868. N°. 107.
Vrijdag 4 September.
26 Jaargang.,;
OD
BINNENLAND.
'afisi
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
e. ba
taakt
Icn,
van i
HELDERSCHE
P \IEUWEDIEPER COURANT,
sl Elf
„Wij huldigen het goede."
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
Pnjs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent, behalve 35 cent zegelregt.
j Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
alhie
HELDER en NIEUWEDIEP, 3 September.
)cU,
Ta»
M
1 f 3
ils
Fran
Jroot nieuws, tydingen die gewigtige gebeurtenissen voorspellen
- i er niet te vermelden. Het is zoo wat afdoening van gewone
pende zaken anders niet. Iets buitengewoons is er niet op te
pken en de staatkundige hemel is zoo goed als onbewolkt. Toch
J: een gerucht, maar het is een Fransch gerucht en zulk een
rtelsel verdient maar heel weinig geloof, een gerucht dan ver-
ilt, dat de eerste man in het keizerrijk moet gezegd hebben
.et najaar van 1868 zal het politieke voorjaar van Frankrijk
rden." Waar moet dat heen, als dit gerucht waarheid spreekt?
i staat de oorlog voor de deur. Sommigen brengen deze woorden
verhand met keizerlijke plannen om een zeer nieuwe aansluiting
België te bewerken, eene aansluiting zoo innig dat België's
iionaliteit zelfs... Maar waar dwaal ik heen? Het keizerrijk
Keizer heeft het zelf gezegd het keizerrijk is immers de vrede,
bovendien, wat heeft Keizer Napoleon niet een groot aantal
lidgeweren laten gereed maken, allemaal bestemd om den vrede
beschermen. En wat heeft diezelfde Keizer niet eene flinke
er-organisatie in het leven geroepen, eeuig en alleen om voor
ene veiligheid te waken! Neen er valt niet aan te twijfelen, of de
ide wel bewaard zal blijven. Toegerust tot den oorlog, blijft de
insche regering den vrede prediken. Alleen wanneer Frankrijk
regt en zijn eer geschonden ziet, zal het die handhaven met
e kracht.
Te bepalen, wat er door verstaan moet worden, dat de regten
ra Frankrijk worden verkort of aangerand, valt moeijelijk te bepalen,
i het valt dus niet gemakkelijk te zeggen hoe veel of hoe weinig
indstof er noodig is om door Frankrijk's bewerking het oorlogs
vaar te doen ontbranden. Zoo lang er niet tot eene algemeene
twaping wordt besloten, dankt Keizer Napoleon zijne soldaten niet
en zoo lang de vrede door zooveel strijdkrachten wordt beschermd,
"tg men het wel voor zeker houden dat het keizerrijk de vrede
want om te maken dat die wonderspreuk geen leugenwoord zal
orden, zijn zoo veel wèl gewapende mannen te hulp geroepen.
1»
Ï20,
Gisteren is alhier uit het kamp te Zeist teruggekeerd de 6de comp.
in het 1ste reg. Vesting-Artillerie, onder bevel van den kapitein
tn Marle.
Wjj vernemen, dat het gedeelte rasterwerk, omringende het
isritime etablissement alhier langs de hoofdgracht tot aan de
lieuwebrug, successivelijk zal worden weggeruimd.
De onlangs benoemde adelborsten bij het Kon. Inst. der Marine
Ihier zijn heden in dienst getreden.
Heden voormiddag is alhier weder eene volkstrein gearriveerd,
koalerbrengende ongeveer een 1200tal reizigers, komende van de
ap v tidhollandsche stations. Bij het schooDe weder, dat ook nu weder
lot(j' n pleiziertrein begunstigt, veroorzaakt het bezoek van zoo vele
b. eemdelingen hier eene buitengewone drukte. Heden avond ten 6 ure
,1 zj irtrekken de bezoekers weder naar hunne bestemming. Naar men
lag is mededeelt zal eerlang nog een derde volkstrein uit Zuidholland
Bovi lar hier komen.
De groote mate van verlichting, waarop onze eeuw billijker-
ijze roem draagt, is echter nog niet zoo algemeen als men dit wel
0 ra wenschen, en zoo als men dit, met het oog op alles wat gedaan
N, ordt om het volksonderwijs algemeen te maken, zou mogen ver-
2 achten. Hier en daar treft men vaak nog blijken aan, dat het
jjgeioof uit den goeden ouden tijd, toen heksen en spoken nog
lj,°rees en angst om zich verspreidden, nog geenszins geweken is.
