HELOERSCHE
NIEUWEDIEPER COURANT.
M i.
DONDERDAG 5 JANIJARIJ.
1867.
EN
hti
VIJF-EN-TWINTIGSTE
JAARGANG.
Deze Courant wordt uitgegeven woensdag en zaturdao
avond na acht ure, door A. A. BAKKER Cz.
in den boekwinkel, Hoofdgracht No. 32.
Abonnementsprijs per kwartaal 1.30.
franco per post. 1.50.
Enkele nommers0.10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars en Post
directeuren.
Advejitentiën worden aangenomen tot Zaturdag en
Woensdag middag 12 uur, en bij den lieer T. MOOY,
Dijkstraat tegeuover de Laan, 11422, aan den Helder, totl 1 ure.
De prijs van 1 tot 4 regels is ƒ0.60. Voor icderen
regel meer ƒ0.15. Zegelregt voor elke plaatsing 0.35.
Buitengewoon groote letters, naar mate der ruimte
die zij beslaan.
Brieven en Stukken franco aan den Uitgever.
EEN STATION OP DEN SPOORWEG DES TIJDS.
Vrij mogen zich de ondernemers der onderscheidene spoorweg
diensten beroemen, dat zij ons met de meest mogelijke snelheid
vervoeren; de spoed, door hen bij het reizen bevorderd, wordt
verre, zéér verre overtroffen door den immer rusteloozen Tijd, die
ons met eene ongeëvenaarde snelheid telkens eene schrede nader
voert aan het einde van ons leven. Daar herinnert ons de pleg-
tige oudejaars-avonddat wij weder op een nieuw station zijn
aangekomen, en denkende een poos te zullen uitrusten van de
vermoeijenis der reis, is de indrukwekkende klokslag, die wij ver
nemen, slechts het sein tot het verder voortzetten van den togt.
Daar zitten ze, de reizigers in de waggons der verschillende
klassen, het uur der aankomst te verbeiden, dat hen allen even
onbekend is gebleven. Daar merken we ze op de reizigers der
derde klasse, met slechts enkele stuivers in den zak, en moede
van het schommelen op de harde, ongedekte banken. Hoe velen
hunner reikhalzend uitzien naar een betere plaats in een hoogere
klasse, of naar het einde van den reisweg! Daar treffen we ze
aan de reizigers der tweede of middenklasse, rustende op de ronde
lederen kussens en vaak ook ontevreden over de plaats op den
trein aan hen toegewezen. Eindelijk daar zien we ze, heel
gemakkelijk zitten op de zachte mollige kussens der waggons
eerste, klasse, de meer bevoorregte reizigers, cn vreemd is het ons
ook van hen, ondanks hun gemak en rust, klagten tc vernemen
over de lasten en moeiten, aan den togt verbonden. Reizigers!
wie ge zijt, wees tevreden met de plaats u toegewezen. Niet de
plaats door u ingenomen, de wijze waarop ge u op den trein ge
draagt en uwe mede-reizigers tot genoegen en ter hulpe zijt, maakt
u tot goede reizigers. Maakt u de veis niet onaangenaam door
ontevredenheid of door morren en klagen; schept moed in de
gedachte aan eene goede toekomst en troost u bij de herinnering
aan een verleden, dat, bij een blik achter u, van groote zegeningen,
tal van genoegens en een in vele opzigten vreugdevol reispad
spreekt. Denkt na over hetgeen gij ondervonden hebt op uwen togt
tusschen dit en het vorige station op den groot.cn spoorweg des
Tijds en gij zult u opgewekt gevoelen om de reis met moed en
met tevredenheid voort te zetten.
AVel ging de togt sinds het vertrek van liet vorige station
langs droevige landsdouwen, 't Was om ons heen verre van vrolijk
en opwekkend. Ter eener zijde werd de veestapel, die goudmijn
des lands, door eene aanstekelijke ziekte met verwoesting bedreigd
de ziekte spotte met de door de wetenschap aangewezen middelen
ter genezing. En alsof die ramp nog niet vreesselijk genoeg was,
drong binnen onze landpalen, zoowel als in andere rijken, een
engel des verderfs binnen, die het op niets minder dan op het
leven der menschen had toegelegd. Die engel spaarde niets: jeugd
of ouderdom, hooge stand of geboorte, niets waarborgde, dat. hij
de woning van een onzer zou voorbijgaan zonder een offer te
eischen. Nog een ander, een niet minder droevig tafereel, trok
onze aandacht, waar wij op onze reize den blik vestigden op een
menschenmoordenden krijg, waarbij zonen van hetzelfde vaderland
het zwaard tegen elkander ophieven en de god des oorlogs den
juichtoon aansloeg over de uitvinding van het naaldgeweer, bestemd
om den medemensch met des te meer zekerheid doodelijk te
treffen. Ginds zagen wij den oorlog in Mexico, waar de voorstanders
van de constitutionele monarchie een heftigen strijd voeren met de
moedige strijders voor de handhaving der republiek. Een ander
tafereel merkten we op, waar we op Zuid-Amerika den blik lieten rusten,
dat deel der wereld, voortdurend het tooneel van strijd en be
roering, vooral ook ontwaakt tegenover het voormalige moeder
land Spanje. Nog op een anderen plek der aarde, op het door de
natuur zoo rijk gezegende eiland Candia, ontbrandde de krijg tegen
het gezag der Turken en de opstand, ofschoon kwalijk georgani
seerd, toont een nieuw middel te zijn om het schijnsel der halve
maan te doen verbleeken.
