m N°. 28.
Vrijdag 5 Maart.
27 Jaargang.
o m
DE
BINNENLAND.
BUITENLAND.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
INGEZONDEN.
VICT0R DRIESSENS.
nsta,
i
O,
HELDERSCHE
li-
V J
!K NIEIJWEDIEPER COURANT.
„Wij huldigen het goede."
i«9i
^'Weraelünt Dinosdao-, Donderdao- en Zatordao namiddag.
vartonaementsprijs per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
Pnjs der Advertentiën: Van 1regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent, behalve 35 cent zegelregt.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekencL
1 HELDER en NIEUWEDIEP, 4 Maart.
Js het wa»r is, wat men wel eens zegt, dat Parijs Frankrijk is,
is er in dat rijk een grooten ommekeer te verwachten. Gedu-
|e de laatste jaren zyn, tengevolge van de talrijke veranderingen
eWerfraaijingen, welke die hoofdstad van het keizerrijk onder het
ie uur van den prefect Haussmau ondergaan heeft, de uitgaveD
jT zoo schrikbarend geklommen, dat het Wetgevend Ligchaam
j de geldelijke aangelegenheden van Parijs heeft moeten aantrekken
een voorstel om de jaarlijksohe begrooting dier gemeente aan de
00'ikeuring van die vergadering te onderwerpen aangenomen is.
!n discussiën daarover hebben zelfs zulk een ernstig aanzien gekre-
dat men mompelt, dat het ontslag van den minister de Forcade
ROsn Haussman te wachten is.
)e Fransche regering heeft, volgens de Neue Presse haar onge-
ren te kennen gegeven over de termen, waarin Griekenland zijne
6 ècbe had ingekleed, waarbij het de verklaring der conferentie
"•nam. Zij heeft aan het kabinet van Athene verweten, dat het
de eene hand heeft teruggenomen, wat het met de andere had
'en en door het voorbehoud, waarvan het gewag maakte omtrent
.enlands toekomstige handelingen, de opregtheid zijner vrede-
"Wle gezindheid in twijfel had doen trekken.
De wet van den heer Gladstone omtrent de opheffing der Iersche
lVitskerk is den 2 dezer voor de eerste maal in het Huis der
'Meenten gelezen; de tweede lezing zal den 18 daaraanvolgende
lats hebben.
De generaal der genie Graaf van Limburg Styrum, inspecteur
11 dat wapen, heeft dezer dagen alhier eenige opnemingen gedaan.
Van goederhand vernemen wij, dat de stoker, die jl. Maandag
ernstig is verwond geraakt, zoodat achtereenvolgens zijne beide
nen zijn geamputeerd, zich heden morgen naar omstandigheden
jj wel bevond.
De ligter Ondernemingvan hier naar Amsterdam bestemd en
het Groot Noordhollandsch Kanaal omgeslagen, was beladen met
balen katoen, waarvan ruim 100 droog zijn geborgen.
Bij Koninklijk besluit van 18 Febr. zijn vastgesteld de bepa-
t. ijen, betreffende de ligting der Nationale Militie voor het jaar
™j)9. Art. 1 bepaalt, dat die ligting bedraagt 11,000 man, waar-
j 600 voor de dienst ter zee bestemd zullen zijn.
Het aandeel, hetwelk aan deze provincie is opgelegd, bedraagt 1738.
KJ— Zr. Ms. stoomschip de Watergeus wordt omstreeks half April
per»l Oost-Indië te Hellevoetsluis binnen verwacht. Men verneemt
t genoemde bodem 9 Jan. jl. van Batavia is gezeild,
kjt- Het gedeelte mariniers (ongeveer 280 man), thans teVlissingen
garnizoen en gekommandeerd door den majoor J. J. Soer,
met Mei a. s. naar Rotterdam vertrekken en daar in garnizoen
J.jven.
Aan dr. J. M. van Bemmelen, is, op zijn verzoek, eervol
.tslag verleend als directeur en leeraar aan de Rijks hoogere
igerschool te Groningen. In zijne plaats is als directeur en
Ijraar aan genoemde school benoemd dr. F. G. Groneman, thans
dliraar bij die school.
Jl. Dingsdag ochtend overleed te Groningen, in den ouderdom
"'in 71 jaren, de emeritus hoogleeraar in de wis- en natuurkundige
jjlnlteit aan de hoogeschool aldaar, dr. J. W. Ermerins, een man,
a je lange jaren een sieraad is geweest van onze universiteit.
