1868. N°.56.
y>
Vrijdag 8 Mei.
Kb$I/
uit g'ever
a. a. bakker
cz.
provincie noordholland.
binnenland!
buitenland.
AANBESTEDING.
0£(
izj,
IIELDERSUHE
vI*V.£* i
y1 ri ;:/v -C."?L
EN NIEUWEDIEPER COURANT,
„Wij huldigen het goede."
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
Bureau:
MOLENPLEIN, N°. 163.
Prijs der Advertenticn: Van 1regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent, behalve 35 cent zegelregt.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Aan Het gebouw van het Provinciaal Bestuur van Noordholland
te Haarlemzal op DINGSDAG den 19Hen MEI 1868, des namid
dags ten kalf drie ure, bij enkele inschrijving worden aanbesteed:
Het driejarig onderhoud van de haven beoosten
het Oude Sohild, op het eiland Texel, dienst
1808—1871.
De bestekken zijn, tegen betaling van 10 cents per exemplaar, te
verkrijgen aan de Provinciale Griffie van Noordholland te Haarlem,
aan het bureau van Buitenlandsche Paspoorten op deu Dam te
Jmterdam, bij deu Provincialen opzigter van den Waterstaat te
Helder en ter Gemeente-Secretarie van Texel.
Nadere inlichtingen zijn te bekomen bij den Hoofd-Ingenieur van
den Waterstaat in Noordholland te Haarlem, bij den Ingenieur van
den Waterstaat J. F. W. CONRAD te Alkmaar en bij den
opzigter voornoemd.
Aanwijzing in loco zal worden gedaan des Zaturdags vóór de
besteding, des voormiddags ten 10 ure,
HELDER en NIEUWEDIEP, 7 Mei.
Het Gidsnommer van Mei bevat een artikel van Dr. I. A. Lamping,
Pred. bij de Herv. gemeente alhier. Dit stuk draagt tot titel „Schoolwets
herziening." De schrijver schetst, bij wijze van inleiding, in korte
trekken de onderwijskwestie, zooals zij sinds de invoering der wet
ran 1857 heeft bestaan, en bespreekt de wijzigingen, die de aan
voerder van de tegenstanders dier wet heeft gewild. Die wijzigingen
gelden hoofdzakelijk de artikelen 23, 24 en 33. Het woord Christelijk
moest volgens den heer Groen uit de wet verdwijnen; kerkelijke
ambten en bedieningen mogen in geen geval door openbare ouder
wijzers kunnen worden bekleed; en artikel 33 eindelijk, dat het
heffen van schoolgeld facultatief laat, moest in dien zin worden
gewijzigd, dat deze heffing verpligtend werd gemaakt. Het is vooral
dit laatste punt, dat door den schrjjver wordt besproken. Art. 33,
zegt de heer Lamping, zooals het daar ligt, is voor geen tweederlei
uitlegging vatbaar. „Ter gemoetkoming in deze kosten kan eene
bijdrage van ieder schoolkind worden geheven." Ontleedt men
dezen volzin, dan verkrijgt men de twee stellingen 1". het heffen
van schoolgeld is eene bevoegdheid: men kan het derhalve ook niet
doen; 2°. het schoolgeld mag slechts tegemoetkoming zijo in de
kosten, die in art. 31 ten laste der gemeente zijn gebragt. De
bewering van de heeren van Nispen van Sevenaer en van Nispen
tot Pannerden, als zou dit wets-artikel slechts zoodanig zijn gere
digeerd om gemeenten, wier financiëele toestand eeue dergelijke heffing
niet noodzakelijk maakte, geene noodelooze verpligtingen op te leggen,
terwijl nit de geschiedenis van het artikel bleek, dat het de intentie
van Regering en Kamer was geweest, dat wanneer de sehool uit
de belastingen moest worden betaald, het onderwijs niet kosteloos
zou zijn, is uiet zonder tegenspraak gebleven. Tegenover de bewe
ring van die heeren staat het gezag van den uitnemenden Godefroi
en van Mr. P. van Bemmelen, wiens onderzoek omtrent de geschie-
deuis van het artikel een geheel ander resultaat heeft opgeleverd
dan dat van den heer van Nispen. De heer van Bemmelen heeft
uit de officiëete bescheiden aangetoond, dat de gedachte van den wet
gever geene andere is geweest dan het heffen vuu een matig school
geld, zonder eenige verpligting daartoe. Maar bovendien heeft de
wet van 1857 niet anders kunuen doen dan de heffing van schoolgeld
facultatief laten. Had zij anders gedaan, zij zou principieel een
der grondslagen van het Nederlandsch staatsorganisme hebben aangetast.
