat haar
vader haar op zekeren dag een gouden doosje liet zien, met een
lange gouden ketting er aan, en haar beloofde het doosje, met hot
testament, dat er zich in bevond, te zullen schenken, indien zij
gedurende hare bevalling een Bearnsch liedje wilde zingen, opdat
zij geen huilerig of zuurkijkend kind ter wereld zou brengen.
Jeanne beloofde dit cn had ook kracht genoeg om haar woord te
houden. Toen liet oogenblik kwam, stemde zij het gezang
aanwaarmede de vrouwen van Bearn gewoon waren het
Mariabeeld van den Gap du Pont om eene korte en geluk
kige bevalling aan te roepen. Zij zong nog, toen de knaap ter
wereld kwam en dat zonder een kik tc geven. Hendrik was buiten
zich zelf van vreugde. Hij drukte zijne dochter het gouden doosje
in de hand en zeide: wl)at is voor u!" en met de woorden „en
dat is voor mij!" nam hij het kind, wikkelde het in zijn mantel
en ging er mede naar zijne kamer. Hij bedekte den knaap met
kussen, goot in een beker eenige droppelen wijn, bij welker reuk de
kleine het hoofje ophief, wreef het de lippen met knoflook, goot
hem den wijn in, dien het kind gretig inslurpte cn riep toen:
„Bravo! jongen! gij zult een cehtc Bcarner worden!" Niet alleen
een echte Bearner is hij geworden, hij werd koning van Frankrijk,
de edelste en beste, die er over dat land geregeerd heeft.
Voor de onderscheidene afdcelingen der Parijschc wereldtentoon
stelling wordt door haar hoofdbestuur ach ter volgelijk bekend gemaakt,
van welke Fransehe inzenders er voorwerpen zullen worden aan
genomen. Zoo behelst de Moniteur de lijst der tentoonstellers voor
de 93ste afdeeling, die gewijd is aan „modellen van woningeD, zich
kenmerkende door goedkoopheid, gepaard aan gezondheid, gemak
en gerijf." Deze lijst bevat elf namen, en de eerste daaronder is
keizer Napoleon.
Yier jaren geleden had een jongraenseh van goeden huize te
Parijs de ouderlijke woning verlaten; sedert hadden zijn oude vader
en moeder cn zijne cenige zuster niets meer van hem vernomen. Die
zuster ging nu vier weken geleden ter kerke om te huwen; de ouders
waren daarbij tegenwoordig. Toen de bruid een blik rondom zich
wierp, ontdekte zij achter een der pilaren van het kerkgebouw een
jongman, die, met tranen iu de oogen. zijne blikken geen oogenblik
van haar afwendde. Zij keerde zich om, rukte zich van den arm
des bruidegoms los en viel, in tranen uitbarstende, den jongeling
om den hals, onder den uitroep: „Goddank, ik heb mijn broeder
wedergevonden." Na een onbeschrijfelijk tooneel, waarin de vader
en moeder hun zoon omhelsden, trouwde de dochter, omringd van al
hare naaste bloedverwanten. De zoon leeft thans weder even als
vroeger bij zijne ouders.
Men weet, dat de tooneelspelers van het Parijsche Théatrc
Francais dezer dagen te Compiogne het tooneelspel van Scribe:
„Een (/las water" hebben opgevoerd. Men herinnert zich ook, dat
in dit stuk de Fransehe gezant bij het Engelsehe hof, de markies
de Torcy, van Frankrijk sprekende, tot lord Bolingbroke zegt:
„Wee hem, die het aanvalt!" Bij deze woorden wendden zich aller
blikken naar den keizer, in afwachting van het sein, om deze zin
speling toe te juichen, maar de tot applaudiseeren opgeheven handen
daalden langzaam weder voor deu strakken, koelen blik vau Napo
leon III.
Marcel, een ambachtsman te Parijs, beminde Marie, een arm
meisje; dikwijls had hij haar over zijne liefde gesproken. Marie
was 19 jaren oud, en beeldschoon als zij was, had zij zich zeker
hoogere denkbeelden gevormd dan met een eenvoudig werkman te
huwen. Althans, eenigen tijd geleden, begaf hij zich naar de ouders
vau Marie om hun dc baud van hun dochter te vragen; zij stonden
toe, ten minste in zooverre, dat, wanneer Marie zelve tevreden was,
zij er genoegen in namen. Toen ging Marcel naar Marie en vroeg
haar eenvoudig maar hartelijk„Marie, wilt gij mijn vrouw worden
maar Marie antwoordde knorrig „neen". Eenige dagen later
had Marie de ouderlijke woning verlaten. Toen kort daarna de
vader op een der fraaiste pleinen van de stad een rijtuig voorbij
ging, zag bij daarin eene jonge dame in prachtig gewaad; hij
volgde het rijtuig tot den eersten instrumentenwinkel, dien hij
voorbijging, kocht daar een pistool en ging naar zijne woning terug.
Daargekomen, doodde hij zich in het bijzijn van zijne vrouw en
Marcel, die de woning van Marie's ouders niet had verlaten.
De bisschop van Yersailles, die door de liberalcu als een van
de geraatigdsle prelaten van Frankrijk wordt geprezen, heeft dezer
dagen bij een mendement buitengewone gebeden voor den paus
uitgeschreven cn zich daarbij even scherp als de bisschop van
Orieans, die van Poiticrs en andere, uitgelaten over de gevaren die
ilen Heiligen Stoel bedreigen, en over de plannen waarmede zijne
vijanden bezield zijn.
Dc Morning Herald verklaart zich zeer nadrukkelijk voor het
gevoelen dat Engeland nog niet genoegzaam in zijne weerbaarheid
te lande heeft voorzien. „De tegenwoordige gesteldheid van Europa
zegt dat orgaan der in Engeland bewind voerende partij is alles
behalve een aangenaam schouwspel voor degenen die, niettegenstaande
zqo menige teleurstelling, nog aan het naderen van ecnen tijd van
algemeenen en duurzamen vrede gclooven. Daarop bestaat thans