1868. N°.85. Woensdag 15 Julij. 26 Jaargang. binnenland! buitenland. NATIONALEMIUTIE. SCHUTTER IJ. KA-INSPECTIE 0VEI1 DE VERLOFGANGERS. VASTSTELLING DER 267STE STAATSLOTERIJ. HELDERSCHE EN NIEVWEDIEPER COURANT. „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1.30. }3 franco per post - 1.65. U i t g' e v e r Bureau: A. A. BAKKER MOLENPLEIN, N°. 163. 02 j Pnjs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cent, elke regel meer 15 cent, behalve 35 cent zegelregt. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Donderdag den 16 dezer vertrekt de Oost-Indische mail over Harseille. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER brengen ter openbare kennis dat het NADER ONDERZOEK of de NA-INSPECTIE over de verlofgangers van de Nationale Militie te land, die bij het laatst gehouden onderzoek niet tegenwoordig zijn geweest of hunne Kleeding en Uitrusting stukken, die hnn bij het vertrek met verlof zijn medegegeven, niet volledig hebben vertoond, voor deze gemeente is bepaald op Donderdag den 16 Jülij e. k. des voormiddags ten tien ure, voor het raadhuis te ALKMAAR. De belanghebbenden worden herinnerd aan de volgende wetsbepalingen: Art. 140. De verlofganger verschijnt bij het onderzoek in uniform gekleed, eu voorzien van de kleeding- en uitrustingstukken, hem bij zijn vertrek met verlof medegegeven, van zijn zakboekje en van zijn verlofpas. Art. 141. Behoudens het bepaalde in art. 130 kan een arrest van twee tot zes dagen, te ondergaan in de naastbij gelegen provoost of het naastbijzijnde huis van bewariug of arrest, door den militie-commissaris worden opgelegd aan den verlofganger: 1°. die zonder geldige redenen niet bij het onderzoek verschijnt; 2°. die daarbij verschenen zijnde, zonder geldige redenen, niet voorzien is van de in het voorgaaud artikel vermelde voorwerpen; 3°. wiens kleeding- of uitrusting stukken bij het onderzoek niet in voldoende staat worden bevonden4°. die kleeding-of uitrustingstukken, aan een ander toebehooreude, als de zijne vertoont. Art. 142. Is de verlofganger, wien krachtens het voorgaaud artikel arrest is opgelegd, bij het onderzoek tegenwoordig, dan kan hij dadelijk onder verzekerd geleide in arrest worden gebragt. Is hij niet tegenwoordig en onderwerpt hij zich niet aan de hem opgelegde straf, dan wordt hij op schriftelijke aanvrage van den militie-commissaris, te rigten aan den Burgemeester der woonplaats van dien verlofganger, aangehouden en onder verzekerd geleide naar de naastbij gelegen provoost of het naastbij zijnde huis van bewaring of arrest overgebragt. Art. 143. Onverminderd de straf, in art. l4l vermeld, is de verlofganger verpligt, op den daartoe door den militie-commissaris te bepalen tijd en plaats, en op de iu art. 140 voorgeschreven wijze, voor hem te verschijnen om te worden onderzocht. Art. 144. De verlofganger, die zich bij herhaling schuldig maakt aan het feit sub 4°. vau art. 141 bedoeld, of niet overeenkomstig art. 143 voor den militie-commissaris verschijnt, of, aldaar verschenen zijnde, in het geval ver keert, sub 2°. en 3°. van art. 141 vermeld, wordt onder de wapenen geroepen en van drie tot zes maanden gehouden. Art. 145. De verlofganger der militie, die niet voldoet aan eene oproeping voor de werkelijke dienst, wordt als deserteur behandeld. Art. 130. Het Crimineel Wetboek en het Reglement van krijgstocht voor het krijgsvolk te lande zijn op de manschappen der militie te land, die zich onder de wapenen bevinden, van toepasing en met opzigt tot de verschillende gevallen van desertie op al. de bij de militie te laud ingelijfden. Die manschappen worden geacht onder de wapenen te zijn: 1°. zoolang 2ij zich bij hun corps bevinden; 2°. gedurende den tijd, dien het in art. 138 bedoeld onderzoek duurt; 3°. in het algemeen, wanneer zij in uniform zijn gekleed. