1868. N°. 112.
Woensdag 16 September.
BINNENLAND.
BUITENLAND.
dj
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
tier
OK
HELDERSCHE
NIEVWEDIEPER COURANT,
„Wij huldigen het goede."
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
I Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cent,
elke regel meer 15 cont, behalve 35 cent zegelregt.
j Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Donderdag den 17 dezer vertrekt de Oost-Indische
rS.matl over Southampton.
HELDER en NIEUWEDIEP, 15 September.
Wie rijk wil worden, komt thans in verzoeking om naar Afrika
te gaan. Daar heeft men nabij de Limpopo-rivier, aan de grenzen
Ier Transvaalsche republiek, een rijk goudland ontdekt. Ter eere
ran de Koningin vau Engeland, hebben de blijde ontdekkers aan
iien gouden plek den naam van Victoria-groeven gegeven. Er zijn
lenige personen heen getrokken uit de kolonie N .tal en die hebben
a ]*le gunstigste berigten omtrent den rykdora van den grond aan edel
a 2; metaal medegedeeld. Welk eene gewigtige verandering deze belang-
wekkende gebeurtenis voor Zuid-Afrika te weeg brengen zal, is
moeijelijk te zeggen; maar zooveel is zeker, als men zich herinnert,
j, hoe in Australië en iu Califortiië reuzenschreden op het gebied der
f 2 beschaving zijn gezet en hoe de geheele maatschappelijke gesteldheid
is vooruitgegaan sedert de ontdekking van rijke goudmijnen aldaar,
dan mag men met eenigen grond verwachten, dat ook Zuid-Afrika.
binnen zeer korten tijd in bloei en welvaart zal toenemen.
Wij vertrouwen dat ook thans, even als bij vorige,gelegenheden,
8,S tal van fortuinzoekers zich wel naar het goudland zullen begeven,
irai om de in den grond sluimerende schatten magtig te worden. Was
laai het niet zoo ver af en de reis daarheen niet zoo kostbaar, zeer
zeker zouden zeer velen derwaarts trekken, die thans alleen tehuis
ij blijven, omdat de kosten voor het vervoer door hen niet bestreden
kunnen worden.
N. De staatkundige geschiedenis van den dag geeft aanleiding tot
het maken der vergelijking, tot het opmerken der wondervolle
overeenkomst met „Jan, die huilt en Jan, die lacht." Wij willen
dit in enkele trekken verduidelijken. Er heerscht vrede in ons
i p werelddeel. In geen der rijken van Europa wordt de vrede verstoord
Vtloveral heerscht rust en blijft de orde bewaard. Enkele uitzonderingen
als de woelingen der ontevredenen in Spanje zijn niet van dien aard,
dat ze stof tot bezorgdheid voor een Ëuropesche oorlog kunnen
opleveren. Te midden van dien gunstigen toestand worden we ver
ontrust door het berigt, dat de grijze Garibaldi het plan schijnt
op te vatten om de nederlaag van Mentana te wreken en dat hij,
dit blykens zijn bedanken voor het lidmaatschap der Kamer van Volks-
twl| vertegenwoordigers, zich naauwer aan Mazzini en diens partij ver
bonden heeft. Te midden van die geruchten verneemt men uit
Parijs de tijding dat de Italiaansche gezant zich tot de Fransche
regering heeft gewendmet het verzoek, dat thans, nu de September-
P"i conventie geen ijdele klank is gebleven, maar geheel uitgevoerd mag
worden geacht, dat nu ook de Fransche troepen uit Rome mogen
worden teruggeroepen. Naar men wil is het antwoord van Frankrijk
ontkennend en bij de in Italië heerschende antipathie tegen de
Fransche bezetting en bij de naar aller gedachten bestaande nieuwe
plannen van Garibaldi en de zijnen, is de Italiaansche of Romeinsche
quaestie weder een onrustbarend zeer verschijnsel.
