1869. N°. 94.
Vrijdag 6 Augustus.
27 Jaargang.
;fa
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
BINNENLAN I).
EEN SLANGEN-TAFEREEL.
i Aan liet dagboek van een der soldaten, welke in den jongsten
Amerikaanscben krijg de banieren van generaal Sherman op diens
langen en moeijelijken marsch, van de oevers van den Mississippi
I tot Savannah aan den Atlantisehen Oceaan, volgde, ontleent de
„New-York-Tablet" het volgende huivering-wekkende verbaal:
val.
mi(
ddel(
HËLDERSCHË
EV NIËDWEDIEPER
lvera
„Wij huldigen het goede."
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaalf 1.30.
franco per post - 1.65.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
Pnjs der Advertentiën: Van 14 regel» 60 cent*
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
HELDER en NIEUWEDIEP, 5 Augustus.
De Spaansche aangelegenheden geven nog bij voortduring
stof tot spréken. Met de Carlistische woelingen gaat het
in het geheel niet voor den windmeer en meer blijkt het
dat de beweging, door die partij verwekt, weinig in den
smaak der bevolking valt. De pas ontloken vrijheid in
dit land vergunt aan de bekrompene ideeën van een conser
vatieve partij, als die van don Carlos geene plaats. Dit
schijnt de Infant zelve te hebben ingezien; althans de jongste
berigten uit het schiereiland deelen mede, dat hij aan zijne
partijgangers groot verlof heeft toegestaan. Zijne plannen
zal hij nog wel wat kunnen overwegen, eer zij in Spanje kunnen
zegevieren. En als de strijdbare mannen eens weêr tot hunne
haardsteden in vrede zijn wedergekeerd, dan is het te
wenschen, dat zij in den arbeid ter bevordering van eigene
welvaart en van die des volks meer genoegen mogen
vinden dan in de verwezenlijking van Carlistische ver
overingsplannen.
De Prins van Asturië, Isabella's oudste zoon, vroeger
bekend onder den naam van Prins-troonsopvolger in Spanje
heeft zijne uitzigten op het verkrijgen der koninklijke
waardigheid nog geenszins opgegeven. Als het waar is wat
vla France" verzekert, dan heeft zijne moeder afstand
gedaan van hare regten op de kroon van Spanje en die
op den Prins overgedragen. Men is nog altijd zoekende
naar een nieuwen Spaansehen monarch. Het is zeer wel
mogelijk dat, onder zekere voorwaarden, de Prins van Asturië
nog weêr in aanmerking komt.
Tc Parijs heerscht groote sensatie. De Senaat is geopend.
Rouher ving met de mededeeling aan, dat de Senaat is
bijeengekomen tot onderzoek van belangrijke wijzigingen
in de constitutie des rijks, welke wijzigingen waren voor
bereid tengevolge eener gelukkige overeenstemming tusschc-n
de regering en het Wetgevend Ligchaam. //Geen Souverein,"
zeide spr., /heeft beter dan de Keizer den loop der open
bare meening gevolgd. Hij heeft altoos de magt als een
eigendom der natie aangemerkt." De redenaar wees ver
volgens op de voortgaande beweging tot herschepping van
het autoriteits-keizerrijk in een liberaal, altoos door het
„Wij hadden" schrijft deze krijgsman „den gelieelen dag
door, onder een gloeijende zonnehitte, onzen marsch voortgezet.
Dikke stofwolken verdonkerden den atmosfeer, en dreigden ons
bijna te verstikken. Aangemoedigd echter door het voorbeeld van
onzen dapperen generaal, spanden wij al onze krachten in, om
over de duizende bezwaren, waarmede wij hier te worstelen had
den, te zegevieren. Men kan zich uit de beschrijving van mijnen
persoon gemakkelijk den toestand van mijne kameraden schetsen.
Mijne muts was smerig en verscheurd. Mijn baard in wanorde,
even als mijn hoofdhaar, dat ik sedert eene geheele week niet
had kunnen kammen, en dat dus vol stof en ongedierte was.