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester. den 1 Julij 1868. L. VERHEY, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER, brengen ter kennis van belanghebbenden, dat de Commissie, bedoeld bij art. 15 der Wet op de Schutterijen, zitting zal houden aan het Raadhuis op V r ij d a g den 17 dezer, des namiddags ten zes ure, tot het onderzoeken der redenen tot vrijstelling van dienst, die bij de onlangs gehoudeue loting en naloting zijn ingediend, zoomede tot het onderzoeken der redenen van vrijstelling of uitsluiting die de belanghebbenden ook na hunne inlijving bij de Schutterij mogten hebben voor te dragen, alsmede tot onderzoek van hen, die bij nummerverwisseling voor een en ander verlangen op te treden. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester. 11 Julij 1868. L. VERHEY, Secretaris. Het GEMEENTEBESTUUR van den HELDER brengt ter openbare kennis, dat bij resolutie vau Z. Ex. den Heere Minister van Financiën van den 19 Jnnij 11., N°. 49, krachtens de daartoe door den Koniug verleende magtiging, is vastgesteld de 267ste Staats-Loterij, bestaande uit 20,000 loten, 10,000 Srijzen en 2 premiën, overeenkomstig het plan aan die resolutie gehecht, ieide stukken, geplaatst in de Staatscourant, zijn voor belangstellenden aan de Secretarie der gemeente ter lezing nedergelegd. Het Gemeentebestuur voornoemd, Helder. STAKMAN BOSSE, Burgemeester. den 10 Julij 1868. L. VERHEY, Secretaris. HELDER en NIEUWEDIEP, 14 Julij. In de vorige week zyn o. a. als leerling-apotheker geëxamineerd en toegelaten de jongelingen A. Backum Pastoor en J. van der Roest. Béiden zijn élèves van den heer Jb. Sevenhnijsen, apotheker alhier. Eerstgenoemde leerling is werkzaam in de gemeente-apotheek. Aangenomen voor den overvoer van een detachement, sterk 150 militairen, naar Java, het clipperschip Lichtstraal, kapt. J. Jansen. Embarkement 1 Aug. e. k. alhier. De kermis-vermakelijkheden spoeden ten einde. Begunstigd door aanhoudend fraai zomerweder, heeft dit volksfeeest zich in eene ruime deelneming kunnen verheugen. Inzonderheid op jl. Zondag namiddag, avond en nacht was het zeer druk en werden de ver schillende gelegenheden tot ontspanning zeer talrijk bezocht. Laat deze kermis bij het scheiden de herinnering na van veel be zienswaardigs te hebben opgeleverd, van velerlei genot en ont spanning, zij moge aan niemand, die aan hare vermaken deel nam, eene onaangename herinnering opleveren. Dat toch is een voorname eisch, die ten aanzien van de deelneming aan uitspanningen gesteld wordt, dat zy ons niet ongeschikt maken voor onze maatschappelijke betrekking en dat zjj geen berouw achterlaten. Eene opmerking nog: het is in het oogvallend, hoezeer met ieder jaar vermeerdert de smaak voor het tooneel. Wij misprijzen dit niet; maar uiten den wensch, dat de directiën der tooneelgezelschappen zich steeds mogen beijveren om door de keuze van degelijke, kon het zijn ook nationale, stukken de belangstelling in het sehouwtooneel te verhoogen en het nut en genoegen van het pnbliek te vermeerderen. Naar men verneemt zal het Grand Théatre Crosso behalve heden ook nog morgen avond eene voorstelling geven. De groote belangrijkheid van hetgeen daar den toeschouwers te aanschouwen wordt gegeven, dringt ons om allen, die tot nog toe niet van deze gelegenheid, om iets schoons en belangrijks te zien, hebben geprofiteerd, aan te sporen van deze gelegenheid alsnog gebruik te maken. Voor hen, die reeds een bezoek bragten, is eene herhaling van dat bezoek aan te raden, want de voorstellingen wisselen iederen avond af. Bij het jongst gehouden examen voor de toelating van adel borsten aan het Koninklijk Instituut voor de Marine, is o. a. geslaagd J. van den Bosch, die zijne opleiding geheel genoten heeft aan de inrigting voor uitgebreid lager onderwijs van den heer C. J. Blok, alhier. De werkzaamheden tot versterking der Pettemer zeewering in Noordholland zijn thans in vollen gang, eene korte beschrijving daarvan vindt men in de Stoompost van jl. Zondag. Men meldt ons van Wieringen dd. 12 dezer: „Heden middag