poging om ook voor de bewoners van het noordelijk deel van deze provincie het bezoek der tentoonstelling gemakkelijk en min kostbaar te maken. Wij gelooven, dat, als deze goedkoope reisgelegenheid niet tevens de laatste is, een volgende maal nog overvloedige deelneming zal zijn. Volgens alhier ontvangen particulier telegram zou de luit. ter zee F. Zegers Veeckens, van wien de dagbladen eenigen tijd geleden gemeld hebben dat hij aan de Kust van Guinca gevangen genomen was, zich weêr bevinden aan boord van «de Amstel.» Het is nu niet zonder grond te verwachten, dat er van de gevangen matrozen ook nog sommige behouden zijn gebleven. Jl. Zondag namiddag vermaakten zich in de haven alhier een zevental knapen, waarvan de oudste 13 en de jongste 7 jaren telde, in een paar vletten met spelevaren waagden zich roekeloos en misschien op hunne kennis dei- behandeling dier vaartuigjes vertrouwende, buiten de haven, waarheen zij ook gelokt werden door het fraaije weder en de gladde effen waterspiegel. Nadat zij daar een paar uurtjes naar hartelust hadden rondgeroeid, wilden zij naar de haven terugkeeren, doch bevonden tot hunne ontroering, dat die taak voor hunne zwakke krachten onmogelijk werd gemaakt door den harden stroom, die hen in zijn snelle vaart tot binnen de Zuiderzee opvoerde. In het eerst toen zij zulks bemerkten, waren zij door schrik verlamd, doch begonnen allengs naar eene helpende hand uit te zien, die lien veilig naar de haven kon terugbrengen. Reeds lang was hun de Texelsche stoomboot «Ada" gepasseerd en nergens ontwaarden zij uitkomst, en van waar moest die nog komen tegen het aanbreken van den nacht? Eindelijk echter ontdekken zij een vaartuig en als om strijd wuiven en roepen zij van het naderende verlossings middel hulp in. Tot hun geluk werden zij door schipper P. Vlaming van Texel opgemerkt, aan boord genomen en moesten zich getroosten eene onverwachte reis naar Texel meê te maken, waar zij den nacht moesten doorbrengen. Bij hun aankomst aldaar, ten 1 ure in den nacht, werd op verzoek van den schipper door den scheepstimmerbaas Z. met de meeste welwillendheid een leger voor hen op geslagen in de timmerloods, en zij vervolgens op liefderijke wijze van hot noodige voorzien. Den volgenden morgen arriveerden de jongeluidjes, gezond en wel, per stoomboot «Ada van Holland» bij hunne doodelijk beangste ouders, en werden zooals ligt te begrijpen is, warm ontvangen. Had de schipper hen echter niet opgemerkt, ongetwijfeld zouden zij met het ebgetij naar zee zijn gedreven, en hunne roekeloosheid had hen welligt den dood in de Noordzee doen vinden. Voor eenige dagen werd in de haven alhier door eenige sloep erlieden een voorwerp onder water ontdekt, dat na te zijn bovengebragt, bleek te zijn een gehcele zijde van een schip, waaraan de rustijzers nog stevig bevestigd waren, doch waarvan het nog aanwezige touwwerk reeds geheel was vergaan; men vermoedt dat dit van een voor jaren in de haven verbrand schip afkomstig is. Tot stads-geneeslieer te Brielle is benoemd de heer F. X. J. van Opdorp, practiserend arts alhier. Z. M. zal zich den 15 Aug. naar Utrecht begeven, ter bijwoning van den Scherpschutters-wedstrijd, die nabij de Bildt zal worden gehouden. Bij beschikking van den minister van Justitie is de heer Iluyskes, directeur in de strafgevangenis bij Doetin- chem, verplaatst naar Alkmaar, en de directeur Ruigrock van daar als zoodanig naar Doetinchem. Het «Vaderland» verneemt, dat de heer J. Z. Bur- net, referendaris bij het Departement van Marine, dezer dagen uithoofde van gevorderden leeftijd verzocht heeft eervol uit zijn betrekking ontslagen te worden. Naar men verneemt is bij den Raad van State aan hangig een wetsontwerp omtrent de banken van leening. Gedeputeerde Staten van Noordholland hebben bepaald dat de herijk der maten en gewigten in de arrondissementen Alkmaar en Hoorn zal eindigen met 31 Oct. e. k. Velen verheugen zich over het voornemen der regering om, gelijk onlangs de couranten verhaalden, een onderzoek in te stellen naar de pokziekte der Drentsche schapen. Sedert jaren toch woedt deze epidemie, nu meer verborgen, dan meer openbaar onder de Schoonoordsche schaapskudden. Nog dezer dagen