Mijne oogeu waren door de zonnestralen ontstoken en mijne slapen
klopten als in eene hevige koorts. De ransel, waarop mijne
buks lag, drukte zwaar op mijne schouderen. Het bloed door
stroomde als vuur mijne aderen, en mijne voeten waren door een
marsch van zoovele mijlen geheel wond. Mijne dappere kameraden
bevonden zich echter in geenen beteren toestand. Velen hunner
waren op den langdurigen marsch, deels tengevolge van den
zonnesteek, deels van bovenmenschelijke inspanning, dood ter
neer gezonken. Dikwerf trokken wij door een woud, en hoe innig
verheugden wij ons dan in zijne schaduw een weinig te kunnen
uitrusten of ten minste verfrischt te worden. Juist hadden wij
zulk een woud verlaten, toen wij in eene uitgestrekte vlakte
traden, die, op eenigen afstand, aan een moeras stiet, waarin
zi h talrijke reptiliën baadden, en hunne akelige koppen boven
het water verhieven om de hen omgevende verpeste miasmen in
te ademen. Van tijd tot tijd bemerkten wij ook eene groote zwarte
slang, een adder of kropslang door de struiken kruipende. Toen
wij een uitgedroogd moeras naderden, ontwaarden wij daarin eene
reusachtig groote slang, met geopenden hek, die een schrikverwek
kend gesis uitstiet, als wilde zij daarmede de vreemde gestalten
verschrikken, welke hare eenzaamheid kwamen storen. In weerwil
van dit alles trokken wij steeds voorwaarts, en zette Sherman
zijnen zegerijken marsch, ondanks woud en moeras, en onaange-
zien stroomen, vlakten en bergen, onophoudelijk tot aan den
Oceaan voort.
Tegen het einde van den dag, waarvan ik thans spreek, bleven
onderscheidenen van ons korps achter; ook ik was onder dit getal.
Ik was niet meer in staat mij verder voort te slepen. En toen
de nacht aanbrak was het leger ons reeds ongeveer twee mijlen
vooruit. Daar ik nu, wanneer ik op het vlakke veld mogt insla
pen, den overval van eenig wild dier duchtte, zoo trachtte ik een
tamelijk nabij gelegen hout te hereiken. Ik nam een slok brandy
initiatief des Keizers. Tot die beweging behoort de amnestie
alsmede de hervormingen van 1860, 1868 en 1867, die
thans tengevolge hebben: een verbeterd evenwigt tusschen
de openbare magten en eene betere verdeeling van hare
regten en bevoegdheden. Met het oog op het ongeduld
of het leedwezen dat hij velen bestaat, zeide de heer Rouher,
dat daartoe geenerlei. gegronde reden is. Frankrijk station-
nair te willen houden, terwijl de liberale leerstellingen in
geheel Europa zich zetelen, zou gelijk staan met eene
miskenning der noodzakelijke wet van Frankrijks invloed
in de wereld. De banden, die de Napoleontische dynastie
aan de Fransche natie verbinden, te verzwakken en zich
zorgeloos te laten medeslepen naar eene helling, die ten
afgrond voert, zou zijn als vergat men, dat de Fransche
natie het regt heeft, om van de regering eene volkomen
beveiliging te eischen tegen den invloed van geweldige
hartstogten, dwaze verwachtingen en onverzoenlijken haat.
Volgens de woorden, door den Souverein gesproken, is het
Keizerrijk populair genoeg om de vrijheid tegen anarchie
te behoeden. De Senaat behoort dus het onderzoek der
grondwetswijzigingen aan te vangen, zonder ijdele beschroomd
heid, zonder ondoordachte geestdrift, met een vasten wil
en gehechtheid aan de natie De pogingen van regering
en Senaat zullen alzoo tusschen de openbare magten eene
grootere harmonie, een meer vruchtbare solidariteit vestigen.
De instellingen van het Keizerrijk zullen daardoor meer
kracht, glans en populariteit erlangen.
De uitslag der herstemming ter verkiezing van een
lid voor den gemeenteraad, den 3 dezer alhier gehouden,
leverde deze uitkomst op:
Uitgebragt393 stemmen.
Blanco briefjes5
Uitgebragte geldige stemmen 388.
Hiervan werden uitgebragt op den heer W. J. Ilidde Bok
233 en op den heer P. Groen 155 stemmen; zoodat de
heer W. J. HIDDE BOK gekozen is.
(Reeds gisteren aan onze geabonneerden binnen de gemeente
bij afzonderlijke bülctten gemeld).
uit mijne veldflesch, en klom in eenen tamelijk hoogen boom, die
op den weg stond, niet ver verwijderd van een moeras, door eene
menigte schelf en putten met stilstaand water doorsneden. Ik sloot
eeuige takken aan een arm van den boom vast, ten einde eenen
val te voorkomen, en, na deze voorzigtiglieids-maatregelen getroffen
te hebben, legde ik mij op dit kunstmatige bed neder om te
slapen. Aanvankelijk wilde mij dit niet gelukken. Allengs echter
begonnen mijne zenuwen te bedarenmijne oogleden werden zwaar
en onbewust overviel mij nu weldra eene verkwikkende sluimering.