Schoolgelden zijn in het stelsel der gemeentewet belastingen, zoowel
als alle andere opbrengsten van instellingen vau publieke dienst,
als markten, bruggen, enz. De wet stelt aan die regten een zekere
grens, maar de gemeente is vrij ze tot een lager bedrag, of in het
geheel niet te heffen. De gemeentewet heeft aangenomen van geen
enkele belasting de heffing voor te schrijven, van het beginsel uit
gaande, dat elke gemeente voor zich zelve het best weet welke
belasting het meest aan hare bijzondere toestanden voegt. De
heer Groen, een ijverig voorstander van de autonomie der gemeenten,
is hier in strijd gekomen met zich zelve». De heer Groen zegt:
„Autonomie tegenover de beginselen eener wet, of in hetgeen tot
rijkspolitie behoort, wordt anarchie. Maar indien de beginselen eener
wet de autonomie der gemeente kunnen beperken, hangt haar dan
niet altgd een zwaard boven het hoofd? Beginselen eener wet
kan men naar believen fantaseren. Men beroept zich van de wet
eenvoudig op haar beginselen en zoo is de gemeente juist zóó lang
vrij, als men het wel gedoogen wil. Men zal ook moeijelijk de
vraag: al of niet kosteloos onderwijs? onder de algemeene beginselen
kunnen brengen, in welke de heer Groen geene autonomie der
gemeenten wil. Integendeel zal deze vraag wel uitsluitend plaatselijke
belangen gelden.
De bestaande vrijheid van kosteloos onderwijs is textueel en
historisch in de wet gegrond. Is echter de verandering van stelsel
Kenschelijk of noodig? Wenscheljk met het oog op de belangen
van het volksonderwijsnoodig met het oog op de regten der
burgers
De eerste vraag beantwoordt de schrijver met er op te wijzen,
dat in de kwestie van het lager onderwijs door publiek belang
niets kau worden bedoeld dan de belangen van het volksonderwijs
zelf. De ziel der schoolkwestie is dit, hoe, zonder wettige regten
te krenken, de weldaad van het lager onderwijs zoo ver mogelijk
kan worden verspreid, onderwijs in den ruimsten zin, zoo openbaar
als bijzonder. Wanneer de kostelooze staatsschool meer nadeel aan
het bijzonder onderwijs dan winst voor het openbare aaubragt, dan
was zij daarom reeds veroordeeld. De gevolgen der kosteloosheid
zijn echter niet van dien aard Het geroep van de agitaleurs over
benadeeling van bijzonder onderwijs is, minstens genomen, overdreven.
