1868. N°. 122.
Vrijdag 9 October.
BEKENDMAKING.
OMWENTELING IN SPANJE.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
BINNENLAND.
ne<
n
Hei
HELÜERSCHE
IV V1EUWEDIEPER COURANT,
„Wij huldigen het goede."
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zatürdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
Prijs der Advertentiön: Van 1—-4 regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent, behalve 35 cent zegelregt.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsrnimte berekend.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER maken bij
ieze bekend, dat,, even als vroeger, van den 16 dezer tot en met den 15 April
ÜJ ,869, de quarantaine zal gehouden worden achter in het Nieuwediep bij
let Ni e uwe werk, en dat alle vroegere bepalingen opzigtelijk het stoppen of
nkeren en in quarantaine liggen in den mond van de Haven, van volle kracht
ilijven; zulleude de schepen aldaar de eerste visitatie moeten ondergaan, na
relke visitatie de visiteur der quarantaine, indien daartegen geene bedenkingen
lestaan, vrijheid geeft om naar het Nieuwewerk te verhalen of te zeilen; doch
ID ingeval er onverhoopt ziekte of besmetting aanwezig of te vermoeden is, zoo-
laiiige schepen zal gelasten om in den mond der haven aan den Steenendam te
209 neereD> alwaar zij tot nadere orders van Hoogerhand steeds zullen bewaakt worden.
Het zal echter aan schepen, welke slechts aan visitatie zonder quarantaine
jnderworpen zijn, vrijstaan, ^>m de visitatie op de reede af te wachten, indien
dit, iet met hun belang in strijd is om in het Nieuwediep te komen.
2g. Ieder wordt ernstig gewaarschuwd, om zich zonder schriftelijke vergunning
perian den Heer Directeur en Komraandant der Marine, aan boord van quarantaine-
«hepen te begeven, ten einde zich te vrijwaren voor de toepassing der zware
straffen, welke op de overtreding zijn vastgesteld.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester,
den 8 October 1868. L. VERHEY, Secretaris.
Het protest van Koningin Isabella II, gedagteekend„Kasteel
van Pau, 30 Sept. 1868," is vervat in deze bewoordingen:
„Den voet op vreemden bodem zettende, hart en oog onophoudelijk
gekeerd naar dien grond, waar ik en mijne kiuderen het eerste
levenslicht hebben aanschouwd, haast ik mij mijn duidelijk en plegtig
protest ter neêr te schrijven, voor God en voor de menschen, en
te verklaren dat de overmagt, waarvoor ik wijk, nu ik mijn koningrijk
verlaat, volstrekt niet, op welke wijze ook, eenige inbreuk of schade
kan doen aan de integriteit mijner regten, of ze eenigermate kan
verminderen of in gevaar brengenwijders, dat de integriteit ook
geenszins kan benadeeld worden door de handelingen van het
revolutionair bewind, en nog minder door de besluiten van de
vergaderingen, welke noodzakelijk moeten ontstaan, onder den druk
der democratische woede en in den toestand van openbaar geweld
op het volksgeweten en op den volkswil." Na den Spanjaarden
herinnerd te hebben dat hnnne vaderen voor Spaojes godsdienst en
Spanjes onafhankelijkheid een langdurige en gelukkige oorlog
hebben gevoerd, roept zij haar gewezen onderdanen het volgende toe:
„Indien gij denkt dat Spanjes kroon, gedragen door de Koningin
die het geluk heeft gehad haren naam te verbinden aan de politieke
en maatschappelijke wedergeboorte van den Staat, het zinnebeeld is
van de beschermende beginselen van godsdienst en onafhankelijkheid,
blijft dan, gelijk ik hoop, getrouw aan uwe eeden en aan uw geloof;
laat als een geesel den omwentelings-zwijmel voorbij drijven, waarin
ondankbaarheid, landverraad en eerzucht de hoofdrol spelen, en leeft
in de zekerheid, dat ik niets zal verzuimen om tot zelfs in het
ongeluk dit symbool (de Spaansche kroon) ongeschonden te hand
haven, buiten hetwelk er voor Spanje niet is een herinnering waar
door het wordt aangetrokken, een hoop die het schraagt." Het
protest eindigt met deze woorden„De monarchie van vijftien
eeuwen van worstelingen, overwinningen, vaderlandsliefde en grootheid
kan niet verloren gaan in vyftien dagen van meineed, onttrouw en
verraad. Laat ons op de toekomst vertrouwen! De roem van het
Spaansche volk was altoos de roem zijner Koningen; de val der
Koningen heeft altoos zijn terugslag op de volken. In het vaste
en vaderlandslievende verlangen naar de handhaving van het regt,
de legitimiteit en de eer, zullen uw geest en uwe pogingen altoos
in overeenstemming zijn en blijven met het krachtige besluit en de
moederlijke genegenheid van uwe Koningin. Isabella."
