1869. N°. 103. Vrijdag 27 Augustus. 27 Jaargang. ARBEIDERS en WERKGEVERS. HELDERSCHE EN NIEUWEDIEPER COURANT, „W ij huldigen het goed e." Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. AboiiBementsprijs per kwartaalf 1.30. }i franco per post - 1.65. Uitgever A. A. BAKKER Cz. ilnre a uM O L E N 1» L E I iV, IS". 163. Prijs der Advertentiën: Van 1 4 regels 60 cent, elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetteu worden naar plaatsruimte berekeud. m. Wat het tweede der door ons gestelde punten betreft, heeft de arbeider regtmatige aanspraak op hulp, en wel op s/aafs-hulp. Indien de arbeider leeren wil, onderwezen wil worden om daardoor zijn toestand te verbeteren, dan kan hij met regt eischen, dat de staat hem goed en bruik baar onderwijs verschaffe. Niet omdat wij van de ultra- democratische leer zijn, dat de staat iedereen ter hulp moet komen die buiten staat is om zichzelven te redden, maar omdat hier het belang van den burger en van den staat een en hetzelfde is. Voor den staat is het geven van goed onderwijs een daad van zelfverdediging en van zelfbehoud. De laatste raad aan den arbeider gegeven«wees uw eigen winkelier 1" is op velerlei wijze op te volgen, 't Komt er alleen maar op aan, om geen levensmiddelen te koopen uit de vierde of vijfde baud, maar dadelijk op te klimmen tot den producent. 't Eenvoudigste middel, dat bijv. ook in Alkmaar door eene vereeniging van werklieden met goed gevolg wordt in praktijk gebragt, is publieke aanbesteding der meest noodzakelijke levensbehoeften. Eenige werklieden vereenigen zich, brengen een klein kapitaaltje bij elkaar, zonder dat toch zouden zij al weinig crediet hebben rekenen uit, hoeveel aardappelen, gort, enz. zij ongeveer in het loopende jaar zullen noodig hebben, en wijzen die geheele leverantie, na publieke aanbesteding, aan dien winkelier toe, die het laagst heeft ingeschreven, 't Spreekt van zelf, dat de leden der vereeniging zich verhinden om het geheele jaar lang alleen en uitsluitend bij dien winkelier te koopen. De voordeelen van zulk eene handelwijze springen in het oog. De winkelier behoeft op die groote leverantie niet zooveel te winnen, als hij op vele kleintjes zoude doen; zijne onkosten zijn evenredig lager, hij spaart tijd en arbeid uit. Al de leden te zanten koopende, zijn elkanders borgen; te zanten hebben zij dus veel meer crediet, dan ze afzonderlijk zouden hebben; dat crediet, die peperdure weelde, behoeven zij dus niet te betalen. Voordat zij beginnen met het bijeengebragte kapitaaltje op rekening en in mindering van betaling te geven, ver mindert voor den winkelier de kans van bankroetjes te zullen lijden; hij vermindert diensvolgens den prijs van de koopwaar. Het is niet overdreven om aan te nemen, dat de prijs der noodzakelijke levensmiddelen voor den arbeider (lid der vereeniging) 20lager zal zijn, zoodra na verloop van twee of drie jaar de soliditeit, de eerlijkheid en activiteit van de vereeniging beproefd en erkend zal zijn. Is niet zulk een uitslag de moeite eener proefneming waard Heeft de vereeniging in leden, kracht, geld en crediet gewonnen, is zij den eersten moeijelijken tijd te boven, den tijd, waarin zij zal hebber, te strijden met onverstand, en vooral met de kwade gewoonte der vrouwen om op crediet en in allerlei winkeltjes, in plaats van in een enkele, te koopen, dan kan zij eene schrede verder gaan. Dan kan zij haren eigenen winkel opzetten. De gezamenlijke aandeel houders genieten dan, behalve de bovengenoemde voordeelen, ook nog op het einde des jaars de winst van den winkelier. Dit is echter onmogelijk zonder kapitaal! Het kapitaal behoeft niet zoo groot te zijn, de helft van den jaarlijkschen ontzet van den winkel bijv.maar kapitaal moet