"lezer dagen werd alhier een nieuw bewijs van het voortbestaan
1 a ier bijgeloovigheden geleverd. Er was een kind niet wel geworden,
68, et deed bijna niet anders dan luid schreijen. Ernstiger liet zich
ie ongesteldheid aanzien, toen het bjj onderzoek bleek, dat op het
a°tnssen, waarop het kind te rusten lag, zich allerlei figuren ver-
londen. Naar het oordeel van vriend en maag was het kind
lekold, niets meer en niets minder. Men herinnerde zich, dat eene
de vrouw, reeds verdacht door haar zonderlinge manieren, daar
huis geweest en het kind aangeraakt had; er was dus geen
'jjfel aan, die vrouw had het arme schaap bekoid. In de hevigste
woordingen werd der vrouw dit misdrijf verwetenop eene niet
heel ongevoelige wijze werd zij weder bij het kind gebragt en
dwongen om het van de ongesteldheid te bevryden. Het schijnt
it, nadat de oude vrouw het bekende formulier„God zegene u
tad uitgebragt, de omstanders even als het kind weder wat tot
a^edaren zyn gekomen. De gesprekken, die er in den omtrek der
v/oning van het bekolde kind werden gehouden, getuigden in ruime
bate van het voortbestaan van het aloude geloof aan kollen. Men
rraagt zich af, wanneer de tijd toch eindelijk zal komen, dat de
Heer verlichte denkbeelden onder ons volk ook meer
—lullen zijn.
Het Engelsche schip Tg/ra, kapt. Strong, van Newcastle met
Iteenkolen herwaarts bestemd, is bij Egmond gezonkenhet volk gered.
Bij Koninklijk besluit van 29 Aug. 11. is bepaald, dat de
[4jegcnwoordige vergadering van de Staten-Generaal zal worden ge
floten op Zaturdag 19 dezer, des uamiddags teu twee ure; en dat
Ie minister van Binneni. Zaken wordt gemagtigd om in de vereenigde
litting der beide kamers de vergadering in 's Konings naam te sluiten.
De heer W. C. van Duuren Dulith is benoemd tot majoor-
Commandant der dd. schutterij te Vlissiugeo.
p Tot raadsheer in het provinciaal geregtshof in Overijssel is
■Jienoemd mr. J. E. van Nes van Meerkerk, thans regter in de
irrond.-Regtbank te Zwolle. Tot plaatsvervangend kantonregter
_3e Hoorn is benoemd de heer G. E. Termaat, inspecteur der
registratie en domeinen aldaar.
Het hoofdbestuur van het Nederl. Onderwijzers-Genootschap
leeft begrepen, dat in onzen tgd, waarin telkens grooter doel op
het veld van opvoeding en onderwys aan vrouwelijke zorg wordt
toevertrouwd, ook bij onderwijzeressen de wensch naar onderlinge
aaneensluiting meer en meer levendig moest worden. Daarom werd
bepaald, dat ook zij zich in afdeelingen konden vereenigen, en,
onder een eigen huishoudelijk bestuur, deel uitmaken van het
genootschap. Tengevolge hiervan kwamen reeds twee afdeelingen
tot stand, in Amsterdam eene van 17, in 's Hage eene van 9 leden,
en werden beiden op de laatst gelouden algemeene vergadering te
Deventer vertegenwoordigd. De gewestelijke vereeniging te Utrecht
wenscht dat voorbeeld ook in die provincie gevolgd te zien, en
het bestuur heeft mitsdien bjj missive onderwijzeressen tot zulke
aansluiting uitgenoodigd. Wij wekken belangstellende onderwijzeressen
tot die aansluiting op, het zal weder een stap zijn op den weg,
om der vrouw een standpunt te doen innemen, dat haar door enkelen
zoo noode wordt gegund. UtrechtseA Dagblad.)
