1868. N°. 8.
Vrijdag 17 Januarij.
26 Jaargang
BINNENLAND.
Ir
GEMEENTERAAD.
tut
IC
MED
U I'
it v,
i gen,
voor
HELDERSCHE
EN i\IEUWED1EPER COURANT,
eilt
„Wij huldigen het goede."
id
EN,
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
Uitgever
Bureau:
A. A. BAKKER Cz.
MOLENPLEIN, N°. 101.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels GO cent,
elke regel meer 15 cent, behalve 35 cent zegelregt.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Za°e Zitting van Dingsdag den 14 Januarij 1868.
temt
Twe
iT
nd t
3 Stf
JUS
ran
00
ld,
Sa
61
51
41
li
30-
7t;
71
7f
91
si
3
21
21
20}
73:
n;
app.
305
112
105
ilo.
wal
50,
Voorzitter de heer Burgemeester.
Tegenwoordig 11 leden; afwezig de heeren Boomsma, Zur Muhlen, van
Strijen, Haagsma, Berghuijs.
De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd.
Er wordt overgegaan tot de benoeming van het stembureau voor de op 22 dezer
te houden verkiezingen voor twee leden van de Tweede Kamer en voor een lid
van den Gemeenteraad in de plaats van den heer jhr. T. J. Kraijenhoif.
Tot leden van het stembureau worden gekozen de heeren Jelgersma en
Haagsma en tot plaatsvervangers de heeren Berghuijs en de Breuk.
Er worden gelezen eenige missives van HH. Gedeputeerde Staten dezer pro
vincie en van Z. Exc. den Minister van Binnenlandsche Zaken, houdende
bezwaren tegen de concept-begrooting voor deze gemeente, dienst 18G8. Die
bezwaren komen hierop neder, dat, naar inzien van Gedep. Staten en ook van
den Minister, reeds iu dit jaar behoorde te worden aangevangen met de af
schaffing van ten minste ééne der verbruiksbelastingen. De Minister maakt
zwarigheid om op die wijze de goedkeuring des Konings voor te stellen, die
noodig is tot voortdurende heffing van belasting op voorwerpen van verbruik.
Verder wordt nog door den Minister aangemerkt, dat het Gemeentebestuur van
de voordeelige positie, waarin het zich tot heden geplaatst zag, om verbruiks
belasting te raogeu blijven heffen, had moeten gebruik maken om schuld te
delgen. Eindelijk dringt de Minister er op aan, dat er voor het vervolg ook
schoolgelden zullen worden geheven op de openbare scholen cn dat de Hoofde
lijke Omslag worde verhoogd.
De Voorzitter deelt mede, dat het Dagelijksch Bestuur aan deze aangelegen
heid in hooge mate zijne aandacht heeft gewijd en wetende hoe de leden van
den Raad allen gezind zijn voor de instandhouding der verbruiksbelasting
en tegen opdrijving van den Hoofdelijken Omslag, hebben B. en \V. een
concept-antwoord in gereedheid gebragt. In dat antwoord wordt op duide
lijke wijze aangetoond de behoefte die er voor deze gemeente bestaat om
belastingen op voorwerpen van verbruik te blijven heffen; dat de aanleg van
straten en riolen in nieuw aangebouwde gedeelten dezer gemeente groote
sommen vereischt; dat de uitvoering van al de dringend noodige openbare
werken de som van f 146,000 zonde kosten (dit wordt door een staat dier
werken aangetoond); dat bij verdere aanbouwingen die uitgaven nog aanmer
kelijk zullen stijgen; dat schulddelging op die wijze zoo goed als onmogelijk
is; dat de aanleg van een brug en van een nieuwen mond aan het Heldersche
kanaal groote kosten gevorderd hebben en dat het Gemeentebestuur slechts
met moeite het aangaan van een nieuwe geldleeuiug tegenhoudt. Verhooging
van den Hoofdelijken Omslag wordt verder voor zoo goed als onmogelijk ver
klaard, daar de thans bestaande heffing, hoe gering ook, tot zeer groote moeije-
lijkheid en tot vervolgingen aanleiding geeft. Wat de heffing van schoolgelden
op de openbare scholen betreft, dit wordt als zeer ongeraden voorgesteld, en
aangetoond, hoe hier reeds vele jaren vóór de invoering der wet van 1S57
kosteloos onderwijs werd gegeven. Bij onderzoek is het gebleken, dat van de
ruim 1900 kinderen, die de openbare scholen bezoeken, maar 400 gevonden
zijn, wier ouders in staat zouden zijn een matig schoolgeld te betalen. Wijzende
op den zeer bijzonderen toestand in deze gemeente, niet te beoordeelen naar het
cijfer der bevolking, wordt in dit antwoord met kracht aangedrongen op het
behoud der belastingen op voorwerpen van verbruik.