De statistiek toch bewijst, dat vau de 1200 gemeenten slechts ruim
een zesde gedeelte kosteloos onderwijs geeft. Waar de heffing van school
geld werd afgeschaft, vermeerderde het aantal leerlingen. Werd de
heffing weder ingevoerd, het zou vooral den nijveten handwerksman,
die nog te trotsch is om arm te willen heeten, drukken. School
geldheffing zou bovendien in de meeste dier gemeenten al zeer
weinig opbrengen, daar het getal dergenen, die zouden kunnen
betalen zeer gering is, en de opbrengst dier belasting kan zeker
niet in aanmerking komen, wanneer men bedenkt, aan hoeveel
kinderen daardoor gelegenheid is verschaft onderwijs te genieten;
en misdaad zou het zijn, die gemeenten, wier financiëele toestand dit
gedoogt, te dwingen de belangen der volksbeschaving tegen te
werken. Boven den bloei van alle openbare en bijzondere scholen
staat toch de bloei van het volksonderwijs zelf. In de jeugd schuilt
de toekomst van het vaderland. Om Gods wil, laat ze onder
wezen worden.
Wat de tweede vraag betreft, bestrijdt de schrijver den hoog
leeraar Buys, die het regt om bijzondere scholen op te rigten illusoir
noemt, wanneer de staatsschool, op welke wijze ook, bevoordeeld
wordt, en heweert dat zoo min het vrije onderwijs als de vrije
nijverheid kan bloeijen onder de heerschappij van een protecti
onistisch stelsel. De hoogleeraar heeft geargumenteerd uit een
zuiver begrip van vrijheid, maar wij zijn hier gebonden aan de
Grondwet, die de zekerste waarborgen heeft gegeven aan het open
baar onderwijs van staatswege, welk onderwijs echter de bijzondere
scholen niet illusoir heeft gemaakt, daar zij de laatste jaren in
getal, in deugdelijkheid en in invloed op de maatschappij zijn toe
genomen. Maar bovendien loopt de toepassing van den oeconomischen
regel van professor Buys aan alle kanten vast. De concurrenten
zoogenaamd leveren niet dezelfde producten. Beschouwt de heer
Groen niet als zielegif het onderwijs op de openbare school gegeven?
Hen te hooren eischen dat dure staatsscholen de bijzondere scholen
mogelijk maken, staat gelijk met het verlangen dat de wyn op prijs zal
worden gehouden opdat de bierbrouwers goede zaken zullen doen.
Of liever als men klaagt dat de kostelooze staatsschool byzonder
onderwijs onmogelijk maakt, is het alsof men zich beklaagde, dat
de verkoop van brood onmogelijk wordt doorhet goedkoope
vergif. Maar bovendien, als de staat zich het volksonderwijs aantrekt
treedt hy niet op als concurrent van particuliere krachten. Hij zorgt
slechts voor datgene, wat aan particulieren overgelaten, zou vervallen.
Ge staatszorg heeft hier geen ander motief dan volksbelang. Tegen
over zulk een staatszorg kan men de regten der vrjje concurrentie
niet laten gelden. Ten slotte is de eisch met het begrip van con
currentie vierkant in strijd. „Geen kosteloos staatsonderwijs, opdat
de concurrentie eerlijk zij!" Maar dan immers ook geen kosteloos
onderwijs op de openbare sehool? Dit te verbieden zou men echter
inbreuk op de vrijheid noemen. Men wil dus eigenlijk privilegies
voor de bijzondere school, ten nadeele van de openbare.
De schrijver treedt ten laatste in eene vergelijking tusschen den
bitteren haat, waarmede in Nederland het staatsonderwijs wordt
besireden en de sympathie die er voor dat onderwijs in Amerika
heerscht. Ik zou het (ook met. het oog op de Amerikaansche sehool),
zoo eindigt het artikel, eene gelukkige dag voor Nederland rekenen,
de dag, waarop besloten werdDe maatschappij geeft aan allen
die het verlangen, lager ondetwijs om niet. Het zou de school ver
heffen en het volk met haar.
Dingsdag a. s. zal in dit district eene verkiezing van twee leden
voor de Prov. Staten plaats hebben. Aan de beurt der aftreding
zijn de heeren: Mr. K. J. C. STAKMAN BOSSE en S. KEIJSER Sz.,
die weder herkiesbaar zijD.
