GEMEENTERAAD.
BIJ KLAD, bulioorende tot de IL-iderschu en. Nieuwedieper
Courant van Donderdag 25 Julij 181)7, N°. 59.
Zitting van Dingsdag den 23sten Julij 1867.
Voorzitter (le heer Burgemeester.
Tegenwoordig 13 leden; afwezig de heeren Papineau, Slcbe, van
Strijen en de Breuk.
De aantekeningen van het verhandelde in de vorige zitting
worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter herinnert, dat de geloofsbrieven der gekozen leden
van den Baad, volgens de wet, in de eerstvolgende zitting behooren
te worden onderzocht; doch doet mededeeliug, dat van een paar
leden nog stukken ontbreken, die van elders moeten komen. Hij
stelt voor bedoeld onderzoek alsnu te doen plaats hebben in de
volgende vergadering in de maand Augustus. Dienovereenkomstig
wordt besloten.
De Voorzitter brengt, namens het Dagelijksch Bestuur, ter tafel
de rekening van ontvangsten en uitgaven der gemeente en van het
Burgerlijk Armbestuur en het Algemeen lVeeshuis over het jaar
1S66. Wij ontleeuen daaraan de volgende opgaven:
Gemeente-rekening 1866, in hoofdstukken.
ONTVANGSTEN:
I. Ontvangsten wegens vroegere diensten 31112.234
II. Balen en opkomsten spruitende uit gem.-eigend. - 1482.19
III. Opbrengst van belastingen en hellingen - 157839.054-
IV. Ontvangsten van verschillenden aard. - 2681,064
V. Buitengewone ontvangsten- 654.33
Totaal 193768.874
U I T GAVEN
I. Kosten van het huishoudelijk bestuur, enz, 10481.73
II. Kosten van invordering der plaatsel. belastingen
en middelen en teruggave deswegens. - 17370,73
III.Kosten van aanleg en onderh. van eigendommen - 40138.03
IV. Kosten der openb. veiligheid en van de brandweer - 21950.39
V. Kosten der plaatselijke gczondheids-policie - 120.00
VI. Kosten van het onderwijs en ter bevordering
van kunsten en wetenschappen- 23723.054
VII. Kosten van het armwezen, mitsgaders subsidicn
en bijdragen- 25S51.41^
VIII. Benten en aflossingen van geldleeningen. - 6700.00
IX. Andere uitgaven, niet onder de vorige hoofd
stukken behoorende- 404.28
X. Buitengewone uitgaven van allerlei aard - 3337.74
XI. Onvoorziene uitgaven- 1566.39
Totaal 151643.76
Dienst 1866.
Gemeente: Ontvangst193768.874
Uilgaaf.- 151643.76*
Saldo, 42125.114
Burgerlijk Armbestuur: Ontvangst10495.724
Uitgaaf.- 9459.184
Saldo. 1036.54
Algemeen Weeshuis: Ontvangst10575.61
Uitgaaf.- 10525.43*
Saldo. 50.174
De Voorzitter doet opmerken, dat het saldo van 42125.114 op
de gemeente-rekening, waarmede deze sluit, wel op het papier, maar
niet in de werkelijkheid bestaat. Op verzoek des Voorzitters leest
de Secretaris eene mededeeling daaromtrent voor, waaruit blijkt,
dat dit saldo is ontstaan: 1. doordien de werkelijke ontvangsten
9000 hoogcr zijn dan zij geraamd zijn2. tengevolge dat de kosten
der nieuwe brug en van den nieuwen kanaalmond eerst op de reke
ning van 1867 kunnen worden verantwoord; 3. doordien de kosten
van het maken eener schutting bij de B. C. kerk en andere werken,
als bestratingen, almede in 1867 zijn of nog worden uitgevoerd,
ofschoon zulks reeds op de begrooting voor 1866 voorkomt, en
eindelijk 4. tengevolge dat de uitgaven in laatstgenoemd jaar minder
zijn geweest dan bij de begrooting was geraamd.
De heer KraijenholT betuigt zijn genoegen over de omstandigheid,
dat het batig saldo toch ook is verhoogd door mindere uitgaven
en hoogere ontvangsten dan de raming daarvan geweest is.
Het ontwerp-besluit tot goedkeuring der rekening wordt voor-
loopig goedgekeurd.
Tot onderzoek der genoemde stukken splitst zich de Baad bij
loting in drie afdeelingcn, volgenderwijze
lste afdeeling: Voorzitter de heer Burgemeester, leden de heeren-.
de Lange, Braaksma, Berghuijs, van Kelckhoven en van Strijen;
2de afdeeling: Voorzitter de Wethouder de heer Graat, leden
de heeren: Boomsma, Jelgersraa, Janzen, Slebe en de Breuk;
3de afdeeling: Voorzitter de Wethouder de heer Bakker, leden
de heeren: KraijenholT, Maalsteed, Zur Muhlen en Papineau.
De vergaderingen der afdeelingcn zullen achtereenvolgens den 29,
30 en 31 dezer plaats hebben.
De Voorzitter deelt mede, dat, ter vervulling eener bestaande
vacature bij het personeel der openbare scholen, 10 sollicitanten
zich voor die hulponderwijzers-betrekking hebben aangemeld en
dat in overleg met den heer districts-schoolopzicner en den hoofd
onderwijzer de volgende personen op de voordragt zijn geplaatst:
1. G. Eolkertsma, 2. B. Laverman, 3. II. van der Wcy, de beide
eersten wonende te Leeuwaiden, de laatste te Sneek.