De heer de Breuk brengt hulde aan de redactie van dit adres, dat z. i. de
overtuiging van den Raad volkomen uitdrukt. Hij verzekert verder, dat in
deze gemeente, waarvan hij nu bijna 25 jaren ingezetene is, de verbruiks
belastingen noodwendig moeten blijven bestaan.
Het concept-adres wordt daarop met eenparige stemmen goedgekeurd.
Voor kennisgeving worden aangenomen de volgende mededeelingen
a. Dat de boeken en gelden van den Gemeente-Ontvauger bij de op gistercu
gebonden verificatie zijn in orde bevonden, terwijl zich in ka8 bevond
de som van f 26468.50^.
b. Dat Gedeputeerde Staten hunne beslissing omtrent de goedkeuring der
begrooting voor deze gemeente, dienst 1868, hebben verdaagd en dat zij
het Gemeentebestuur magtigen van de sommen iu gewone uitgaaf tot op
de helft te beschikken.
e. Dat de Plaatselijke Schoolcommissie baar Reglement van 5 Maart 1858
heeft gewijzigd.
d. Dat er iu ons vaderland eene vereeniging, tot het verleenen van hulp
aan zieke en gewonde krijgslieden in oorlogstijd, onder den naam van
nHet Roode Kruis" is tot stand gekomen, waarvoor, namens het bestuur der
vereeniging, de ondersteuning der leden van den Raad wordt ingeroepen.
(Aan elk der leden wordt een exemplaar der statuten uitgereikt).
Er wordt afwijzend beschikt op een adres vau de alhier bestaande commissie
voor het houden eener hardrijderij op schaatsen, houdende verzoek om ten
behoeve daarvan ecne subsidie uit de gemeentekas te erlangen.
Op voorstel van HH. Commissarissen van het ziekenhuis en de apotheek
der gemeeute, wordt besloten aan A. B. Pastoor, leerling in de apotheek, over
1867 eene gratificatie te verleenen van f 50 en aan den ziekenoppasser M.
Koorn van f 15 voor het verrigten van bnitengewonc diensten, vooral ook bij het
heersche^i der cholera.
Hierop werd de vergadering door den Voorzitter gesloten.
HELDER en NIEUWEDIEP, 16 Januarij,
Het Wetgevend Ligchaam heeft de wet op de legerorganisatie
met 199 tegen 60 stemmen aangenomen. Men had zulk eene
meerderheid niet verwacht.
De laatste rede, van den minister Rouher, toont aan hoe Europa
zich zeiven ruïneert door de staande legers. In Italië, Oostenrijk,
Rusland, Noord-Duitschland en Frankrijk te zamen heeft men meer
dan zes millioen gewapenden en de overige staatjes mederekenende,
komt men over de zeven millioen, zoodat men in Europa 's jaars
6000 millioen francs verspilt met niet te oorlogen. Dat is een
groote dwaasheid en indien een onzer zijn inkomen op dezelfde
manier bestuurde, als de groote staatslieden het noodig denken, zou
zijne familie hem zekerlijk, om verkwisting, óf onder curatele stellen,
of erger, naar Meerenberg zenden.
De Belgische kamer der vertegenwoordigers heeft jl. Dingsdag
hare werkzaamhedeu hervat. Bij den aanvaDg der zitting heeft de
heer Frère-Orban, de nieuwe minister-president, eene opheldering
gegeven betreffende de jongste kabinetscrisis. Uit zijne mededeelingen
bleek, dat o. a. kwestiën als die betreffende de scholen voor volwassenen
de overeenstemming tusschen de ministers had verbroken.
De 2de luit. C. J. Visser, van het gedeelte van het corps Mariniers
te Amsterdam, is overgeplaatst bij het gedeelte van het corps alhier.
De heer P. Haagsma is, ouder de gewone bepalingen van onder-
hoorigheid, erkend en toegelaten als vice-consul van Zweden en
Noorwegen alhier.
