1869. N°. 84. 27 Jaargang. Woensdag 14 Julij. Uitgever A. A. BAKKER Cz. BINNENLAND. HELDERSCHE EN NIEUWEDIEPER COURANT, „W ij huldigen het goed e." Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaalf 1.30. M franco per post - 1.65. Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163. Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cent, elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Donderdag den 15 dezer vertrekt de Oost- Indische mail over Marseille. Onlangs werd door den heer Heemskerk Az. een voorstel ingediend ter uitbreiding van hetkiesregt. 't Was een voorstel ter elfder ure gedaan en vermoedelijk naauwelijks ernstig gemeend. Want hoe men ook moge denken over den poli- tieken levensloop van dien ex-minister, tot welke coups de tête en welke coups de théatre men hem in staat moge achten, tot zulk een dwazen maatregel ware hij toch wel niet in staat. Zulk eene uitbreiding toch is niet conser vatief, niet liberaal, maar of eene partij-manoeuvre om stemmen te winnen, of ronduit gezegd, eene dwaasheid en politieke onnoozelheid. Kicsregt is een ongelukkig woord. Van regt is hier toch wel geen sprake. Kiezen en gekozen worden is, zij het dan ook indirect en verwijderd, mederegeren, is invloed, en wel een hoogst belangrijken invloed, uitoefenen op den gang van liet staatsbestuur. Moeijelijk kan men beweren, dat ieder burger daartoe regt heeft. Rousseau beweerde het, maar het „Contrat social" is sints lang geen Evangelie meer. Regt hebben de burgers om goed geregeerd te worden, niet om zelf te regeren. Het is in den staat, als in elke andere vereeniging van menschen, niet ieder lid van eene sociëteit, van eene industriëele onderneming, van eene handelsmaatschappij heeft regt om zelf meê te besturen, zij hebben alleen regt op een goed bestuur. Even als men in eene dergelijke maatschappij, hij de keuze van beheer ders, niet vraagt wat deze of gene aandeelhouder wel zou wenschen, maar diegenen verkiest, die door ondervinding en beproefde bekwaamheid, het best kunnen zorgen voor het algemeen belang, zoo ook mag de staat niet vragen, wie wel kiezer zou wenschen te zijn, of welke partij een uitbreiding doelmatig zou achten, maar alleen, welke personen zijn verlicht, bekwaam, eerlijk en ontwikkeld genoeg om hunne medewerking in het staatsbestuur begeerlijk te maken. In plaats van kiesre^rt behoorde men te zeggen Wespligt. De staat draagt de bewaking van zijne grenzen, de handhaving zijner militaire eer op aan de gezondste, de krachtigste, de jongste mannen; van de personen die het regt bedeelen, eischt hij bijzondere studiën, kennis en onpar tijdigheid; in één woord alles wat de staat doet verrigten draagt hij op aan de daartoe bij uitstek geschikten. Alleen met de kiezers zou het anders zijn? Dit is niet aan te nemen. Doet men zich de vraag, waarom wordt er gekozen? waartoe dienen de kiezers? dan ligt het antwoord Voor do hand: de staat kan en mag zich niet berooven van de voorlichting, de ondervinding, de wijsheid, die in de natie schuilen. Maar, wie vraagt er licht aan hen, die zelf rondtasten in 't duister? Hij, die dat deed, zou zeker een onzinnig werk verrigten. Zoo ook de staat die raad en voorlichting vraagt van, de kiespligt oplegt aan, personen daartoe onbekwaam; even dwaas is een algemeen stemregt als oen algemeene weer- pligt zou zijn. Niemand zal lammen en kreupelen, zuigelingen en grijsaards, militaire pligten opleggen, en alleen door eene wonderlijke verstandsverbijstering worden er lieden gevonden, die in