Volgens een schrijven uit San-Sebastiaan van 29 Sept. jl.
koesterde de koningin in de laatste oogenblikken nog de hoop de
kroon te kunnen redden voor haren zoon, den prins van Asturië.
Zij had zieh den geheelen dag opgesloten, toen tegen den middag
de eerste tijding ontvangen werd van de nederlaag van den markies
van Novaliches. Na het lezen van dat berigt helderde haar gelaat
plotseling op en ijlde zij naar hare kamer terug om aan Espartero
te schrijven. „Gij zijt het," schreef zij, „die de dynastie gered hebt
gij zult haar nogmaals redden. Wat mij betreft, ik verlang niets
meer en ben ook niets meer. Doch ik werp u den prins van Asturië
in de armen. Wat gij voor mij gedaan hebt, zult gij zeker voor
hem doen." Zij keerde in de salon terug, om den prins van
Asturië over te halen naar Logrono te gaan. Doch de kleine
prins wilde van zijne moeder niet scheiden; hij weende luid en
wierp zich aan hare borst. De koningin was diep getroffen, scheurde
den brief stuk en in de hoogste opgewondenheid, bleek en als het
ware vernietigd, trok zij haren zoon met zich voort, als wilde zij
hem zelve voor eene scheiding behoeden.
Door Serannö is in eene toespraak gezegddat de vrede
voort duurt en het vertrouwen niet vermindert. Hij niite den
wensoh, dat dit sohoone schouwspel, hetwelk Europa reeds ver
wondert, niet worde verstoord. De eenheid, de tacfit van het leger,
de verbroedering van leger en volk en de vaderlandsliefde van allen
zullen het werk der omwenteling voltooijen, met vermijding van
alles wat maar de minste aanleiding kan geven tot reactie en tot
het verlies van vertrouwen, die het gevolg zijn van de wanorde.
Den 30 Sept. is te Madrid een nummer van het regeringsblad
in het licht verschenen, waarin het koninkljjk wapen aan het hoofd
plaats had gemaakt voor eene zinnebeeldige figuur, de Geregtigheid
voorstellende, omgeven door onderscheidene allegorische attributen.
Het bljjkl nog, dat daags na de bij Alcolea door de konink
lijken geleden nederlaag aan het ministerie van oorlog te Madrid
eene bijeenkomst vao generaals is gehouden, ter overweging van de
vraag, of een verdere strijd voor het behoud der bestaande orde van
zaken nog als nuttig en raadzaam te beschouwen was. Die vraag
was eenparig ontkennend beantwoord geworden.
Door middel van den telegraaf is reeds gemeld gewordeu, dat
de te Madrid gevestigde Engelschen en Franschen (republikeinBche
uitgewekenen) aan de Revolutionaire Junta aldaar adressen van
gelukwensching wegens het welgelukken der omwenteling hebben
doen toekomen. Die adressen zijn onverwijld door de Junta beant
woord. In het antwoord aan de Engelschen wordt o. a. gezegd
„De heden herlevende Spaansche natie zal, door de vrijheid gerijpt,
trouwhartig de hand reiken aan het Engelsohe volk, hetwelk haar
twee eeuwen geleden overwon. De Oostenrijkers en de Bourbons
hebben onze levenskrachten verstikt. Thans verrijzen wjj uit het
graf, waarin zjj ons bedolven hadden. Die verrijzenis zal niet
strekken om ons in het oude spoor te doen vervallen, maar om ons
al de volken, welke reeds vóór ons hunne ketenen verbroken hebben,
op den weg van den zedeljjken en nationalen vooruitgang te doen
nastreven."
Koningin Isabella leeft te Pau zeer teruggetrokken en verlaat
haar salon slechts om de mis te hooren, die in de slotkapel
door den voormaligen bisschop van Cuba wordt gelezen. In
het slot worden haar alle mogelijke eerbewijzen betoond. De
Keizer heeft een prefect van het paleis der Tnileriën en een groot
aantal bedienden ter beschikking gesteld van H. M. en haar ge
volg, dat uit ongeveer 20 personen bestaat, behalve de b|jbehoorende
bedienden.
