1868. N°.34.
Woensdag 18 Maart.
26 Jaar
KENNISGEVING.
aangifte voor de zeemilitie.
BINNENLAND.
BUITENLAND.
LAATSTE BERIGTEN.
«I
Uitgever
A. A. BAKKER
Cz.
VASTSTELLING DER 266STE STAATS-LOTERIJ.
B E L 6 I E.
F R A N K R IJ K.
GROOT-BRITTAN NIE.
DUITSCHLAND.
HELDERSCHE
EN NIEUWEDIEPER COÜRAMT.
„Wij huldigen het goede,"
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
llureati:
MOLENPLEIN, N°. 163.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels GO cent,
elke regel meer 15 cent, behalve 35 cent zegelregt.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER noodigen bij
deze uit, de Lotelingen van de ligting van dit jaar, die verlangen bij de Zee
militie te dienen, om zich daartoe voor den eersten April aanstaande ter
Secretarie dezer gemeente aan te melden, op een werkdag, tusschen des voor
middags van 9 tot 1 ure.
DeZeerailitiens ontvangen vier jaren na den dag hnnner inlijving een bewijs
van ontslag uit dc dienst, en worden, wanneer zij een behoorlijk paspoort hebben
ontvangen, in tijd van vrede, van de dienst bij de Schutterijen vrijgesteld.
De Zeemilitie wordt bestemd tot bemanning van de verdedigings-vaartuigen
voor de hinnenlandschc dienst en langs de kasten. Zij wordt niet naar dc
Koloniën en Bezittingen van het Rijk in andere werelddeelen gezonden, tenzij,
ingeval van zeer buitengewone omstandigheden, eone nadere wet daartoe
magtiging verleent.
Aan hen, die verlangen na volbragte oefeningstijd in werkelijke dienst te
blyven of te komen, zonder zich als vrijwilliger te verbinden, wordt zulks vergund.
Aan hen, die zich met verlof bevinden, wordt in gewone tijden vergunning
tot uitoefening van de Buitenlandsche Zeevaart en Visscherij verleend.
Aan Lotelingen die vóór hunne inlijving bij de Landmilitie, hun beroep van
de Buitenlandsche Zeevaart maakten, en zich voor de Zeemiltie hebben aange
boden doch daarbij niet hebben kuunen worden aangenomen, wordt, wanneer zij
xy zich met verlof bevinden, mede in gewone tijden vergunning tot uitoefening
vao de Buitenlandsche Zeevaart verleqnd.
In gewone tijden kunnen de manschappen der Zeemilitie vergunning bekomen
tot het aangaan van een huwelijk, wanneer zij hun derde dienstjaar
hebben volbragt.
Voor Lotelingen die hun beroep vau de Buitenlandsche Zeevaart maken, is
het alzoo van belang dat zij zich op den boven bepaalden tijd voor de Zeemilitie
aanmelden, omdat zij anders bij de Militie te land ingelijfd worden en gedurende
bon diensttijd geene vergunning verkrijgen om hun beroep uit te oefeneu.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester.
den 2 Maart 1868. L. VERHEY, Secretaris.
Het GEMEENTEBESTUUR van den HELDER brengt ter openbare kennis,
dat bij resolutie van Z. Ex. den Heere Minister van Financiën van den 20
Februarij 11., N°. 70, krachtens de daartoe door den Koniug verleende magti-
ging, is vastgesteld de 266ste Staats-Loterij, bestaande uit 20,000 loten,
10,000 prijzen en 2 preraiën, overeenkomstig het plan aan die resolutie gehecht.
Beide stukken, geplaatst in de Staatscourant van 25 Februarij 11., N°. 48,
zijn voor belangstellenden aan de Secretarie der gemeente ter lezing nedergelegd.
Het Gemeentebestuur voornoemd,
Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester.
den 16 Maart 1868. L. VERHEY, Secretaris.
HELDER en NIEUWE DIEP, 17 Maart.