IJBetrekkelijk de werkzaamheden aan het nationale monument,
.t in de maand October e. k. te 'a Gravenhagc moet worden
ithuld en welks uitvoering is toevertrouwd geworden aan de gebr.
fcquet, te Brussel, ontvangt het Dagblad eenige nadere bijzonder-
„4en. In de werkplaaats van bovengenoemde beeldhouwers is reeds
og> groep afgewerkt, voorstellende de heeren van Hogeodorp, van
toimburg Stirum en van der Duijn van Maasdam, de drie leden
het voorloopig gouvernement van 1813, de hoofden van de
jjjwegiog, die de bevryding van Nederland ten gevolge had. Die
ï/oep, gebeiteld door de hand van den heer Jozef Jacquet, is een
ilin de best geslaagde. De kunstenaar heeft de roemrijke stryders
Voorgesteld op het oogenblik waarop zy den eed afleggen, om het
%derland van de overbeersching van het vreemde juk te zullen
jkrlossen en deze plegtige woorden uitspreken, die het nationale
f„evies zijn geworden: „Oranje boven!"
Ji Dit aan den beer Jacquet toevertrouwde gedeelte van het werk
k'Ss zeker het moeyelijkste. De beeldhouwer heeft zich op de ge-
jikkigste wijze van zyne taak gekweten.
De heer Jozef Jacquet legt op bet oogenblik de laatste hand aan
,#t standbeeld van Willem I. Binnen eenige weken zal het aan
■e gieters kunnen afgeleverd worden, zoodat dit kolossale werk in
lebuien maanden zal zijn voltooid.
De Tijd acht den eersten dag van de laatste maand vóór het
;rootste feest, hetwelk op aarde in de 19de eeuw ter eere van een
terveling gevierd kan worden, het geschikte oogenblik om de aan
lacht te vestigen op Pius IX, die den 11 April a. s. zyn gouden
obelfeest zal vieren. De Tijd doet in een met groote warmte
'geschreven hoofdartikel uitkomen wat Pius voor de Katholieke wereld
s geweest en voor die wereld heeft gedaan; dat hij daarby het werk
leelt voortgezet van zyn groote voorgangers, die, op hunne beurt,
jet werk van Petrus, den visscher, te Rome hebben voortgezet;
lat dan ook welligt npoit, sedert Christus' komst op aarde, een
pauselijk jubelfeest zal worden gevierd onder eene meer gelukkige
'ereeniging van zeldzame omstandigheden. Volgens de Tijd kan
Mt met anders, of het tegenwoordige zigtbare opperhoofd der Kalho-
Mke kerk zal door het nageslacht met den naam van Pius den Groote
Worden genoemd.
Aangenomen het beroep naar Bolsward door da. H. Vissink,
pred. bij de Christ. Afgesch. Gemeente te Zwolle.
'3 de straat, die door Schermerhorn loopt, berucht wegens
ïare slechte bevloering, thans bestaat de kans, dat daarin verbetering
jnl worden aangebragt. Reeds is er van wege de stad Alkmaar,
'e °°S al belang heeft bij de passage van rytuigen, door den
Itadsbaai eene opmeting gedaan, en is bij de meesten de hoop, dat
met behulp van de stadskas van Alkmaar en met eene toelage van
de provincie, deze zoo noodzakelijke verbetering tot stand zal komen.
Te Breda werd door eene jonge dame jl. Zondag avond iels
zwaars in de haven geworpen, hetgeen de aandacht trok van den
brievenbesteller M., die in de nabyheid liep. Hy vroeg aan de
jonge dame wat zy in bet water wierp, waarop zij ten antwoord
gaf: „een steen waar ik tegen aanliep." M. onthield echter dezen
plek en ging den volgenden morgen met aDderen nader onderzoek
doen, met het gevolg, dat aldaar een sigarenkistje, inhoudende eeD
pas geboren kind, werd opgevischt, met een zwaren steen omwonden.
De justitie doet ijverig onderzoek en heeft reeds gegronde vermoe
dens op iemand uit den deftigen stand, men zegt eene weduwe,
die hare dochter met het in het water werpen van het kindje
had belast.
Bij den gemeenteraad te Zwolle bestaat het voornemen om de
gemeente-ambtenaren voortaan te pensioneren en het bedrag van dat
pensioen volgens een ontwerp te regelen. In de eerstvolgende ver
gadering zal het ontwerp - reglement in behandeling worden
genomen.
Jl. Zondag avond is de bliksem geslagen in de R. C. kerk
op de Nieuwstraat te Zutphea en heeft een begin van brand doen
ontstaan, die echter spoedig gebluscht is.
