1868. N°. 128.
Vrijdag 23 October.
26 Jaar
binnenland.
buitenland!
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
HELDERSCHE
EN NIEUWEDIEPER COURANT,
„Wij huldigen het goede."
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent, behalve 35 cent zegelregt.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
HELDER en NIEUWEDIEP, 22 October.
Het groote nieuws van den dag is de uitvaardiging eener circu
laire aan het corps-diplomatique door de voorloopige regering in
Spanje. Heeft ook al de regering der Vereenigde Staten van Noord-
Amerika terstond nadat zij kennis had bekomen van den Spaanschen
opstand de nieuwe regering op het schiereiland erkend, van wege
de andere mogendheden zijn nog geene blijken gegeven van hunDe
ingenomenheid met de nieuwe orde van zaken. Het zal nu, en
vooral nadat het bekend zal geworden zijn welken regeringsvorm
door de Spaansche natie zal worden begeerd, duidelijk worden in
hoeverre door de mogendheden vertrouwen gesteld wordt in het
bewind, dat de Bourbonsche dynastie vervangt. Tot nogtoe geven
de handelingeu der voorloopige regering reden tot goedkeuring.
Daden van geweld tegen de tegenpartij worden door hen zelfs
tegengegaan. Het is te hopen, dat op dezelfde verzoenende wijze
zal worden voortgegaan, als, op welken voet dan ook, de voorloopige
regering door eene definitieve zal worden vervangen.
Het aangekondigde manifest der voorloopige regering in Spanje
heeft in den vorm van eene circulaire aan het corps diplomatique
het licht gezien. Het bewind ontwikkelt daarin de redenen, die
het volk genoopt hebben om het juk der Bourbons af te schudden,
en zegt, dat de volkssouvereiniteit eerst (door het algemeene stemregt)
is uitgeoefend door' allen, en vervolgens door de verkorenen des
volks De regering zegt, dat zij het geheel der vrijheden zal uit
vaardigen, die de rijke, onvervreemdbare bezitting van alle beschaafde
natiën uitmaken. Na zich nog ten gunste van de vrijheid der
eeredienst verklaard en de hoop op het vestigen van eene goede
verstandhouding met, en op het verwerven van de zedelijke mede
werking der mogendheden te kennen gegeven te hebben, besluit het
bewind aldus. „Het algemeen stemregt, hetwelk tegenwoordig als
een onfeilbaar criterium wordt beschouwd, zal onherroepelijk de
revolutie wettigen, welker doel is Spanje op gelijken voet te plaatsen
met de overige beschaafde volken. De gouvernementen zullen het
herboren Spanje de vriendschapsblijken niet onhouden, die zij aan
het gezag schonken, dat ons onderdrukte en vernederde."
Een brief uit Bareelona io den Parijschen Temps berigt het
volgende feit, dat van belang is omdat het, gelijk het meermalen
vermelde, bewijst welke beginselen de nieuwe Spaansche regering
tot rigtsuoer neemt: „Duitsche Israëlieten hebben aan het bewind
te Madrid een verzoekschrift gerigt, om vergunning te krygen zich
in Spanje neder te zetten. Hierop is hun geantwoord, dat daartoe
geene vergunning verëischt wordt, dewijl de Spaansche constitutie
de vrijheid van godsdienst geproclameerd heeft, en de staat geene
godsdienst voor de zijne erkent." De Constitutionnel meldt, dat de
maatregelen tegen de kerkelijke vereenigingen en genootschappen
met strengheid worden doorgezet. De junta te Sevilla heeft negen
vrouwenkloosters gesloten en aan de nonnen drie dagen tijd gegeven
om een onderkomen te zoeken. Tj Xeres zijn drie vrouwenkloosters
vernield. Er is sprake van de aanstaande sluiting van het klooster
der vrouwen van het Heilige Hart te Chamartin, waar het huisraad
bewaard word, waarvan Napoleon I zich gedurende den Spaanschen
oorlog bediend heeft. Dat het Spaansche volk vooral de nonnen
kloosters wil doen verdwijnen, heeft zijnen oorsprong in de om
standigheid, dat ten allen tijde in Spanje de geestelijke zusters
zich met 's laods politiek hebben bemoeid; gedurende den burger
oorlog lieten zij niets onbeproefd om de zaak van don
Carlos te ondersteunenoveral hadden zij een stelsel van bespieding
in werking gebragt, hetwelk geen ander doel had, dan de nederlaag
van het liberale leger. Bovendien is in den jongst verloopen tyd
bewezen geworden, dat de nonnen, zelfs de bedel-nonnen, het middel
gevonden hebben jaarlijks aan den Paus aanzienlijke sommen van
den St. Pieterspenning te zenden. De Madridsche correspondent der
Lndépendance Beige onderstelt, dat, wanneer Spanje zijnen regerings
vorm definitief zal hebben vastgesteld, geen enkel klooster in het
land zal overblijven. Te Madrid, zegt hy, zijn 27 kloosters, bewoond
door 540 nonnen. Gemiddeld beslaat elk klooster eene oppervlakte
van 40,000 voet, dat is 1,080,000 voor de 27 kloosters. De verkoop
van al die gronden, gelegen in de schoonste wijken der stad, zou
de Madridsche gemeentekas niet weinig stijven.