Ziet hier de vijf voornaamste punten der akte van beschuldiging,
opgemaakt tegen Andrew Johnson, president der Vereenigde Staten
ran Noord-Amerika. De president wordt beschuldigd1°. de
constitutie te hebben geschonden, door een staatsambtenaar af te
zetten gedurende de senaatszitting; 2°. tot bedoelde afzetting te
zjju overgegaan in strijd met de „tenure of office act"; 3°. generaal
Thomas tot de betrekking van secretaris (minister) van oorlog benoemd
le hebben, terwijl wettiglijk een ander minister in functie was;
4°. met Lorenzo Thomas te hebben zaamgezworen om door kracht
vau wapenen in het bezit van het departement van oorlog te komen
5°.getracht te hebben te bewerken, dat officieren deslegers ongehoorzaam
waren aan de wetten des lands en een zamenzwering vormden om
den secretaris (minister) van oorlog uit zijn ambt te verdrijven.
In een Duitsch blad wordt omtrent de reis van Prins Napoleon
naar Berlijn gemeld, dat dit uitstapje wel degelijk een politiek doel
heeft. De Prins zou namelijk in last hebben met het Pruissische hof
te onderhandelen over een algemeene ontwapening - - en in
verband hiermede tevens te bespreken de twee hoofdkwestiën van
het oogenblikde definitieve zamenstelliog van Zuid-Duitschland
en de gisting in de Christen-provinciën van het Ottomanische rijk.
Wat er van zij, hij is er, welnu! dan moet men veronderstellen dat
een heer zoo knap als de Prins, wel zooveel mogelijk van den
Koning van Pruissen en zijn factitum zal zien te weten te komen,
maar daar staat tegenover dat zijn gastheer ook wel eens zyn hoog-
geëerden gast, omtrent Frankrijk zal zoeken te polsen.
Prins Napoleon is een trekvogel, die alle deelen der wereld beziet
en gaarne eens van huis is. Waarom zou een bezoek van Z. K. II.
aan het Berlijnsche hof iemand dus verwondering baren? hooren we
een ander zeggen. Maar nu meldt men dat er tusschen den Prins en
Keizer Napoleon gedurig telegrammen worden gewisseld. Dat
beteekent toch wel ietsEr zijn waarlijk zaken genoeg, over welke
een intiem onderhoud kan gevoerd worden. Het geheel is in allen-
gevalle een teeken van de goede verstandhouding tusschen Frankrijk
en Pruissen, alsmede van sympathie tusschen Prins Napoleon en
den Keizer.
Heden is door Burgemeester cn Wethouders dezer gemeente open
bare afkondiging geschied van de Raadsbesluiten, in dato 8 October
1867, tot heffing der bestaande belastingen ten behoeve der gemeente,
op het gemaal, den turf, het geslagt en gedistilleerd, welke heffing
door Z. M. den KoniDg is toegestaan tot ultimo April 1869.
Behalve door aanplakking zijn die besluiten voor belangstellenden
ter Secretarie der gemeente ter lezing nedergelegd.
Wij vernemen dat de heer K. van Vliet, cargadoor, benoemd
ia tot consnlair-agent van de Noord-Amerikaansche Unie voor
deze gemeente.
Naar wij vernemen is het geheele bedrag der door de com
missie voor den Helder en omstreken ingezamelde liefdegaven ten
behoeve der noodlijdenden door de zeeramp op Terschelling,/1200.60.
Gisteren voormiddag ten 11 ure had in het lokaal de Oude
Doelen, te Alkmaar, eene vergadering plaats van kiezers voor leden
ran de Tweede Kamer der Staten-Generaal uit dit district. In
deze bijeenkomst werd besloten tot oprigting van eene algemeene
kiesvereeniging voor het kiesdistrict Alkmaar, voorstaande de conser
vatieve beginselen. Er werd een concept-reglement voor deze ver-
eeuiging ter tafel gebragt en na gehoudene discussiën vastgesteld.
Een negental leden, in onderscheidene gemeenten van dit district
woonachtig, werden gekozen om het bestuur der vereenigiug uit
te maken.
Tot burgemeester te Westzaan is benoemd de heer G. J. Muller.
Van, naar men zegt goed onderrigte zijde, ontvangt de Arnh.
Cour. een rectificatie van haar, ook door ons overgenomen berigt
in ons vorig nommer, waaruit blijkt dat de kolonel Schönstedt,
niet zijn pensioen, maar wel zijn eervol ontslag gevraagd heeft uit
de betrekking van gouverneur der Militaire Academie, niet omdat
hem de taak te zwaar is, maar wel omdat zijne pogingen om orde
en tucht aan die instelling te herstellen en te handhaven, geene
ondersteuning meer vinden bij den minister van Oorlog.