De Katholieke dagbladen maken thans het mandement, betref
fende het lager onderwijs, openbaar, hetwelk, onder dagteekening
van 22 Jnnij door de hooge geestelijkheid der R. K. kerk hier te
lande (de aartsbisschoppen van Utrecht en van 's Bosch, de bis
schoppen van Haarlem, van Roermond en van Breda) uitgevaardigd
is geworden. De prelaten stellen in dat stuk op den voorgrond,
dat eene der zaken, die het meest zouden kunnen toebrengen om
eene jammerlijke ontaarding in godsdienst en zeden voor te bereiden
zou zijn het gebrek aan, het verwaarloozen van een degelijk Katho
liek onderwijs; daarom verklaren zy, de Katholieke beginselen over
dat gewigtige onderwerp aan de Katholieken te willen voorhouden,
ten einde hen op te wekken om „een echt Katholiek onderwijs, in
zoover het bestaat, te benuttigen, in zoover het nog ontbreekt,
te helpen tot stand brengen en bevorderen." Hoe de Katholieke
kerk over het onderwijs denkt, vatten wij in deze woorden zamen
„De kerk wil, dat de jeugd in wetenschappen onderwezen worde;
maar zij eischt tevens, dat dit onderwijs in alle opzigten gods
dienstig zij." Voorts worden die denkbeelden der Katholieke kerk
omtrent het onderwijs in een achttal punten nader uiteengezet en
toegelicht
In den polder Grootslag, welke de gemeeute Enkhuizen,
Grootebroek, Hoogkarspel, Westwoud, Andijk en Wevershoof bevat,
geschiedt thans iets, dat wij der aandacht ten hoogste waardig
keuren, in het belang van volksgezondheid, landbouw en veeteelt.
Door de onvermoeide pogingen van de heeren de Jong, burgemeester
van Hoogkarspel, Blom, burgemeester van Westwoud en Kooiman
burgemeester van Andijk, is het besluit door het polderbestuur
genomen, in de gemeente Westwoud, waar men het hoogste land
van gemelden polder vindt, tien bronnen te laten boren. Het voorstel
zooals genoemde heeren in hun lofwaardigen ijver het gaarne hadden
zien aangenomen, was, dat er terstond minstens honderd zouden
geboord worden. Dit zou aan onkosten ongeveer 60 per bron,
dus 6000 vorderen. Het polderbestuur heeft evenwel besloten er
voorshands tien, bij wijze van proefneming te laten boren.
De zaak is van belang. Het vruchtbare land van Westwoud, dat
onder de rijkste en weligste weiden van geheel het Koningrijk der
Nederlanden kan gerekend worden, is letterlijk verschroeid. Het
vee lijdt honger en nog veel meer dorst. Geen veehouder kan zijne
koebeesten meer op eigene weiden houden, want alle slootjes zijn droog.
Maar ook de bevolking lijdt groote ontbering, door volkomen
gebrek aan drinkwater, dat uitsluitend door de regenbakken wordt
verschaft.
Nu hebben reeds eenige landeigenaars, in vroegere jaren, hier en
daar bronnen laten boren, en gelukkig geven deze, voor het meerendeel,
uitmuntend water. De heer C. Neefjes, een der meest welgestelde
landbouwers dier omstreken, o. a. heeft er eene laten boren, die
thans eene ware weldaad is; men komt er met wagens vol okshoofd-
vaten het water halenhet water is volstrekt niet nadeelig en
gelykt in smaak veel op het duinwater. Naar wij vernemen, zal
het eerstdaags scheikundig worden onderzocht.
De bronnen worden geboord tusschen belendende landerijen. Soms
gaat het boren gemakkelijk, soms met zwarigheden gepaard. Op
verscheidene plaatsen vindt men goed water, nadat men 50 a 60
Rijnlandsche voeten in den grond heeft geboordsoms moet men
70 voeten diep boren en het is geschied, dat men op 83 voet nog
geen water vond. Te Grootebroek is voor eenige jaren eene bron
geboord, bij welke men eerst ter diepte vau 92 voeten water vond
men kwam toen op een bodem, die met kiezelsteentjes en schelpen
was bedekt. Iedere bron kost gemiddeld 60. \Purm. Crt.)
Binnen het vorstelijk 's Gravenhage werd dezer dagen het
tiende taalcongres gehouden, waaraan door tal van letterkundigen
uit Noord en Zuid wordt deelgenomen. De leden werden jl. Zondag
in de groote zaal va» het gebouw der teekenacademie door den
burgemeester van 's Gravenhage, den heer jhr. Gevers Deynoot
verwelkomd; een drietal leden voerden daarna het woord; terwijl
eene zanguitvoering door de nationale zangschool deze byeenkomst
opluisterde. Vervolgens werden de leden ontvangen in de sociëteit
de Vereeniging, die prachtig a giorno verlicht was en waar de
muziek der Haagsche schutterij zich hooren liet. Ook hier luisterde
de nationale zangschool door de uitvoering van onderscheidene
zangstukken de zamenkomst op. Ook werden er gedurende den
avond onderscheidene gelegenheids-toespraken gehouden, die van
levendige belangstelling in het congres getuigden.
