1869. N°. 96.
Woensdag 11 Augustus.
27 Jaargang.
A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
BEKENDMAKING.
BINNENLAND.
HELDERSCHE
EN NIEIIWEDIEPER COURANT.
„W ij huldigen het goed e."
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
Uitgever
Prijs der Advertentiën: Van 1regels 00 cent,
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Donderdag den 18 dezer vertrekt de Oost-Endi-
ache innil over Mnrseillc.
Vrijdag den 13 dezer' vertrekt de Wcst-lndi-
sclie muil.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER,
brengen bij deze ter kennis van de leden der Schutterij dezer ge
meente, dat bij besluit van de Gedeputeerde Staten der provincie
Noordholland, van den 4 Augustus 1869, No. 24, is vastgesteld
liet Tarief van Regtskosten in Schutterijzaken, luidende dit be
sluit aldus:
Gedeputeerde Staten der provincie Noordholland:
Gezien het Tarief van Regtskosten in Sehutterijzaken, door den
Raad der gemeente Helder, in overleg met den Schuttersraad aldaar,
in zijne vergadering van den 27 Julij 11. ontworpen.
Gezien het Kon. besluit van den 27 December 1835, (Staats
blad No. 40).
Hebben goedgevonden;
Voor de gemeente Helder vast te stellen het volgende Tarief van
Regtskosten in Schutterijzaken:
TARIEF van de Geregtskosten in Sclmtterlijke zaken
voor de dienstdoende Schutterij te Helder, bedoeld bij
Zijner Majesteit besluit van den 27 December 1835,
(Staatsblad No. 40).
De bode van den Schuttersraad zal mogen vorderen en in rekening
brengen, voor de volgende diensten, hem opgedragen bij de Wet
van 11 April 1827, en bij Zr. Ms. besluit van 25 Mei 1829:
Voor iedere dagvaarding voor den Schuttersraad 0.15
Voor de beteekening van een vonnis-0.15
Voor de beteekening van iedere aanmaning of insinuatie - 0.15
Voor de aanzegging van een bevel tot provoostarrest - 0.15
Voor de uitvoering van een bevel tot provoostarrest zonder
medewerking der politie- 0.25
Voor de uitvoering van een bevel tot provoostarrest met
medewerking der politie- 0.60
Voor de uitvoering van een bevel tot medebrenging van
nalatige getuigen- 0.50
Aldus afgekondigd en aangeplakt, waar zulks te doen
gebruikelijk is.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester,
den 9 Augustus 1869. L. VERHEY, Secretaris.
Uittreksel uit het Verslag van den
toestand der provincie Noordholland, over
het jaar 1868, gedaan aan de Provin
ciale Staten van dat gewest, door de
Gedeputeerde Staten, in de Zomerver
gadering van het jaar 1869.
V.
Onder de middelen, die aangewend worden om spaar
zaamheid aan te kweeken, armoede te verminderen en in
het geheel om tot welzijn der behoeftige klasse bij te
dragen, worden verder genoemd: Spaarkassen, Ziekenfondsen,
Hulpbanken, Vereenigingen tot het verschaffen van betere
woningen aan de arbeidende klasse en het patronaat voor
behoeftige herstelde krankzinnigen.
Spaarkassen in 1868: Deelnemers 1664, totale inbreng
18454.13, totale uitbetaling 14939.62.
Algemeen Ziekenfonds te Amsterdam in 1868: Leden
22,504, kinderen 13386, totaal der contributiën 142575.59
onderstand: aan ziekengelden 6598.25, aan begrafenis-
gelden 4450, aan geneesmiddelen 41373.78!, toelagen
aan genees- en heelkundigen 73047.36.
Hulpbanken worden genoemd te Haarlem, Alkmaar,
Hoorn, Zaandam, Amsterdam 2 (1 Ned. Port. Isr. en
1 Ned. Isr.) en Andijk. Het aantal voorschotten bedroeg
in het geheel in 1867 1823 tot een bedrag van 95913
en in 1868 1863 tot een bedrag van 97736.
