1868. N". 152.
Vrijdag 18 December.
26 Jaargang.
BINNENLAND.
BUITENLAND.
HELDERSCHE
.A^v; f\
■x..-
EN N1EUWEDIEPER COURANT.
„Wij huldigen het goede.'5
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
M franco per post - 1.65.
Uitgever
Bureau:
A. A. BAKKER Cz.
MOLENPLEIN', N°. 163.
Prijs der Advertenticn: Van 14 regels CO cent,
elke regel meer 15 cent, behalve 35 cent zegelregt.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
HELDER en NIEUWEDIEP, 17 December.
Het voornaamste politieke nieuws bepaalt zich in de laatste dagen
tot twee puntende beweging die zich in Spanje tegen het voor-
loopig bewind doet gelden en de verwikkelingen tusschen Griekenland
en de Porte. Op grond van telegrafische berigten wordt door den
Moniteur de onvoorwaardelijke onderwerping der opstandelingen te
Cadix aangekondigd. Naar het schijnt is de twijfel omtrent het
karakter van den opstand thans geheel opgeheven cn moet die niet
worden toegeschreven aan de reactie maar aan de daden van geweld
en willekeur van het voorloopig bewind, hetwelk aau de bevolking
van Cadix geene andere keus had gelaten dan tusschen het bieden
van verzet en de slavernij. Intusschen heerscht te Madrid nog altijd
veel oogerustheid en gisting en is daar het garnizoen aanzienlijk
versterkt geworden. De houding der geestelijkheid werd er hoe
langer hoe dreigender en vele vermogende lieden hadden reeds de
stad verlaten. De Madridsche berigtgever van het Journal de Bruxelles
ziet in den opstand te Cadix eene uitsluitend republikeinsche beweging
die niet eerder is uitgebarsten, omdat de revolutionairen verbluft
waren door den plot9elingen loop die de gebeurtenissen namen. Het
blad erkent dat de demagogie met den dag in Spanje veld wint,
maar houdt zich toch overtuigd, dat de Iegitime partij, al is het
ook eerst na een tijdvak van burgeroorlog en regeringloosheid, ten
slotte zal zegevieren.
Een telegram uit Athene meldt, dat het Grieksche gouvernement
het Turksche ultimatum had verworpen, en dat een fregat naar
Constantlnopel ging, om den Griekschen gezant af te halen.
Uit Londen berigt men, dat ook de Turksche gezant Athene
denkt te verlaten, en dat eene oorlogsverklaring op handen is.
Hoewel er veel onzekers voor het oogenblik bestaat omtrent den
staat van zaken in het Oosten, zoo behoeft men zich niet te ver
ontrusten, want de groote mogendhen schijoen, gelijk men mag
aannemen, den vrede te willen handhaven.
Bij de Genie is heden alhier aanbesteed: 1°. het bouwen van
een wachthuis in het fort Cornelis Dirks te Helderminste inschrijver
de heer S. van der Woude, voor 46302°. het maken van
traversen en afsluitingen op de batterij aan het Wierhoofdminste
inschrijvers de heeren Gebr. Moorman, voor 2460.
In een huis aau de Loodsgracht alhier, waarvan de bewoner
tijdelijk elders verblijf houdt, is dezer dagen 's nachts inbraak
geschied. De dief is door het kelderluik aau de straat in die
woning gekomen en heeft daaruit onderscheidene voorwerpen tot
den inboedel behooreode, ter waarde van ongeveer 70, ontvreemd.
De politie was de dader spoedig op het spoor en heeft hem in
verzekerde bewaring gesteld.
In de Nieuwe Kerk alhier heeft dezer dagen een matroos der
Marine gelogeerd. Onder een bank liggende te slapen, is hij door
den koster eindelijk opgemerkt; hg had daar een paar dagen en
nachten heel ru9tig doorgebragt.