hoorde men, dat een veehouder in het dorpje Elp, binnen korten tijd van 94 er 24 stuks aan verloren had. De bekende vaccinatie met pokstof in den staart schijnt óf niet genoeg algemeen verspreid, óf een onvoldoend voorbehoedmiddel te zijn. Sedert eenige jaren worden ijverige pogingen aange wend tot het aanleggen van dennenbossen in de duinen. Deze pogingen zijn in 1868 en in het voorjaar van dit jaar voortgezet en het resultaat was dat, na beproeving van onderscheidene soorten, de gewone den gebleken is de voor keur te verdienen. Van deze is bekend, dat hij hout van groote waarde oplevertdat hij goed behandeld en bosschen van aanzienlijke uitgestrektheid vormende, de juiste boom soort is om onze kale duinen te bekleeden. De slotsom der ondervinding, bij het aanleggen van dennenbossen in de duinen tot dusver opgedaan, is, dat de moeijclijkheid groot, maar de mogelijkheid buiten alle bedenkingen bewezen blijft. (Dagblad.) In de gemeente Oudcarspel is de uitslag der verkie zing voor leden van den raad deze geweest, dat eene herstemming moet plaats hebben tusschen de heeren P. Meijlis en G. Eecen Cz., beiden wethouders, en C. Eecen Cz. en J. Butter Cz. Tot leden van den raad te Medemblik zijn herkozen de heeren C. Gerdenier, D. M. Alewijn en G. D. Thierens. Tot leden van den raad der gemeente Haarlemmer meer zijn herkozen de heeren W. Verploeg en J. G. Schone. Herstemming moet plaats hebben tusschen de heeren 't Hooft, Tensen, Bultman en Zijlman. De Evangelische Alliantie in het volgende jaar te houden, zal alsdan te New-York plaats hebben en evenals die te Amsterdam 10 dagen duuren. Jl. Dingsdag geleidde een reeds bejaarde man eene koe naar Niedorp. Door een ongelukkig toeval geraakte zijn voet in het touw verward en werd tevens het beest schichtig en zette het op een loopen. In een deerniswaar- digen toestand werd de man Woensdag te Alkmaar in het gasthuis gebragt en werd eene dadelijke amputatie nood zakelijk gekeurd. Hieraan is voldaan, doch spoedig daarop is de patiënt overleden. Het onweder, dat men dezer dagen gehad heeft, heeft in de omstreken van Hoorn onderscheidene ongelukken veroorzaakt. Te Lutjewinkel is eene boerenplaats van den landman D. Wit geheel afgebrand. Op het Keeren, nabij Hoorn, is een koe van de wed. de Haan doodgeslagen. Te Berkhout zijn drie schapen door den bliksem gedood, en bij de Rijp is door het onweder een molen afgebrand. Jl. Zaturdag werd te Amsterdam op het Y de wed strijd der Kon. Ned. Zeil- en Roeivereeniging gehouden. De wedstrijd werd bijgewoond door Z. K. H. Prins Hendrik. Aanvankelijk werd het feest begunstigd door schoon weder; later vielen evenwel stortregens. Door den vierriems sloep van de «Ternate,» komman- dant Mac Leod, is een premie behaald, alsmede door hot pleiziervaartuig «Elisc,» van de heeren C. en D. Bosch Reitz. Jl. Zondag te 1 ure des namiddags is te Haarlem de van de afdeeling Haarlem en omstreken der IIoll. Maat schappij van Landbouw uitgaande tentoonstelling van paar den, vee en landbouwwerktuigen, voor zooveel de werktuigen aangaat, en tevens de markt van rijtuigen, zadelmakers- werk en dergelijke geopend. Gisteren is de tentoonstelling van paarden en vee gehouden en de bovengenoemde voort gezet. De tentoonstelling heeft zich door verscheidene zeer schoone inzendingen gekenmerkt. Op de gehouden Haar- lemsche zoinerpaardenmarkt waren 620 paarden en 9 veulens aan de lijn. De prijzen verschilden, voor de paarden van 800 tot ƒ60, voor de veulens van ƒ100 tot 50. De handel was levendig, en voor het buitenland, vooral voor Frankrijk, wérd veel verkocht. Aan den heer A. K. Kaan, te Wieringerwaard, is o. a. de 2e prijs ƒ10 toegekend voor twee ooijen, Texelscli ras. Men leest in de «Lcidsclie Courant» de volgende aankondiging «I. en A. hebben de eer de geachte jongelui der stad Leiden bekend te maken, dat, zoo zij nog niet voorzien zijn van eene kermis-dame, zij zich kunnen vervoegen bij M. C., een liefelijke dame, die hen zeer hoffelijk zal ont vangen. Zij die verder met deze geachte M. C. in kennis wenschen te komen, zullen door haar zoodanig behandeld worden, dat er niets te wenschen overblijft. Reflecterenden adresseren zich met franco brieven, motto «zwarte krullen,» Nieuwen Rijn alhier.» Als eene bijzonderheid dient vermeld te worden, dat in den tuin van een der ingezetenen te 's Hage reeds rijpe druiven gevonden worden. Te Rotterdam wordt door de vereeniging «het algemeen stemregt» een adres aan Z. M. opgezonden, met verzoek van gratie voor Jacob de Vletter. Daarin komt o. a. voor, dat de onderteekenaren «als persoonlijke getuigen, of het naast in de Omgeving van de bedrevene feiten, of uit de openbare behandeling der zake kundigen, met of zonder het oog op en het gevoel van vriendschap, de overtuiging hebben, dat de wetten, waarop de veroordeelingen dezer feiten gegrond schijnen, ten eenemale blijken te zijn onhoud baar, zelfs laakbaar in het vrije en beschaafde Nederland. Men weet, dat onlangs jhr. Mock, lid der Prov. Staten van Zuidholland, opgekomen is tegen het gestrenge vonnis tegen de Vletter geveld en tegen de wijze, waarop de beschuldigden in het Rotterdamscli oproer voor den regter zijn bejegend. (Utrechtsch Dagblad.) Op de rivier de Maas, ter hoogte van Kralingen, heeft jl. Zondag ochtend omstreeks half negen ure een ontzettend ongeluk plaats gehad. Het aakschip «Anna Maria», schipper L. Krüll, werd door de stoomboot «Rhenus No. 3», kapt. Hartman, overvaren. In weerwil van al de pogingen des schippers om af te houden, kwam zijn schip in aanraking met eene boot, door genoemde stoomboot gesleept. IJIings begaf Krüll zich met zijne familie, die aan boord was, in eene boot om zich te redden, doch op dat oogenblik werd zijn schip aan stukken gesla gen en viel door den schok het bootje om. De vijf per sonen, die er zich in bevonden, verdwenen in de diepte. Hoewel terstond hulp aanwezig was, mogt het alleen ge lukken den schipper, zijne schoonmoeder en.den knecht te redden. De vrouw en een kind van Krüll zijn verdronken. De zaak wordt door de policie onderzocht. (N. R. C.) Volgens de «Schiedamsche Courant» zal het zesde algemeen Evangelisch Nationaal Zendingsfeest dit jaar, en wel op Woensdag 4 Augustus, weder plaats hebben op het landgoed «Middacliten», toebelioorende aan vrouwe douairière gravin Bentinck. Des morgens van dien dag ten 5 ure 7 min., zal van Schiedam een extra-trein rijden naar Rotterdam, vanwaar een expresse-trein ten 6 ure naar Middacliten vertrekt. Ter verhooging van het feestgenot, zal door het bestuur gelegenheid gegeven worden, het uit gestrekt landgoed, dat van zijn heuvels prachtige verge- zigten aanbiedt, onder geleide van gidsen te doorwandelen. Des middags ten 12 ure, gedurende de groote pause, zullen van twee verschillende plaatsen af, in het programma aangeduid, en langs verschillende wegen die wandelingen aanvangen, terwijl op de schoonste punten zal worden gerust, als wanneer, onder begeleiding van hoornmuziek, afwisselend liederen, waaronder het aloude «Wilhelmuslied», volgens programma zullen worden gezongen. Een rijtuig, waarin de heer J. M. baron Huyssen van Kattendijke, met den stalhouder Rutgers en een knecht gezeten waren, kwam te Arnhem dezer dagen in aanraking met hot wiel van een mestkar. Ten gevolge daarvan kan telde het rijtuig, beide heeren vielen er uit, de heer Rutgers brak zijn been en de heer van Kattendijke viel met het hoofd op de steenen. Laatstgenoemde is aan de gevolgen daarvan overleden. De knecht, die achter in het rijtuig zat, is ongedeerd gebleven. In de vorige week was te Zutphen een 72jarig bruidegom bijna het slagtoffer geworden van het vuur, dat in zijn schijnbaar uitgedoofde pijp was achtergebleven. Hij had die in de achterzakken van zijn jas geborgen en bemerkte het gevaar eerst, toen hij een plotselinge hitte op den rug gevoelde. Eenige landlieden op het veld hoorden 's mans klaaglijk geroep om hulp en kwamen nog juist ter regter tijd toeschieten om hem den jas van het lijf te scheuren en het vuur verder te blusschen, hetwelk reeds de onderkleederon had aangetast. De oude man is nog met den schrik vrijgekomen. De heer van Weijdom Claterbos te Wageningen zegt in de «Landb. Ct» dat, als men tegenwoordig de kleistre ken van Friesland, Groningen, of de Haarlemmermeer bezoekt, men daar nergens gewassen zal zien, die zoo vol herik, klaprozen, kamille, enz., staan, als in de kleistreken