goeden ernst een algemeen, of zeer uit gebreid stemregt verdedigen. Is nu onze kieswet volmaakt en verdient elke wijziging afkeuring? Verre van daar; zonder overdrijving kan men onze wet slecht noemen. Toen zij verkregen werd, was zij eene belangrijke schrede op den goeden weg, thans vcreischt zij aanvulling en zelfs hier en daar verandering en verbetering. Maar elke verandering behoort uit te gaan van deze twee beginselen kiezen is geen regt, maar eene verpligting voor de burgers. Alleen zij mogen kiezers zijn, wier voorlichting den staat van nut kan zijn. Men meent zoo ligt, dat iedereen mede kan praten over politiek. Dezelfde man, die bij 't minste verschil met zijn huurman over een punt van burgerlijk regt tot zijn advokaat of zelfs tot een zaakwaarnemer, die er zelden iets meer dan zijn cliënt van weet zijne toevlugt neemt, diezelfde persoon beslist in 't koffijhuis of op een vriendschappelijk partijtje de moeijelijkste en ingewikkeldste vragen van staats- en volkenregt zonder zelfs te vermoeden op welk glibberig terrein hij staat. Engeland zal dat niet willen, Pruissen zal dat niet doen, zegt met eene grappige kracht van overtuiging diezelfde man, die, al ging 't om zijn leven, niet zou kunnen zeggen wat er ongeveer in de grondwet dier Staten geschreven staat, ja misschien wel eens over de Engelselie of de Russische grondwet redekavelt, als waren dat dingen die bestonden. Daarom, want niemand zal ontkennen dat er velen zoo zijn onder onze kiezers, daarom geeno verdere verlaging van den census, geene algemeene uitbreiding der kies bevoegdheid, zoo lang niet de tegenwoordige kiezers op de hoogte zijn van al datgene, waarover hunne beslissing wordt ingeroepen. Eerst onderwezen zijn en dan anderen onderwijzen en voorlichten. Alzoo gij allen, die voor eene uitbreiding van het stemregt zijt, begint met het begin. Maakt eerst goed, uitgebreid ouderwijs algemeen en voor ieder toegankelijk, en de uitbreiding van 't kiesregt volgt van zelf. HELDER en NIEUWEDIEP, 13 Julij. De keizerlijke regering in Frankrijk heeft, door do tijds- standigheden daartoe genoopt, vrij moeijelijke rollen aan hare leden opgedragen. Inzonderheid de heer Rouher, de woordvoerder der regering, heeft een zware rol. De open bare meening te Parijs, en de hoofdstad vertegenwoordigt daar het rijk, dringt met groote kracht op hervorming aan in de vertegenwoordiging des volks. Tot dusverre was het het streven der regering, om, ja, eene vertegenwoor diging te dulden, mits dat deze de regering in hare han delingen slechts ondersteunde, zonder aan- en opmerkingen, en zonder daarbij den volkswil te doen kennen De oppo sitie in het Wetgevend Ligchaam, eerst zwak en magteloos, deed door een fiere vastberaden houding de opmerkzaam heid der natie op zich vestigen. Bij de jongste verkiezingen ging het kiezersvolk nog een stap verder dan de oppositie van vroegerhet koos eenige leden uit den zoogenaamden derden stand. Schrik beving de regering op het vernemen der tijding, dat in Parijs geen enkele door haar gewenschte en aanbevolene candidaat de meerderheid had kunnen ver krijgen. Bij het nazien der geloofsbrieven van de nieuw gekozen leden wordt gedurig er op gewezen, hoe belem merend het voor de vrijheid is, dat de regering hare eigene candidaten heeft, die zij door alle haar ten dienste staande middelen een zetel zoekt te verzekeren. De regering talmt om aan den uitgedrukten wensch der vergadering te voldoen, die eischt, dat de kamer zich constituere, ten einde tot behandeling van