1869. N°. 7. Vrijdag 15 Januarij. -&Ê&? 27 Jaargaaf
NATIONALE MILITIE.
KENNISGEVING.
KIEZERSLIJSTEN.
BINNENLAND.
BELASTING OP DE HONDEN.
GEMEENTERAAD.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
M HELDERSCHE
M NIEUWEDIEPER COURANT,
„WIj huldigen het goede."
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER:
Gezien art. 26 der Wet van den 19 Augustus 1861 (Staatsblad No. 72);
Brengen ter kennis van de belanghebbenden, dat het inschrijvingsregister en
de daarbij behoorende alphabetische naamlijst, betrekkelijk de jongelingen die
zich binnen deze gemeente in 1868 hebben doen inschrijven voor deligtingder
Nationale Militie van 1869, op dc Secretarie der gemeente voor elk ter lezing
is nedergelegd, van heden tot den 21 Januarij aanstaaude, van des morgens
negen tot des namiddags een ure, en dat tegen register en lijst binnen ge
noemden tijd bezwaren kunnen worden ingebragt bij den Commissaris des Koning3
in deze provincie, door middel van een bij den Burgemeester in te leveren, door
de noodige bewijsstukken gestaafd verzoekschrift, op ongezegeld papier en onder
teekend door hen, die ze inbrengt.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester,
den 12 Januarij 1869. L. VERHEY, Secretaris.
De VOORZITTER van den RAAD der gemeente HELDER;
Gelet hebbende op het bepaalde bij art. 7 der Wet van 4 Julij 1S30 (Staats
blad No. 37), betrekkelijk het opmaken der LIJSTEN, aanwijzende de personen,
die iot het kiezen van leden van de Tweede Kamer, van de Provinciale Staten
en van den Gemeenteraad bevoegd zijn.
Noodigt de inwoners der gemeente uit, om, zoo zij elders in de directe belastingen
zijn aangeslagen, daarvan vóór den 15 Februarij aanstaande te doen blijken.
Helder, De Voorzitter voornoemd,
den 12 Januarij 1869. STAKMAN BOSSE.
De BURGEMEESTER der gemeente HELDER brengt ter kennis van de
iDgezetenen, dat io het begin der volgende maand Februarij de beschrijving zal
worden gedaau van de in de geraeeute aanwezige HONDEN, voor de belasiing
van het loopendc jaar, bij welke beschrijving ieder verpligt is aan de daarmede
belaste Ambtenaren de noodige opgave cn inlichtingen te geven.
Ieder belastingschuldige, die overgeslagen mogt zijn, is gehouden vóór of op
den laatsten dag der volgende maand ten kantore van den Gemeente-Ontvanger
schriftelijk aangifte te doen.
De belasting bedraagt voor een losloopenden hond f 3.en voor een die
vast ligt f 1.
Losloopende honden moeten een halsband dragen, voorzien van den naam des
eigenaars.
Van ontduiking of overtreding dezer belasting wordt proces-verbaal opgemaakt
en voor de Arrondissements-Regtbank te Alkmaar vervplgd.
Helder, De Burgemeester voornoemd,
den 12 Januarij 1869. STAKMAN BOSSE.
Zitting van Dingsdag den 12 Januarij 1869.
Voorzitter de heer Burgemeester.
Tegenwoordig 15 leden; afwezig de heeren van Strijen en Bakker; de laatste
wegens afwezigheid buiten de gemeente.
De aanteekeningen van het verhandelde in de vorige zitting worden gelezen
en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede, dat hij bij besluit van Z. M. tot burgemeester is
herbenoemd en op 22 December 11. in handen van Z. Exc. den commissaris des
Konings in Noordholland den ambtseed heeft afgelegd. Zijne betrekking weder
op nieuw aanvaardende, drukt de Voorzitter zijn vertrouwen uit op de hulp en
medewerking in het bestuur over deze gemeente vau hh. leden van den Raad
en het collegie van het Dagelijksch Bestuur.
Er wordt voorlezing gedaan van eene missive vau hh. Gedep. Staten, houdende
mededceling, dat de minister van Binnenlandsche Zaken, na kennisneming van
het dcor den Raad ingezonden adres ter zake van schoolgeld-heffing, er in
berust, dat tot die maatregel in deze gemeente niet worde overgegaan. Z. Exc.
blijft echter aandringen op de afschaffing der belasting op den turf met 1 Mei e. k.
Gedep. Staten zenden met dit antwoord de gemeente-begrooting terug, met
verzoek, die in den door den minister aangewezen zin te wijzigen.
