BUITEN LAN D~~
bijna geea denkbeeld vormen van de blijdschap van dim man <n
zijn gezin.
Uit Vlissingen meldt, men, dat de in.- \ne-,
directeur en kommandant der marine aldaar, met j. Julij u. s, die
betrekking zal neder leggen.
De ollicieuse Etendard deelt eene correspondentie uit Luxemburg
mede, welke met deze woorden eindigt: Kortom wat ook de Köln.
Zeitung zeggen moge, de leus der groote meerderheid isliefst
Luxemburgse!», des noods Fransch, Pruissisch nooit
Gewapende vrede, ziedaar het eeuig passend opschrift boven
de geschiedenis van den dag. Uit alle staten van ons werelddeel
bekomt men tijdingen van onderzoek en maatregelen betreffende de
landsverdediging. Het Belgische ministerie van Oorlog is dezer
dagen tot de verzekering gekomen, dat in alle staten van Europa
(Zweden en Turkije alleen worden niet opgenoemd) de geweren worden
veranderd of bestellingen worden gedaan naar het nieuwe model,
dat den vromen koning van Pruissen ten vorige jare zoo uitnemend
bevallen is. liet Prnissisclie model wordt bij den een meer, bij den
ander minder gewijzigd. Pruissen heeft 1,100,000 en Frankrijk
480,000 nieuwe modellen besteld. Oostenrijk en Rusland laten
ieder 000,000, Engeland 500,000 geweren in achterlaadgewereu
veranderen. Engeland heeft bovendien 426 getrokken ltusland
000 achterlandkanonnen in de inaak. Aan al dat moordtuig wordt
met kracht gearbeid, want met het oog op te wachten gebeurtenissen
moet alles uiterlijk tegen het voorjaar van 186S gereed zijn. In dit
jaar zal, met het oog op dewereldtentoonslelling te Parijs, waarschijnlijk
niets aan het vechten gedaan worden. Maar in het volgend jaar?!
In antwoord op eene interpellatie heeft de Engelschc minister
van buiteul. zaken in het Huis der gemeenten medegedeeld, dat,
naar zijn oordeel, ongetwijfeld met Frankrijk was onderhandeld
over het afstaan van het groothertogdom Luxemburg, maar dat de
uitslag dier onderhandelingen hem niet bekend was.
De Moniteur bevat, in zijn jl. Zondag verschenen editie, eene
beschouwing over de jongste interpellatie in den Noord-Duitschen
Rijksdag gehouden over de Luxemburgsche aangelegenheid. Dat
oordeel komt hierop neder:
„Deze interpellatie, die iu den tcgenwoordigen toestand van Europa, cenc
noodlottige uitwerking had kunnen hebben, heeft op ons over 't algemeen ecu
goeden indruk gemaakt. Terwijl vele beweringen van den heer Benuingscu voor
ceno ernstige wederlegging vatbaar zijns beei't hij onverholen erkend hoe wen-
achclijk liet is, dat dc Duitsche en Fransche natiën hare betrekkingen van
vriendschap en goede nabuurschap onderhouden, en hoe noodlottig do oorlog
zou zijn.
„Graaf vou Bismarck van zijn kant heeft in krachtige bewoordingen de nood
zakelijkheid doen uitkomen, dat Dnitscbland dc gevoeligheid der Fransche
natie niet miskennc. Hij heeft bovendien, onder zijne vele belangrijke verkla
ringen, geconstateerd dat Luxemburg ecu onafhankelijke Staat is, waarover
de koning der Nederlanden in volle souvereiniteit en op zijne eigene verant
woordelijkheid kan beschikken.
„Ilij heeft ook niet beproefd het nllezins ondcrwederlcgbaar feit te betwisten,
dat do inwoners van Luxonburg grooten weerzin zouden gevoelen tegen eene
inlijving bij Duitschland. Eindelijk heeft hij met nadruk gewezen op den invloed,
dien het verlaugcn naar dc handhaving van vredelievende betrekkingen mei
ccu inagtigen nabuur op de politiek van het Pruissisch gouvernement moet
uitoefenen."
De kroonprins van Frankrijk zal in de maand Mei dc baden
gaan gebruiken te Rippoldsau in het Schwarzwald of wel die te
Kreuznach. De ziekelijke toestand van den prins schijnt hoofd
zakelijk uit onzuiverheid van bloed voort te komen.
