BINNENLAND.
Mei» 5 dezer vertrekt de O. X. Landmuil vla
TRDEST, den 7 dezer via nARSEILLE.
HELDER en NIEUWEDIEP, 2 Januarij.
Naar men verneemt ia de zeilorde van Zr. Ma. stoomschip
Soemling ingetrokken.
Zr. Ms. transportschip de Heldin is jl. Maandag buiten dienst
gesteld.
Op Vrijdag 4 dezer zal in het Gebouw voor Godsdienstige
en Zedelijke ontwikkeling in de Nieuwstad eene volksvoorlezing
gehouden worden door den heer W. Kuijk.
Zr. Ms. schrocfstooraschip 1ste kl. het Metalen Kruis, kapt.-
luit. ter zee A. L. Palm, wordt aan het Marine-etablissement te
Onrust voor de terugreis naar Nederland gereedgemaakt.
De kapt. II. W. van Marle, van het 3de reg. Vest.-Art., is
in rang overgeplaatst bij het 1ste reg. Vest.-Art. alhier.
Z. M. heeft aan den luit. ter zee 1ste kl. jhr. L. H. W. M.
de Stcurs, adjudant van Z. K. H. prins Ilendrik der Nederlanden,
vergunning verleend tot het aannemen en dragen der versierselen
van ridder der orde van de Waakzaamheid of van den Witten Yalk,
hem door Z. D. II. den groot-hertog van Saksen-Weimar-Eisenacli
geschonken.
Bij besluit van Z. M. den koning van 30 Dec. is het onder
scheidingsteken wegens langdurige officiersdienst gewijzigd in een
viervormig kruis; in 't midden in een krans het cijfer der dienst
jaren; voor Schutterij-officieren is het krui3 zilver, krans en cijfers
verguld, voor de andere officieren verguld zilver. Het wordt gedragen
door de officieren der Schutterij aan een oranje, door de andere
officieren aan een oranje, wit en blaauw gestreept lint.
Z. M. de keizer van Oostenrijk heeft aan deu heer mr. P. P.
vau Bosse, de ridderorde der IJzeren Kroon 1ste klasse verleend,
als een bewijs van erkenning, naar wij vernemen, van de verdienste
lijke memorie, welke die heer onlangs over de Oostenrijksche finan-
tiën, tijdens zijne aanwezigheid te Wcencn, aan den keizer heeft
aangeboden. (Dat/Had.)
H. M. de koningiu van Zweden en Noorwegen, geb. prinses
Louise der Nederlanden, wordt in den aanstaanden zomer op het
huis do Paauw verwacht.
De invoer van hooi uit Nederland in alle havens van Groot-
Britanje en Ierland is op en na 1 Jan. 1867 verboden.
Ter zake van de maatregelen tot wering der veeziekte heeft
de minister van Binnenlandsche Zaken in de Eerste Kamer der
Staten-Generaal medegedeeld, dat het doel der regering is om al de
wapenen te gebruiken, die noodig zijn om in het aanstaande voor
jaar de ziekte zooveel mogelijk tot staan te brengen. Een bepaald
tijdstip voor dc uitroeijing der ziekte durfde de minister voor zich
niet aangeven. Ilij wees er op, dat het in Engeland ook wel zes
maanden had geduurd eer men de ziekte meester was. De regering
zou echter de beste pogingen zoeken aan te wenden tot beteugeling
van het kwaad. Omtrent de misdadige praktijken, die er plaats
hebben, liet de minister zich uit met de verzekering, dat de strengste
bepalingen zijn uitgevaardigd om die strafbare handelingen tegen
te gaan.
De minister van Oorlog heeft in de Eerste Kamer eenige
mededeeling gedaan betrekkelijk het voorgevallene aan de Militaire
Academie te Breda. Hij zeidc, dat (1e advocaat-fiscaal genoegzame
aanleiding had gevonden tot het voorstel, om die jongelingen, die
zich het meest hadden schuldig gemaakt aan het mishandelen van
den bekenden kadet, voor een krijgsraad teregt te stellen. De
minister had gemeend, geenc stremming te moeten brengen in den
loop van het geregt, en alzoo de zaak doen vervolgen.
In de week van 16 tot 22 Dec. zijn door veetyphus aan
getast: in Zuidholland 27SS, in Utrecht 2501, in Noordholland 442
en in Gelderland 40, te zaraen 5771 runderen, dat is 402 stuks
minder dan in de voorafgegane week.
Gedurende het 1866 heeft het Nederlandsche Zendeling-
Genootscliap aan giften eu legaten ontvangen 28,940.23
Men verneemt, dat het kapitaal van 600,000 voor den
bouw van het Amstel-IIötel te Amsterdam thans geheel volteekend is.
Naar den post van vader en moeder (gehuwde lieden) voor
het nieuw opgerigte ziekenhuis te Hoorn, hebben niet minder dan
11S sollicitanten gedongen.