In de Opinion Nationale leest men„Te Madrid, te Barcelona
heeft geen enkele executie plaats gehad. Eertijds kostte eene ver
andering van ministerie in Spanje aan honderden het leven. Thans,
nu die afschuwelijke democraten, zooals Rivero, Figuerola, Orense,
enz., deel van de regering uitmaken, wordt niemand gefusilleerd;
men zal Novaliches met alle mogelijke praal ter aarde bestellen
men verleent een vrijgeleide aan Cheste en Girgenti, ten einde zij
zich gerust kunnen inschepen. Men vergunt zelfs deD mozos de
escuadra, die, in Januarij 1866, de Ramba van Barcelona tot een
waar bloedbad maakten, zich bedaard naar hunne haardsteden te
begeven. Zoo wreekt zich de revolutie. De wettige regering maakte
een ander gebruik van hare zegepraal!"
PARIJS, 7 Oct. De Jloniüur meldt, dat de opperste Junta, te
Madrid met toepassing van het algemeene stemregt gekozen, is
geconstitueerd. Eere-voorzitters zijn Serrano en Prim; effectief voor
zitter is Aguirre; vice-presidenten zjjn Rivero en Yega Armijo.
De Graaf van Girgenti is jl. Maandag avond te Lissabon aangekomen.
MADRID, 6 Oet. Volgens de Gaceta, is maarschalk Serrano
door de junta gekozen tot het uitoefenen van het oppergezag en
tot het benoemen van een ministerie, waarmede hjj tot het bijeen
komen der constituerende vergadering regeren zal. Voorts zjjn
decreten uitgevaardigd, bij welke bijna al de militaire ambten voor
vacant verklaard en ter vervulling van de openbare plaatsen ver
scheidene generaals benoemd worden. Er heerscht rast. De troepen,
uit Andalusië gekomen, zjjn om de stad gekampeerd en zullen
morgen binnenrukken.
6 Oct. Door al de generaals, tot de gematigde partij behoorende
en die het leger der liberalen bestreden hebben, is de omwenteling
erkend. Prim zal morgen hier komen; een luisterrijk onthaal wordt
hem bereid.
Prim wordt te Saragossa door de bevolking tegen gehouden.
Hij zal bij z|jne aankomst alhier door eene commissie uit de Junta
ontvangen worden. Commissiën uit het volk brengen eerepoorten
in gereedheid. Verscheidene Junta's hebben aanmerkingen gemaakt
tegen de benoeming van Serrano, tot hoofd van het uitvoerend bewind,
zonder dat de meerderheid zich er voor heeft verklaard.
HELDER en NIEUWEDIEP, 8 October.
Gisteren avond heeft een sergeant der Infanterie alhier door een
geweerschot een einde aan zijn leven gemaakt.
Heden morgen viel het zoontje van den heer T. alhier in het
kanaal bij de Molenbrug. Spoedig werd h|j door den brugwachter
H. Ritter, met een haak er uitgehaald. M. van der Hoeven, die
zich juist op die plek bevond, sprong, ter redding van deu drenkeling,
terstond in het water.
Men deelt ons mede, dat Zr. Ms. monitor Heiligerlee eerlang
van hier naar Rotterdam zal vertrekken, om daar eenigen tijd te
verblijven.
H. M. de Koningin heeft eergisteren met HDr. hofhouding
het huis ten Bosch verlaten en het paleis te 's Hage betrokken.
Z. K. H. de Prins van Oranje heeft jl. Dingsdag de zonen
van den Onderkoning van Egypte een bezoek gebragt.
HH. KK. HH. de Prins en Prinses van Beijeren zijn gisteren
ochtend ten half tien ure per spoortrein uit de residentie naar
Amsterdam vertrokken.
HH. HH. Hussein-pacha en Hassau-pacha, zonen van Z. H.
den Onder-Koning van Egypte, en gevolg, hebben gisteren met den
eersten spoortrein de residentie verlaten, om zich naar Brussel te
begeven.
Van het voor 1868 voor Oost-Indië bepaalde contingent
suppletie-troepen zjjn in dit jaar reeds uitgezonden 1677 man, zoo
dat nog slechts 323 uit te zenden over blijven.