Vrijdag a. s., 's avonds 7£ ure, zal in het gebouw voor volks
voorlezingen iu de Nieuwstad als spreker optreden de heer
P. Uurbanus.
Het concertgezelschap Apollo gaf Dingsdag 11. zijn tweede winter-
concert. Als solisten traden dien avond op de heeren van der Eijken
(uit Haarlem) en Stöver (uit Amsterdam). De heer van der Eijken,
dien wij eenige jaren geleden op een der concerten leerden kennen,
is merkbaar vooruitgegaan. Zijue techniek is uitmuntend. Beminnaars
der klassieke muziek hebben dien avond een waar genot gesmaakt.
De sonate van Beethoven, de ballade van Chopin en de fantaisie
uit Tannhauser van Raff, werden door den verdienstelijken pianist
met zeldzame accuratesse ten gehoore gebragt. Zijn spel is stout en
getuigt van veel studie. Wat wij het meest in het spel van den heer
van der Eijken bewonderen, is zijne technische vaardigheid, waar
van hij in eenige chromatique- en dubbelgangen doorslaande be
wijzen gaf.
Het spel van den heer Stöver is lieflijk en melodieus. Het
concert van Leonard werd geacheveerd en met smaak voorgedragen.
De heer Stöver maakt geen jagt op effekt. Zijn spel is kalm
bedaard en wegslepend. De valse van Wieniawski werd met aplomb
ten gehoore gebragt, en gaf den hoorders gelegenheid den solist
terug te roepen welke beleefdheid door de voordragt van nog een
juweeltje van Wieniawski door den solist beloond werd. Flageolet-
toonen en dubbelgrepen lieten niets te weusehen over. De luide
toejuichingen, die den beiden solisten ten deel vielen, hebben genoeg
bewezen, dat de aanwezigen ruimschoots voldaan waren.
Het orchest, onder leiding van onzen ijverigeu directeur, den heer
Bekker, werkte in het algemeen zeer goed. De symphonie van
Kalliwoda werd met aplomb uitgevoerd. De ouverture Ahnenschatz
en Meeresstille und gliickliche Fahrt werden mede verdienstelijk ten
gehoore gebragt. Jammer dat het slot van het laatstgenoemde, door
het niet op tijd invallen der tweede trompet, zeer ontsierd werd.
Wat meer stilte in de nevenzalen, vooral onder de soli, zonde
zeer aan te bevelen zyn.
Zr. Ms. stoomfregat Adolf Hertog van Nassau, is, gelijk wij in
ons vorig nummer vermeldden, den 5 Januarij ji. in de haven van
Mahon binnengeloopen. Het schip had op de reis van Barcelona
naar Toulon met hevige stormen te kampen, waardoor het een
verlies geleden had van drie sloepen, de fok, stormfok en het
groote want. Het schip en de machines hebben zich tegenover de
woedende elementen uitstekend gehouden. Men was voornemens
in Mahon de geleden schade zoo veel mogelijk te herstellen en
nadere orders van het Departement van Marine af te wachten over
de te nemen route, daar de reparatie stellig 2 a 3 weken duren
zoude en men door dit tijdverlies onmogelijk alle plaatsen kon
bezoeken, die aanvankelijk aangewezen waren, wilde men medio
Maart te Lissabon zijn om met het aldaar verwacht wordend
stoomschip Metalen Kruis gezamenlijk de terugreis naar het vaderland
te aanvaarden.
Zijne Excellentiën de heeren mr. Luijben en mr. van Lijnden
van Sandenbnrg, nieuw benoemde ministers, respectievelijk voor de
zaken der R. C. en der Hervormde en andere eeredienstcu, hebben
jl. Dingsdag den ambtseed en gisteren hunne functiën aanvaard en
zich het personeel hunner departementen doen voorstellen.
Van de hand des heeren Jonckbloet, lid der ontbonden Tweede
Kamer is dezer dagen eene brochure in het licht verschenen getiteld:
„Het kabinet van Zuylen, een woord aan het Nederlandsche volk."
In ons vorig nnmmer wezen wij er op, hoe het manifest, door
de Amsterdamsche kiesvereeniging Surgerpligt uitgevaardigd, een
navolgenswaardig voorbeeld mag heeten vau kalmte en bezadigdheid
bij de bespreking der verkiezingen. Dat dit voorbeeld niet eenig
is, wordt o. a. bewezen door de volgende opmerkingen, voorkomende
in het katholieke bladde Gelderlander.
„Als men alleen vraagt: heeft het oud-lid vóór of tegen gestemd,
om hem te herkiezen of te weren, toont men zich schromelijk
kortzigtig. De geheele staatkundige loopbaan zal betere uitkomsten
opleveren. Er dient gelet le worden op zijue antecedenten, op
zijne geschiktheid, zijn onafhankelijk karakter en of hij naar over
tuiging gesproken en gestemd hebbe cn luidt dit alles iu zijn
voordeel, welnu, hij verdient herkozen te worden, onverschillig of
hij tot de voor- of afstemmers der laatste begrooting behoord hebbe."