In onzen tijd van vernielings-uitvinding mag het 2eker een
verblijdend verschijnsel worden geacht, wanneer ook gewezen kan
worden op eene uitvinding, die ten doel heeft het lijden vau de
menschheid te verzachten. Als zoodanig meenen wij te mogen
noemen het instrument, waarvan de heer B. Wallagh Jr., te 's llage,
zich reeds ccnigcn tijd met het beste gevolg bedient om de lijders
aan kiespijn, op eene bijna ongevoelige wijze, van de hevige pijn
te verlossen. (Dagblad?)
Uit Arnhem wordt de aankomst aldaar gemeld van deu
afgetreden gouverneur-generaal van Ned.-Iudië,baron Sloet van deBeele.
Eene van dc stooinbootcn van de sclirocfctooiubootrccdcrij, varende van
Dordrecht op Amsterdam en geladen met ongeveer 300 vaten petroleum, is
jl. Zatnrdng middag ten 1 ure op do hoogte van dc koninklijke chemicaliën
fabriek te Uithoorn, en wel bij do arbeiderswoningen dier fabriek, in brand
geraakt. Naar men zegt, moot een vat petroleum gesprongen, de petroleum
in bet vuur gcloopcn zijn en dnur vlam gevat hebben, wout eensklaps sloegen
rook en vlammen uit de inaehine-kntner. Gelukkig heeft men de tegenwoordig
heid van geest gehad, om de boot naar de overzijde van den Amstcl te sturen
had men dit niet gedaan, dan waren 40 arbeider-woningen gewis een prooi der
vlammen geworden. Tot 's namiddags 5 ure bleef de boot rook en vlammen
uitwerpen en was zij vau binucn een vloeijendc vuurzee, totdal eindelijk ook
de ijzeren romp gloeijeud werd. Toen raakte de boot uit elkander en zonk
van achteren met een sissend geluid in de diepte. Doch nu verspreidde zich
de brandende petroleum over het water en stak bet riet en gras langs den weg
aan, zoodat de vlammcu over den weg vlogen cn elk verkeer stremden. Dit
vuur werd echter spoedig door dc aanwezige brandspuiten gebluscht en ten 7
ure des avonds brandde het voorste gedeelte Her boot als eene groote vetpot
nog boven water, maar was verder elk gevaar voor de omringende woningen
verdwenen, dut bij den feilen wind ceist niet te overzien was. Van de op
varenden zijn allen gered.
Als eene zeldzaamheid deelt de N. Goes. Crt. mede, dat in de
omstreken van Goes een dame op den leeftijd van omstreeks 75
jaren, nieuwe tanden krijgt, daar zij al haar tanden kwijt was; ze
zijn spitser en scherper dan gewoonlijk, maar evenwel voldoende
voor het gebruik. Volgens deskundigen heeft zulks meer, doch
hoogst zeldzaam, plaats bij sterke gestellen.
Door den kantonregter te Middelstum is een jager aldaar
tot 3.boete veroordeeld, omdat hij jaagde met een hond die
losliep en niet van een muilkorf voorzien was. De kantonregter
overwoog daarbij, dat het voorzien zijn van eene jagtaete de bepa
lingen niet krachteloos kon maken eener in het algemeen belang
en voor de algemeeue veiligheid door den gemeenteraad vastgestelde
verordening, waarin gcene uitzondering voor jagthonden opgenomen was.
Aan het stuk getiteld „De oorlog in Duitschland en Italië
voorkomende in het Volksblad wordt het volgende ontleend betref
fende den zeeslag bij Lissa:
„Omstreeks 10 ure ving de zeestrijd aanadmiraal Tegetthoff
koos de Ré d'Italia tot zijn tegenpartijmet volle kracht stoomde
de Ferdinand Max regt op het kolossale schip aan, dal, niet wetende
te wijken, den feilen stoot aau bakboordzijde ontving. Het was een
stout waagstuk, maar de Ferdinand Max stond den schok goed door;
de kanonnen tuimelden wel alle om, maar de stoommachine hield
zich goed, waardoor het schip, na den stoot toegebragt te hebben,
kon retireren, om zich tot een tweeden aanval gereed te maken;
doch dit was niet noodig: onmiddelijk na den stoot helde de Ré
d'Italia 45 graden naar stuurboordzijde over en vertoonde nu aan
bakboordzijde een gat van 64 vierkante voeten; zich weder opgerigt
hebbende, stroomde het water door die gapende wond met geweld
binnen en deed van oogenblik tot oogenblik het trotsche gevaarte
dieper zinken; de gebeele bemanning kwam op liet dek; eenigen
sprongen over boord, anderen klommen in de ra's en masten, naar
redding uitziendemaar er was geen redding mogelijk, en weldra
verdween het schip spoorloos in de diepte, er werden 400 menschen
in den dwarrelstroom medegesleept, wier lijken later gedeeltelijk aan
de kusten zijn aangespoeld. Onder hen bevond zich ook Boggia,
de koninklijke commissaris over de vloot en de op Oostenrijk te
veroveren landen. Zij, die over boord waren gesprongen en zwem
mende en zich vastklemmende aan ronddrijvende stukken hout,
hadden getracht zich het leven te redden, waren aan den verschrik-
kelijksten doodsangst ten prooi: heen cn weder geslingerd door de
golven, waren zij bovendien blootgesteld aan de neervallende kogels
van vriend en vijand, die velen dooddeneerst na het eindigen van
den strijd werden de ougelukkigen opgevischt, sommigen niet dan
nadat zij acht uren lang hadden rondgezwalkt. Zoo was het lot van
het sieraad der Italiaansche vloot de Ré d'Italia, die bijna vier
millioen gulden had gekost!