Uit een staat der bevolking des koninkr|jks op 81 Deo. 1867
blijkt, dat die alstoen bedroeg 3,592,416 inwoners, te weten 1,782,212
van het manneljjk en 1,810,204 van het vrouwelijk geslacht. De
bevolking beliep gezamenlijk 38,875 meer dan een jaar te voren,
zijnde 14,487 meer dan het jaarlijksch gemiddelde over den aanwas
der bevolking van 183067. Op 1 Jan. 1830 telde het koningrjjk
2,526,306 zielen, in 1850 3,056,591 en in 1860 3,308,969.
Door de Regering is aan de Tweede Kamer medegedeeld, dat
eerlang in gebruik zal worden gesteld de spoorweglijn Uitgeest
Zaandam. Nog vóór het einde des jaars zal van den spoorweg
HelderAmsterdam de weg tot den Noorder-IJdijk gereed zijn.
Voor de aansluiting naar Amsterdam wordt beproefd eene wijziging
in het daarvoor bestaande ontwerp, ter tegemoetkoming aan gemaakte
bedenkingen.
Op voorstel van den beer Fransen van de Putte, heeft de
Tweede Kamer in hare zitting van gisteren besloten, dat door den
minister van Koloniën zal worden overgelegd eene lijst van personen
die in der t|jd tegemoetkoming hebben erlangd voor hun overtogt
naar Nederl. Iudië. Zulks staat in verband met de iu de Kamer
medegedeelde verzekering, dat, even als aan den heer Busken Huet,
ook wel aan andere personen in der t|jd tegemoetkoming uit 's Rjjks
kas voor de overtogt naar Indië is verleend.
De algemeene synode der Ned. Herv. kerk heeft in hare zittingen
van 1, 2, 3 en 5 October jl. het verzoek van den Ilaagschen
kerkeraad, tot herziening van het eerste gedeelte der uitspraak van
de synodus contracta, i. d. 27 Jul|j jl., in zake van den predikant
dr. J. C. Zaalberg in overweging genomen en heeft besloten, dat
de bezwaren door den kerkeraad te 's Hage tegen voormelde uitspraak
van de synodus contracta ongegrond z|jn en diensvolgens deze uit
spraak bevestigd. Deze definitieve beslissing maakt dus aan deze
zaak een lang gewenscht einde, zoodat dr. Zaalberg vier weken
na deze uitspraak zijn dienstwerk te 's Hage hervatten kan en in
z|jne betrekking tot de gemeente geheel hersteld is. Door de synode
is bepaald, dat de kosten van revisie zullen gedragen worden door
den kerkeraad van 's Hage.
De Tijcl bevat in extensa den Apostolischen brief van Paus
Pius IX, aan alle Protestanten en on-Katholieken, waarvan de strekking
is om met het oog op het aanstaande oecumenisch concilie, zich,
in het belang der godsdienstige en maatschappelijke óónheid, aan tc
sluiten bjj de Katholieke kerk.
Sedert het jaar der aardappelen-ziekte, is de oogst van dit
gewas in de omstreken van Hoorn zoo groot en goed niet geweest
als thans. De opbrengst is buitengewoon en de kwaliteit laat niets
te wensehen over. Ware het niet dat de landman zoo hooge pacht
te betalen had, dan zouden de pr|jzen buitengewoon laag zijn. De
beste soorten z|jn reeds aangeboden voor 2.50 a 2.het mud,
dus voor de helft van vroegere jaren.
De tentoonstelling te Hoorn, op Donderdag den 1 dezer
geopend, werd gedurende vier dagen door vele belangstellenden
bezocht en voldeed aan ieders verwachting.
De vermakelijkheden van Donderdag, als mastklimmen, zakloopen
en tobbespel, werden door talrijke scharen van mensehen bijgewoond
en heerschte er de gewenschte orde.
Vrijdag 2 Oct. namen aan de harddraverij 17 paarden deel, die,
door het muziek van het 7de regiment Infanterie voorafgegaan,
naar het daartoe bestemde terrein werden gebragt. De eerste prjjs,
bestaande in een paar zilveren presenteertrommels met blad, werd
behaald door deu zwarten min, genaamd de Boer, van deu heer
J. Metz te Waddingsveen, bereden door J. Bosen de premie,
zjjnde een zilveren inktstel, door de zwarte merrie, genaamd de
Dikke, van den heer J. Hoek te Wateringen, bereden door J. de
Boer; de prjjzen werden door den burgemeester, onder gepaste
toespraak, uitgereikt.