Jl. Maandag begaf zich de veehouder B. van der Kolk en
diens vrouw, van Bruneppe naar de weekmarkt te Kampen. Bij de
terugkomst vonden zy de meid, P. van den Molen, aan wie zij het
huis hadden toevertrouwd, bedwelmd op den grond liggen. Nadat
zij haar hadden bijgebragt, verklaarde zy, dat er twee onbekende
manspersonen in huis waren geweest, die haar aangevallen, op den
grond geworpen en het kabinet hadden opengebroken. Het bleek,
dat er voor eene waarde van 700 a 800 aan papieren geld was
ontvreemd. Bij later onderzoek is het geld in een zilveren knip
in de bedstede van de meid ontdekt en deze heeft bekend, dat zy
het geld had ontvreemd.
Aangekomen schepen te Batavia vóór 9 Febr.: Cornelia,
Henriëtte Geertruida, Leopold Graaf van Limburg Stirum, Triton
en Vice-Admiraal May. Vertrokken: Admiraal de Winter,
Australië, Bellatrix, Gebr. van der Beek, 's Gravenhage, Henriëtte
Maria, Johannes Antonius, Lichtstraal, Madnra, Maria Diederika,
Nijverheid en Tjilingsie.
Het werk der nieuwe vertaling van het Oude Testament
ondervindt veel moeijelijkheden.
Bij sommige medewerkers is ontmoediging, of althans vermindering
van ijver waar te nemen en ook tydelyk gebrek aan geldmiddelen
doet den gewigtigen arbeid vertragen, maar meer dan deze beide
oorzaken werkt de geest des tyds ten kwade. Er is eene groote
klove ontstaan, ten gevolge van de toepassing der historische kritiek
op de schriften des ouden Testaments, tusschen bet geloof der
gemeente en de uitspraken der wetenschap.
Daar nu over de jongste resultaten van de wetenschap door de
beoefenaars der Oostersche letterkunde in en buiten ons vaderland,
verschillend gedacht en geoordeeld wordt, is het niet vreemd, dat
dezelfde strijd van rigting en gevoelens zich ook binnen den kring
der vertalers van het Onde Testament heeft geopeubaard en zoo
danig verschil in hoofdgevoelens en beginselen, belemmert den
geregelden en gelukkigen voortgang van den belangryken arbeid.
Ontrukte de dood de hoogleeraren Juynbol en van Gilse aan het
werk, ook de hoogleeraren Roorda en Veth schijnen het voornemen
te hebben om hun mandaat neder te leggen en geschiedt dat, dan
treden welligt nog meerderen terug.
De synode die eens het plan tot eene gansche bijbelvertaling
vaststelde, die daartoe van godsdienstvrienden geldelyke ondersteuning
erlangde, die van de uitstekeudste mannen, welke mede tot het
volbrengen der gewigtige taak geroepen, nog niet de verzekering
ontving, dat zij aan de mogelijkheid der voltooying wanhoopten,
wenscht echter het plan ten einde te doen brengen, overtuigd dat
zij zoo medewerkt aan den opbouw der gemeente en aan de uitbreiding
van het rijk der waarheid en des lichts. (Jrnh. C.)
Jl. Zaturdag is op Belgisch grondgebied een tweegevecht gehouden
tusschen den graaf Malartie, een Fransch hoofdofficier, die onder
Keizer Maximiliaan eene aanzienlijke betrekking in Mexico heeft
bekleed, en een hoofdofficier van het voormalige leger van Koning
George van Hannover, die in eene Parijsche gezelschapszaal in een
hooggaanden twist waren geraakt over graaf von Bismarck, aan
wien de eerstgenoemde vermaagschapt is. De graaf Malartie, de
uitdager, is door zijne party in de zijde getroffen geworden. De
wond is echter niet gevaarlyk, maar zou vermoedelijk doodeljjk zijn
geweest, indien de kracht van den kogel niet door een bundeltje
banknoten en brieven verzwakt was geworden.
De Engelsche regering is voornemens aan den ingang van bet
kanaal tusschen de eilanden Sorlingen, Ouessant, aan het St. George-
kanaal, benevens langs de zuid- en noordkust van Ierland dryrende
telegraafkantoren te vestigen, zoo dat de schepen, die op 40 of 50
mijlen van de kust verwijderd zijn, zich in telegrafische verbinding
kunnen stellen met Groot-Brittannië, het vasteland en Amerika.
Dien ten gevolge stelde men voor de passagiers aan die telegraaf
kantoren te doen debarkeren en ze door groote stoomschepen, die
als bet ware een lieurtveer vormen, tusschen die stations in de
naastbygelegene haven te doen overbrengen. Ze zouden teveDS kunnen
dienen tot proviandering der schepen.