waren 2 personen ooggetuigen van een treffend schouwspel. Een schipper, welke zij hadden aangenomen om hen naar het Nieuwediep over te breugen, bezig zijnde om nog het een en ander te bestellen, terwijl zjjo zoon aan het roer stond, liep nog eens naar voren op de plegt om de hals van bet zeil door te halen, doch daar alles lang niet nieuw meer was, zoo knapte het touw, en hij sloeg achterover in het water. Ziju zoon nog niet goed bevaren en de 2 passagiers geheel onbekend, wendden alle moeite aan, doch het mogt hen niet gelukken, hem van een wissen dood te redden. De ongelukkige laat vrouw en kinderen in droevige omstandigheid na." Ook mej. A. M. Tobbe, van Zaandijk, heeft dezer dagen met goed gevolg examen afgelegd als leerling-apotheker. Eergisteren zijn te 's Gravenhage bijeengekomen verschillende afdeelingen van het Metalen Kruis om de dagen van voorheen gezamenlijk te herdenken. Na een togt door de stad, die vooral het standbeeld van Willem II en het monument van den Hertog van Saksen Weimar gold, vereeDigde men zich aan een dejeuné in de Bonte Koe. Daar ontving men het onverwacht berigt, dat de Koningin de leden van het Metalen Kruis op het huis ten Bosch zou ontvangen. Ten half een begaf men zich derwaarts. Al de oudstrijders werden in het paleis gelaten, waar H. M. en Prins Alexander hen ontvingen en zich met hen onderhielden. De heer Themps, voorzitter van de afdeeling Leiden, die den stoet aanvoerde, beantwoordde H. M. Prins Alexander rigtte daarop het woord tot de leden. Van het huis ten Bosch teruggekeerd, ontvingen zij de uitnoodiging van Prins Frederik om ook bij hem hunne op wachting te maken. Op het binnenplein defileerde men voor Z. K. H., die, in maarschalksuniform, hen inspecteerde. Duizenden waren op straat om de oudstrijdrrs te zien. In de nabijheid van Delft viel een Franschman in het water. Zoo hard hij kon riep hij: „A 1'aide! A 1'aide!" Een daarbij voorbij komende jongen riep hem toe: „Als jij naar Leiden moet, dat is regtuit en dan links om." Tegen den Zwolschen predikant van Rijn, die eenige jaren geleden zijne vrouw en kinderen moedwillig zou hebben verlaten, is een geregtelijke eisch tot echtscheiding ingesteld. Jl. Donderdag had te Dinther een vreeselijk ongeval plaats. De 17jarige dienstknecht van den landbouwer L. van Eert, had de onvoorzigtigheid een geweer, dat in de huiskamer stond, in handen te nemen, en onwillekeurig, (niet wetende dat het geladeu was) op de 17jarige dienstmeid van denzelfden landbouwer aanteleggen, den haan van het geweer over te halen en haar tegen het hoofd te schieten, hetwelk geheel en al verbrijzeld werd, waardoor zij onmid- delijk dood neder viel. De justitie heeft zich de zaak aangetrokken en houdt zich met het onderzoek bezig. BENOEMINGEN EN VERPLAATSINGEN BIJ MARINE EN LEGER. Door den minister van Marine zijn met 1 Sept. benoemd: tot adelb. 3de kl. bij het Kon. Instituut voor de Marine, de volgende jongelingen: L. lt. Koole- maos Beynen, C. J. G. de Booy, J. vau den Bosch, jhr. A. O. J. M. de Casembrout, J. S. van Drooge, A. M. W. Dupper, H. J. Ferguson, C. J. Fran- 9ois, W. H. Hofstede, J. II. M. Jansen, J. T. Jarman, A. B. de Jough, C. M. Kooy, D. A. Mensert, A. G. D. Nolthenius, jhr. S. B. Ortv J. G. C. Plantenga, J. J. Poortman, C. W. Schlingemann, F. W. Schnylenburg, A. Seret, M. Smits, W. H. Souraan, A. A. Sweep en H. G. J. Wolterbeek. Door den minister van Oorlog is de volgende beschikking des Konings ter kennis van bet leger gebragt: „Beschikkende op een door Onzen beminden Oom, den veldmaarschalk Prins Frederik der Nederlanden, onder dagteckening van den 12 dezer, aau Ons gedaan verzoek, strekkende om, op daarvoor aan gevoerde gronden, ontheven te worden van het op den 8 April 1849 aan hem in voormelde hoedanigheid van veldmaarschalk door Ons opgedragen oppertoezigt over de verschillende wapencoipsen van het leger, van het materieel der genie, in het bijzonder vooral van hetgeen met