Vereenigingen voor betere woningen voor de arbeidende
klasse bestaan te Amsterdam 5, verder te Koog a/d Zaan,
te Hilversum en te Hoorn.
Van het bovengenoemde patronaat zijn geene opgaven
aan hh. Gedep. Staten verstrekt.
In het laatste gedeelte van Hoofdstuk IX komt een
aantal opgaven mede van makingen en schenkingen aan
armbesturen en andere liefdadige instellingen, daaronder
is eene erfmaking aan het Hervormd Diaconie- Wees-
Oudemannen- en Vrouwenhuis te Amsterdam, geraamd op
50,000.
Te Amsterdam waren in 1868 in werking 16 suiker
raffinaderijen en te Haarlemmerliede en Spaarnwoude eene
beetwortelsuikerfabriek. Zoutziederijen waren er in deze
provincie 10, als: 1 te Haarlem, 2 te Alkmaar, 1 te
Purmerend, 1 te Edam, 1 te Muiden, 1 te Hoorn, 1 te
Enkhuizen en 2 te Medemblik. Daarin werd geraffineerd
2,903,7754 kiligram zout.
Zeepzieaerijen en zeepmakerijen waren er 10, waarvan
2 voor harde en 8 voor zachte zeep. Van deze fabrieken zijn
5 te Amsterdam, 1 te Haarlem, 1 te Hoorn, 2 te Alkmaar
en 1 te Monnickendam. Er werden vervaardigd 2,072,482
kilogrammen zachte en 72,097 kilogrammen harde zeep.
Het verslag vermeldt 12 bierbrouwerijen in Noordholland,
als: 3 te Amsterdam, 3 te Haarlem, 2 te Weesp, 1 te
Bussum, 1 te Hoorn en 2 te Alkmaar. Berekend naai
den inhoud der roerkuipen, is bewerkt eene hoeveelheid van
456,816 liters beslag, waarvoor aan accijns is betaald de
som van f 45,681.06|.
Nog zijn in deze provincie aanwezig 25 azijnmakerijen
in 15 dezer fabrieken wordt uitsluitend azijn uit gedistilleerd
en water vervaardigd. De overige 10 zijn rozijn-azijnmakers.
Het getal branderijen in deze provincie is 4. als: 1 te
Amsterdam en 3 te Weesp. Voorts zijn aanwezig de na
volgende distilleerderijen: 36 te Amsterdam, 1 te Helder,
2 te Haarlem, 1 te 's Graveland en 1 te Rijp.
Hoofdstuk XI heeft tot opschrift: Waterstaat. Omtrent
het Noordhollandsch Kanaal vermeldt het Verslag, dat voor
gewoon onderhoud is uitbetaald de som 96,866.661.
Bovendien werden nog eenige buitengewone werken uit
gevoerd. Van het Heldersch Kanaal wordt medegedeeld,
dat een gedeelte der boorden met glooijingen van Vil-
voordsclien steen tegen afslag zijn beveiligd; terwijl weder
een vijfde gedeelte der lengte van het kanaal tot 3 el
onder A. P. is verdiept. Van laatstgenoemd werk is nu
1 gedeelte uitgevoerd. Beide werken belmoren tot het in
1864 door het gemeentebestuur voor 61,000 aanbesteedde
zesjarig onderhoud van dit kanaal.
Vaiy de havens dezer provincie wordt het Nieuwediep
het eerst genoemd. De diepte dezer haven was in 1868
gemiddeld 9.04 el beneden laagwater, dat 1.10 el bene
den het in de zeehaven aangenomen peil van volzee of
0.84 el beneden A. P. ligt. De toestand der haven wordt
gunstig genoemd. De hoogste vloed werd waargenomen
den 28 December des avonds ten 6 ure, zijnde 1.46 el
hoven A. P. De laagste eb had plaats op den 7 Februarij
des middags 12 ure 30 minuten; zij daalde tot 1.27 el
onder A. P.
Gedurende het geheele jaar bedroeg de gemiddelde hoogte
van den vloed0.340 el -f- A. P.
ii veb0.782 A. P.
Gemiddeld verval 1.122
Van de haven van Texel bevat het verslag deze opgaven.