Het melodrama: Domi de Amerikaansche Aapof de Negerwraak,
dat volgens het affiche met grooten bijval te Amsterdam en Rotter
dam is opgevoerd, wetd gisteren avond door het tooneelgezelschap
vau de heeren Boas en Judels, alhier gegeven. De ruimte ontbreekt
ons om veel over dit stuk te zeggen. We deelen echter niet in den
grooten ophef, die er vangemaakt wordt, hoewel de hoofdrol flink werd
uitgevoerd en het spel vau het overige personeel zeer verdienstelijk was.
We hopen dat het gunstig bekende tooneel-gezelschap ons spoedig
zal vergasten op een meer degelijk stuk. Het uastukje: Het lieve
Nichtje, werd vlug afgespeeld eu voldeed uitstekend.
De 1ste luitenant der Mariniers D. C. W. Sutherland, van het
gedeelte te Hellevoetsluis, wordt overgeplaatst naar hier, ter vervanging
van den lsten luitenant A. H. W. de Gelder, die bestemd is voor
de 4de compagnie te Hellevoetsluis.
Met ultimo dezer maand wordt de heer H. Elders, op zijn
verzoek, eervol ontheven van de betrekking van visiteur der quaran
taine op Vlieland, en vervangen door den heer A. P. van Tooren,
geneesheer aldaar.
Bg koninklijk besluit van 16 dezer zijn o. a. herbenoemd tot
burgemeesters der gemeentenHelder, mr. K. J. C. Stakman Bosse;
Callautsoog en de Zgpe, A. J. van Doorn; Medemblik C. Gerdenier;
Opperdoes, H. Idema; Boven-Carspel, P. Schuurman; Opmeer en
Spanbroek, PF. van der SteenBergen en Egmond aan Zee,
S. C. S. Holland; Abbekerk en Twisk, K. Zijp Mz.Velsen, J. C.
Enschedé; de Beem9ter, C. Hartog, en Zaandam, mr. H. J. Smit.
Tot hooglecraar in de faculteit der bespiegelende wijsbegeerte
en letteren aan de hoogeschool te Utrecht is benoemd dr. P. de Jong,
thans hoogleeraar, interpres legati Wameriani, en lector in de
Perzische en Turksche talen aan de hoogeschool te Leiden.
Door den minister van Koloniën zijn de hoofdonderwijzers
F. B. Nunnink, P. Inklaar, G. J. Sieverdink, G. KoldewijD, H. J.
Zuiderhoek, A. J. Gouka, H. R. A Vechtmann, J. J. Fonteyn,
N. Stark, M. Valk Lz., D. Westhoff en D. M. Kruseraan, en de
hulponderwijzers P. H. A. Steenbeek, C. A. Valk, W. F. G. L.
1' Haanstra, A. Bommel en J. Knaap, gesteld ter beschikking van den
gouverneur-generaal van Nederl. Indië, om te worden beuoemd, de
hoofdonderwijzers tot onderwijzers der 2de kl. en de hulponderwijzers
tot onderwijzers der 3de kl. voor de dienst daar te lande.
De Tweede Kamer bragt ia de avondzittiag vao jl. Maandag de beraad
slagingen over de begrooting van Binnenl. Zaken tot een einde. Over de
werking der armenwet werden vele klagten geuit, iazonderheid over het bezwaar
dat de onderstand verhaald wordt op de plaats van geboorte. De minister
.zeide een wijziging der bedoelde wet toe, in dien zin, dat aan de bezwaren
voor kleine gemeenten wordt te gemoet gekomen. Bij de behandeling der
afdeeling Telegrafie werd door den beer vao Bcijma aangedrongen op den
aanleg van telegraaflijnen op Ameland, Vlieland en Terschelling. De heer
Kerstens drong aan op de wenscbelijkheid om de telegrafie met de posterijëa
te vereenigen. De heer van der Putte uitte den wenscb tot invoering van
postzegels bij den telegraaf. De minister kon zich, niettegenstaande de
bedenkingen, die er tegen bestaan, wel bij het denkbeeld der vereeniging van
telegrapbie en posterijen aansluiten en verzekerde dat de regeriog met erust
daarnaar- streefde. Door de regering was voorgesteld het toestaan eener som
voor den bouw van een nieuw telegraafkantoor te Amsterdam. De heer van
Naamen bestreed dit voorstel en stelde diensvolgens een amendement voor om
de som voor den aanleg van nieuwe kantoren met 60,000te verminderen. Ook
andere leden wilden den bouw van het kantoor te Amsterdam hebben uitgesteld,
totdat de vereeniging der telegrafie en bet postwezen was tot stand gekomen.