het grootmeesterschap der artillerie in betrekking staat, mitsgaders van het oppertoezigt over de Kon. Mil. Academie, hebbeu wij goed geacht, het voorschreven verzoek in te willigen en Onzen beminden Oom den Prins-veldmaarschalk, onder dankbetuiging voor de uitste kende wijze, waarop dat toezigt door hem gedurende zoovele jaren is uitgeoefend en voor de vele en gewigtige diensten, daarbij aan Ons en aan het leger be wezen, van bedoeld oppertoezigt te ontheffen." In een dorp nabij Namen is dezer dagen het bewijs geleverd dat de nytro-glycerine (die dezer dagen in België zoo groote ver woestingen heeft aangerigt) geen schok noch vuur behoeft om haar vernielende werking te doen. Iemand had een open fleschje met die vloeistof gevuld in een schuur geplaatst en op een goeden mor gen was de schuur letterlijk verdwenen, zonder dat men er iets van bespeurd of eenigcrlei ontploffing gehoord had. Het dagblad la Meuse merkt het volgende op, naar aanleiding van het jammerljjk ongeluk, te Quenast voorgevallen. Indien wij geloof mogen slaan aan sommige uitvinders van professie, dao zullen de naaldgeweren, de gegroefde kanonnen en de ontplofbare kogels spoedig in een kabinet van oudheden kunnen worden opgenomen. Al die uitvindingen beteekenen niets tegenover de nytro-glycerine. In den oorlog zal men daarvan op zeer gemakkelijke wijze kunnen gebruik maken. Men zal slechts noodig hebben te weten waar langs het vijandelijke leger passeren moet of het op een gegeven punt weten te lokken. Op die plaatsen behoeft men slechts eenige duizenden kilogrammen nitro-glycerine te leggen, waarmede men in communicatie blijft door middel van een electrieken draad, die in den grond verborgen is. Op het oogenblik, dat het vyandeljjk leger om deze ontplofbare stof vereenigd is, brengt men slechts door middel van de electriciteit een schok te weeg en binnen eene seconde is de geheele vijand, al bestaat die ook uit twee maal honderdduizend man, zóó vernietigd en tot stof vergruisd, dat men geen enkel man meer vinden zal. Dank zij dit middel, hetwelk ook in zeegevechten zyn dienst kan doen, zou de oorlog spoedig geëindigd zyn. In den Figaro leest men het volgende: Weldra zal een geïllustreerd blad bet portret van den generaal Frossard, den gouverneur van den Fransch keizerlijken Prins, bevatten; het zal vergezeld zyn van eene kleine levenschets, betreffende dien generaal. Waarschijnlijk zal dit laatste het authentiek verhaal missen, dat de reden opgeeft waarom dip generaal genoemde betrekking erlangd heeft. Daarom deelen wjj haar mede. Generaal Frossard bevond zich eens in het kabinet van den Keizer toen de keizerlijke Prins heel levendig binnentrad, naar zyn vader ging en hem eene gunst verzocht. De Keizer wilde dat bij zich verwijderen zou en berispte hem, dat hij zich niet verstandig gedragen had, door zjjne moeder tegen te staan, en hem eenig verdriet te hebben berokkend. Hjj weigerde hem dus zyn verzoek en dit te meer, daar hij zyn vader, die met den generaal in gesprek was, niet had mogen storen. Hjj verzocht hem dus dadelijk weg te gaan. De keizerlijke Prins, nog jong en daarbjj nog al moedwillig, stampte met de voeten op den grond en hield zich krampachtig vast aan de schrijflessenaar des Keizers, wiens voorhoofd plotseling een donkere plooi aannam. Generaal Frossard, tot nu toe stil aanschouwer van dit tooneel stond op en met evenveel eerbied als vastheid sprak hjj den Prins aan en zeide: „Hoe, monseigneur, Z. M. de Keizer verzoekt U dat ge U verwijderen zoudt en gjj biedt weerstand. Wil ge wel eens gehoorzaam zijn en onmiddeljjk heen gaan!