Ongeveer anderhalf jaar geleden heeft de Engelsche regeriDg,
kort voordat zij beloot tot de Abessinische expeditie, den Armeniscbcn
Bisschop Isaac overgehaald, om naar Abessinië te gaan en Theodorus
door zyn kerkelyk gezag te bewegen de gevangene Engelschen los
te laten. Aartsbisschop Isaac beeft de poging gedaan, doch met
verkeerden uitslag, want blijkens een brief, dien hij nu geschreven
heeft aan de Egyptische gemeente en die van daar naar Armenië en
tbans naar Engeland overgebragt is, willen de Abessiniëts dezen
hoogen prelaat der kerk, waartoe xy behooren, niet meer laten ver
trekken. Aartsbisschop Isaac, die beweert dat de Abessiniëra bijna
geen Christenen zijn en het onder hen haast niet nit te houden is,
is met die opgedrongen gastvrijheid in bet geheel niet ingenomen,
en beklaagt zich dat lord Napier aan Gobazyes, den opvolger van
Theodorus, niet met óén woord zijn vrylating heeft bedongen, want,
zegt hy, de Engelschen wisten hoe het met hem stond.
Volgens eene statistiek telt Groot-Brittannië 22,969 bekende
dieven en inbrekers, 3095 heelers, 29,468 verdachte personen en
32,938 vagebonden en landloopers.
Te Manchester heeft een predikant een borologieketting, van
echt haar gemaakt, gekregen van de zusters zyner gemeente, die
daartoe zusterlyk ieder óóu haar hadden bygedragen
In de maand April a. s. zal te Berlijn een congres worden
gehouden van alle comitó's van het Roode Kruis. Behalve andere
vraagstukken, zal alsdan meer bepaaldelyk het volgende punt in
overweging genomen worden:
„Wat kan het internationaal comitó doen in tijd van vrede
moet het zich bepalen tot de voorbereiding voor den oorlog, of wel
kan het reeds dadelijk, by epidemiën als anderzins, nuttig werk
zaam zyn?"
Ook van uit Nederland zullen een of meer afgevaardigen aan die
uiterst belangrijke beraadslaging deelnemen,
Wij hebben gemeld dat te Keulen eene vronw zich aan de
politie had overgeleverd, onder bekentenis dat zij den schouwburg
in brand had gestoken. Thans echter blykt, dat deze vrouw aan
verstandsverbijstering lijdt, zoo dat zy waarschynlyk de schuldige
niet is.
Dezer dagen logeerde in een hotel te Benrath (Duitschland)
iemand, zich noemende Prins van Oranje, die 'met de aanzienlyksten
der stad kennis wensebte te maken; hij noodigde hen tot een gast
maal in zyn hotel. De logementhouder dischte den gasten het beste
op, wat keuken en kelder opleverde; de zoogenaamde Prins intusschen
had goedgevonden met de noorderzon te vertrekken.
De ook hier te lande beroemde zangeres mlle Désiróe Artot,
die ook te Amsterdam hare gaven op zoo onvergetelijke wyze beeft
doen hooren, zal eerstdaags te Warschau in het huwelyk treden
met den barryton Padilla.
Met eenparige stemmen heeft het Huis der Afgevaardigden
te Washington een besluit aangenomen, waarbij sympathie wordt
aan den dag gelegd met de pogingen, die in Spanje tot de vestiging
der vrijheid worden aangewend en wuarby te gelyk sympathie
wordt betuigd met den strijd, die op Cuba voor de onafhankelijkheid
van dat eiland wordt gevoerd.