Zóó mag ik eenige uren geslapen hebben, toen bittere nood
kreten aan den voet van mijnen boom mij wakker schrikten.
Ik zag neder, en werd getuige van een vreeselijk tooneel, dat ik
mijn geheel leven niet zal vergeten, en welks herinnering mij nog
beden huiveren doet. Een mijner kameraden, namelijk, werd bij
levenden lijve door de slangen verteerd. Ook bij schijnt eene
poging te hebben aangewend om in den boom te klimmen, maar
was, door vermoeidheid uitgeput, weder neergevallen. Welk een
schouwspel!De maan scheen in volle klaarheid en
verlichtte het moeras, dat van monsters te wemelen scheen. In digte
drommen en van allerlei kleuren snelden zij aan, en stortten
zich op haren buit, terwijl hare staarten, die op en neder gingen,
nu eens in zwart, dan weder in groen, gevlekt of koperverwig
schitterden. Mijn arme kameraad, die in zoo vele veldslagen was
verschoond gebleven, moest hier liet offer dezer afschuwelijke dieren
worden.
Een half dozijn kleinere slangen verteerden zijn hoofd; oogen
en ooren waren reeds verdwenen, en hij kromde zich onder de
laatste stuiptrekkingen. Eene grootere donkere slang, van onge
veer 6 of 7 voet lengte, had zich door zijne kleederen heen
eenen weg naar het onderlijf gebaand, en ongeveer een twaalftal
van dezelfde soort begonnen haren afschuwelijken maaltijd aan
zijne voeten, beenen of welk ander ligchaamsdeel zij konden
bereiken. Men zou geloofd hebben eene schaar kruipende gieren
te zien, die het ligchaam van den ongelukkige bedekten; zij kronkelden
keerden zich, en sisten. Inderdaad een afschuwelijke aanblik, en
nog veel ijzingwekkender, dan het plotslinge gezigt van een
rottend lijk met zijne myriaden wormen. Ik trachtte mij te
bewegen en eenen kreet uit te stooten; doch schrik en ontroering
hadden mij bijna verlamd. Krampachtig greep ik naar mijn
buks en schoot ónder de massa; eene magtig groote slang wen
telde zich daarop, doodelijk getroffen, heen en weder. Maar in
eenen oogenblik wierp zich nu eene andere, ongetwijfeld door
den reuk des vleesches aangelokte menigte slangen, op deze,
en begonnen ook hier haren maaltijd. Het scheen als wilde de
schaar uit moeras- en kreupelhout aansnellende slangen geen
einde nemen. Van alle zijden vernam ik gesis, geruisch en
geklepper. Ik laadde en vuurde ten tweeden male, om, zooveel ik
kon, mijnen makker te wrekenweder werd een nieuw monster gedood
en de vreeselijke maaltijd door de anderen ook op dit voortgezet.
De monsters kampten onder elkander, om den laatsten droppel bloeds,
en het laatste stukje vleesch van den ongelukkige te verteren.
De proeftogt van Zr. Ms. schroefstoomschip /,Vice-
Adniiraal Koopman," komm. kapt.-luit. ter zee van Trojen,
heeft goed voldaan. Het schip liep 111 mijl. Bij gunstige
gelegenheid vertrekt genoemde bodem Dingsdag a. s.
Gisteren gebeurde alhier een ongeval, dat ernstige
gevolgen had kunnen hebben.
De sloep van ./de Buffel," bemand met 12 koppen, naar
onze haven zeilende, sloeg ter reede om. Gelukkig hadden
allen tegenwoordigheid van geest genoeg om een gedeelte
van de boot in handen te krijgen. De adelborst L. C. Koster
had het echter zwaar te verantwoorden, daar hij geheel
onder de sloep lag; door buitengewone krachtsinspanning
wist hij zich uit deze gevaarlijke positie te bevrijden.
Het was een wanhopige toestand, waarin deze personen
verkeerden. Acht hingen om de sloep en vier zaten er op.
Gelukkig was het ongeval aan boord van ffde Buffel" op
gemerkt en in den minst mogelijken tijd waren eenige
sloepen op de plaats des onheils tegenwoordig om de
noodige hulp te verleenen. Allen zijn er met den schrik
afgekomen. Het mag echter wel een wonder genoemd
worden, dat er geen menschenlevens te betreuren zijn,
wanneer men nagaat, dat slechts vier van de twaalf op
varenden konden zwemmen.