Tq (le Kamerzitting van jl. Zaturdag is door den minister graaf van
Zuylen overgelegd het Oranjeboek, bevattende de diplomatieke bescheiden, in
zake de Limburg-Luzemburgschc aangelegenheden. Ze zijn in banden gesteld
eener commissie van onderzoek, bestaande uit de beereu Thorbecke, van Goltstein,
Rochussen, van der Maesen en van Heemskerk.
Volgens den minister zal uit de overgelegde stokken voldoende blijken,
het volgende:
1. Het doel, om den regtstoestand van Limburg bij verdrag te regelen, ia
door het tractaat van Londen bereikt.
2. Het verwijt, dat de regering de Luxemburgsche kwestie zou hebben doen
ontstaan, kan door niets worden gestaafd dan door eene zinsnede in eene
vreemde depêche, die verkeerd was opgevat.
3. De regering was met den Groothertog van gevoelen, dat de kwestie niet
anders kon worden geregeld dan door de onderteckcnaren van het tractaat
van 1839, na voorafgaand overleg met Pruissen. Het tractaat van Londen
verwezenlijkt dit.
4. Door de Nederlandsche regering is begrepen dat het noodzakelijk was de
mondelinge mededeelÏDg van den Groothertog aan den Pruissischen gezant,
nopens Luxemburg, te doen volgen door een schriftelijke kennisgeving van de
openhartige cn loyale staatkunde ran den Groothertog.
5. In het eerste voorstel omtrent het tractaat van Londen, was van geen
garantie door Nederland sprake. Eerst den 8 Mei 's svonds kreeg men kennis
van het gewijzigd voorstel en den volgenden dag ten een ure moest het tractaat gepa
rafeerd worden. Hiertoe bewilligde de regering, in dc stellige overtuiging, dat
een enkele dag uitstel den oorlog kon doen uitbarsten.
6. Wel verre dat de houding der Nederlandsche regering hare stelling tegen
over andere mogendheden zon hebben verzwakt, heeft zij iategendeel bewijzen
ontvangen, dat die houding, als vredelievend en loyaal, algemeen bijval
heeft gevonden.
De minister van Binnenl. Zaken heeft zich eergisteren naar
Genemuiden begeven, om op de plaats zelve de uitgebreidheid van
de ramp, welke die gemeente getroffen heeft, op te nemen.
Te Arnhem heeft jl. Donderdag avond tusschen burgers en
militairen eene vrij ernstige vechtpartij plaats gehad. Verscheidene
personen waaronder, naar men zegt, policieagenten, zijn daarbij
gewond geworden.
ALKMAAR, 15 Maart. Er heeft zich hier eene commissie
gevormd ter oprigting van een gedenkteeken ter herinnering aan
den Hollandschen Graaf Floris V, en welligt evenzeer aan zijn
voorganger en vader Graaf Willem II, die beide zoo krachtig
hebben geijverd voor de opheffing van het lijfeigenschap en voor de
vrijheid der steden.
GENEMUIDEN, 15 Maart. De persoon, ten wiens huize de
brand is ontstaan, is naar Zwolle in het huis van arrest overgebragt.
Die persoon stond hier zeer slecht aangeteekend en verkeerde, volgens
de loopende geruchten, in financiële moeijelijkheden. De justitie
had moeite hem tegen de volkswoede te beveiligen.
Tegen het stof op de straten, hetwelk in het schoonste jaar
getijde dikwijls het. genoegen van eene wandeling bedreigt en bovendien
als hoogst nadeelig voor de gezondheid mag worden beschouwd, zou,
naar men zegt, een afdoend middel gevonden zijn. Men besprengt
de straten even als tot heden toe gedaan is met water, maar lost
daarin vooraf een bijzonder zout op; daardoor worden de straten
vochtig gehouden, het kleven van het vuil op de steenen te gelijk
verhinderd en in vergelijking met de wijze van besprenkeling, tot
heden toe in zwang, eene besparing van 20 pCt. gemaakt. Gelukken
de proeven, die men daarmede in een paar wijken van Londen zal
nemen, dan zou het aangename van meuigen zomerdag aanmerkelijk
kunnen worden vermeerderd.
BENOEMINGEN EN VERPLAATSINGEN BIJ MARINE EN LEGER.