Na den oorlog vau het jaar 1866 en de zoo wel toen als later
gebleken overgroote voortreffelijkheid der zündnadel-geweren, is
Pruissen een zeer gewigtig rijk, dat een vrij grooten invloed oefent
op de beantwoording der vraag: zal er oorlog zijn of vrede in ons
werelddeel? De Pruissische regering nu heeft dezer dageu door het
nemen van gunstige bepalingen jegens de miliciens een blijk gegeven
van hare weinige vrees voor het ontstaan van oorlogs-verwikkelingen
Men zou haast zeggen de regering van Koning Wilhelm is zorgeloos
en vermoedt volstrekt geen gevaar. Brengt men dit in verband
met de herhaalde verzekeringen van Keizer Napoleon, ten aanzien
van het behouden blijven des vredes, dan is er in de naaste toekomst
haast geen kans, dat het zwaard weer uit de schede zal worden
getrokken. Zoo vat dan ook een der Fransche dagbladen het op,
als het verzekert, dat de Koning van Pruissen een bewijs heeft
geleverd van zijne vredelievende gezindheid en zijn vertrouwen heeft
willen betuigen in het behoud van den Europeschen vrede, voor
welks verstoring, naar de meening der Pruissische regering, geenerlei
gevaar bestaat. Nu wordt wel, heel vreemd, uit Spanje gemeld,
dat de regering daar te lande aan het pauselijk gouvernement heeft
doen weten, dat het 30,000 man troepen gereed zou hebben om
Rome te bezetten, ingeval Frankrijk met Pruissen oorlog krijgt
maar, zoo als wy reeds zeiden, Frankrijk en Pruissen spreken vrede
lievend vrees voor oorlog schijnt er niet te bestaan en Spanje's vrees en
Garibaldi's woelingen behoeven ons dus niet al te zeer te verontrusten.
Wij zijn verzocht te berigten, dat de Voorbereiding in de Herv.
Gemeente alhier op Vrijdag a. s., (18 September), niet in de Nieuwe
Kerk zal gehouden worden, zoo als op het preekbeurten-briefje staat,
maar in de Wester Kerk, waar ook op a. s. Zondag het Avondmaal
zal gevierd worden.
Door het bestuur van bet Artillerie-Vrykorps alhier zijn de
volgende benoemingen gedaau: tot sergeant de korporaalP.L.Lammers;
tot fouriers de sergeant P. Pinxter en de korporaal J. C. J. Graat;
en tot korporaals de gewone leden van het korps: J. S. Bakker,
F. J. Bussing, W. Koster, B. P. de Beer, J. J. Beckers, J. Schuijt
en J. B. A. Meijer.
Jl. Zondag avond gaf Languedoc's Mannenkoor het aange
kondigde afscheidsconcert, dat evenals dat hetwelk jl. Vrijdag plaats
had, den groolsten bijval verwierf. Het verwonderde ons dat de
opkomst van het publiek niet talrijker was. Welligt vindt dit zijne
reden daarin dat het publiek reeds des morgens in de gelegenheid
was geweest deze kunstenaars in de R. C. kerk te booren, waar zij
de godsdienstoefening door hun gezang hebben opgeluisterd. Jammer
dat de lokaliteit daar niet geschikter was. Dit beeft veel afbreuk
gedaan aan het effekt dat zulke stemmen moeten teweeg brengen.
Wij houdeu ons echter verzekerd dat het verblijf van deze kunstenaars,
bij allen die hen hoorden in aangename herinnering zal blyven en
gelooven dat zij vooral den heer Jourage niet zulleu vergeteu, wiens
barytonstem in welluidendheid, kracht en omvang misschien zijns
gelijken niet heeft. Gisteren zyn de zangers weder naar Amsterdam
vertrokken, waar zy door den heer Stumpff ziju geëngageerd.
Z. M. heeft herbenoemd tol plaatsvervangend kantonregter
alhier, den heer mr. W. Bok.
Men verneemt dat bij genoegzame inteekening in bet begin
der volgende maand alhier eene voorstelling zal worden gegeven
loor het Nederlandsch Offenbach's Operetten-Gezelschap, onder directie
van den heer Louis Bernard.
Aan T. C. Dommisse is, op zijn verzoek, eervol ontslag ver
leend als kapl.-comm. derdd. schutterij te Vlissingen, met vergunning
om de uniform van kapitein der schutterij te blijven dragen.
Niet den 15 Sept., maar den 1 Oct. zal de buitengewone
synode in zake dr. Zaalberg te zamen komen.
Omtrent den in de volgende week te 's Hage te houden
Scherpschutters-wedstrijd wordt o. a het volgende medegedeeld:
Door Prins Hendrik zijn als pryzen aan het centiual-comité toe
gezonden een zilveren bokaal (die echter aan eene vereeniging wordt
toegekend, die voor de tweede maal als overwinnares optreedt) en
twee aehterlaad-gewerendoor Prins Frederik een étui met 12 zil
veren couverts. In de loterij-zaal wordt gereedheid gemaakt voor
de ontvangst der van buiten komende vereenigingen, aan wie aldaar
den eerewijn zal worden aangeboden. Ook in bet kamp worden
toebereidselen gemaakt voor het te houden concours.