Niettegenstaande de bestrijding van 3en minister, werd het amendement met
41 tegen 15 stemmeu aangenomen. Het gebeele Hoofdstuk V (departement
van Binnenl. Zaken) is daarop met 44 tegen 20 stemmen aangenomen.
De begrooting van Marine is in de zittiug van Dingsdag aan de orde gesteld.
Bij de algemeeue beschouwingen over dit Hoofdstuk werd o. a. ter spraak
gebragt: onze kustverdediging en die van bet eiland Java; de pantsering onzer
zeilschepen in Indië; de aanbouwiug van een riviervaartuig; bet verband tusschen
het krijgswezen te land en ter zeeeene herziening der wet op de bevordering
der zeeofficieren; de aanbouw op 's rijks werf te Amsterdam en de wensche-
lijkbeid om het verder benoodigde op particuliere werven te doen aanbouwen.
Overgaande tot de verschillende posten der begrooting, werd bet door den
veer Nierstrasz betreurd, dat geene bezoldiging is uitgetrokken voor den chef
ban het materieel. De minister van Marine antwoordde daarop, dat hij ver
wachtte dat de Kamer zijn gezegde zou eerbiedigen, wanneer bij verklaarde,
dien chef niet noodig te hebben. Bij de derde afdeeling (Materiëel der
Zeemagt) is o. a. het model van de nieuw aangebouwde gepantserde schepen,
inzonderheid van „de Stier" en „de Buffel", ter sprake gekomen.
Na eenige oppositie is met 41 tegeu 15 stemmen goedgekenrd de post
waarbij eene som van f 150,000 is uitgetrokken als eerste bijdrage tut aanbouw
voor een instituut aan wal te Willemsoord voor de opleiding der adelborsten,
die na de voltooijing van het gebouw, waarmede evenwel nog twee jaren zullen
verloopen, bet wachtschip „de Kortenaar" zullen verlaten, hetwelk dan, zoolang
het nog bruikbaar is, door'de zeemilicieos zal worden ingenomen. De heer
van Goltstein zag de inrigting liever te Medemblik verrijzen.
In de zitting van gisteren zijn de beraadslagingen over bet Hoofdstuk
Marine afgeloopen.
Onderscheidene belangrijke punten werden daarbij nog behandeld. De minister
beaamde met den heer Nierstrasz de noodzakelijkheid eener reorganisatie van de
geneeskundige dienst voor de Marine, waarbij o. a. eene betere bezoldiging van de
officieren van gezondheid op den voorgrond moet staan. De organisatie van bet corps
mariniers leverde een belangrijk debat, waaraan deelnamen de heeren Storm,
Nierstrasz, de Roo, de Casembroot en Fransen van de Putte. Des ministers
denkbeelden omtrent dit punt komen in hoofdzaak hierop neder. Zonder uit
te sluiten de benoeming van een eigen commandant, hetgeen de minister zelfs
heeft beloofd, verdedigde hij den bestaanden toestand, tengevolge waarvan een
hoofdofficier van de Marine het bevel voert. De minister is een sterke tegen
stander van de uitbreidiog van bet corps; 1°. omdat bij de nieuwe inrigting
en bestemming der oorlogschepen (pantserschepen) de diensten der mariniers
minder noodig zullen zijn; 2°. omdat bet denkbeeld, bet corps te detacheren
naar Oost eu West ten eenenmale verwerpelijk is daar, wat de Oost betreft,
het leger in Indië in de eerste plaats aau de expeditiën beeft deel te nemen,
en, wat aangaat de West, bet corps mariniers daar slechts gedemoraliseerd
wordt en dreigt de goede eigenschappen te verliezen, waardoor het zich thans
zoo zeer onderscheidt.