De off. van adin. 3de kl. W. F. G. L. Fauhel, dienende op het wachtschip
alhier, wordt met den 26 dezer overgeplaatst op de korvet van Spevk, en op
genoemd wachtschip vervangen door den off. vau adm. 3de kl. F. A. Frederiks.
Met den 1 April a. s. wordt almede op genoemd wachtschip geplaatst de off.
van gez. 3de kl. C. Enthoven.
De off. van adm. 1ste kl. P. A. le Mahien, dienende op de drijvende batterij
Ncptunus, wordt met den laatsten April a. s. op non-activiteit gebragt en met
den 1 Mei daaraauvolgende op dien bodem vervangen door den off. vau adm.
2de kl. J. C. L. K. Tan Welij.
De luit. 1ste kl. J. A. Greve en de loit. 2de kl. J. IV. Visser, beiden be-
hooreudc tot de rol van het wachtschip alhier, worden met den laatsten April
a. s. op non-activiteit gebragt; terwijl met den 1 Mei daaraanvolgende in de
rol van dien bodem worden geplaatst de luit. 1ste kl. P. ten Bosch en de
luit. 2de kl. C. C. Vermeer.
De generaal-majoor J. A. le Clercq, inspecteur van het wapen der Artillerie,
is, onder dankbetuiging voor de langdurige goede diensten het leger bewezen,
op zijne aanvraag op pensioen gesteld.
De Kamer van Gedeputeerden heeft Zaturdag met eeue meerderheid
vau 38 stemmen de door de regering voorgestelde legerwet in haar
geheel aangenomen.
De vorige week heeft er vrij wat koude geheerscht in Frankrijk.
Hagelbuijen, ja ijsbuijen, vielen er dikwijls en het was zoo koud als
op Kerstijd.
Dezer dagen is Toulouse het tooneel geweest van ongeregeld
heden bij gelegenheid van de organisatie der mobiele nationale garde.
Te Nantes en te Montauban bleef het om dezelfde reden ook niet
rustig en te Albi zijn insgelijks door de volksmenigte baldadigheden
gepleegd, die echter een andere oorzaak haddendaar wilde het volk
de graankoopers met geweld dwingen hunne waar tot lagere pryzen
af te zetten.
Naar aanleiding van het door den heer Mill in het Huis der
gemeenten gesprokene, als zou de toestand van Ierland zoo gevaarlyk
zijn, merkt de Times op, dat de tegenwoordige beweging in ver
gelijking met die in 1728 niet zoo bedenkelijk is als die spreker
het wil doen voorkomen. Wel is waar wordt even als toen de
beweging van buiten af aangekweekt, maar den invloed van eenige
leden van ontbonden Amerikaanscbe legercorpsen zal wel niet in
vergelijking kunnen komen met Frankrijk en een Fransch leger dat
toen den opstand steunde. Bovendien werd toenmaals zoowel door
de hoogere als lagere standen aan de beweging deelgenomen, terwijl
de raddraaijers thans in de minst ontwikkelde klassen der bevolking
moeten worden gezocht.
De Paaschweek zal de Prins van Wale9 in Ierland doorbrengen.
Het volk zal hem zekerlijk uitbundig verwelkomen met de enthusi-
astische begeerte dat hij de voornaamste plaatselijke toestanden eens
wat van naderbij zal bekijken.
In den International leest men het volgende koddig feit. De markiezin
van Finsbury kocht in een muziekwinkel in de Regcnstreet te Londen ver
schillende muziekstukken van sentimcnteelen aard. Haar rijtuig stond inmiddels
voor de deur. Toen zij weer in haar rijtuig wilde stappen, scheen zij een
oogenblik te aarzelen. Zij kwam in den winkel terug eu keek met hare schoone
oogen den winkelbediende aan, wiens gelaat met een hoog rood bedekt werd.
wik heb iets vergeten", zeide de markiezin op een schijnbaar bevenden toon,
«ik weet niet wat mij scheelt. Ik kom terug om te vragen of ge...."
Na een korte pauze hernam de markiezin: HIk wilde u vragen of gij zoo goed
wilde wezen mij te geven Heen kus vóór ik vertrek"'" wMe... Mevrouw",
hernam de verbaasde winkelbediende. «Ik sta er op" hernam de markiezin op
vasteo toon, «dat gij mij een kus geeft vóór ik vertrek." Zij sloeg hare diepe
blikken op den beangsten winkelbediende. Zonder de minste ontroering her
haalde zij hare vraag voor de derde maal en voegde er bij: //Indien gij mij
die van daag niet kunt geven, dan zal ik op een anderen dag terugkomen."