Te midden van den stryd over de al of niet toelating van
dr. Zaalberg tot de predikdienst te 's Gravenhage is eene brochure
in het licht verschenen onder den titelZaalbergerij, geschreven
door een lid der Ned. Hervormde Kerk.
Door de policie te Delfshaven zyn dezer dagen twee jongens
van 14- a 15jarigen leeftijd gearresteerd, die zich hadden schuldig
gemaakt aau diefstal van een schaap uit de weide, dat zij bij een
landman C. van den Berg, te Overschie, getracht hadden te ver-
koopen. Van den Berg had de jongens voorgesteld, hun het geld
voor het schaap bij den commissaris van policie te Rotterdam uit
te betalen, omdat de koopprijs beneden de waarde was; de jongens
hadden in die voorwaarden genoegen genomen en waren met van
den Berg op diens wagen naar Rotterdam gereden, doch op het
Haagsche Veer gekomen sprongen de jonge veedieven van den wagen
en kozen het hazenpad. Kort daarop werden zy te Delfshaven
ingerekend.
Dezer dagen is van Breda gevankelijk naar 's Hertogenbosch
overgebragt J. H., huisvrouw van Antonie Vermomt, arbeidster te
Rijsbergen, teneinde voor het Prov. Hof in Noordbraband teregt te
staan, wegens poging tot vergiftiging van haren man.
In de gemeente Rjjen is Woensdag avond de vrouw van den
landbouwer van Roosendaal bevallen vau drielingen, zijnde drie
meisjes, welke allen levend ter wereld zijn gekomen en even als de
kraamvrouw zeer welvarend zijn.
In de nabyheid van Arnhem, op het Spijker, hebben een
paar landbouwers, van Beek en Stevens, nu voor de tweede maal
in dezen zomer aardappelen gerooid van denzelfden grond. Ook
het tweede gewas is uitmuntend van kwaliteit.
Te Westervoort is dezer dagen een wethouder uit de vergadering
van het dagelijksch bestuur geloopen, omdat het hoofd van het
gemeentebestuur zeidc in antwoord op een vraag welke hem in die
zitting gedaan werd: „Ik zal mijn k... wel bergen." De wethouder
opstaande verklaarde dat hij geen zitting verkoos te hebben met
een persoon, die zich zulke uitdrukkingen tot het gemeentebestuur
veroorloofde. Wij vragen verschooning voor het plaatsen eener on-
welvoegelyke uitdrukking; we herinneren echter dat ze door een
„Edel Achtbaar" man gebezigd werd.
Z. M. de Koning bezocht den II dezer het kamp en bragt
een bezoek aan de officieren van het regement Grenadiers en Jagers,
die in de cantine van Mözenmeijer aan tafel zateo. De Koning was
vergezeld van zijn staf. Door de officieren met geestdrift ontvangen,
stelde Z. M. een toast in op zijn geliefkoosd regement, waarin de
Koning zijne militaire loopbaan was begonnen, en dat de roem is
van het Nederlandscbe leger. Deze koninklijke dronk werd begroet
met den driewerf herhaalden kreet: „Leve de Koning!" Inmiddels
was de stafmuziek, onder directie van den kapelmeester Völmar,
in de cantine verschenen en bragt daar eenige vaderlandsche melodiën
ten gehoore. De kolonel Mac Leod beantwoordde den toast des
Konings en betuigde Z. M. de dankbaarheid van het korps voor
de hooge onderscheiding, die HD. het had bewezen. Ook deze
dronk werd met een „Leve de Koning!" en met fanfares begroet.
De Koning liep vervolgens langs de beide zijden van de tafel en
klonk met ieder der officieren, waarby Z. M. hen op den meest
bartelijken toon toesprak.
Deu 4 dezer is te Haaksbergen de vrouw van een behoeftig
arbeider door middel van de sectio caesarea van twee welgeschapen
zoons «'verlost. Moeder en kinderen bevinden zich redelyk wel. Om
de zeldzaamheid van het geval heeft men aan de jonggeborenen de
namen Julius en Caesar gegeven.