Telegrafische berigten uit Madrid melden, dat de Junta dier
hoofdstad den 21 dezer eene proclamatie heeft uitgevaardigd, waarin
zy verklaart, dat, daar de openbare orde en de veiligheid der burgers
volkomen zijn verzekerd, het voortaan de taak der regering is om
met moed de beginselen der omwenteling in toepasssing te brengen.
De Junta verklaart zich voorts voor ontbonden, en noodigt de overige
nog bestaande stedelijke Junta's uit om haar voorbeeld te volgen.
Men zegt dat Koningin Isabella eerstdaags een tweede manifest
zal uitvaardigen.
Volgens le Gaulois, schijnt Koning Ferdinand van Portugal,
(de vader van den regerenden Koning), de candidatuur voor de
Spaansche kroon te willen aanvaarden, en zou lord Stanley niet vreemd
zijn aan dit besluit des Konings.
Gisteren is bij de Directie der Marine alhier aanbesteedde uit-
voering der werken voor het onderhoud der Dok-, Sluis- en andere
Waterwerken van het Maritime Etablissement te Willemsoord,
gedurende het jaar 1869. Ingekomen 8 inschrijvingsbilletten, van
de heereu T. Lauser voor 6200; R. Vos 5289; gebr. Moorman
4850; P. Spruit 4486; P. Dekker 4148; S. Gooien 4100;
gebr. Janzen 3977, en J. de Graaf 3695.
Jl. Dingsdag is alhier van Batavia binnengekomen het schip
Christina, kapt. Nieuwland qq. Naar men verneemt is de gezag
voerder R., even als zijne echtgenoot, op de terugreis ter hoogte
van de Kaap de Goede Hoop op een jammerlijke wjjze om het leven
gekomen. Ten gevolge van oneenigheid zou de vrouw over boord
gesprongeu, de kapitein haar onmiddellijk nagesprongen en beiden
verdronken zijn. De vaart van het schip verijdelde alle mogelyke hulp.
Zr. Ms. ramschip Schorpioen, jl. Maandag te Northshields aan
gekomen, wordt te Hellevoetsluis verwacht, en zal daar, naar men
zegt, gestationneerd blijven.
De heer F. Soetens, visiteur by de dir. belastingen, wordt
met 1 Nov. a. s. naar Rotterdam verplaatst.
Als blijk van goedkeuring en tevredenheid is door Z. M. verleend;
1°. De zilveren medaille en een loffelijk getuigschrift aan J. v. Overheek,
kwartiermeester op het raderstoomschip Timor, wegens het met
levensgevaar redden van een officier, op de reede van Onrust, op
41 Augustus jl.2°. de zilveren medaille en een loffeljjk getuigschrift
aan den 2den schiemansmaat B. van Vliet, en de bronzen medaille
en een loffelijk getuigschrift aan den matroos lste kl. J. W. Blesgraeft,
beiden dienende op het schroefstoomschip den Briel, wegens het met
levensgevaar redden van twee over boord gevallen ligt-matrozen,
op 13 Junij jl., ter reede van Pontianak; 3°. de bronzen medaille
en een loffelijk getuigschrift, wegens de redding van drie schepelingen
van het schroefstoomschip Coehoorn, op 26 Julij 1866, ter reede
van MeDado, aan den toenmaligenbootsman (thansschipper) J. de Vries,
den 2den timmerman W. Kloppert en de matrozen 3de kl. K. Vreeken
en H. C. Stoppendaal, allen behoorende tot de bemanning van
genoemden bodem.