Hierop wordt door den Voorzitter voorgesteld de openbare vergadering tc
vervangen door eene zitting met gesloteu deuren. Dienovereenkomstig wordt
besloten.
Na de heropening der openbare vergadering, wordt door den Voorzitter,
namens het Dag. Best., het voorstel gedaan, om met 1 Mei e. k. de plaatselijke
belasting op den turf af te schaffen; in de begrooting, waarin de heffing dier
belasting, gedurende een geheel jaar, op f 5000 was geraamd, dien post te
verminderen, voor vier maanden, op f 800; en de posten van buitengewone
uitgaven (f 1200 voor nieuwe bestratingen en f 3000 voor den aanleg van
riolen) van de begrooting voor 1869 te schrappen.
De heer de Breuk herinnert aan zijn vroeger uitgedrukt gevoelen, dat de
verbruiksbelastingen voor deze gemeente onmisbaar zijn, verzekert, dat hij dat
gevoelen blijft handhaven en doet uitkomen, dat wij hier geen enkele dier
belastingen, dus ook niet die op den turf, kunnen missen. Hij bestrijdt het
voorstel van het Dag. Best., waardoor groot nadeel voor vele ingezetenen zou
ontstaan, in het niet uitvoeren van hoogst noodzakelijke openbare werken. Hij
herinnert er aan, hoe groote behoefte er in het Land en in de Nieuwstad aan
straten en riolen bestaat. Hij kan niet toestaan dat de bewoners der genoemde
wijken door modderige wegen worden bemoeijelijkt. Konden wij de verbruiks
belastingen blijven heffen, dan kon er met krachtige hand worden voortgegaan
met het maken van nieuwe straten en riolen.
De heer Graat gelooft, dat ieder lid het met hem betreurt, dat de accijns
op den turf moet komen te vervallen, omdat die belasting zoo gemakkelijk
gedragen wordt en omdat de ingezetenen zoo weinig gebaat worden door de
afschaffing dier belasting. Hij betuigt ziju leedwezen dat de Raad tot voortdurende
heffing van verbruiksbelastingen in het geheel geen steun vindt bij de Gedep. Staten
en bij den minister van Binneul. Zaken. Verhoogiug vau den Hoofdelijkeu
Omslag is niet wenschelijk; welnu dan moeten voor dit jaar de voorgestelde
nieuwe werken tot een volgend jaar wachten, hoe ongaarne men ook tot zulk
een uitstel besluit. Spreker doet echter opmerken, dat met het einde van
1869 de laatste termijn voor 't uitdiepen en het herstellen der boorden van
het Heldersch Kanaal vervalt en dat dus voor het vervolg die som voor nieuwe
openbare werken beschikbaar is.
De heer de Breuk doet uitkomen het onderscheid tusschen Burgemeester en
"Wethouders en den Raad. De eersten konden niet anders doen dan het voor
gedragen voorstel ter tafel brengen; de leden van den Raad kunnen echter
besluiten om tc blijven volharden in hun gevoelen, dat al de verbruiksbelastingen
moeten behouden blijven. Hij beantwoordt wijders den heer Graat en trekt
van de genoemde som van f 10,000, die in 1870 vrijvalt, de f 5000 als gemis
van de belasting op den turf af, vermeerderd met de toelage aan de turftonsters
te verstrekken, dan blijft er slechts f 5 a 6000 voor nieuwe openbare werken
over. Neemt men daarbij in aanmerking, dat die werken in 1869 geheel
stilstaan, ondanks de groote behoefte er aan, dan wordt sprekers gevoelen
nog aanmerkelijk versterkt. Als hg nagaat wat er in dc gemeente nog
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
moet gedaan worden aan openbare werken, die noodzakelijk zijn (van weelde is
geen sprake), dan houdt hij het er voor dat wel eene som van f 100,000
daarvoor gevorderd wordt. Met nadruk blijft hij zich verklaren tegen de
schade, die de openbare dienst door de opheffing van ook maar ééae der ver
bruiksbelastingen moet lijden.
De heer Graat wijst er op, boe er gevallen kunnen voorkomen, dat men
genoodzaakt is, om, bukkende voor de noodzakelijkheid, zijn gevoelen te wijzigen
Hij erkent met den heer de Brenk de noodzakelijkheid van den aanleg van
nieuwe straten en riolen, maar stelt daar tegenover, dat het Dag. Best. het
onderwerpelijke voorstel in het belang der ingezetenen heeft gedaan, om den
Hoofdelijken Omslag niet te verhoogen.
De heer Zor Mnblen oppert het plan om het benoodigdc kapitaal voor de
op de begrooting voorgedragen openbare werken door negociatie te verkrijgen.