Het driejarig onderhoud der havenwerken beoosten het
Oude Schild op Texel, dat tot den 3 Mei 1868 was aan
besteed voor 5765 per jaar, is op nieuw aanbesteed tot
den lsten Mei 1871, voor f 5968 per jaar.
Door hot gestadig uitbaggeren van slib en wier en van
het hij stormweder overgeslagen zand, werd de havenkom
en mond op de vereischte diepte van 2.55 el onder volzee
onderhouden, en de voor het eerste onderhoudsjaar
bepaalde vernieuwingen zijn aan de beschoeijingen, hoofden
enz. verrigt.
Stormschaden van aanbelang zijn in 1868 aan deze haven
werken niet ontstaan en zij verkeeren in behoorlijken staat.
Gedurende voormeld jaar is de zeehaven bezocht door
1656 binnenlands varende schepen en voortdurend bijna
dagelijks gebruikt door de stoomboot //Ada van Holland,"
1 tjalk, 12 kaagschepen, 1 jacht, 21 haring- en 4 visch-
schuiten, welke allen op Texel te huis behooren.
De haven van Terschelling is in 1868 bezocht door 33
rijksvaartuigen, 5 buitenschepen, 38 binnenvaartuigen en
516 vischscliuiten. Aan havengelden te Terschelling is
ontvangen de som van f 411.05, dat is f 82.04) minder
dan in 1867.
behandeld worden, dan zou er vooreerst nog geen einde
komen aan het beraadslagen. De punten zijn nog al eenige
overweging waardig. En als er sprake is van //'gematigd
vrijzinnigen," dan moet men de mannen van dit congres
onder dezulken maar niet medetellen.
De verbeterde en versnelde middelen van gemeenschap
brengen eene geheele omwenteling teweeg, niet slechts in
het verkeer der menschen, maar vooral ook in het ver
wisselen van woonplaats. Nu men zoo spoedig van het
eene land naar het andere kan reizen en de telegraaf ons
met bliksem-snelheid berigten zendt uit de verste oorden,
nu behoeft men er ook niet meer tegen op te zien om zich
elders met tier woon to vestigen. De Chinezen, die zich
vroeger in Noord-Amerika niet verder dan tot in Californië
vestigden, beginnen zich thans, nu de Pacific-spoorweg hen
zoo snel kan vervoeren, meer naar het oosten der Vereenigde
Staten te trekken. Zij voorzien daar in de groote behoefte
aan werklieden, daar zij bij duizenden zich in de verschillende
staten in de nabijheid van den Atlantischen Oceaan komen
nederzetten.
Hunne aankomst maakt echter de Amerikanen attent op
een gevaar dat er dreigt door een eisch van een groot deel
der natie, om algemeen stemregt, zonder uitzondering van
kleur of landaard. Die eisch zal door de aanwezigheid
der onbeschaafde Chinezen nu wel een weinig worden
getemperd. De Amerikaanschc bladen dringen er daarom
op aan, dat in het vervolg worde aangenomen de bepaling
dat er eene zekere mate van kennis der taal en staats
instellingen vereischt wordt om het kiesregt te mogen
uitoefenen.
Door geheel Europa ontwaart men tegenwoordig een strijd
tussclien kerk en staat. Engeland is juist gelouterd te
voorschijn gekomen uit de hitte van den Ierschen kerkstrijd.
De Russische kerk zal, volgens een nieuw decreet, hare
overleveringen herzien. In Polen bestrijden elkander de
orthodoxe Grieken en de niet minder orthodoxe Roomschen.
De Donau-vorstendommen zijn in de Bulgaarsche kerk-
kwestie gewikkeld of in de debatten omtrent de godsdienst
zaken, welke spoedig de aandacht der Servische Scuptsehina
zullen gaande maken. In Oostenrijk is de tegenstand van
den bisschop van Lintz een teeken, dat staat en kerk met
elkander in strijd zijn. In Italië staan de Garibaldisten
nog gereed om, bij de eerste gelegenheid de beste op Rome
aan te rukken, terwijl de kerkgezinden nog steeds de con
fiscatie der kerkelijke goederen door Yictor Emmanuel met
leede oogen aanzien. In Spanje heeft de minister van
financiën een motie gesteld oin de godsdienstige ligchamen
een deel hunner weelde te onteigenen ten algemeene nutte.