De Staatscourant van gisteren bevat de oproepingen tot vergelijkende
examens voor aspiranten om te worden aangesteld als leerlingen-
telegrafist en als klerken bij den Rijkstelegraaf.
Men schrijft ons uit Vlieland, dd. 13 Januarij
„In uw blad las ik dezer dagen een berigt uit Wieringen omtrent
28 jongelieden, enz. Die lieden deden ten onzent den ongchoorden
eisch van 1300 om het schip ledig te pompen; overtuigd dat die
eisch veel te hoog was, hebben zij betzelfde werk aangeboden te
doen voor 700, welk bod niet is aangenomen en zij dus onver-
rigter zake konden naar huis gaan, terwijl het werk den volgenden
dag is verrigt door ingezetenen van deze plaats, voor 100."
Men schrijft ons uit Terschelling, dd. 13 Januarij:
„Het Noordsehe brikschip Mjolner, kapt. L. Berg, in den avond
van 11 dezer op den Noordvaarder gestrand, is met adsistentie
afgebragt en hier heden in de haven gearriveerd.
„Niettegenstaande onze ijverige postschipper W. Klijn nog
dagelijks naar Vlieland vertrekt, ontving ik gisteren een telegram,
32 uren na de ontvangst op Vlieland. Hieruit is pa te gaan hoe
moeijelijk de communicatie is."
Te Alkmaar heeft dezer dagen weder de gewone jaarlyksche af
kondiging plaats gehad van de aloude Zondagswet van 1 Maart 1815.
Op Dingsdag 21 dezer zal te Alkmaar door de rederijkerskamer
Tollenseene buitengewone vergaderiug gehouden worden ten
voordeele der weduwen en weezen te Terschelling.
Te Hoorn zijn door de kiesvereeniging „Burgerpligt" als candidaten
voor het lidmaatschap der Tweede Kamer gekozen de heerenMen-
sonides (lid der ontbonden Kamer) en van Nierop.
De heer J. Dirks, ingenieur van den waterstaat en eerstaanwezend
ingenieur bij de Amsterdamsche Kanaal-Maatschappij, heeft, zegt
men, zyn ontslag gevraagd uit die betrekking.
Te 's Hage is een vrouw gevat, die te Wassenaar de R. K. kerk
had bestolen, en waarschijnlijk meer kerk-diefstallen op hare
rekening heeft.
Te 's Ilertogenbosch is jl. Zondag eene arresledentogt bij fakkellicht
gehouden, met 2 muziekkorpsen; er werd bij gecollecteerd en ruim
400 opgezameld voor do algemeene armen.
Of men in Noordhrabant ook zware varken3 mest, blijkt uit het
volgende: Te Mierlo is een varken geslagt, dat 546 halve kilo's
woog eu nog geen 17 maanden oud was.
J. Jongsma, wonende te Dokkum, heeft jl. Vrijdag aan eene
hardrijderij op schaatsen te Winsum deelgenomen en den prijs
behaald. Deze bestond iu de som van 100. Den volgenden dag
was hij weder zoo gelukkig om bij eeu hardrijderij te Groningen
insgelijks de overwinning te behalen. De prijs was nu 130.
De spoorweg MeppelHeerenveen is gisteren voor het publiek
geopend.
In de week van 511 Januarij 1868 hebben zich geene gevallen
van veetyphus in het Ryk voorgedaan.
De staatsschulden in het jaar 1867 gemaakt, beloopen alleen wat
Europa betreft, eene som van 728,176,922 gulden.
MONSTER^ 11 Jan. Als een voorbeeld van de hooge prijzen,
welke in het Westland voor tuingrond betaald worden, meldt men
dat eergisteren te Poeldyk 2 bunders, 29 roeden, 20 ellen tuin- en
boomgaardland en 55 roeden, 35 ellen teelland verkocht zijn voor
14,755.
UTRECHT 13 Jan. Een zevental passagiers met den wagen van
van Gendt en Loos, van hier op Tiel, verkeerden gisteren met den
overtogt aan het Beusichemsche veer in groot gevaar. Terwijl de
boot, bevracht met passagiers, conducteur, enz. en goederen, midden
op de Lek was, in het slop op de sleuf, tot dat doel in het ijs
gemaakt, kwam het ijs aan de bovenzijde in beweging, drong op
de boot aan, dreigde die al spoedig te verpletteren en bragt de
opvarenden in direct levensgevaar. Gelukkig zijn allen gered, en
is men er met het verlies der goederen en met den schrik afgekomen.