Eenige dagen geleden heeft men in de Vlaamsche zeeplaats
Panne een haai gevangen, die met hoog water tusschen de banken
van het strand was geraakt. Hij is door een stoutmoedig bader,
bygestaan door eenige visschers, bemagtigd en op het drooge gebragt,
waar hij zich nog tot het laatste oogenblik tegen zijne met roei
spanen gewapende aanvallers verdedigd heeft. Het zeemonster heeft
eene lengte van negen voet en weegt omtrent 500 poud.
Naar wij vernemen, heeft de thans te Assen gedetineerde
algemeenc boekhouder der Maatschappij van Weldadigheid volledige
bekentenis afgelegd omtrent de valschheden, door hem in 1867 en
1868 in de hoeken der maatschappij gepleegd. Wij kunneo niet
nalaten onze lezers te doen opmerken, dat aan de directie der
maatschappij geenerlei nalatigheid in deze zaak kan worden ver
weten; immers zij had geene reden een ambtenaar te wantrouwen,
die, by haar meer dan 30 jaren werkzaam, eerst in de beide laatste
jaren zijn pligt vergat en daardoor zich en zijn talrijk huisgezin
diep ongelukkig beeft gemaakt. II.blad
Eene dame te Maastricht, die eene met petroleum gevulde
lamp wilde uitblazen, had bet ongeluk, door eene ontploffing van
eene ballon, in brand te geraken, waardoor zy zulke deerlijke brand
wonden ontving, dat zij aan de gevolgen daarvan is bezweken.
Te Batavia is onder voorzitting van den resident een comité
opgerigt ter regeling eener feestviereng, bij gelegenheid van het
250jarig bestaan van Batavia, in de laatste dagen van Mei des
volgenden jaars. De feestviering zal vier dagen duren en hoofdzakelijk
bestaan uit: het leggen van den eersten steen voor een standbeeld
van Batavia's grondlegger, Jan Pieterszoon Koen; het houden van
een gecostumeerden optogt; de opvoering van het tooneelstuk van
wijlen mr J. van Lennep, De stichting van Batavia; eene bloemen
tentoonstelling; een concert; enz., enz.
Dezer dagen werd het Café Chantant, het Casino, te Brussel, op
nieuw geopend. Onmiddelijk nadat het publiek zich iu de zaal
bevoud, bemerkte men met verwondering, dat de zaal met de Fransche
nationale kleuren was gerestaureerd, ja, men ontdekte zelfs dat het
vroeger in het plafond aangebragte Belgische wapen vervangen was
door een Keizerlijken adelaar. Het duurde geen vijf minuten, of
het klonk uit honderde keelen: „Weg met de vreemde kleuren!
Leve België! De regisseur!" Te vergeefs werd het scherm opgehaald,
vergeefs deed zich de muziek hooren, het rumoer nam steeds toe,
en reeds maakte men zich gereed om tafels en stoelen kort en klein
te slaan, toen de directeur, meer dood dan levend, verscheen en met
de hand op het hart zwoer, dat de keuze der kleuren zonder eenige
nevengedachte geschied was, en dat alles aan het toeval te wijten
s. Hy beloofde, dat alles den volgenden dag zou verholpen
worden en ieder tevreden zou worden gesteld. Deze tien malen
herhaalde verklaring deed den storm bedaren en de orde werd
hersteld toen de Brabanqonne werd aangeheven.
Het hof van assises te Brussel heeft jl. Zaturdag den ook hier
te lande, inzonderheid te Amsterdam bekenden de Sébilie, ter zake
van valschlieid in openbare geschriften en in geschriften van koop
handel, veroordeeld tot gevangenisstraf van tien jaren, een geld
boete van 2000 francs en in de kosten van het proces, met bepaling,
dat hij gedurende tien jaren verstoken zal zyn van de burger-
regten.
In het kamp te Beverloo heeft een schildwacht, die op bet
werda geen antwoord ontving van de personen welke hij op eeu
afstand vau 65 pas vóór zich zag, zyn geweer gelost en door één
kogel den sergeant van de wacht en den korporaal welke de ronde
deden, gedood. De soldaat die hen vergezelde, vlugtte en bragt de
tyding van het onheil over.
De Étendard meldt, dat de Keizer by het verlaten van het
kamp van Chalons, de generaals die hem tot het spoorweg-station
vergezeld hebben, aldus heeft toegesproken: „Ik heb mij gelukkig
gevoelt gedurende de acht dagen welke ik in uw midden doorbragt.