zaken over te gaan. Wij hebben reeds vermeld in een vorig nommer, welk een belangrijk voorstel, strekkende tot hervorming van 't Wetgevend Ligchaam, is ter tafel gebragt. Hetgeen in dat voorstel gevraagd wordt, is, de regering kan 't niet ontkennen en dat doet zij ook niet, want zij durft het niet, hoogst billijk. De minister Rouher heeft echter als zijn meening te kennen gegeven, dat het in strijd is met de constitutie. Nu gelooft men wel, dat er middel zal worden gevonden, waardoor aan de letter der grondwet kan worden te gemoet gekomen, en dan is de oppositie voldaan. Blijkbaar is de regering van Keizer Napoleon, ondanks een sterke policie en een talrijk leger, onvermo gend om de stem der openbare meening tot zwijgen te brengen. Reeds heeft zij moeten zwichten voor den aan drang om tot het constitueren van het Wetgevend Lig chaam over te gaan; de gansche parlementaire hervorming is mede niet tegen tc houden. Zonder bloedvergieten komt zoodoende eene belangrijke omwenteling tot stand. Volgens het laatste berigt uit Parijs, is eene keizerlijke boodschap medegedeeld, waarin de verzekering voorkomt, dat de Keizer besloten heeft zoo spoedig mogelijk den Senaat bijeen te roepen, ten einde de kwestie der Parlements- hervorming (zich ook tot de bevoegdheid van den Senaat uitstrekkende) te overwegen. Aan het slot der boodschap herinnert de Keizer er aan, dat hij reeds vroeger, in het algemeen belang, heeft afstand gedaan van eenige zijner prerogatieven. Van de vroegere wijzigingen zijn de nu in te voerene een voortzetting. Deze mededeeling is zeer gunstig en met de herhaalde kreten van «leve de Keizer!" door het Wetgevend Ligchaam ontvangen. Men verzekert, dat de ministers gisteren avond hunne portefeuilles ter beschikking des Keizers zouden stellen. De verkiezing van Leden voor den Gemeenteraad zal plaats hebben op Dingsdag den 20sten dezer maand. De aftredende Leden zijn, de heeren: A. BOOMSMA, S. BRAAKSMA, B. R. DE BREUK, D. DE LANGE en C. W. K. VAN STRIJEN, welke heeren weder verkiesbaar zijn. Zr. Ms. ramschip //de Buffel" is gisteren naar dc Hors gestoomd en zal met het getrokken kanon van 23 duim schieten naar eene gepantserde schijf; deze proeven hebben, naar wij vernemen, in ons land nog niet plaats gehad. Ook zullen met dezen bodem proeven genomen worden in het rammen op een voor dat doel vervaardigd vlot. De Noorsche stoomkorvet //Nornen// heeft gisteren namiddag het anker geligt en onze reede verlaten, koers zettende naar Drontheim. Eene neringdoende vrouw in deze gemeente, dezer dagen bezig zijnde om de kalanten in den winkel te bedienen, hoorde eenig gerucht achter op //de plaats"denkende dat de meid met spoelen bezig was, ging zij er heen, daar het haar toch vreemd voorkwam, omdat, de wascli reeds geheel aan kant was. Toen zag zij, tot haar groote ontsteltenis, haar kind in eene welgevulde tobbe met water spartelen. Ware zij zoo spoedig niet naar achteren gegaan, dan had haar kind stellig op zoo noodlottige wijze den dood gevonden. lederen avond der kermis is de schouwburg-loge van de IIH. Albregt en van Ollefen met tal van bezoekers gevuld geweest. Inzonderheid was dit echter het geval jl. Zondag avond, toen het geschiedkundig tooneelspel: Marie Antoinette, Koningin en Martelares, werd opgevoerd. Is anders de Zondag avond de gekozene avond niet voor den burgerstand en de aanzienlijken, ditmaal triomfeerde de reputatie van het stuk over de weinige ingenomenheid van velen om den Zondag avond in den schouwburg door te brengen. De