van Gelderland en Utrecht. In eerstgenoemde provinciën is men zoo overtuigd, dat wieden rente geeft, dat hij, die zijn koorn niet schoon houdt, bestempeld wordt met den naam van slordigen boer en een ieder met den vinger op hem wijst. Men durft in eerstgenoemde streken dan ook meer aan verbetering van den grond ten koste te leggen. Te Bronkliorst woont eene vrouw van negentig jaren oud, die nog in staat is op het veld zooveel koren tot schoven te binden, als een maaijer van 's morgens vroeg tot 's avonds laat kan snijden. Te Dalfsen is dezer dagen de eerste nieuwe rogge aangebragt. Men roemt zeer de kwaliteit, terwijl de hoeveel heid die van het vorige jaar verre overtreft. Uit Groningerland wordt gemeld, dat aldaar een aantal Friesclie vlas-werkers is aangekomen, om den oogst van den hoe langer hoe meer in omvang toenemenden vlas bouw binnen te halen. Gewoonlijk duurt de vlasarbeid 5 a 6 weken; waarbij onderscheidene arbeiders-gezinnen meer dan 20 per week kunnen overhouden. Men zal zich herinneren, dat onlangs de huishoudster des bewoners van den Mariëngaardermolen onder Hyum (Friesland) in hechtenis werd genomen wegens moedwillige brandstichting in dien molen, ten einde haren meester de assurantie-gelden te bezorgen, die hooger waren, dan waarop hem die molen eerst verkocht en later weder duurder in gekocht (alles op haar aanraden), was te staan gekomen. Zij had de misdaad volkomen bekend. De zaak werd bij de arrondissements-regtbank geïnstrueerd, met gevolg, dat de beklaagde naar den procureur-generaal bij het provinciaal geregtshof werd verwezen. Krachtens arrest, ter raadkamer van het hof gewezen, is de beklaagde weder op vrije voe ten gesteld. Is men wel onderrigt, dan moet de raadkamer, op grond van geneeskundige verklaringen, omtrent hare bekrompen verstandelijke vermogens, haar de bewuste mis daad niet hebben toegerekend. Toen zij de beslissing ver nam was zij ten hoogste verwonderd. Zij begreep er niets van, daar, gelijk zij zich uitliet, zij de daad werkelijk had bedreven. Een slager, tevens koopman in vee, is den 10 dezer van Dronrijp met de Haiiinger stoomboot naar Londen vertrokken, bij zich hebbende 35 vette schapen. De per sonen, van wie de schapen gekocht zijn, wachtten te vergeefs op zijne terugkomst en ook zijne vrouw zat in angst, daar de reiziger niets van zich liet hooren. Thans heeft de vrouw eene uitnoodiging ontvangen met haar kind naar Londen over te komen, en alzoo blijkt het dat deze handelaar besloten heeft, den Friesclien bodem niet weder te betreden. Onlangs is te Grollo nabij Borger een eikenboom ge veld, waaronder een pot met een 50-tal geldstukken, ter grootte van ruim een rijksdaalder, voorzien met het jaar tal 1613 en 1623 gevonden is, terwijl men op eene andere plaats bij het uitroeijen van eiken boomstammen, daaronder urnen vond, die gevuld waren met bijna tot stof vergane beenderen. In den Covent-Garden-Schouwburg te Londen gaf men dezer dagen het tooneelstuk «de veertig dieven.» Een Ier komt aan het bureau en vraagt een kaartje voor het parterre en legt daarvoor een shilling neêr. De bureaulist zei daarop: Ge moet een halve kroon betalen Is dat zoo duur? antwoordde de Ier. Betaal of ruk uit, beet hem de bureaulist toe. Het is goed, neem uw kaartje terug. Ik moet de negen en dertig andere dieven niet zien. Een heer, die vreeselijk voor het kaartjes-bureau van de opera gedrongen wordt door eene dikke dame, zegt: «Mevrouw, ik ben volstrekt niet van plan om mij door u te laten verpletteren; de galanterie heeft zijne grenzen!» Maar, mijnheer, ik stik bijna, ik moet lucht hebben. «Wend u dan tot de administratie; ik ben niet hier gekomen om u lucht te geven!» Bij gelegenheid van de lijkplegtigheid van generaal Baker, te Washington, kon een dagblad-correspondent geen toegangskaart meer krijgen. Hij klauterde nu door den schoorsteen in do zaal en kwam vlak bij den geestelijke te regt. Terwijl deze bad, merkte de correspondent op, dat er een rol papier in diens hoed lag. Hij maakte er zich behendig meester van en verwijderde zich langs den zelfden weg, dien hij gekomen was. Nadat de geestelijke

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1869 | | pagina 2