H. M. de Koningin is gisteren ochtend ten 8 ure 45 min.
per extra spoortrein van 's Hage te Rotterdam aangekomen, waar
het Koninklijk stoomjagt „de Leeuto" gereed lag om H. M. aan
boord te ontvangen, ter voortzetting der reis naar Groot-Brittannië,
Alvorens den togt te vervolgen, stoomde het jagt om den monitor
LLeiligerlee, die tegenover het park gestationneerd ligt, en welker
bemanning, die ten deele in het wand van het met vlaggen getooide
schip paradeerde, by herhaling „hoerah's" deed hooren, toen H. M.
H. M. is voornemens vier a vijf weken in de badplaats Torquay
verblijf te houden en daar HD. intrek te nemen in het Imperial hotel.
Het voorloopig verslag der Tweede Kamer over de begrooting
voor Nederlandsch Indië, dienst 1869, is thans openbaar. Daaruit
blijkt, dat de meerderheid der leden de bespreking van 's ministers
staatkundig beleid wilde uitgesteld zien tot bij de behandeling van
het hoofdstuk voor Koloniën der staatsbegrooting. Algemeen werd
door de leden in de afdeelingen erkend, dat in de verdeeling en
rangschikking der middelen tot dekking der uitgaven groote ver
betering is aangebragt.
Door den minister van Koloniën is openbaar gemaakt de
door den vorigen minister van dat departement gedane voordragt
aan den Koning ter zake van het verleenen van vrijen overtogt per
landmail naar Nederlandsch Oost-Indië aan den heer Busken Huet.
Daaruit blijkt, dat de heer Hasselman met het oog op den toestand
der dagbladpers in Nederlandsch Indië aan den heer Huet heeft
opgedragen om ten aanzien van dien toestand het gouvernement
van berigt en raad te dienen en zoodoende het nemen van maat
regelen Van regeringswege in zake de dagbladpers voor te bereiden.
Ook heeft de heer Hasselman zich in een artikel in het Dagblad
verdedigd tegen de wijze waarop de minister deze zaak in de
Tweede Kamer heeft besproken. Nog bij voortduring wordt deze
aangelegenheid door de onderscheidene dagbladen besproken.
Dezer dagen is eene brochure in het licht verschenen van de
hand des heeren de Roo van Alderwerelt, kapitein der Infanterie en
lid der Tweede Kamer van de Staten-Generaal, getiteld: Cavalerie.
Het heeft aanvankelijk allen schijn alsof dit werkje bestemd is uit
sluitend voor militairen. Dit is echter het geval niet. Het behandelt
een onderwerp, waarbij alle burgers des lands belang hebben, d. i.,
bezuiniging van staatsuitgaven. De heer de Roo wijst op deugdelijke
gronden aan, dat, hoezeer de Cavalerie bij parades en revues goede
diensten bewijst, dit wapen niet meer die hulp verleent in oorlogstijd,
die men daarvan vroeger kon verwachten. In den Deensehen en in
den Duitschen oorlog is het gebleken, dat de Cavalerie, op enkele
uitzonderingen na, tot werkeloosheid was veroordeeld. Zoowel de
veranderde wijze van oorlog voeren, als de verbeteringen aan het
schietgeweer en het geschut, hebben de Cavalerie geheel op den
achtergrond gesteld. Voorheen, toen de groote veldslagen op opene
vlakten plaats hadden, besliste de Cavalerie meestal den slag. Thans,
nu men bij voorkeur bedekte terreinen opzoekt, kan het paardenvolk
dikwijls geen nut doen. Op grond van zulke overwegingen is de
schrijver voor eene groote vermindering van bet dure paardenvolk.
Bij den minister van Marine bestaat het plan om aan 's Rijks
werf te Hellevoetsluis groote bezuinigingen in te voeren eu zelfs
vele afdeelingen tot de helft terug te brengen.
Uit een overzigt van de thans io Nederland bestaande scherp-
schntters-vereenigingen blijkt, dat het getal daarvan in het begin
dezes jaars tot omstreeks zeventig geklommen is, gezamenlijk met
5248 werkende leden. Van dezen wordt onderwijs gegeven in de
behandeling van het geweer aan 4984, aan 305 (by vier vereenigingen)
in de behandeling van het geschut. Het aantal leden, dat zich tot
georganiseerde corpsen vereeoigd heeft, beloopt 1892. Het getal
hoofd- en verdere officieren beloopt 60, dat der onderofficieren 226.