Een ander schip, de Palestro, wist behendig den dreigenden stoot
van een gepantserd Oostenrijksch schip te ontwijken, maar een
kogel drong door het dek en veroorzaakte brand, digt bij de kruid
kamer. Men meende reeds het vuur gebluscht te hebben en nam
weder deel aan den strijd, toen de brand zich op nieuw openbaarde;
de bevelhebber scheen echter geen gevaar tc duchten, althans bij
wees aangeboden hulp af. In de nabijheid van het Oostenrijksch
admiraalschip gekomen, hief het scheepsvolk op de Palestro een
stemmig aan: viva VItaliaBijna op hetzelfde oogenblik bereikte
de vlam de kruidkamer, en met donderend geweld sprong het schip
met de geheele bemanning, 230 koppen sterk, in de lucht.
De Italianen hadden het bijzonder gemunt op het Oostenrijksche
houten linieschip Kuiser; het werd door drie der grootste gepantserde
schepen en het ramtorenschip aangevallentoch hield het den
ongelyken strijd lang vol, de koelbloedigheid en dapperheid van den
bevelhebber deelden zich aan zijn volk mede, en met zijn 90 dertig
ponders en klein geweer hield het de aanvallers op eerbiedigen afstand.
Toen het echter 22 doodeu en 83 gekwetsten telde (een enkele 300
ponds kogel van het ramschip doodde 20 man), besloot de bevel
hebber naar Lissa af te houden het ramschip volgde hem, maar
met groote behendigheid wist de Kuiser het gevaar te ontwijken
hij deed honderde kogels op de AJf'ondatore regenen en doorschoot
het dek, zoodat men genoodzaakt was dc vervolging te staken.
Zoo duurde de strijd tot half één urede vloot van Tegetthoff
had, zonder één enkel schip te verliezen, zich door den vijand heen
geslagen en Lissa bereikt; zij telde 136 dooden en gekwetsten, van
welke alleen op de Kaiser 105. De Italiaansche vloot telde, behalve
de 630 ongelukkigen, die met de Ré d'Jtalia verdronken en met de
Palestro in de lucht gevlogen waren, 99 dooden en gekwetsten.
's Namiddags ten 2 ure lag de Oostenrijksche vloot weder in de
beste orde tot hervatting van den strijd gereedeen uur later kon
dit ook van de Italiaansche vloot gezegd worden. Admiraal 1'ersano,
die tot het einde van den strijd onkundig was gebleven omtrent hel
lot van de Ré d'Italia, en op zijn vraag tot antwoord bekomen
had„gezonkenstond een oogenblik verplet, en hoewel eenige
officieren den strijd wilden voortzetten, was hij daartoe niet te
bewegen. De Italiaansche vloot besloot af te trekkenLissa was
behouden.
De zeestrijd bij Lissa is eene belangrijke gebeurtenis in de krijgs
geschiedenis geweest, deels omdat deze èn voor Oostenrijk cn voor
Italië de eerste zeestrijd was, maar meer, omdat hij op nieuw heeft
bewezen, dat het niet genoeg is voor een krijgsman moed te bezitten,
dien niemand aan de Italianen kan ontzeggen, maar dat kunde,
beleid, tegenwoordigheid van geest cn bovenal eendragtige zamen-
werking tusschcn hoofd- en onderbevelhebbers de ware kracht uit
maken. De vicc-admiraal Tegetthoff heeft getoond die eigenschappen
te bezitten, eu hem is teregt groote eer te beurt gevallende stad
Weenen schonk hem het eereburgerschap cn de regering verleende,
toen eene som van 1400 gevraagd werd, om hem te Triest fees
telijk te ontvangen, 4750; terwijl hij thans een reis naar En geland
en Amerika voor rijksrekening doet, om er zich met de vorderingen
ia de zeekrijgsk tuide bekend te maken. Aan admiraal Persano
daarentegen viel tot heden niets te beurt dan smaad cn hoon; men
wijt aan hem alleen den voor Italic ongelukkigen afloop van den
zeestrijd.
Eene opmerking ten slotte: Italië heeft Venetie verkregen, maar
wattneer met vele groote woorden en bombarie wordt verkondigd
Italië heeft zich vrij gemaakt, dan logenstraft de geschiedenis dit;
Italic is vrij gemaakt, in 1859 door Franschc wapenèn, in 1866
door het Pruisische geweer.
Volgens de jongste proef om het getal der menschen die de