De bekende rede van den heer Thiers over de buitcnlandsche
staatkunde van het Fransche keizerrijk, geeft aan den Invalide, de
Correspondance Rasse en andere organen van dc Ilussische staatkunde
aanleiding oiu het streven naar magtsvergrooling, hetwelk ook door
dien Franschcn staatsman weder als een blijvende karaktertrek der
Russische staatkunde is voorgesteld, nadrukkelijk te wraken. Het
is, zeggen zij, eene oude kunstgreep van de Fransche staatkundigen,
heerschzucht en dorst naar nieuw grondgebied voor te stellen als
de ziel van ltuslands staatkunde; doch dat is, bepaaldelijk wat het
Oostersclie vraagstuk betreft, eene geheel onware voorstelling. De
belangstelling der Ilussische regering en natie in de Levantsche
zaken komt voort uit louter menschelijke en christelijke deelneming
in het lot harer stam- en geloofsgenooteu in het Turksche rijk;
doch zij is geheel vrij van politieke bedoelingen cn baatzuchtige
oogmerken. Is het Oostersche vraagstuk wederom dreigend voor
Europa opgerezen, dit is uiet aan Rusland te wijten, maar veeleer
aan die mogendheden, welke de jongste revolutie iu Rumanic onder
steund, hare uitwerkselen bekrachtigd cn alzoo de verdragsbepalingen,
iu IS5G gemaakt tot regeling der Levantsche zaken, verwrikt en
op losse schroeven gesteld hebben. Het feit dat de Rumancn in
den naam van het uationaliteits-bcginsel eene revolutie tot stand
brugten cn de Europcesche verdragen met medewerking of oog
luiking der meeste mogendheden omverwierpen, heeft in het Turksche
rijk alom diepen indruk bij de ontevreden bevolking gemaakt, de
sluimerende hoop weder opgewekt, de bestaande grieven dieper doen
gevoelen; en hieraan, niet aan kuiperijen en arglistige bcraoeijingen
van Ruskinds staatkunde, is, volgens de bedoelde dagbladen,"de
beweging loc te schrijven welke zich thans in de Levant zoo zórg-
zorgbarend voordoet.
De heer Boulay, inspecteur-generaal van de veeartsenijkundige
dienst in Frankrijk, is door de regering belast geweest met het
instellen van een onderzoek in loco naar de veepest in Belgie,
Nederland eu Rijnpruissen, en heeft daarover nu aau den minister
van Openbare werken en Landbouw een rapport uitgebragt, waarvan
eene der conclusiën aldus luidt: Uwe excellentie heeft uit de door
mij medegedeelde bijzonderheden kunnen ontwaren, dat in Belgie
alle maatregelen met bijzondere zorg zijn genomen om de ramp der
runderpest, die er voortdurend het nationaal vermogen bedreigt, te
bestrijden. Alles is er ingerigt tot eene krachtige en afdoende ver
dediging. De regering is er door de wet met eene uitgestrekte
magt gewapend, waarvan zij zich goed weet te bedienen. Zij wordt
uitmuntend bijgestaan door den verstandigen ijver der agenten van
het bestuur, door de wijze werkzaamheid der veeartsen, door de
getrouwe pligtsbctrachting zoowel van de gendarmerie als van de
officieren cn de manschappen des legers, en eindelijk, wat in zoo
danige omstandigheden van liet hoogste gewigt is, door den "eest
der bevolking, die zich bijna overal met gelatenheid weet te onder
werpen aan dc offers, welke het algemeen belang haar oplegt. Onder
zoodanige omstandigheden, verdcdigl Belgie zich zoo goed, dat het
ons tevens beschermt en het komt mij voor, dat dc typhus zeer
bezwaarlijk door Belgie zal heendringen oin onze grenzen te bereiken.
Van de zijde van Belgie, dit is mijne vaste overtuiging, kunnen
wij alzoo ten volle gerust zijn. Ongetwijfeld kunnen, tengevolge der
dreigende nabijheid van Nederland, er zich nieuwe rampen voordoen
dit is eene gebeurlijkheid, die men niet buiten rekening moet laten;
maar uwe excellentie kan cr wel verzekerd van zijn dat Belgie niet
evenals zijn noordelijke nabuur, het slagtoffer der ramp worden
zal en dat bet haar overal waar zij zich mogt voordoen, zal welen
te bestrijden met beleid en haar met geestkracht zal onderdrukken."