Den volgenden dag werd een bestuur voor deze vergadering
benoemd; de heer Jonckbloet werd bij acclamatie tot voorzitter
gekozeD. Een voorstel om de naam van het congres te wijzigen
werd op voorstel van den heer Beets verworpen. De naam Nederl.
Taal en Letterkundig Cougres bleef alzoo behouden. De vergadering
werd vereerd door de tegenwoordigheid gedurende een deel der
zitting van H. M. de Koningin en Prins Frederik, die o. a. met
groote belangstelling de voordragten van ds. ten Kate van Amsterdam
en van Jan van Beers van Antwerpen bijwoonden.
In de gisteren gehouden zitting heeft de voorzitter medegedeeld, dat
H. M. de Koningin hem had uitgenoodigd, haren dank aan het Congres
te betuigen voor de wijze, waarop zy eergisteren was ontvangen.
Daarna heeft de heer Vnylsteke, rapporteur der commissie, belast
met een onderzoek van de middelen ter verbetering van het onder
wys der Nederlandsche taal in de Vlaamsche provinciën en omtrent
de wenschelijkheid der invoering van het Nederlandsch als taal voor
het onderwys in die gewesten, rapport uitgebragt. Hij concludeerde
hiertoe, dat de staat zich dat onderwerp aantrekke, en dat ook
bijzondere en kerkelijke vereenigingen daartoe haren bijstand zullen
verleenen. Vervolgens bragt de heer Max Rooses verslag uit
namens de commissie, ten vorigen jare benoemd om onderzoek te
doen naar de middelen, toen aangeduid, ter opbeuring van het
tooneel in Noord- en in Zuid-Nederland. Dat verslag lokte eenige
beraadslagingen uit, waaraan vooral de heeren Rooses, Hilman en
Salvador deelnamen, Na de pauze heeft de heer van Vloten de
vraag beantwoord „Wat moet er worden van het Middeneeuwsch
Woordenboek?" Hij beweerde, dat eerst over 64 jaren het Woorden
boek voltooid zou zijn. Prof. Vreede heeft den heer van Vloteu
wederlegd en zyne medewerking aan het Woordenboek belangeloos
toegezegd; terwijl hij hoopte, dat dit voorbeeld navolging mogt
vinden. Ds. Beets heeft in eene geestige improvisatie betoogd, dat
op de vraag „Wat er van het Woordenboek kan worden" alleen
kan geantwoord worden „een Woordenboek." Prof. de Vries heeft
de bespoedigde verschijning der zevende aflevering aangekondigd en
verzekerd, dat met ijver aan de voortzetting van het werk wordt
gearbeid.
Jl. Maandag namiddag hebben de leden van het taalcongres in
het badhuis te Scheveningen een gemeenschappelijken maaltijd
gehouden, waar o. a. toasten zijn ingesteld door den burgemeester
van 's Gravenhage, den voorzitter van het congres, den hoogleeraar
de Vries en den heer Vrambont, uit België. In die toasten straalde
de geest door om te doen uitkomen, dat het congres geen ander
doel had dan de vriendschappelijke banden tusschen Belgic en
Nederland te bestendigen. Ongeveer 250 personen waren aan den
maaltijd vcreenigd.
Den volgenden dag heeft het congres zyne derde en laatste
zitting gehouden. In die vergadering is o. a. bepaald1°. dat het
11de congres zal gehouden worden in het jaar 1869 te Leuven;
2°. dat een adres aan de regering gerigt zal worden met verzoek
om het zegel voor alle drukwerken af te schaffen3°. dat eene
daartoe benoemde commissie in het volgende jaar rapport zal uit
brengen over de kwestie van het al dan niet toelaten van vrouwen
als leden van het congres.
Uit een openbaar gemaakte briefwisseling tusschen twee
Vlaamsche letterkundigen blijkt, dat voor drie muziekspeeltuigen de
ware Nederlandsche benaming gevonden is; zie hier wat die Vlaamsche
heeren hebben uitgedacht: voor piano: „tikkendwitenzwartivooren-
acajouentandenweêrspringendestaendenmuziekaelsnarenspeeltuig;" voor
clarinette: „middelsleutelgatigbekblaesbuis;" en voor fluit: „herders-
houtengatigzymondmuziekspuwingslonggetuig." Maken de verslag
gevers van concerten in de Vlaamsche biaden van die woorden gebruik,
dan zullen zij wel veel byvoegsels tot hunne couranten behoeven.