Dingsdag avond mogten wij nogmaals het genoegen hebben eene voorstelling
bij te wonen van het Vlaomsch Tooneelgezelschap, onder directie van den heer
Victor Driessens. Wij kunnen niet nalaten dit gezelschap nog eens een woord
van welverdienden lof te brengen voor het kunstgenot dat de leden er van ons
deden smaken. In de eerste plaats dient dan zeker genoemd te worden de
directeur zelf. Wij gelooveu niet te veel te zeggen, wanneer wij hem onder
onze vaderlandsche tooneelspelers de eerste plaats aanwijzen, en beweren, dat zijn
talent zich met de meest gevierde kunstenaars in het buiteolaud zou kuDnen
meten. Waarlijk, die man vat 2ijne rol zoo geniaal op, hij verplaatst zich zoo
zeer iu de omstaudigheden waarin het stuk hem stelt, dat gij bij den klank
van die 6tem, bij den blik van dat oog, bij die beurtelings lagcheDde en weenende
gelaatstrekken vergeet dat het hier tooneelspel is, en u de tranen in de oogen
wellen wanneer gij hem door smart tot wanhoop ziet gedreven of onder stil
verdriet gebukt ziel gaan, terwijl gij geziud zoudt zijn om hem deelnemeud de hand
te drukken waar een zonnestraal van geluk zijn pad beschijnt. Zijne gulle
vrolijkheid doet u schatereu; zijne woede u verbleeken. Niet het minst was
dit Diugsdag avond het geval; die flinke goochelaar voor zyne kermistent, die
dien verwaten Darmentières zoo Hink op zijne plaats zette; diezelfde man tegen
over de Gravin de Varennes en Helena, als zijn beter gevoel spreekt by het zien
der weenende moeder; die man met een hart vol wroeging, berouw en wanhoop
wanneer hij in die Helena zijne eigene dochter herkent, wier moeder hij zoo
slecht behandeld heeft; diezelfde mau tegenover zijn booze geest, DarmeDtières,
als deze iu deu nacht zijn huis binnensluipt om zijn kind te verleiden; het
waren allen zoo vele treffende monumenten die iederen toeschouwer aangrepen.
Ongeëvenaard echter was zijn spel in het laatste bedrijf. Die hartverscheurende
droefheid van den vader, die zijne dochter voor zijne oogen ziet wegkwijnen; die,
als zij ten gevolge van het wedervinden harer pleegouders weder opluikt, zijne
vreugde vergald ziet door de gedachte dat zijn kind hem niet lief kan hebben
zoo als het die vreemden doet, en die toch als het 't geluk geldt van dit kind
liever, zij het dan ook met een gebroken hort, voor altijd afstand van haar doet
dan haar geluk in den weg te slaan, het roerde u tot in het diepste van uw
hart. Die man heeft de natuur op de daad betrapt, en hij geeft haar weer met eene
zoo weêrgalooze juistheid, dat gij meegesleept wordt en u het hart voelt toenijpen,
waar hij smart lijdt eo u verruimd gevoelt wanneer zijn lijden wordt verzacht.
De heer Driessens heeft echter een voordeel bij zijn spel. In al de stokken
die wij hem dezen winter zagen opvoeren, speelde hij den rol van vader tegen
over zijne dochter, en die dochter is ook eene kunstenares, wier gaven groot
zijn en die gezegd kan worden in alles het voetspoor van haren vader te drukken.
Haar lief, eenvoudig, natuurlijk spel doet u sympathie gevoelen voor de persoon
die zij voorstelt. Die Jeanne Vidal die, hoewel bijna stervende, haar kind nog
wil ontrukken aan de handen van de waanzinnige Gravin, was geheel natuur;
dat lijdende meisje met haar bleek, lieftallig gelaat, dat de liefde voor den vader
die zij zoo pas had gevonden in zich voelt strijdeD met den afschuw voor den
man die hare moeder, ofschoon zij die niet gekend had, in het graf had gebragt,
het greep u aan. Elise Driessens is inderdaad eene kunstenares en wij gelooven,
dat, wanneer zij op den ingeslagen weg voortgaat, zij met der tijd haren vader
zal evenaren.
Wij spraken zoo even van de Gravin de Varennes. Die rol werd vervuld
door mevr. VerstraetenLaquet, met wie wij gisteren avond voor het eerst
kennis maakten. Wij wenschen den heer Driessens geluk, dat hij deze dame
aan zijn tooneel heeft verbonden. Mevrouw VerstraetenLaquet heeft bij haar
optreden hier zeker de sympathie verworven van allen die bij de voorstelling
van Dingsdag avond tegenwoordig waren. De door smart over het verlies van
haar kind waanzinnige moeder, zoowel als de vrouw die op lateren leeftijd
bemerkt dat het geluk, hetwelk zy zich als wezenlijk dacht, slechts een droom
was, werden uitmuntend weergegeven. Beschaving en eiegance kenmerkten hare
manieren, wat niet van alle tooneel- en andere Gravinnen gezegd kan worden.
Wij zouden zoo kunnen voortgaan en de verdiensten van nog andere leden
opnoemen. De heer Daenes en zijn echtgenoote, de heeren Corijn, Fredcrick,
Doeselaar en Schoofs, zij hebben allen aanspraak op onzen lof en wij willen
hopen dat de heer Driessens zijn laatste woord in dezen winter hier nog niet
gesproken heeft. Waar zulk een gezelschap verschijnt bestaat gelegenheid om
waar kunstgenoot te smaken, en zy die daarnaar haken zullen niet onbevredigd
ut de voorstellingen van d& gezelschap naar huis syn gegaaa. B.