Bij de oefeningen der scherpschutters zijn in 1867 verschoten
144,000 scherpe patronen; van de 100 schoten waren gemiddeld
raak 53. Het getal achterlaadgeweren in gebruik bedroeg 79. Een
27tal vereenigingen hebben ondersteuning van het gemeentebestuur
erlangd.
Aan een particulier schrijven nit Indië, ontleent de Arnh. Ct.
het volgende:
Er is tot eene militaire expeditie naar Bali besloten. Die expeditie
zal bestaan uit ééa bataillon, 2 berghouwitsers, 2 bandmortieren en
3 oorlogschepen.
Bhroepen tot tweeden predikant te Delftshaven de heer W. J.
Gezelschap, pred. te IJsselmuiden.
Naar men verneemt, heeft Z. M. de Koning van Pruissen
den heer Werdmüller von Elgg, oud-officier vau het Nederl.
Oost-Indische leger, thaus burgemeester van Zandvoort, benoemd tot
ridder der orde van de Kroon, wegens wetenschappelijke militaire
verdiensten.
In September werden de werkzaamheden der Amst. Kanaal-
Maatschappij o. a. met 660 tot 720 arbeiders voortgezet.
Nabij 's Hage, echter onder Wassenaar, hebben in de laatste
dagen herhaaldelijk aanrandingen plaats gehad. Een tuinier is aan
gevallen door twee mannen en toen hij geene waarde bij zich had
in een sloot geworpen; men had een ander tuinier op het oog
gehad, die echter door den voerman eener vigelante, dien de onver
laten ook aanhielden, maar door zijne ferme bonding ontkwam.
Ook een wachthuis bij het kruidhuis werd overvallen. De kanonnier
had den man opgesloten en was toen om hulp gegaan; toen deze
kwam was de onverlaat verdwenen.
Te Alphen heeft een jongen uit Tilburg aan het station het
fluitje tot vertrek doen hooren, terwijl de passagiers nog moesten
uitstappen. Men kon nog spoedig den machinist waarschuwen,
zoodat onheilen zijn voorkomen. Tegen den jongen is proces-verbaal
opgemaakt.
Jl. Woensdag is te Leiden tot doctor in de regten bevorderd
de heer W. S. J. van Waterschoot van der Gracht, geboren te
Beverwijk, na verdediging van een akademisch proefschrift over
den aard en het wezen der erfdienstbaarheden.
Aan het L. D. wordt omtrent de reeds vermelde poging tot
ontvlugting in de gevangenis te Leeuwarden nog meegedeeld, dat de
toebereidselen gemaakt werden aan een raam, dat uitziet op de open
bare straat, eu waaronder een schildwacht aanhoudend heeu eu weêr
liep; de commandant van administratie was terzelfder tyd in het
gebouw werkzaam. Toen men onraad merkte, leverde de inspectie
nog geen vermoeden op en alleen doordien een der wakers toevallig
langs het raam liep, waaruit de staveu waren weggebroken, werd
de toeleg ontdekt. Opmerkelijk is het, dat de drie gevangenen, die
onlangs ontvlugt zijn en waarvan er een toen zooveel ontbering heeft
geleden, weder de hoofdaanvoerders van dit plan geweest zjjn. Ofschoon
het zeer waarschijnlijk is, ook wanneer zij zich uit bet venster hadden
kunnen neerlaten, dat de schildwacht hen zou ontdekt en neer
geschoten hebben, zoo hebben zy er toch alles op durven wageD.
„Waar een gat is," zeide van Schenck, „daar kruip ik door, al
word ik aan den anderen kant ook doodgeschoten." De ongelukkige
heeft dan ook nog 32 jaren te goed.
Jl. Dingsdag is te Zeist het honderdjarig bestaan der Hern-
hutterskerk plegtig gevierd. Reeds vroeg kondigde bazuingeschal
de feestelijkheid aan. Des morgens werd er buitengewone godsdienst
oefening, daarna liefdemaal en des avonds weder buitengewone
kerkelijke bijeenkomst, met concertuitvoering, gehouden. Het kerk
gebouw was allersmaakvolst versierd met groen, bloemen en een tal
van vazen, met even keurige als enorme bloemruikers.