Het hoofdstuk Marine werd aangenomen met G1 tegen 3|stemmen, die van
de heeren Westerhoff, Guljé en Dnmbar.
De discussie over bet budget van Oorlog is vervolgens aangevangen.
De begrootiug voor het Departement van Oorlog is vervolgens in behandeling
genomen. De sprekers, die in de zit'ing van gisteren daarover het woord
voerden, spraken over de landsverdediging, inzonderheid over de IJsscl-liuie.
De beer Gefken sprak o. a. ook over de vereenigingen tot bevordering van
'a lands weerbaarheid. Hij verzekerde, dat het hein heeft leed gedaan, dat die
pogingen in de Kamer aan de kaak, of althans in een bespottelijk daglicht zijn
gesteld. Spreker herinnerde aan bet jaar 1830, toen de vrijwiligers een belang
rijk aandeel in de krijgsgebeurteoissen hadden. Hij blijft geloovcn aan het nut
der vrijkorpsen. De minister vao Oorlog verzekerde, dat de organisatie der
schuterijen ten spoedigste aan de orde zal komen.
Ter Kuste van Guinea wordt door het ministerie van Binnen-
landsche Zaken een hulponderwijzer gevraagd, op eeue bezoldiging
van 1200 's jaars.
De kerkeraad der Hervormde Gemeente te Utrecht, heeft ter
benoeming van een elfden predikant, het navolgende drietal geformeerd
ds. V. J. Koningsberger, te Velp; J. H. Guldenarm, te Oosthem,
en P. van Son, te Warmond.
Beroepen te Ylissingen, de heer E. F. H. Wolff, pred. te
Valburg.
Uit het jaarboekje van de Christelijke Afgescheidene Kerk
voor 1869 blijkt, dat dit kerkgenootschap telt 206 dienstdoende en
6 rustende predikanten, en 292 gemeenten in de verschillende
provinciën des rijks, waaronder Amsterdam met 2919, Leiden met
1500, Urk met 1100, Hoogeveen met 2200, Groningen met 1006,
Stadskanaal met 1170 en Franeker met 1050 leden; aan de theolo
gische school te kampen zijn 64 studenten om in een studietijd
van 5 a 6 jaren tot het predikambt te worden gevormd. De sedert
1837 bestaande Gereformeerde kerk ouder het kruis heeft achtien
predikanten; terwijl nog vereenigingen van vrienden der waarheid
ter handhaving van de leer en de regten der Gereformeerde kerk
sedert 1853 Evangelisten zonder vaste standplaats voor hare rekening
uitzenden tot het houden van bidstonden en bijbellezingen.
De confessioneele vereeniging, in 1863 opgerigt, telt 60 afdeelingen
en heeft in hare dienst een geordend reizend predikant en zes
evangelisten. De vereeniging voor Christelijk nationaal onderwijs
heeft 119 agentschappen en 115 hulpvereenigingen met 210 Christelijke
scholen. In Nederland zijn 280 zondagscholen met ongeveer 30,000
kinderen.
Men schrijft ons van Terschelling, dd. 14 December 1868:
„Heden mogen ten ongeveer half vier nre strandde hier in de
buitengronden de Bremer bark Fides, kapt. A. D. Harjes, komende
van New-York en bestemd naar Bremen. Van de lading, bestaande
uit boomwol, tabak en hout, zal, daar het schip reeds gebroken is,
vermoedelijk niets geborgen kunnen worden. De equipage, bestaande
uit 15 man, is heden middag bier per loods-kotter n°. 9, schipper
D. de Boer, aangebragt."
Men verneemt, dat vele handelaren en fabriekanten te Amsterdam
zich per adres gewend hebben tot den minister van Binnenl. Zaken
met verzoek, dat het de regering moge behagen Texel door den
telegraaf aan den vasten wal te verbinden, daar de handel, door
hen met dat eiland gedreven, belangrgk is, terwijl de communicatie
vele te wenschen overlaat.