Ik zeg u niets, omdat de dagbladen niet zouden nalaten aan mijne
woorden, hoe gematigd ook, eeue oorlogszuchtige beteekenis te hechten.
Ik doe dus niets anders dan u myne tevredenheid betuigen over
uwen yver en uwe gehechtheid."
Deu 18 en 19 dezer zal te Havre een maqonniek congres
worden gehouden. Een der onderwerpen is de vraag hoe de vrij
metselaars den meesten invloed kunnen uitoefenen tegen deu oorlog,
de miskenning van de broederschap der menschen.
Tot het bouwen van een Engelsch linieschip worden, naar men
berekent, 6000 boomen vereischt.
De heer Gladstone heeft een aanval van cholera gehad, doch
is aan de betere hand. De geneesheeren hebben hem rust aangeraden.
De Zoölogische tuin te Londen heeft 12,000 betaald voor
een deze week aangekomen dier. Dit is de hoogste prys, die ooit
door eenige verzameling van levende diereu voor één exemplaar
werd besteed. Het exemplaar van zijn kant is dan ook het eerste,
dat levend in eene dergelijke verzameling in Europa is overgebragt.
Het is eeu Afrikaansche neushoorn met twee hoorns. Het is afkomstig
uit Opper-Nubië en door den Weener reiziger Cassanova overgebragt
naar Hamburg en verkocht aan het huis Carl Hagebeck, in wilde
dieren. Van hem heeft de Londensche Zoölogische tuin bet dier
gekocht.
Jl. Donderdag zag men boven het zuidwestelijke gedeelte van
Londen op ongeveer 2000 voet hoog een grooten luchtballon zweven,
die door een ontzaggelijken kabel aan de aarde verbonden was. Deze
reusachtige ballon heeft een inhoud van 350,000 kubieke voeten en
is voor 28,000 door den heer Giffard te Parijs vervaardigd. De
kabel, welke 600 pouden zwaar is, wordt door eene stoommachine
van 200 paardenkracht rondom een ijzeren spiraal gewonden, wanneer
men den ballon wenscht te doen nederdalen. Het schuitje van
dezen monster-ballon is in den vorm van een ronde galery, waarvan
het midden open is, en kan een dertigtal personen bevatten. Het
publiek kan voor 1 per hoofd mede opstijgen, wanneer zich het
onmetelijke LondeD onder hunne voeten uitspreidt eu meer dau eeu
tiende gedeelte van Engeland overzien kan worden.
Het eerste telegram per nieuwe kabel uit Denemarken is
jl. Vrijdag te New-Castle ontvangen en bevatte een gelukwensching
van den Koning van Denemarken aan Koningin Victoria, met de
terugkomst in bare staten.
Omtrent de vredelievende gezindheid der Ieren tegenover
Engeland houdt men zich voorloopig en tydelyk verzekerd; ook
zyn de dagbladen er vau overtuigd, dat bet geen Fenian was, die
par force toegang tot Koning Victoria te Lucern verlangde. Alle
Engelschen willen daarvan nog niet overtuigd zyn. Op eene voor-
loopige kiezersvergadering, iu het een of ander shire, deed een wel
bespraakt man het volgende hooren: „Mynheer de president! Het
is algemeen bekend, dat de verhevene instellingen van Old-Engeiand
het meebrengen, dat bet leven aller Engelsche onderdanen verzekerd
zy in elk oord der wereld, geen offer is er onze natie te zwaar
voor, om dat begrip vleesch en been te geven; de luisterrijke over
winning in Abessinië door deu edelen lord van Magdala behaald,
is er ons het bewys van, dat de onschendbaarheid der Engelsche
onderdanen in vreemde gewesten geen ijdele klank is. Maar als ik
deu blik wend van de Abessinische Alpen en ik wend ze naar de
Zwitsersche Alpen, wat ontdekt mijn blik dan! Dan, mijnbeer
de presidentzie ik eene afgodisch beminde Koningin (God zegene
haar!) die in fijner lucht, dan ons Old-Engeland haar kan aanbieden,
hare gezondheid herstelt, en ik outjek een aterling, die met geweld
tot haren gebeiligdeu persoon doordringt, om het moordgeweer tot
haar op te heffen. Ik wensch aan deze vergaderiug de vraag voor