In Frankrijk worden de aanvallen der radicalen tegen de
staatskerk telkens heviger. In Zweden is juist eene nieuwe
wet vastgesteld, waarbij meerdere godsdienstvrijheid is af
gekondigd. Duitschland spuwt vuur en vlam tegen het
Oecumenisch concilie, dat inbreuk wil maken op het
burgerlijk bestuur.
In de zitting der Oostenrijksche delegatie zoo wordt
uit Weenen van 9 dezer gemeld zijn de algemeene
beraadslagingen geopend over de begrooting van buiten-
landsche zaken. Een der leden verklaarde zich ter gunste
van de stipte naleving van den vrede van Praag en tegen
het vormen van een Zuid-Duitsch Verbond. Een ander
deed uitkomen, dat Pruissen geweld boven regt stelt. De
rijks-kanselier von Beust wees op Oostenrijk's vriendschap
met Frankrijk, sprak met lof van den tegenwoordigen
Pruissischen gezant te Weenen en besloot met te zeggen
»De staatkunde van Oostenrijk bestaat in het vormen eener
binnenlandsche alliantie."
HELDER en NIEUWEDIEP, 10 Augustus.
De tegenwoordige tijd stelt al belangrijke vragen aan
de orde, als mannen aan wie het geluk en de welvaart der
volken ter harte gaat, te zamen komen om de aangelegen
heden van den dag te bespreken. Niet van gewigt ontbloot
zijn de punten, aan de orde gesteld op het sociaal-demo
cratisch congres te Eisenach. Ze zijn de volgende: 1°. al
gemeene, regtstreeksche verkiezingenhet stemregt toegekend
aan alle mannelijke personen boven 21 jaar; 2°. goedkeuring
der wetgeving door het volk zelf; 3°. opheffing van alle
voorregten van stand, bezit, geboorte en geloofsbelijdenis;
4°. oprigting der volksweerbaarheid in de plaats der staande
legers; 5°. scheiding tussclien kerk en school; 6°. verpligt
kosteloos onderwijs op openbare scholen7°. onafhanke
lijkheid der regtbanken van een jury; 8°. volledige vrijheid
van drukpers; regt van vereeniging en vergadering; 9°.
vaststelling van een nominaal bedrag der werkuren per dag
10°. verbod van arbeid door kinderen; 11°. afschaffing van
alle indirecte belastingen en invoering eener regtstreeksche
i opklimmende belasting op de inkomsten.
1 Als al die vraagstukken op dat congres //grondig" moeten
De jaarlijksche schietwedstrijd van het Artillerie-Vrijkorps
werd eergisteren op het terrein nabij Kijkduin alhier ge
houden. Ofschoon het weder niet gunstig mogt heeten,
schrikte zulks de wedstrijders niet af om den togt naar
het afgelegen terrein te ondernemen. Met het muziekkorps
aan het hoofd, marcheerde men ten half een ure derwaarts.
Vrees voor water kenmerkte het korps dus niet; moge het
in tijd van nood en gevaar voor het vaderland even zoo
min bevreesd zijn om zich in het vuur te begeven!
Ware het weder gunstiger geweest, ongetwijfeld zouden
velen zich naar het terrein hebben begeven om van dit
militair schouwspel getuigen te zijn. Thans bepaalde zich
het getal toeschouwers tot weinigen. Des avonds ten
ongeveer zes ure keerde het korps terug met den over
winnaar aan het hoofdde fourier J. van Herwerden had
op roemrijke wijze de zege behaald. Schietende in den
kamp op 100 passen, waren zijn vijf schoten, even als die
van allen die op dien afstand een prijs verwierven, allen
treffers; hij behaalde echter 15 punten, waarvan een roos. De
uitslag toonde voldingend, dat sinds het vorige jaar groote
vorderingen zijn gemaakt. En bovendien kon nu door
onderscheidene leden worden deelgenomen aan den wedstrijd
op 150 en aan dien op 200 passsen.