De Fransche ingenieur Boutet heeft den minister van openbare
werken, den lieer Forcade, een plan aangeboden van een brug over
het kanaal, die, tusschen Dover en Calais gelegd, 36 mijlen lang
zal zijn. Dat plan moet zeer geniaal bedacht en zeer naauwkeurig
en goed uitgewerkt xyn.
De oppervlakte, welke het terrein der tentoonstelling te Parijs
inneemt, bedraagt 140,000 vierk. ellen, tegen 136,000 in 1855
terwijl het terrein der eerste Londensche wereldtentoonstelling (1851)
eene uitgestrektheid van 95,000, en dat der tweede (IS62) van
121,000 ellen had. De ruimte, die in het paleis door de Fransche
nijverheids-voortbrengselen wordt ingenomen, bedraagt 61,314 vierlc.
ellen; die der Britschc afdeeling 21,653; de Pruissische eu Oosten-
rijkscbe ieder 7880; de Belgische 6881; de Italiaansche 3249; de
Noord-Amcrikaanschc (Unie) 2SC7; de Russische 2823; de Nedcr-
landsche 1897; de Zwccdsche en Noorweegsche 1S33; deSpaansche
1664 vierk. ellen, enz.
jn weerwil van ile twintig duizend armen, die in den laatste» tijd ruste
loos bezig waren met liet in orde brengen van het Nijverheids-paleis te Parijs
eu zijue naaste omgeving, was bet, vooral ten gevolge van de late inzendingen
uit vele rijken, bij de opening der tentoonstelling nog ver van gereed. Behalve
in de galerij der kunsten eu iu de zoogenaamde „hoofdstraten", die de keizer
lijke stoet bij de opening heeft doorgew andeld, merkt men op zeer vele plaatsen
slechts kale muren, ledige vakken eu kasten op, en wordt de pasage allerwegen
nog door kisten eu andere onuitgepakte emballage versperd. Dit geeft aan du
Parijzenaars aanleiding om dc op 1 April geopende expositie een grooten pois-
son d'Avril te noemen, eu legt aan den correspondent van een der belgische
bladen de klagt in den mond, dat men, wanneer alles gereed en voltooid zal
zijn, liet gezamenlijke fraais der wereld voor den prijs van een franc zal kun
nen aanschouw euterwijl men thans voor liet gezigt van ledige wanden en tafels
en een overhoopt gebouw vijf francs betalen moet. Er zijn pessimisten, zoo als
de verslaggever van de Débats, die beweren, dat dc tentoonstelling nog in
gcene maand gereed zal zijn, en die dan ook alleen lof overhebben voor do
menigte houders van rostauraticn, koflijhuizen cn andere vervcrschingsplaatscn,
welke gezamenlijk 2000 vierk. ellen van den naasten omtrek vun het palcis
innemen en alle nu grand complet zijn.
De fransche, engelschc cn belgische afdeclingcu belioorcn onder de verst ge
vorderde: in de engelschc ziju bijna alle kasten gevuld. De pruissische cn
oostenrijksche nfdcelingeu bewijzeu daarentegen (zoo als wordt opgemerkt), dat
dc natiën, die zij vertegenwoordigen, iu den laalsten tijd nog iets meer te doen
hebben gehad dan zich op de wereldtentoonstelling voortebereiden. Ook de oos
tersche sectiën en die van Zwitserland zijn nog zeer ten achter. Omtrent dc
uederlandsehe sectic (die ziel» in het zuidelijk deel van het paleis bevindt en
met de belgische door de fransche en pruissische al'deeliugeu ingesloten wordt,
verneemt men die klagt niet; terwijl integendeel het getuigenis, dat de cor
respondent van den Antwerpscheu Précurseur van onze afdeeling allcgt, moet
doen gelooven, dat zij althans uiet onder dc minst geavanceerde behoort. Die
correspondent kenmerkt eeuige der afdeelingeu op de volgende wijze- „Het
voorkomen der fransche is eenvoudig cn deftig; niets dan donkere of zedige
kleuren, eene strenge, welligt te strenge decoratie, zoo dat er zelfs feestelijk
vertoon wordt gemist; dc Verccnïgdc Staten, anders stroef cu ernstig, vcr-
toonen zich hier lagchcnd en bevallig; Nederland maakt eene luïsterlijkc
vertooning; Italië beeft geen schilderwerk cn andere tooi gespaard, maar bij
het oostersche kwartier steekt hel nog zeer in kleuren af. Betreedt men, na
de wijkeu van Tunis en Marocco, Egijpte, Perzie en Tnrkije doorwandeld to
hebben, het curopecsche gebied weder, dan is het, alsof men uit een schitte
renden droom tot de werkelijkheid eu het proza van het leven terugkeert."