De indeeling en aflevering van miliciens, behoorende tot de
ligting van dit jaar, jl. Ding3dag in het lokaal Tivoli alhier ge
houden, hield tot tegen dpn avond aan. Zulks geschiedde in tegen
woordigheid van den heer Commissaris des Kouings in deze provincie,
van eenige beambten der provinciale griffie en van deu luit—kolonel
provincialen adjudant Tevens waren daarbij werkzaam de officieren
van gezondheid Krol en Stakman Bosse van de landmagt en Hellema
van de zeemagt.
Alle miliciens der ligting van dit jaar in de geheele provincie,
die zich hadden aangegeven voor de zeemilitie, 565 in getal, waren
hier tegenwoordig; doch slechts 303 van hen konden daarvoor
worden aangenomen. De overigen werden bij de verschillende
korpsen des legers ingedeeld. Uit het 3de militie-district (Alkmaar)
waren, behalve al de personen die zich voor de zeemilitie hadden
aangemeld, van sommige militie-kantons ook de miliciens, die voor
de landmagt waren bestemd, naar hier opgeroepen. Het waren de
miliciens uit het 12de militie-kanton (met uitzondering echter van
die der gemeenten Alkmaar, Akersloot, Heilo en Limmen), en uit
het 13de, 14de, 15de en 21ste militie-kanton dezer provincie.
De omstandigheid, dat voor het eerst in deze gemeente deze bij
de militiewet bepaalde handeling plaats vond, die een groot getal
vreemdelingen naar hier deed komen, deed de algemeene opmerk
zaamheid er bijzonder op vestigen.
Het vertrek van Zr. Ms. stoomschip de Valk naar den Moerdijk
is uitgesteld.
Bij Kon. besluit is vastgesteld, dat in dit jaar de commissie
tot het afnemen van het eind-examen der adelborsten van de 2de kl.
bij het Kon Instituut voor de Marine alhier zal bestaan uit den heer
J M. Obreen (president der commissie tot bet examineren der zee
officieren enz.) als voorzitter; en de kapt.—luits. ter zee N. M. J.
Kroef, K. F. R. Andrau en J. H. K. Croes, alsmede de luit. ter
zee 1ste kl. J. H. P. E. Kniphorst, als leden.
De te Birkenhead in Engeland aangebouwde Nederl. monitor
de Panter wordt met den dag van inscheping der bemanning op
dien bodem aldaar in dienst gesteld, en het bevel daarover opge
dragen aan den luit. ter zee 1ste kl. H. A. ridder van Rappard
terwijl op gemelden bodem worden geplaatst: de luits. ter zee 2de
kl. J. A. Waldeck en H. A. de Smit vau den Broecke; de adel
borst lsle kl. G. E. Rochat, en de off. van adm. 3de kl. H. K.
J. van den Bussche.
Naar men uit 's Gravenbage berigt, is aan den heer van
Reenen, den voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
de taak opgedragen om een nieuw ministerie zamen te stellen, en
heeft hij die taak op zich genomen.
Tot burgemeester zijn benoemdte Schagen, de heer F. O.
van Dörnberg Heiden; te Huizen, de heer P. Langerhuizen Lz.
De Eerste Kamer der Staten-Generaal heeft jl. Dingsdag eene
zitting gehouden, die bijeengeroepen was op verzoek van vijf leden
de heeren Cremers, van Eijsinga, van Swinderen, Nobel en Hein.
Door die heeren is een voorstel gedaan tot het indienen van een
adres over den tegenwoordigen toestand des vaderlands en over
hetgeen daarin raadzaam schijnt. Heden zal de Kamer weder eene
zitting houden, om te beslissen of het ingediende voorstel al dan
niet in de afdeelingen zal worden onderzocht.
Aangenomen het beroep bij de Waalsche Gemeente te Breda
door ds. M. A. Perk te Dordrecht.
Beroepen te Rotterdam, dr. A. W. Bronsveld, pred. te Charlois.