Te Arkel, waar de nieuwe wijze van kerkelijke verkiezingen
verleden jaar ook was ingevoerd, moesten jl. Donderdag de verkiezingen
voor het kies-collegie plaats hebben. Van de 108 stemhebbende
mans-ledematen, kwamen er slechts 2 op. De kerkeraad protesteerde
tegen dezen uitslag en zal bij hooger kerkbestuur advies vragen hoe
in deze te handelen. Hierbij verdient nog opmerking, dat ten vorige
jare reeds, toen tot de veranderde wijze van benoeming besloten werd,
aldaar meer werd gedacht aan kuiperij of ophitsing van een of
andere zjjde, dan aan een werkelijk bestaanden wensch bij de gemeente,
om de vroegere wijze van benoeming te doen vervallen.
Even als in Groningen en Drenthe, is de pokziekte onder de
schapen thans ook in Overijssel uitgebroken. Op de meeste markten
in die provincie worden ze dientengevolge geweerd.
Sedert eenigen tyd hebben by den predikant der Christelijk
Afgescheiden Gemeente te Herwynen diefstallen plaats, waarvan men
de daders nog niet heeft kunnen opsporen. Ook heeft men dezer
dagen getracht zyne woning in brand te steken; door spoedige hulp
kon men den brand stuiten.
Te Winschoten is een man vaö 70 jaar bij het graven van
zand onder het instortende zand bedolven en daardoor omgekomen.
Het Nederlandsch gouvernement, door Engeland gevraagd,
heeft geantwoord, dat er geenerlei militair- of tolverbond met
Frankrijk is gesloten noch ontworpen.
In het jongst verschenen nummer van de Revue des deux
Mondes is een stuk van niet minder dan 28 bladzijden opgenomen,
gewijd aan de nagedachtenis en aan de letterkundige verdiensten
van onzen pas ontslapen landgenoot mr. J. van Lennep, dat men
aan de pen van den heer Réville verschuldigd is.
Volgens de Engelsche bladen is gebraden ezelsvleesch eene
délicatesse 1 Zij beweren dat het wat den smaak betreft eene treffende
gelijkenis heeft met het vlecsch van gebraden kalkoenen, al is de
kleur bruiner. Het is bij die gelegenheid tevens uitgelekt, dat de
fijnste worstsoorten van ezelsvleesch worden gefabriceerd, by name
de beroemde „Saucissons de Lyon." Wie had ooit kunnen denken
dat de ezel met een kalkoen gelyk stond? Zeker is, dat nu voortaan
de eene ezel den ander zal kunnen verslinden, wat tot dns ver
onmogelijk scheen.
BENOEMINGEN EN VERPLAATSINGEN BIJ MARINE EN LEGER.
De luit. ter zee 24e kl. jhr. S. F. T. de Vayncs van Brakcll, behoorende tot
de rol van het wachtschip te "Willemsoord, wordt met den 25 dezer op non
activiteit gesteld.
De lste luit. F. C. H. L. van Erckelens, van het 2de reg. infanterie, is op
non-activiteil gesteld, in afwachtiog, dat omtrent hem nRder zal worden beschikt.
La France betoogt, dat nergens in Europa rust of stabiliteit
heerschen, maar overal de toekomst met zekere onrust wordt af
gewacht. Op dit minder bly betoog volgt gelukkig de verklaring,
dat niet in een oorlog het middel ligt, om de moeijelijkheden te
boven te komen. Dat is weder een pleister op de wond. Trouwens,
voor Frankrijk wordt een oorlog door den loop der omstandigheden
steeds bezwaarlijker. De omwenteling in Spanje heeft de positie van
Napoleon tegenover Italië en Rome in een geheel ander spoor gebragt.
Meer dan anderen heeft thans Napoleon belang bij het behoud van
den algemeenen vrede. Daarover mag Europa zich alleszins verheugen.
Zonderling is het, dat sedert de Fransche revolutie, die zoo
veel van gelijkheid heeft doen spreken, in Frankryk meer dan 4000
familiën in den adelstand zijn verheven. Napoleon I heeft 9 prinsen,
32 hertogen, 388 graven en 1090 baronnen gemaakt; de restauratie:
17 prinsen, 70 hertogen, 70 markiezen, 63 graven, 62 burggraven,
215 baronnen en 785 eenvoudige titels van adeldom; de Juljj-
regering: 3 hertogen, 19 graven, 17 burggraven en 69 baronnen.