Het voorstel tot opheffing met 1 Mei e. k. vau de belasting op den turf
wordt in stemming gebragt en met 9 tegen 6 stemmen aangenomen. Tegen
stemden de heeren Janzen, Zur Muhlen, Berghuijs, Haagsma, Hugenholtz en
de Breuk. Het concept besluit tot deze opheffing wordt daarop gelezen en
goedgekeurd.
Vervolgens wordt met eenparige stemmen besloten om de beide posten,
f 1200 voor nieuwe bestratingen en f 3000 voor den aaleg van riolen, van de
begrooting der buitengewoone uitgaven voor 1869 te doen vervallen.
Op voorstel van het Dag. Best. wordt besloten aan de hulponderwijzers
D. Westhoff en A. Bommel, op hnn verzoek, wegens hunne benoeming tot
onderwijzers in Ned. Oost-Indië, eervol ontslag uit hunne tegenwoordige betrekking
te verleenen en oproeping van sollicitanten te doen voor de vervulling der
hierdoor te ontstane vacaturen.
Voor kennisgeving worden aangenomen deze mededeelingena. dat hh. Gedep
Staten, hunne beslissing verdagende omtrent de begrooting der gemeente voor
1869, magtiging verleenen om voor de helft tc beschikken over die posten van
ontvangst, waartegen geene bedenkingen zijn ingebragt; en b. dat de rekening
en verantwoording over de dienst van 1867 door hh. Gedep. Staten is goedgekeurd.
Eenige effecten van de geldleening der gemeente, in Julij 1867 uitgeloot,
met bijbehoorende coupons, worden staande de vergadering vernietigd.
Op voorstel van hh. commissarisseu van het Gemeente-Ziekenhuis en de
Apotheek wordt besloten tot toekenning eener gratificatie, groot f 50, aan den
leerling-apotheker A. B. Pastoor, over 1868.
Bij dc gewone rondvraag bekomt de heer de Lange het woord. Hij vraagt,
of, als met 1 Mei e. k. de belasting op den turf wordt afgeschaft, restitutie
zal worden verleend aan hen, die op dat tijdstip eene hoeveelheid van dat handels
artikel in voooraad hebben. De heer Maalsteed gelooft, dat zulks niet meer dan
billijk zoude zijn, daar ook vroeger bij andere artikelen op dezelfde wijze is
gehandeld. De Voorzitter merkt op, dat het tijdstip, waarop de opheffing
plaats grijpt, zeer geschikt is; de winter is juist voorbij en de voorraad, die
hier evenwel nooit' groot is, is dan geheel verbruikt. Ook herinnert hij, dat
de maatregel nu reeds vroeg genoeg bekend zal zijn, om daarop te kunnen
rekenen.
De vergadering wordt hierop gesloten.
HELDER en NIEUWEDIEP, 14 Januarij.
De bevolking der gemeente Helder bedroeg op 81 December 1867,
met inbegrip van de later ingeschrevenen
Ma nnVrouwTot
9630 8777 18407
Gedurende het jaar 1868 zijn
M.
V. Totaal.
in deze gemeente geboren.
372
345
717
en hebben zich in de gemeente
gevestigd
1191
622
1813
Te zamen
1563
967
2530
In 1868 zjjn overleden.
251
195
446
en hebben de gemeente verlaten
473
595
1068
Te zamen
724
790
1514
Verschil in meer 839 177 1016
Zoodat de bevolking der gemeente Helder op
31 December 1868 bedroeg10469 8964 19423
Hieronder behooren 316 personen tot de landmagt en 2190
tot de zeemagt, met inbegrip van het corps mariniers.
Uit den staat der betrekkelijke sterfte blijkt, dat in verhouding
tot het cijfer der bevolking 1 op 43 is overleden. (In het vorige
jaar was het 1 op 39.)
Er zijn gesloten 170 huwelijken, als: tusschen jongmans en jonge
dochters 134, tusschen jongmans en weduwen 13, tusschen weduw
naars en jonge dochters 13 en tusschen weduwnaars en weduwen 10.
Er hebben 2 echtscheidingen plaat9 gehad.