De 41ste verjaardag van H. M. Wilhelmina Frederika
Alexandrina Anna Louisa, Koningin van Zweden en Noor
wegen, oudste dochter van Prins Frederik der Nederlanden,
wordt heden alhier op de gebruikelijke wijze gevierd.
In de vergadering van het collegie //Sine Nomine,"
jl. Dingsdag avond gehouden, is, ter vervanging van den
heer F. X. J. van Opdorp, als president gekozen de heer
A. J. Baron van Geen.
De volkstrein, heden inprgen van hier naar 's Hage
en Rotterdam vertrokken, bestond uit 24 personen-waggons.
Uit deze gemeente profiteerden circa 800 personen van
deze goedkoope reisgelegenheid.
De Engelsche stoomboot //Severn" ligt nog altoos op
hoogtij te wachten.
De audiëntie van den minister van Marine zal Vrijdag
den 6 dezer niet plaats hebben.
Zij beten en doodden elkander, en de gevallenen werden een
nieuwe buit voor hare verslind-zucht. Ik kon mijne oogen van
dit gruwelijke tooneel niet aftrekken, en wilde er het einde van
aanschouwen. Het gesis, de snelle bewegingen, de golvende ljjnen,
welke hare gladde en buigzame ligchamen in deze onontwarbnre
massa vormden, laten zich noch beschrijven, noch zelfs met het
penseel teruggeven.
Langer dan een uur zag ik dit slangen-gevecht toe, toen plot
seling het denkbeeld in mij opkwam, dat deze kruipende dieren
ook mij ontdekken konden, en wat mij alsdan te wachten stond.
Trouwens, meer dan één stekend oog had reeds naar den boom
opgezien, toen ik vuur gaf; en inderdaad scheen het tijdstip van
eenen aanval met rassche schreden te naderen. Eene kolossale
slang had zich van een klein overschot van mijnen makker weten
meester te maken, dal de anderen haar trachtten te betwisten. Om
aan deze vervolging te ontkomen, werpt zij zich op den boom,
slingert zich om diens stam, en begint in rassche wendingen, en
gevolgd door eene menigte anderen, naar boven te klauteren. Zij
kwam mij nader, doch boog haar hoofd tegen de haar vervolgende
vijanden terug. De kringen van haar glad ligchaam schenen eene
metalen keten, welke den stam omslingerden. Hare bewegingen
en krommingen waren zoo ras, dat een gedeelte van haren buit
haar ontviel, Ik achtte mij reeds verloren, en rukte mijnen
sabel uit de schede. De boom-arm, die mijn hoofdsteun vormde,
was bereids door haar bereikt, toen een sabelhouw haar den kop
van den romp sloeg. Zwaar viel haar massief ligchaam ter aarde,
en rukte de anderen, die haar vervolgden, met zich naar bene
den. Ik zag haar afschuwelijk hoofd over den grond rollen, zag
bloed en gif uit haren muil vloeijen. Nu echter was ik gered
de aandacht trouwens van de overige monsters was van mij afge
trokken. Weldra namen zij nu ook den aftogt naar moeras en
kreupelhout aan. Met een vreugdevol sidderen hoorde ik het zich
in het loof allengs verliezende geruisch, en het geplas van het
water in de putten van het moeras, waarin zij zich nederstortten.
Alles werd stil; ik waagde het nogtans niet naar beneden te
klimmen, voordat het geheel dag was. Naauwelijks echter zond de
zou hare eerste stralen uit, of ik klom af, met geladen buks en
den blooten sabel tusschen mijne tanden. Den aanblik van het
gebeente van mijnen ongelukkigen kameraad echter kon ik niet
verdragen, en ik vlood uit al mijne krachten. Bij elke schrede,
die ik deed, waande mijn ontvonkte verbeeldingskracht nog een
legioen dezer monsters te zien, die mij vervolgden. Weldra ont
moette ik een ruiter-afdeeling, bestemd om de achtergeble
venen bijeen te zoeken en deze bragt mij in eenen vreesdij ken
toestand, ligchamelijk en geestelijk uitgeput, naar het leger
terug.
Dikwerf heb ik deze ontzettende episode van onzen marsch aan
mijne kameraden verhaald; ik geloof echter dat de hel, met al
hare verschrikkingen, geen dieperen indruk op mij zou kunhen
maken, dan de vernietiging van mijnen makker aan een moeras in
Zuid-Carolina op mij heeft gemaakt.