„ De jeugdige Prins door deze taal getroffen, wierp zieh in 's Keizers armen en ging daarop, een achterwaartsche beweging makende, terug, terwyl de strenge blik van den generaal hem steeds volgde. Na dit onderhoud, verwijderde generaal Frossard zich ook, maar de Keizer voegde dit hem nog toe: „A propos, myn waarde generaal, Ik heb u benoemd tot gouverneur van den Prins." Bij de thans in het Wetgevend Ligchaam te Parys gevoerd wordende discussiën over de begrooting, heeft Graaf de Latour de aandacht gevestigd op de in het oog loopende verhooging, welke de uitgaven voor de ridderorden in de laatste tien jaren ondergaan hebben. Deze bedroegen toch in 1858 nog slechts 4,200,000 francs terwyl thans voor dat onderwerp nagenoeg 18£ millioen frs. wordt gevraagd. Deze aanmerkelijke vermeerdering spruit voort uit de toelagen en pensioenen, welke de met ridderkruisen en militaire medaljes gedecoreerden genieten. Volgens Graaf de Latour, bedraagt het aantal der met het Legioen-van-Eer gedecoreerden bjj het leger op dit oogenblik minstens 34,000 (waaronder 3700 officieren en 900 commandeurs der orde, en dat der gemedaljeerden 40,000. Genoemde afgevaardigde gaf den wensch te kennen, dat het gouver nement zich strenger aan den in 1852 aangenomen regel mogt houden, om voor elk tweetal uitvallende gedecoreerden slechts éón nieuwen ridder in de plaats te stellen. De Prins de Beauvau-Craon heeft jl. Vrydag avond bjj het uitstappen van zjjn rijtuig, door het onverhoeds afgaan van een geladen revolver, dien hij in den zak droeg, een schot in het onderlijf bekomen, hetwelk tot in de borst is doorgedrongen. Hjj heeft de geestkracht gehad om, na het bekomen dezer doodeljjke wond, zonder iemands bystand weder in het rytuig te klimmen, maar toen men de eerste apotheek bereikte, was hij reeds bezweken. Bjj gelegenheid van de tentoonstelling te Havre znllen aldaar in de derde week van Julij allerlei feestelijkheden plaats hebben. Wedrennen en steepelchases op den 19 en 20 en op den 21 dezer een diner te Degastation, waaraan 200 a 300 personen zullen deel nemen en waarvoor de Fransche en Engelschc professoren in de gastronomie de hauden ineen zullen slaan om de menu zóó uit gezocht en keurig te maken als tot nog toe onbekend is in de jaar boeken der ectika. Het groote aquarium te Havre overtreft in grootschheid van aanleg en inrigting verre dat, wat sommige onzer lezers ten vorigen jare op het Champ de Mars te Parjjs hebben bewonderd. Het aquarium is door een kunstmatigen muur van bazaltzuilen omgeven, is zeer ruim van binnen en heeft aan den ingang bassins voor zeehonden en otters. Ook het tentoonstellings gebouw is zeer smaakvol ingerigt. De ingezonden zeilen, waaronder er zjjn van reusachtige afmeting, zyn tot eene bedekking aangebragt van touwwerken zijn inderdaad schoone trofeën aangebragt en menig vuldig is het getal zeldzaamheden op het gebied van scheepvaart en marine. Onder de curiositeiten uit Nederland trekt sterk de aaDdacht een ijsschuit door een Workumer inzender beschikbaar gesteld en aangevoerd door de zorg van den heer C. Teves, agent voor de tentoonstelling te Harlingen. Het getal bezoekers der tentoonstelling, hoewel in geen de minste verhouding komende met dat der beschouwers der expositie, is voor eene stad als Havre, en in aanmerking genomen dat hier een vak van bedrijf wordt geexposeerd, dat niet de algemeene belangstelling van het beschaafde publiek geniet, zeer groot te noemen. De Engelsche dagbladen melden, dat er een spoorwegtunnel zal worden gebouwd tusschen Ierland en Schotland. In Ierland beklagen zich de regters er over dat ze den geheelen dag met de handen over elkander moeten zitten. Daar is het dan met regt hollen of stilstaan. De Koning van Pruissen is jl. Zondag te Ems aangekomen. Niettegenstaande de menigvuldige pogingen om stoffen te vinden voor de papier-fabrikatie, hebben de papier-fabrieken in het oosten van Spanje zulk een gebrek aan stof, die zjj gezamenlijk bebben besloten eene medaille van 4000 francs waarde aan te bieden aan hem, die eene goedkoope vezelstof weet te verschaffen en aan te wenden, welke, tot pap gemaakt, voor papier kan dienen, en, met drie vierden lompen vermengd, zulk goed papier kan voort-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1868 | | pagina 1