Een gevoelig verlies heeft deze gemeente in de jongste dagen
geleden door het overlijden van een harer nuttigste burgers, de
heer Jacob van der Haar, sedert 1832 als hoofdonderwijzer aan eene
der gemeente-scholen alhier werkzaam. Zijne kinderen en verdere
betrekkingen, zijne vele vrienden, zijne talrijke leerlingen verliezen
in hem veel, zeer veel. Ter waardering zijner groote verdiensten,
ter beoordeeling van den omvang van het gemis, herinneren we
slechts aan het op 1 November 1866 gevierde feest, dat bjj vele
ingezetenen wel in bet geheugen zal zijn hewaard gebleven. De
achtenswaardige grijsaard herdacht op dien feestdag zijne 50jarige
ambtsbediening als hoofdonderwijzer, achtereenvolgens te Kamper-
Zeedijk, Oostzaan, Nieuwendam en Helder. Talrijk waren de blijken
van belangstelling hem toen geschonken. Wjj herinneren slecht»
aan het vereerend blijk van 's Konings gunat in het verleenen der
slechts zelden geschonken gouden medaille voor buitengewoon ver
dienstelijke vervulling der onderwijzers-betrekking gedurende eene
halve eeuw, aan de groote belangstelling der onderwijzers ter
dezer plaatse eu in dit schooldistrict; aan de erkentelijkheid zijner
kweekelingen en leerlingen.
De overledene was en bleef tot op zijn ouden dag een man van
gezette studie; hij trachtte steeds met zijn tjjd vooruit te gaan en
vond in zijn veel omvattenden werkkring eene uitstekende gelegen
heid om met de door hem verkregene kennis voor anderen nuttig
te zijn. Dit werd ook door de hoogere autoriteiten opgemerkt en
daarom werd hem de vereerende taak opgedragen om als directeur
aan het hoofd te staan der van 's Rijks wege alhier in het leven
geroepen normaalschool; voorzeker eene hoogst aangename
betrekking voor een man als de heer van der Haar, die reeds lang
voor dat de Hooge Regering de hand aan het werk sloeg om de
vorming en opleiding van onderwijzers te bevorderen, een groot deel
van zyne vrije uren besteedde om jongelingen voor die gewigtige
betrekking te bekwamen. In der tijd aangewezen door de toen bestaande
Provinciale Commissie van Onderwijs in Noordholland om als
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent, behalve 35 cent zegelregt. t
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
schoolopziener aan het hoofd te staan van dit schooldistrict, waren
bezwaren tegen het gelijktijdig bekleeden van dien post met de hoofd
onderwijzers-betrekking oorzaak, dat die voordragt niet met eene
benoeming bekroond werd. Maar niet te min bleef de invloed des
heeren van der Haar op de zaken van het onderwijs zeer groot.
Het Nedcrlandsche Onderwijzers-Genootschap telde hem onder
zijne eereleden en het Hoofdbestuur benoemde hem tot adviserend
lid van dat bestuur. Sedert jaren was de heer van der Haar niet
slechts voorzitter, maar mogt hij genoemd worden de ziel van het
Onderwijzers-Gezelschap Helder. Met jeugdigen ijver leidde hjj
nog tot kort vóór zijne ziekte de vergadering van dit collegie. De
gemeenteraad erkende alsmede 's mans groote gaven door hem te
benoemen tot lid der commissie voor het Middelbaar Ouderwijs.
In het bestuur der Hervormde Gemeente bekleedde de overledene
de betrekkingen van ouderling en lid van het Collegie van Notabelen.
Wy zeiden zeker niet te veel, toen wjj in den aanvang van dit
berigt vermeldden, dat deze gemeente een harer nuttigste burgers
heeft verloren.
Den ouderdom van 68 jaren bereikte hjj. Ofschoon reeds lang
aan eene slepende ziekte lijdende, maakte eene plotselinge ongesteldheid
een einde aan zjjn nuttig, werkzaam leven.
Treurende over zjjn heengaan, uiten wjj den wensch, dat zjjn
onderwijs, zjjn voorbeeld ook na zjjn dood velen ten spoorslag moge
strekken om zjjne voetstappen te drukken.
Te Lowestoft zijn aangebragt de eerste stuurman en vijf man
der equipage van het schip Ada, kapt. Murpby, van Middlesbro
naar New-York, door het volk verlaten alhier binnengebragtvan
den kapitein, den loods en het overige gedeelte der epuipage, die
het schip met de barkas verlaten hebben, heeft men nog niets
vernomen.
Gisteren avond hadden we het genoegen kennis te maken met
de door den heer Polak in de nabijheid van het Spoorwegstation
tot stand gebragte gebouw voor het houden van Casino's vergaderingen,
uitspanningen, enz. Terwjjl alle gaslichten waren ontstoken en de
onderscheidene vertrekken reeds tot de ontvangst van bezoekera
waren ingerigt, maakten deze lokaliteiten op ons een zeer guostigen
indruk. Wij gelooven, dat deze inrigting aan eene bestaande behoefte,
inzonderheid ook voor het dansonderwjjs in deze gemeente voldoet.