AVat te doen? De bediende, van vreugde opgetogen, pakte de markiezin om
haar midden en gaf op haar wang de gevraagde kus. Tot zijne verbazing gaf
de markiezin hem met haar parasol een slag in het gezigt en schreeuwde zóó
overluid, dat drie policie-agenten in den winkel kwamen, die den bediende in
hechtenis namen. Den volgenden dag werd de historie voor den policie-
commissaris in Bowstrect opgehelderd. Het bleek toen dat de markiezin een
muziekstuk: Un baiser avaut de partir (Een kus voor het heengaan), een
soort van modewals, bedoeld had, die aan den winkelbediende onbekend was.
De man werd daarop onmiddellijk ontslagen
Een vriend van volksbeschaving te Londen, die zyn naam
voor alsnog niet geopenbaard wil hebben, heeft de som van 100,000
beschikbaar gesteld ten behoeve van technisch volksonderwijs.
Een zestienjarig jong mensch, die veel aan huis kwam bij de familie
Schönbeck te Koningsbergen, - de familie welke onlangs vergiftigd
werd gevonden, - heeft eveneens door cyan-waterstofzuur zich van
het leven beroofd.
Dezer dagen is van een logement te Brün de grond der eerste
verdieping bezweken. Veertien menschen zijn daarbij omgekomen.
Toen de Kroonprins van Saksen den 12 dezer des namiddags
ten 3 ure, slechts gevolgd door een enkelen rijknecht, de zoogenaamde
Hercules-allée door den Grooten Tuin inreed, naderde hem een
onbekende en legde een pistool op hem aan, dat hy uit zijn
borstzak te voorschijn haalde. De Kroonprins, in een draf voort
rijdend, had die beweging niet eens opgemerkt, maar eenige
officieren, die hem ontmoetten, gaven er hem kennis van. Deze
troffen den persoon nog op dezelfde plaats aan, maakten zich van
hem meester en gaven hem aan de policie over. Men vond het
pistool bij hem, dat geladen en met een slaghoedje voorzien was;
voorts een zakje kogels en kruid en een puntig, vrij lang tafelmes.
Bij onderzoek bleek dat hij een parapluiemaker te Dresden, zekere
Max Alexander Siegert, bijgenaamd Wittern, was. Of eene vlaag
van krankzinnigheid, tot welk vermoeden veel grond bestaat, of een
misdadig plan de drijfveer van zijne handeling geweest is, weet men
nog niet. Voorloopig is de man in het krankengesticht gebragt.
In het Eisenberger Weekblad las men onlangs de volgende
advertentie: „Al degenen die met onze eohtgenooten zaken doen,
worden hiermede verwittigd, dat onze maunen van 26 Februarij tot
4 Maart afwezig zijn en wel in de gevangenis; niet evenwel uit
hoofde van diefstal, overtreding van 's lands wetten of dergelyke
euveldaden, maar omdat zij in de kerk te Klosterlausnitz in een
stoel hebben plaats genomen, die, zoo als men zegt, aan het perso
neel van den jagermeester behoort. Dit strekke allen handelsvrienden
tot narigt. Therese Eckardt; Wilhelmine Weise."
AMERIKA.
Uit Washington wordt berigt dat de Senaat den President Johnson
heeft bevolen, uiterlijk den 23 Maart zijn antwoord op de
artikelen van beschuldiging in te dienen. Tot dien dag is die ver
gadering uiteen gegaan. De advocaat-generaal Stanberry, de regters
Nelson, Black en Civitis en de advocaat Evarts zijn op last van
den Senaat als wettelyke vertegenwoordigers van den President
Johnson opgetreden.
De wetgevende vergaderingen in Kansas bezigen thans dames
voor het registreren en hebben aan alle personen, om het even van
welke sekse of kleur, vergunning verleend tot het pleiten voor de
geregtshoven.
ZWOLLE, 14 Maart. By den brand te Genemuiden zyn de in
het gemeentehuis bewaard wordende archieven, de registers van den
burgerlyken stand en verscheidene oude documeuten door de vlammen