De heer Braaksma verwondert zich, dat de hulponderwijzer
J. Bakker, die ten vorigen jare tijdelijk als hulponderwijzer alhier
is werkzaam geweest en thans ook onder de sollicitanten behoort,
niet op de voordragt is geplaatst. De heer Maalsteed vraagt,
of men verpligt is juist uit de voorgedragenen te kiezen. De
Voorzitter beantwoordt den heer Maalsteed.
De heer Boomsma beveelt het den leden aan, om zich aan de voor
dragt te houden, omdat men toch dient vertrouwen te stellen in de
personen, die bij het opmaken der voordragt zijn gehoord.
Bij stemming wordt tot hulponderwijzer gekozen G. Eolkertsma
op J. Bakker waren 2 stemmen op B. Laverman en H. van der Wey
ieder 1 stem uitgebragt, terwijl 1 briefje in blanco was ingekomen.
Er wordt gelezen een adres van het bestuur van het Artillerie-
Vrijkorps alhier, houdende verzoek om thans, nu dc wet op de
Schutterij door de Eerste Kamer is verworpen, een gunstige
beschikking te willen nemen op het vroeger ingezonden adres,
waarbij eene subsidie uit de gemeentekas was aangevraagd ten
behoeve van het Korps met het oog op dc groote kosten, die bij
de oprigting worden gevorderd. Bcstuurdcren van het Korps wijzen
er op, dat thaus het nut van het Vrijkorps aanmerkelijk is verhoogd.
De Voorzitter geeft zijn leedwezen te kennen dat het verzoek
is herhaald. Ilij doet uitkomen, dat er nu even goed nog eene
nieuwe wet op de Schutterij te wachten is, terwijl men niet weet
welke zware geldelijke verpligtingen daarbij ons zullen worden
opgelegd. Hij stelt daarom voor de beslissing op het gedaan
verzoek alsnog te verdagen.
De heer Zur Muhlen kan zich met de zienswijze van het Dag.
Bestuur volstrekt niet vereenigen. Hij acht het iiiet goed altijd
eene afwachtende houding aan te nemen; zoodoende zou er nooit
iets goeds tot stand komen. En wat er boven ons hoofd hangt en
over eenige jaren gebeuren kan is z. i. moeijelijk te raden.
De heer KraijenholT wist, dat hij van de zijde van het Dag. Best.
geen ondersteuning van het adres kon verwachten, maar toch is hij
verbaasd over hetgeen hij van den Voorzitter heeft gehoord. Hij
vraagt zijne medeleden of dat de bedoeling is geweest, toen men
voor eenigen tijd de beslissing een paar maanden heeft verdaagd.
Hij had het dan beter gevonden als men de vorige keer al dadelijk
had te kennen gegeven, dat men voor die zaak geen geld beschikbaar
wil stellen.
Dc Voorzitter antwoordt door te wijzen op de finantiële belangen
der gemeente en noemt de gevolgde wijze van handelen een voor-
zigtighcids-maatregel. Niet in eens wilde men het verzoek afwijzen,
omdat zulks bij het tot stand komen van het korps welligt een
onaangenamen indruk zou maken.
De heer KraijenholT bestrijdt dc meening des Voorzitters als
zouden de aangevraagde gelden ter bestrijding van onnoodige uit
gaven moeten strekken. Ilij stelt voor om, daar het Dag. Best. de
behandeling van het adres au fond op die wijze tegenhoudt, daartoe
thans over te gaan.
De heer Braaksma vraagt inlichting omtrent het doel, waartoe de
gelden worden aangevraagd.
De heer KraijenholT deelt mede, dat het onmogelijk is de kosten
der uniformen voor de mingegoeden, die tot het korps behooren uit
de gewone inkomsten te vindendat de anderen allen voor hun
uniform zorgenmaar dat, daar dit korps niet enkel uit gegoede
burgers bestaat, het zeer noodig is, dat er eene toelage uit de
gemeente-kas worde verstrekt.
De Voorzitter stelt nu voor geen subsidie te verleenen. Hij
doet opmerken, dat van wege het gouvernement grootendeels al het
benoodigde wordt verstrekt. Hij put uit de door het Centraal
Comité van den YVeerbaarhcidsboud verspreide circulaire de opmer
king, dat het er juist niet op aankomt om uniform te dragen,
terwijl de hoofdzaak schijfschieten is. Hij betuigt een voorstander
der volkswapening te zijn, herinnert, dat hij vroeger ook zelve
daaraan heeft deelgenomen, doch is van oordcel, dat in dit geval
geen subsidie uit de gemeente-kas moet verstrekt worden.
Dc heer KraijenholT doet opmerken, dut onze gemeente in vele
opziglen in een gunstige positie verkeert; hij heldert dit op door
te wijzen op de Patentwet en de tegenwoordige wet op de Schut
terij, beiden zeer voordeelig voor de plaats onzer inwoning. Hij
wijst verder op de redenen, waarom men in andere plaatsen vrij
korpsen heeft, die geenc subsidie behoeven, of men heeft daar
korpsen die geheel uit meer gegoede burgers zijn zamengcsteld, óf
men heeft daar meer te rekenen op dc ondersteuning der burgerij,
terwijl hier dc heer Burgemeester zelve niet eens het voorbeeld geeft
om het korps met eene bijdrage le steunen. Hij doet verder op
merken hoe noodig het is, dat de manschappen allen van eene
eenvoudige uniform worden voorzien, daar sommigen zeer slecht zijn
gekleed, hetgeen vaak bij de exercitiën hoogst lastig is.