Naar aanleiding van de hervorming in de opvoeding der meisjes
door den minister Duruy te Parijs ingevoerd, deelt de Parijsche
correspondent van het Dagblad een brief van Napoleon I, den
15 Mei 1807 geschreven, mede, waaruit blijkt hoe die vorst over
het gewigtig punt van de opvoeding der vrouwen dacht:
Wat behoort men te leeren aan de jonge jufvrouwen, die te
Ecouen worden opgevoed? Men moet aanvangen met de godsdienst
naar de gestrengheid harcr beginselen. Hieromtrent moet gy geene
afwijking hoegenaamd toelaten. De godsdienst is eene hoogst
gewiglige zaak in een instituut voor meisjes. Zy is, wat men er
ook van zeggen moge, de zekerste waarborg voor moeders en echt-
genooten. Draag zorg geloovige, geene redekavelende vrouwen te
vormen. Het hoofd van de vrouw is zwak; hare denkbeelden zijn
onbestendig; hare bestemming in de maatschappij vordert een'
altoosdurenden geest van gestrengheid en onderwerping voor haar
zelve, gepaard aan eene zachtmoedige, Christelijke toegeeflijkheid
voor anderen. Eene godsdienst van liefde alleen kan aan de vrouw
die hoedanigheid geven. De wetenschap, die men te Ecouen te
onderwijzen hebbe, moet bijna uitsluitend bestaan in de leer van
het Evangelie. Ik verlang dat de vrouwen, die daar hare opvoeding
genieten, zich in de wereld ouderscheiden niet door hare bevallig
heden, maar door hare deugden.
Datgeen waardoor zij te behagen hebben, moeten zy ontleeneu
aan hare zeden en aan haar hart, niet aan haar geest en wat slechts
tot tijdkorting strekt. Ecouen behoort dus tot directeur te hebben
een man vau gevorderden leeftijd, verstandig en streng van zeden.
De kweekelingen moeten dagelijks geregeld bidden, de mis hooren
en onderrigt in den catechismus ontvangeu. Het is dat gedeelte
van het onderwijs, waaraan de meeste zorg behoort te worden toe
gewijd. Vervolgens moet men de kweekelingen leeren cijferen,
schrijven en met de grondregelen der taal bekend maken. Men
leere haar ook een weinig aardrijkskunde cn geschiedenis, maar
vooral geen Latijn of vreemde talen. Aan haar, die eenigzins in
jaren gevorderd zijn, kan een weinig kruidkunde, natuurkunde en
natuurlijke historie onderwezen worden, doch ook daartegen bestaan
nog wel bedenkingen. Bij de natuurkunde bepale men zich tot
hetgeen noodzakelijk is om eene lompe onwetendheid of een dom
bygeloof te voorkomen. Ik weet niet in hoeverre het mogelijk zal
wezen, ook eenig onderrigt le geven in de geneeskunde en in de
artsenij-bereidkunde, namelijk voor zoover dit dienen kan om eene
goede zieken-oppasscres te vormen. Ook van de kookkunst moeten
de kweekelingen iets verstaan. Ik zou wenschen, dat een jong
meisje, nadat zij Ecouen verlaten heeft en zich aan het hoofd van
een huisgezin bevindt, hare eigene kleederen kon vervaardigen en
die harer echtgenooten herstellen; dat zij tevens voor de luijermand
harer kinderen geene vreemde hulp behoefde; en dat zij op eene
goedkoope en eenvoudige wijze voor haar huisgezin eenige ver
snaperingen wist toe te bereiden en zelve haar man en kinderen,
in geval van ziekte, wist te verplegen.
„Behalve den directeur mag niemand van het mannêlyke geslacht
Ecouen bewonen of daarin toegelaten worden. Zelfs de tuinarbeid
moet door vrouwen verrigt worden.
„Het zal wel overbodig zijn te doen opmerken, dat niets slechter
bedacht, niets strenger te veroordeelen is, dan de jonge meisjes
comedie te doen spelen" enz.
Ziedaar hoe Napoleon I over de opvoeding der meisjes dacht.
BENOEMINGEN EN VERPLAATSINGEN Bil MARINE EN LEGER.
Aan den ritmeester der Kavallerie L. A. Greve, thans op
non-activiteit, is, op zijn verzoek, eervol ontslag uit de militaire
dienst verleend.