Door een anderen belgisehei) correspondent wordt inzonderheid de fraaiheid der
uederlandsehe kasteu geroemd, welke die der Belgen ver moet overtreffen, maar
op hare beurt weder door de pruissische, met fraai snijwerk versierde vitrivcs
worden overschaduwd.
De Belgische en Pruissische afdeclingcu prijken ieder met twee standbeelden
dc Belgische met die van den kruisvaarder Boudcwijn eu van Leopold Ide
Pruissische met het uit verguld brous gegoten en voor de Rijnbrug te Keulen
bestemde ruiterstandbeeld vou koning Wilhelm I en dat van diens broeder
Frederik Wilhelm IV.
Onder de voorwerpen, die bij een eerste vlugtig ovevzigt dc aandacht trekken,
belioorcn: verscheidene locouiotiveu vnn nieuw cn vreemd maaksel, o. a. eene
van Wotlitz, bestemd lot het op- en afrijden van hellende terreinen, en ecuc
van Gouin, van hijzonder sterk vermogen, met vier cylinders en tien wielen
dc modellen der toestellen, werktuigen en gereedschappen, die tot liet doorboren
van den Mont-Cenis gebezigd werden; eene door de pauselijke regering inge
zonden afbeelding der Rouicinsehc catacomben: dc voortbrengselen uit de
Fransche fabrieken van Sèvres eu der Gobelins; bet Engelschc porselein cu
kristal; de Brabantschc kanten; een monstervat, afkomstig uit 1'Hérault, 't
welk 210,000 kannen vocht kan inhouden; dc Russische stallen, die dertig van
de schoonste paarden van keizer Alexander II bevatten; de kanonnen en andere
oorlogstuigen der verschillende natiën, inzonderheid van Pruissen, eu daartegen
over ecu tempel des Vredes van den Pruissischeu fabrikant Kriipp, waarin velen
een beeld der toekomst wenschcn te zien. Niet weinig trekt ook deeiudelooze
reeks van nieuwe werktuigen van allerlei aard het oog tot zich; hetgeen echter
nog in veel meerdere mate het geval zal zijn, wanneer al die vreemde, meest
alle reusachtige lichamen door stoom of meuschenhanden in beweging zullen
worden gebragt. Onder de bedrijven, die men in werking zal zien, wordt
genoemd eene kleine drukkerij, van den lieer Paul Dupout, met een uitsluitend
vrouwelijk personeel; eene dames-hoeden— en eene sigarenfabriek, enz.
Van de gebouwen, die het groote Nijverheids-paleis omringen, trekken in
zonderheid dc opmerkzaamheid tot zich de sierlijke, te midden van een
tropischen tuin gelegen tent of paviljoen der keizerinhet kolibrieu-palcis, eene
verzameling van de zeldzaamste cu schoonste vogels uit alle wereldstrekeneen
Portugeesch paviljoen in Don-Manuel-stijleene Turksche moskeeccu prachtige
Moorsche woning; bet Tunesische palcis: de Egyptische tempel met zijne
sphiitxcii—l:inti en ziju beroemd Boulnk-mnseumeindelijk de „Karanvauscrai"
of de internationale sociëteit met zij/.c reusachtige zaal, waar de inzenders en
bezoekers uit alle werclddeelcn elkaar zullen ontmoeten, en waaraan alle
bedenkelijke geriefelijkheden, tot een telegraaf- cn postkantoor ingesloten, ver
bonden zijn.
Naar beweerd wordt, is bot Nijverheids-paleis zelf door de hoofd-commissio
der tentoonstelling aan de Russische regering, ten behoeve van dc eerstvolgende
internationale expositie, verkocht.
De Moniteur du Soir deelt mede, dat de keizerlijke commissie
voor de tentoonstelling het nijverheidspaleis op het Veld van Mars
voor eene waarde van 7w milliocn francs tegen brandschade heeft
verzekerd.
In het paleis der wereld-tentoonstelling te Parijs zijn jl. Maandag
Fransche en Pruissische werklieden handgemeen geweest, daar deze
laatste» met geweld een lauwerkrans weder wilden hechten aan
het ruiterstandbeeld van den koning van Pruissen, hetwelk van dit