Een burger jufvrouw te Amsterdam, heeft den hoogsten prijs
van fl. 250,000 op No. 54, Serie 2172 der Oosfenrijksche loten 1864
a fl. 190 getrokken. Zg ontving netto 198,000. Men begrijpt
dat zulk een buitenkansje der familie zeer welkom was bij de duurte
der tijden.
Tengevolge van het zachte weder staan de rozenboomen in
den omtrek van Hoorn, in de open lucht in vollen bloei.
Te 's Hage is jl. Maaudag in hechtenis genomen, eene dienstbode,
onder verdenking van kindermoord.
Het hof van Utrecht heeft jl. Dingsdag een belangrijk arrest
gewezen in de zaak van Theodorus Christiauus Kuppens, te Drumpt.
Hij was beschuldigd het huis van zijnen broeder te hebben in
brand gestoken, dat afgebrand is met nog zeven andere woningen.
Twee geneeskundigen hadden verklaard dat hij krankzinnig was,
twee anderen, dat de daad hem moest worden toegerekend. Door
het hof in Arnhem veroordeeld tot 5 jaren tuchthuisstraf is dat arrest
door den Hoogen Raad den 27 October jl. vernietigd en verwezen
naar het Provinciaal Geregtshof van Utrecht. De zaak werd gedurende
twee dagen voor dit hof behandeld en na den hoogleernar van Lith
te hebben gehoord, heeft het den beschuldigde ontslagen van alle
regtsvervolging. Te Utrecht heeft mr. B. G. A. Pabst hem verdedigd.
De heer Stoffels, militair paardenarts, heeft te Amersfoort op
een paard de operatie van den steen verrigt. Het paard is wel cn
de steen had de grootte van een duivenei.
Te Gorinchem moet eene herstemming plaats hebben voor een
lid van de Tweede Kamer. Uitgebragt zijn 2175 geldige stemmen.
De heer Heemskerk bekwam 977, van Loon 639 en Knoop 559.
Tusschen de beide eerstgenoemden moet herstemd worden.
In Vaals hebben bg de verkiezing van drie leden voor de
Kamer van Koophandel maar drie stemgeregtigden hunne billetten
ingeleverd namelijk de voorzitter en de twee leden van het stem
bureau, die ook alle drie gekozen zijn ieder met drie stemmen.
Als eene zeldzaamheid mag vermeld worden, dat te Balk in
een tuin, liggende op het noorden, erwten en boonen in vollen
bloei staan.
Als eene bijzonderheid dient, dat in de gemeente Steenwijkerwold,
met eene bevolking van bijna 6000 zielen, van af 13 November 11.
tot heden, geene geboorte bij den ambtenaar van den burgelijken stand
is aangegeven.
De regtbank te Maastricht heeft op eene door den heer H. Pijls
ingestelde vordering den heer J. Brussel, uitgever van l'Ami du
Limlourg, wegens laster veroordeeld tot eene cellulaire gevaugenis-
straf van 14 dagen en eene boete van 25 en de kosten.
Twee personen, een man en eene jonge dochter uit Hoogeveen
wenschen zich jl. Zaturdag te Harlingen per Engelsche boot naar
Engeland en verder naar Amerika,in te schepen. Eensklaps echter
verschgnt de vader en eischt de dochter op, daar zij moeijelijk de
levensgezellin kon worden van een man, die te Hoogeveen vrouw en
kinderen had.
Een Franschman heeft een zeer vreemdsoortige uitvinding gedaan
en wel om zwemvinnen uit caoutchouc te maken. Met deze vinuen, die
den drager gemakkelijk kunnen aangezet worden, kunnen meuschen,
die nooit te water geweest zijn, zonder moeijelijkheid zwemmen, en
er zich zoo goed te huis in gevoelen als een visch in de zee.