Zaturdag 3 Oct. werd de tentoonstelling van vee geopend; ook
hier zag men alles even schoonhet ontbrak dan ook niet aan
eene massa belangstellenden, die hunne goedkauring aan de schoone
tentoongestelde dieren niet onthielden.
Zondag 4 Oct. werd de tentoonstelling ten vjjf ure gesloten, en
des avonds ten acht ure werd door het geven van een vuurwerk,
dat waarlijk prachtig kon genoemd worden, een einde gemaakt aan
de zoo talrijke volksvermakelijkheden. Dit feest zal lang in elks
geheugen blijven, die er oor- en ooggetuige van was. AmstCt
Jl. Maandag avond werd door het te Hoorn gevormd korps
scherpschutters, in vereeniging met het muziekgezelschap de Harmonie,
eene serenade b|j fakkellicht gebragt aan den heer van Haersolte,
kommandant der vereeniging tot bevordering van 's lands weerbaar
heid aldaar, en wel ter gelegenheid van z|jne benoeming door Z. M.
den Koning tot majoor-kommandant van het 6de bataillon der
rustende schutterij in de provincie Noordholland. Hoewel duizende
menschen op de been waren, liep alles in de beste orde af. (Amst. Ct.)
Te Velzen heeft eene arbeidersvrouw, aan typhus lijdende en
door haar man wordende opgepast, die echter pas zelf de typhus
had gehad en door vermoeijenis was ingesluimerd, het bed verlaten
en haar kind van 21 maanden den hals afgesneden; de kranke
moeder had zelfs, toen men haar het l|jk voorhield, niet het minste
bewustzijn van hare daad.
Te Rotterdam zijn twee jongens veroordeeld, die in enkele
weken b|j de boeren 106 eenden hadden gestolen.
Te Werkendam hebben 4 mannen, waarvan 2 naar binnen
gingen en 2 op wacht bleven staan, bij eene vrouw 's avonds koffij
en daarna geld gevraagd; toen z|j weigerde, hebben de roovers haar
de sleutels met geweld ontnomen en 600 en eenig goud en zilver
medegenomen.
Omtrent de rede, door professor Opzoomer dezer dagen te
Utrecht b|j de opening der academische lessen uitgesproken, en
waarin hjj het mandement der bisschoppen tot onderwerp had ge
kozen, verneemt men, dat de hoogleeraar waarschuwde tegen
het drjjven eener party, die, eenige jaren geleden nog in stilte
werkende, thans, nadat haar invloed aanmerkelijk was toegenomen,
onbewimpeld voor hare bedoelingen uitkomt en, ter bestrjjding van
den geest van vooruitgang en verlichting, hare aanvallen rigt op
ons openbaar lager onderwijs. Zonder omwegen verkondigen de
bisschoppen, dat bedoeld onderwijs geheel onderworpen aan en in
de dienst van de kerk moet zjjn. De hoogleeraar wil dankbaar de
groote diepsten erkennen, welke in vroegere eenwen door de kerk
aan de wetenschappen zjjn bewezen, maar moet tevens aantoonen,
dat de kerk thans niet inziet, dat de knaap, man geworden, aan
de voogdjj is ontwassen. De spreker heeft niet ontveinsd, dat hjj
de toekomst meer of min duister te gemoet ziet, en heeft dan ook
in het belang van het vrjje onderzoek allen tot waakzaamheid aan
gespoord. (N. R. Ct.)
Dezer dagen bood zicb te Harderwijk aan, om in koloniaal-
militaire dienst te treden, een vreemdeling oud 37 jaren, die zich
schreef: ex-koninklijk-keizerlijk Oostenrijksch ober-luitenant, pauselijk
luitenant en keizerlijk Mexicaansch huzaren-ritmeester, ridder der
orde van St. Guadeloupe, ridder der orde van St. George, bezitter
der keizerlijk Mexicaansche zilveren en bronze medaille voor militaire
verdiensten, der panseljjke medaille pro Petri sede en der keizerlijk
Fransche medaille voor Mexico.
Te Lexmond is een kind voorover in het vunr gevallen en
heeft zicb zoodanig gebrand, dat het spoedig is overleden. Gemeld
kind was met een zusje van 8 jaren alleen in huis; op het hulp-