In de rekening van Noord-Schaiwoude vonden Ged. Stalen,
blijkens hun jaarverslag over 1867, in uitgaaf gebragt de som van/7,
voor zeven stoven in de kerk ten behoeve van de raadsleden, welke
som was betaald uit den post op de begrooting, uitgetrokken voor
onderhoud en aankoop van meubelen voor de gebouwen of vertrekken,
bestemd voor de vergaderingen van den raad en van B. en W.
De ontwerp-begrooting van Amsterdam voor het jaar 1869
bedraagt in ontvangsten en in uitgaven 5,243,837, en dus ruim
160,000 minder dan de vastgestelde begrooting voor het jaar 1868.
Jl. Dingsdag zyn te Utrecht de lessen aan 's rjjks kweekschool
voor militaire geneeskundigen aangevangen met do 25 kweekelingen
die in December a. s. het staatsexamen zullen afleggen. De overige
65 kweekelingen moeten zich den 1 Oct. te Amsterdam bevinden.
Door ingezetenen vau Utrecht is een gemotiveerd adres aan
den Koning gezonden, tegen de verplaatsing der militaire genees
kundige school naar Amsterdam.
Op den Staats-spoorweg tusschen Glanerbeek en Enschedé is
jL Maandag de beambte, die op den van eerstgenoemd station
komenden trein, tot het bedienen van den remtoestel op den daarvoor
bestemden waggon gezeten was, onder weg, waarschijnlijk door een
staande houding aan te riemen, met het hoofd tegen een der viaducten,
waaronder de trein passeert, gestootenalthans, by de aankomst aan
het station vond men zijn bloedig lyk op den wagen liggen. De
ongelukkige was gehuwd en te Almelo woonachtig.
Eergisteren stonden voor de Arroud.-Regtbank te Arnhem
drie jongens uit de gemeente Beekbergen, oud 6—8 jaren, wegens
diefstal teregt. Uit het verhoor vau den gemeente-veldwachter, die
deze kinderen betrapt en van zyne bevinding proces-verbaal op
gemaakt had, bleek, dat zy, onder het hoeden hunner koeijen, door
het raam in de woning van een aldaar wonend daghuurder waren
geklommen en daaruit eenige sneden roggebrood met boter badden
weggenomen. De teregtstaande weenende kinderen, door den voor
zitter, mr. Evekink Busgers, op gepaste en gemoedetyke wijze
toegesproken, zeiden, dat zy zulks uit eene aardigheid hadden
gedaan en niet geweten hadden dat het diefstal was, tcrwyl de
gemeente-veldwachter zelf verklaarde, dat die kinderen door hunne
ouders goed verzorgd werden en naar hunnen stand eene goede
opvoeding genoten en te zyner tyd bestraft werden.
Hoe noodzakelijk het ook moge wezen, dat het kwaad gestraft
wordt, wenschelijk ware het, dat onder zulke omstandigheden en
met kinderen van zulk een jeugdigen leeftyd eenig onderscheid
gemaakt werd, door hen niet al te ligtvaardig voor den strafregter
te doen teregt staan, zooals zulks door den minister van Justitie,
by eene circulaire aanschrijving, aan het openbaar ministerie bij de
regtbanken werd aanbevolen. Intusschen werd voor die kinderen
eene straf geëischt van 2 en 3 maanden in een verbeterhuis, waar
omtrent de regtbank later uitspraak zal doen. ArnhCrt.)
Dezer dagen is ter reede van Delfzijl aangekomen het stoomjagt
Jeróme Napoleon, aan boord hebbende Prins Napoleon. Nadat de
Prins Delfzijl bezien had, is hij met een zeer klein stoombootje,
dat by aan boord had, naar Emden vertrokken en is eerst laat in
den avond teruggekeerd. Jl. Dingsdag was de prins te Hamburg.
Jl. Dingsdag heeft de opening plaats gehad van de spoorweg-
lijn HeerenveenLeeuwarden.
Naar het schynt is Henry Rochefort in Holland, want n°. 14
van la Lanterne is gedagteekend „Amsterdam, 29 Augustus 1868."
Intusschen is de aflevering zelve gedrukt, als de drie vorigen, te
Brussel.
-