Beroepen bij de Evang. Luth. Gemeente te Zierikzee, ds. F.
G. Lagers te de Ryp.
Mevr. CorijnHeilbron, de bekende soubrette van het gezel
schap der heeren Boas en Judels, zal met Aug. a. s. het tooneel
in ons vaderland verlaten, om als Fransch tooneelspeelster op te treden.
De drie zonen van J. Homan en M. de Bruin, reeds vroeger
gemeld, zijn te Hoorn bij den burgerlijken stand ingeschreven als
Willem Frederik, Willem Alexander en Willem Karei.
Eerstdaags zal in de gymnastiekschool op de Westermarkt te
Amsterdam een cursus voor volwassen dames geopend worden.
De gemeenteraad te Dordrecht heeft onlangs besloten geen
gevolg te geven aan eene uitnoodiging van den commissaris des
kouings tot het oprigten eener schietbaan voor de schutterij. De
majoor-commandant van het corps, Smits van Nieuwerkerk, heeft
daarop zijn ODtslag aan Z. M. aangevraagd/en dit voorbeeld is
door het geheele corps officieren gevolgd, als protest tegen het
aftreden van den hoog gewaardeerden majoor, en tegen het besluit
van den gemeenteraad.
Door het kiescollegie der Herv. Gemeente te Deventer, is uit het
vroeger genomineerde twaalftal het navolgende zestal geformeerd
Acquoy; te Zalt-BommelSchim van der Loeff, te Bergen op Zoom
Jungius, te Zierikzee; Sneden, te Nieuwveen; Lamping, te Helder
en Geerts te Rijp; en hiernit het drietal: Jungius, te Zierikzee;
Snellen, te Nieuwveen en Acquoy, te Zalt-Bommel.
In de omstreken van Dalfsen zijn dezer dagen reeds 14 honden
doodgeschoten, als verdacht van door een aldaar rondloopend hondje
gebeten te zijn.
Jl. Zaturdag werd te Smilde een zeldzaam huwelijk voltrokken;
een doofstom man trouwde met een doofstom meisje; zy was jonge
dochter, hij weduwnaar, en zy werd zijne derde vrouw.
De haven van Hongkong werd in 1867 o. a. door 57 schepen
onder Nederlandsche vlag bezocht.
Wij ontkenen nan de Staatscourant de volgende opgaven van Zr. Ms.
schepen in Oost-Indië, loopende tot 15 Maart jl.:
Prins Alexander der Nederlanden, kapt. J. W. de Ruyter de Wildt; Juno,
kapt.—luit. G. H. Bakker en de Cachelot, kapt. A. J. Kroef, wachtschepen te
Batavia, Soerabaija en Macassar; Pylades, luit. 1ste kl. W. II. F. van Oordt,
ligt ter reede Batavia; roeikanouneerboot No. 14, luit. 2de kl. D. J. A. D.
van den Steen, wachtschip te Saraaraog; Amsterdam, kapt.-luit. A. ït. A.
M. Cliffurd Kocq van Breugel, is tot afhaling van troepen bestemd naar Java,
naar Pontianak vertrokken; Reinier Clacszcn, luit. 1ste kl A. N. I,. Koops,
ondergaat te Soerabaija eenige herstellingen; Reteh, tijdelijk buiten dienst
gesteld; Haarlemmermeer, luit. 1ste kl. J. W. F. Frucht, gestat. terO.kust
van Sumatra; Celebes, luit 1ste kl. F. M. Parker Verboom, gestat, in de Z.
en O. afd. van BorneoBromo, kapt.- luit. H P. van Boueval Faure, is naar
Engano vertrokken ter beschikking van dca adsistent-resident vau Benkoelen;
Onrust, luit. lste kl. D. A. Coomaus de Ruiter, gest. in de Z. en O. afdee-
ling van Borneo; Ardjoeno, kapt-luit. H. B. Kip, ligt te Batavia voor de
dienst gereed; Stavoren, luit. lste kl. C. J Smith, gestat, in de wateren
van Celebes; Prinses Atnelia, kapt.-luit. C. A. L. II. baron van Heeckeren,
gest. in de Moluksche wateren; Coehoorn, luit. lste kl. H. van Goens, gest.
in de wateren van Celebes; Madura, luit. lste kl. A. J. van Mansvelt,
ondergaat te Soerabaija eenige herstellingen; Aart van Nes, luit. lste kl.