opvoering van het genoemde stuk heeft algemeen zeer veel genoegen gegeven; is voor velen zeker eene uitmuntende geschiedkundige les geweest, op onder houdende wijze medegedeeld; heeft de groote talenten van mevrouw Sandrockten Hagen op het schoonst doen uit blinken, gelijk mede de onmiskenbaar groote verdiensten van den heer D. van Ollefen; en doet al het werkend personeel van dezen schouwburg eere aan, daar het, ook ondanks de al te geringe ruimte, die het tooneel aanbood, het luisterrijk stuk met veel succès heeft opgevoerd. Het zeer talrijk publiek toonde zijne onverdeelde ingenomenheid met het stuk en met de regt degelijke voordragt. In het werkje //Mijn levens-extract", poezy van Herman, ex-Dordsche weesjongen, uitgegeven bij van Gompel-Trion te Brussel, treffen we de volgende beschrijving van de gemeente Helder aan: Die gure hoek van 't land; „Aan der Noordzee eerste strand, „Daar, waar Janmaat zit in 't want, „Menschen zijn met rijp verstand, „Eerlijken naar hart en hand, „Meerder zand dan diamant, „Meerder mast dan boom geplant, „(Texel aan den overkant). „Daar soms hevig windgesnor is, „Meerder geep dan gouden tor is. „Zeker ook wel schorremor is. „(Noem mij 't land waar geen lor is!) „Daar, waar op de woeste baren, „Wakkere sloeperlieden varen, „Die met vier- vijfelsche booten, „Van het zeeschuim overgoten, „Bij schrikwekkend golvenklotsen, „Zoolang op en neder hotsen,' „Tot zij den schipbreukeling, „Die daar op de Haaks verging, „Stevig vatten bij de lurven.... „Dat zijn mannen die wat durven!" In navolging van de bron, waaruit wij de mededee ling hadden geput, verbeteren wij het berigt van de Vrijdag 11. gehouden vergadering der Provinciale Staten zoodanig, dat niet op het verzoek der gemeente Callantsoog, maar op dat van Spaarndam gunstig is geadviseerd. Door den minister van Financiën is mede aan de onder zijn departement ressorterende ambtenaren eene circulaire gerigt over de uitvoering der wet op de maten, gewigten en weegwerktuigen. Ofschoon zoo luidt de circulaire volgens die wet het gebruik der in art. 3 genoemde Nederduitschc namen geoorloofd blijft, is dit alléén als maatregel van overgang toegestaan. Het tijdvak van tien jaren, binnen hetwelk de wet volgens art. 44 moet worden herzien, is gesteld tot geleidelijke, doch uitsluitende invoering van da systematische namen (kilogram, meter, liter, hek- tare, enz.) Die invoering kan bevorderd worden, door in alle brieven, documenten en andere stukken tot de dienst betrekkelijk, de systematische namen te gebruiken. De ambtenaren worden mitsdien uitgenoodigd om voortaan in dc stukken, hunne administratie betreffende, te schrijven: kilogram in plaats van pond, meter in plaats van el, hekto- liter in plaats van mud of vat, are in plaats van roede, enz. Ofschoon de wet eerst met 1 Jan. 1870 in wer king komt, zal het den minister aangenaam zijn, dat deze schrijfwijs reeds van nu af gevolgd wordt. In kennisgeving aan het publiek of aan belanhebbenden, in voorwaarden, catalogussen en biljetten van verkoop of verpachting; in overeekomsten, en in het algemeen in alle stukken, niet uitsluitend gerigt aan rijksambtenaren, de documenten der in- en uitgaande regten en accijnsen uitgezonderd, moet echter, tot meerdere duidelijkheid, achter den syste- matischen de Nederd. naam gevoegd worden, op deze wijs 100 kilogram (pond), 200 hektare (bunder), 1.9 meter (el), enz. In formulieren, waarin de woorden bunder, roede,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1869 | | pagina 1