Nu de munt-cenhcid reeds tusschen een vijftal rijken, Frankrijk,
België, Zwitserland, Italië en Griekenland is tot stand gekomen,
wordt door een Fransch blad, le Pliare de la Loire, de wensch te
kennen gegeven, dat de eenheid ook tot de postzegels dier landen
en in het vervolg tot al de rijken, moge worden uitgestrekteene
eenheid, die niet slechts de geriefelijkheid zou opleveren, dat reizigers
hunne postzegels in elk land zouden kunnen bezigen, maar ook het
voordeel zon schenken, dat de cireulatie-kring der postzegels in
hoedanigheid van papieren betaalmiddel of pasmunt aanmerkelijk
zou worden uitgebreid.
De jeugdige leerling uit het bisschoppelijk eollegie van Enghien
te Doornik, die, als verdacht van zich aan moord jegens een zijner
mede-leerlingen schuldig gemaakt te hebben, naar de cellulaire
gevangenis te Mons was overgebragt, is voorloopig op vrije voeten
gesteld.
Een notaris te Mechclen is met de hem toevertrouwde gelden
op de vlugt gegaan. Verscheidene familiën zijn daardoor geheel
geruïneerd, terwijl hij ook de spaarpenniugen van verscheidene kleine
burgers heeft medegenomen.
Men leest in den Moniteur: „De kabinetten zgn met opzigt
tot de aangelegenheden in Griekenland even eensgezind als ten aanzien
van die van Roumanië het geval is. Al de onderleekenaars van
het verdrag van 1856 sporen Griekenland aan om de wetten en
het volkenregt te eerbiedigen; zij beijveren zich om te Konstantinopel
en te Athene denkbeelden van gematigdheid cn wijsheid ingang te
doen vinden. Die zoo gelukkige overeenstemming tusschen al de
groote mogendheden levert een kostbaren waarborg op voor het hand
haven van den vrede."
Tegen het einde van het jaar verschgnt het 26ste deel van de
„Briefwisseling van Napoleon I," op bevel van Keizer Napoleon III
uitgegeven. De inhoud verplaatst ons te midden van het jaar 1813;
de eerste brief is den 1 Augustus te-Maintz geschreven; de laatste
gedateerd 30 December, werd door den Keizer tot den Senaat gerigt.
Het treurige drama vao den veldtogt van 1813 wordt in het deel
behandeld, dat eene menigte zeer belangrijke documenten bevat, die
nog voor het meerendeel weinig bekend zgn.
De geregtelijke vervolgingen ter zake der manifestatie-Bandin
te Parjjs hebben tot nu toe geleid tot 3 vrijspraken, tot 11 ver
oordeelingen tot geldboeten, cn tot 4 veroordeelingen tot geldboete
en tot gevangenisstraf te zamen. Het totaal der, tot een bedrag
van 200 ii 2000 fr., opgelegde geldboeten beloopt 15,600 fr.dat
der gevangenisstraffen twaalf maanden, en dat van de schorsingen
in de uitoefening der burgerlijke en burgerschapsrcgten negen maanden.
De heer Gladstooe heeft in het adres, hetwelk hij bij gelegen
heid zijner herkiezing, tot zijne committenten heeft gerigt, verklaard
dat het der regering volkomen ernst was met het voorstellen van
doortastende maatregelen betrekkelijk de Iersclie kerk.
Volgens de Pall-Mall-Gazetteheeft lord Stanley aan den heer
Rassam, - zoo als men weet een der gewezen gevangenen van wijlen
KoniDg Theodorus, - een brief geschreven, waarin hg de diensten,
door den heer Rassam in Abessinië bewezen, hoogelijk roemt, en
welken hij eindigt met deze mededeeling; „Het lgden, hetwelk gij
allen hebt moeten verduren, is door Harer Majesteits regering diep
betreurd geworden, en daarom heeft zij besloten, u, als eenige ver
goeding, doch niet minder als een bewijs van waardeering uwer
goede diensten, eene som van 5000 p. st., en aan doctor Blanc en
luitenant Pridéaux elk eene som van 2000 p. st. toe te kennen."