H. K Koning, gestat in de wateren van Meoado;Bali, luit. lste kl. J. K,
L. Gey van Pittius, ondergaat te Soerabaija euuige herstellingen; den liriel,
luit. lste kl. W. F. van der Burg, gestat, in de wateren vau Riouw en Linga;
Maas en Waal, luit Ute kl. C. P. van der Star, ligt in reparatie te Soe
rabaija; Cycloop, tijdelijk komm. luit. lste kl jhr. C. C. Six, ligt te Soe
rabaija voor de dienst gereed; Suriname, luit. lste kl. G. F. Servatius,
gestat, in de Aloluksche wateren; Admiraal van Kinsbergen, luit. 1ste kl.
D. Scbunrraan, gestat, ter W.kust van Borneo; Willem, kapt.luit. J. K. van
de Kruyssc Pilaar, gestat, ter W.kust van SninatraLeeuwarden, kapt.-luit.
W. C. Klis, ligt ter reede Batavia voor de dienst gereed; Vesuvius, luit.
lste kl. C. A. B. D. Rijk, gestat, in de wateren van Riouw co Linga;
de Watergeus, kapt.-luit. W. B. F. Escber, gestat, in de wateren van Celebes;
Curaeao, kapt.-luit. J. van Gogh, wordt te Oarust gereed gemaakt om naar
Japan te vertrekken; Java, kapt.-luit. C. J. Darome, is den 24 Febr. jl.
uit Nederland ter reede Batavia aangekomen; Sumatra, luit. lste kl. A.
Dronkers, is den 22 Febr. jl. uit Nederland ter reede Batavia aaugekomeD.
De Spectator betoogt, dat het hoogst noodzakelijk is, dat de
galg wordt afgeschaft en men geen misdadigers meer ophangt.
Onder de aangevoerde argumenten vindt men ook, dat de straf pijn
doet. Het blad gaat nu na wat het beste middel is om een mis
dadiger van het leven te berooven. De guillotine keurt hy af; het
worgen is wel niet wreedaardig, maar het sehynt zoo; even min
acht het blad het aanbevelingswaardig om den misdadiger dadelijk
na het uitspreken van het vonnis het hart te doorboren. Ten slotte
komt het tot de conclusie, dat niets beter is dan den veroordeelde
den kogel te geven.
Naar men weet, is in Engeland voor de wetgevende magt
een wetsontwerp aanhangig, tot oprigting te Londen van afzonderlijke
markten voor buitenlandsch vee. Wanneer deze zaak tot stand
komt, zal het onvermijdelijk gevolg zyn eene gevoelige daling in
de prijzen van vee, dat van elders in Engeland wordt ingevoerd.
BENOEMINGEN EN VERPLAATSINGEN BIJ MARINE EN LEGER.
De off. van gez. lste kl. P. J. Ideoburg, de off. van adm. lste kl. W. J. R.
van Es en de off. van adm. 2de kl. J. Walstra, zijn met den 16 dezer op
pensioen gesteld.
Volgens de China-Téle'graphheeft Frankrijk voor den moord
van een gedeelte der bemanning van een Fransch vaartuig de ont
hoofding van 20 Japanners, en 7,500,000 frs. geëischt. De Moniteur
zwijgt echter nog van een en ander.
Koning Theodorus zal de eer hebben in de groote opera te
Parys den volke te worden vertoond en wel in een ballet, getiteld:
Le dernier den Négun.