Maar te midden van al die verdeeldheid en strijd, te midden
van al die rampen en dien tegenspoed, doet zich aan ons voor de
voorspelling eener schoone toekomst, gekenmerkt door verbroede
ring der volken: de transatlantische kabel, die de oude aan de
nieuwe wereld verbindt, is ons het zegeteeken, dat van vrede en
eendragt spreekt, te midden van de verwijdering thans nog in
zooveel opzigten te bespeuren.
Bij 't luiden van den bengel van een nieuw station op den
grooten spoorweg des Tijds, herinneren wij ons al die droevige
tafcreeleu, sinds de vorige rustplaats langs onzen weg opgemerkt,
maar hoe streelend is bij die herinnering de gedachte: wij waren
in onze omgeving, op slechts enkele uitzonderingen na, geheel
verschoond van al die rampen, die wij slechts uit de berigten en
tijdingen van elders vernamen. Wij werden van de vreesselijke ziekte
bijna geheel gespaard, de veepest bleef uit onzen omtrek geweerd, de
oorlog deed ons wel leed om de rampen die hij voor onze rnede-
meusclien aanbragt, maar deerde ons zeiven niet. Dank aan het
Opperwezen voor een zoo genadige bewaring betaamt ons dus bij
den terugblik op het deel vau deti weg, dat wij sinds de laatste
rustplaats aflegden.
Bij den blik om ons heen, bij het vervolgen van den grooten
reisweg, vielen ons steeds belangrijke gebeurtenissen in het oog en
zelden waren er jaarkringen zoo belangrijk aan gewigtige tafereelen.
In ons Vaderland zagen wij een drietal ministeriën elkander ver
vangen op den ministeriëlen zetel, en in de jaarboeken der
constitutionele monarchie hier te lande bekleedt de geschiedenis
van het jaar 1866 eene gewigtige plaats. De ontbinding der
Tweede Kamer, tengevolge van het afkeurend votum, ter zake van
de benoeming des heeren Mijer tot gouverneur-generaal van Neder-
landsch-Indië en de omstandigheden, die daarmede zijn gepaard
gegaan, de qiuestiën over de verhouding van Limburg tot Duitsch-
land en die over de afdamming der Ooster-Schelde met België,
maken de geschiedenis onzes Vaderlands over het afgcloopen jaar
tot eene belangrijke bladzijde in het boek der historie.
Daar luidt de klok van het station en kondigt ons de voort
zetting aan der reis naar eene volgende rustplaats. Reizigers, die
niet onopmerkzaam den togt medemaakt, zie eens achter u en trekt
uit de herinnering aan het verledene nuttige lessen voor de toekomst,
die daarin zeker wel zijn te vinden!
Van uit het station, waar wij een oogenblik verwijlen, slaan wij
even den blik over het naaste terrein om ons heen Bemoedigend
is het terugzien op onze naaste omgeving, want de jaarkring, die daar
thans achter ons ligt, spreekt van verschooning van leed en rampen,
elders in zoo ruime mate teweeggebragt. En was er ook in dien
tijd niet zooveel welvaart en voorspoed op te merken als wel eens
het deel des volks waren in andere jaarkringen, toch ontbreekt het
niet aan bewijzen van zegen en geluken in ieder geval is de bevrijding
van de ellende, die elders werd aangetroffen, een reden tot dankbaar
heid aan den Bestuurder van het lot en het leven der menschen.
Altijd voorwaarts gaat de reisimmer rusteloos is de TijdSlaan
wij ook al eens even den blik achter ons, de groote sterke sleep-
machine trekt ons bestendig voort, zonder van stilstaan te weten.
Vóór de trein weer vertrekt, komt, schudden we elkaar nog eens
hartelijk de hand en uiten we voor elkaar de beste wenschen. De
reis zij verder genoegelijk en gelukkig; op het volgend station
worde voor ieder uit onze-omgeving een stveelende herinnering uit
het terugzien op den afgelegden weg geboren. Het zij een voor
spoedig jaar voor de stoffelijke belangen der menschen en voor de
hoogere behoeften des volks. Rolle dan de spoortrein steeds voort
langs den grooten spoorweg des Tijds, waar met de lessen der
ervaring en der geschiedenis winst wordt gedaan voor de toekomst,
daar heeft de trein, die ons allen medevoert, niet nutteloos haren
weg afgelegd.