Dingsdag a. s. zal reeds een Thé-Dansant in deze zaal worden
gehouden.
De aangekondigde vergadering tot bestendiging, zoo mogeljjk,
der te vorigen jare opgerigte Vereeniging tot Werkverschaffing aan
behoeftigen alhier, had gisteren in het Café Bellevue alhier plaats;
althans de commissie van wie de bijeenroeping was uitgegaan, was
tegenwoordig met nog enkele belangstellenden. De commissie, die,
met het oog op de verkregene gunstige resultaten in den vorigen
winter, verwacht had, dat thans eene talrjjke opkomst van groote
medewerking zou bljjk geven, vond zich teleurgesteld en zag zich
genoodzaakt om, wegens gebrek aan de noodige belangstelling, de
zaak voor dezen winter niet op touw te zetten.
Het volgend geval had dezer dagen alhier plaatsde vermelding
er van moge velen tot voorzigtigheid aansporen. Eene vronw was
's nachts ongesteld geworden, ten gevolge waarvan eene kaars werd
opgestoken, om licht te hebben bij het toedienen van geneesmiddelen.
Zeker is er een vonk van de kaars op het beddengoed, het gordjjn
of op de nabij liggende kleederen gevallenten minste werden die lieden
eenigen tjjd later een sterke brandlucht gewaar. Het bleek, dat
dekens en gordijn reeds in brand waren. Men stelle zich den schrik
der beide menschen voor, die in gevaar hadden verkeerd op zoo
noodlottige wjjze hun leven te verliezen.
Z. M. heeft benoemd tot ridder der orde van de Luxemburgsche
Eikenkroon H. A. M. Roelants, boekhandelaar en uitgever te Schiedam.
In de zitting der Eerste Kamer van jl. Dingsdag zjjn de
beraadslagingen over de staatsbegrootiug en inzonderheid over het
middelbaar en lager onderwijs voortgezet. Het ontbrak ook by
deze discussiën niet aan uitingen van de gemoedsbezwaren tegen
het openbaar onderwjjs in het midden gebragt. De minister echter
herhaalde zijne in de Tweede kamer afgelegde verklaringen, dat
men die bezwaren, maar dan ook in den vorm van bepaalde aan-
klagten, aan zijn departement heeft te rigten. Hij verzekert, ze
zullen onderzocht,en de grieven dieer bestaan zullen weggenomen worden.
In de avond-zitting zjjn de beraadslagingen daarover voortgezet.
De heeren Messchert van Vollenhoven en Cremers waren van oordeel
dat het initiatief tot eene wets-herziening van de regering moest
uitgaan.' In antwoord daarop zeide de Minister dat, als het hem
mogelijk was door het wyzigen der wet de grieven der minderheid
weg te nemen, zonder aan de meerderheid aanleiding tot het
opperen van andere grieven te geven, hjj bereid zou zjjn tot het
wijzigen der wet over te gaan. Na het sluiten der beraadslagingen
over het onderwijs, zjjn over de afdeeling kunsten en wetenschappen,
over het armwezen en de telegrafie, nog eenige korte discussiën
gevoerd. Daarna is hoofdstuk V (Binnenl. Zaken) in stemming
gebragt en met 31 tegen 2 stemmen aangenomen.
In de zitting van Woensdag zjjn achtereenvolgens zonder of na
korte discussie aangenomen de begrootingen voor de Departementen
van Marine en Oorlog met algemeene stemmen, hoofdstuk VILY
(Nationale Schuld) mede met algemeene stemmen, hoofdstuk VIII?
(Financiën) met 31 tegen 1 stem en de begrooting voor het Depar
tement van Koloniën en het hoofdstuk voor Onvoorziene Uitgaven
met algemeene stemmen. Daarop is de vergadering tot nadere bjj-
eenroeping gescheiden.
Beroepen te Maastricht, ds. H. C. van Lindonk, pred. te
Loosduinen.
Naar men verneemt wordt eerlang de Vesting-Artillerie, thans
bestaande uit regimenten, weder als voorheen in bataillons ingedeeld,
te kommanderen door majoors. Alsdan zullen de thans fungerende
kolonels en luit.-kolonels dier regementen als stelling-kommandaDten
optreden.
De zachte winter levert aan verschillende couranten berigtcn
van boomen, heesters en bloemen, die reeds in interessante omstan
digheden verkeeren of ontijdig laten zien, wat over eene maand nog
vroeg genoeg was. Ook vogels, groot en klein, rekenen verkeerd.
De spreeuwen, echte wijsneuzen, zijn echter nog niet verschenen.