er wezen, zonder hetzelve, geen goedkoope inslag, geen kans op winst! Alleen hij, die met contant geld komt, kan de beste waar kiezen, en den laagsten prijs betalen. Hier zijn wij nu weer genaderd aan een punt, waarop do arbeider van de hoogere klassen hulp kan en mag vragen. Niet vragen om een vernederende gift, goddank onze eerlijke Nederlandsche arbeider steekt niet gaarne de hand uit om een gift! maar vragen met opgeheven hoofde om een voorschot in eene soliede handelsonderneming. Als eene vereeniging van arbeiders gedurende drie jaar, iets korter of langer, bij aanbesteding hare levens middelen heeft aangeschaft, contant heeft betaald, dan is haar crediet gevestigd. Dan is het niet meer Piet, Klaas en Gerrit, die de wintermaanden van 't karig crediet, dat hem een winkelier geeft, teert, maar dan is het ,/de Arbeiders-vereeniging", die zelf voorwaarden bepaalt, om welker klandisie de winkeliers strijden. En indien deze vereeniging over een kapitaaltje door de bijdragen der leden, of uit besparing der winsten verkregen, kan be schikken, dat tot onderpand dient van verder crediet, een winkel wil beginnen, dan kan zulk eene vereeniging stellig geld krijgen voor dat doel. Vindt zij dan niet een menschen- vriend, die een renteloos voorschot doet, zeker vindt zij personen, die haar tegen de gewone rente willen leenen. Want de zaak die zij wil oprigten, kan, menschelijkerwijze gesproken, niet mislukken. Zij rigten een winkel op in levensmiddelen, die alle leden noodig hebben, die alle leden moeten koopen, en die alle leden dririr zullen knopen, omdat hun dat het voordeeligst is. Indien de oprigters eener zoodanige vereeniging voor- zigtig zijn in de keuze der deelhebbers, niemand toelaten, die reeds diep in schulden zit, vast houden aan den regel //Wij geven geen crediet, en wij vragen geen crediet," het beheer eenvoudig en goedkoop inrigten, dan is het bijna ondenkbaar, dat zulk eene vereeniging geen merkbare lots verbetering zou tengevolge hebben. Dikwerf heeft men werklieden willen aanraden, vereenigt u, en weest handelaren in het product van uwen arbeid. Men heeft tegen timmerlieden en hunne knechts gezegd: //vereenigt u tot eene groote maatschappij, en gij zult op die wijze aandeel hebben in de winst, die nu de aannemers en de groote bazen opsteken." Dit plan is nu onlangs bij ons ter sprake gebragt door den ingenieur Huet, die eene machine-fabriek wil oprigten, waarvan het werkvolk tegelijk eigenaar zal zijn, en deel hebben in de winst en het verlies. Twee voorbeelden zijn ons maar bekend, dat zulk eene vereeniging gebloeid heeft; beide voorbeelden, ver uit de buurt, te Parijs. De //firma Leclaire," in 1848 opgerigt, schilders en glazenmakers, en de //vereenigde schoenmakers." Wel eest men van tijd tot tijd in couranten van nieuwe vereenigingen, die komen en verdwijnen, maar nimmer zijn daarover voldoende inlichtingen openbaar gemaakt. Eene dergelijke vereeniging schijnt niet aan te raden wij voor ons zouden stellig dien raad niet durven geven. Een van de redenen, waarom zij mislukken, is, dat er, om eens eene platte uitdrukking te gebruiken, te veel komt kijken. De loop die de zaak neemt, het verband tusschen elke industrie, met de overeenkomstige in andere landen, toltarieven, wettelijke bepalingen, economische perturbatiën, tijdelijke stilstand van werk of overvoering van de markt, zijn alle zaken, waarvan gevolg en oorzaak buiten het bereik van den werkman liggen, en die hem vroeger of later op eene gevoelige wijze worden aan 't verstand gebragt. En dan.... in elke nijverheidsonderneming komen tijden van verlieseene vereeniging van werklieden kan niet met verlies werken, hunne kas is oogenblikkelijk uitgeput en de zaak geruïneerd. Misschien dat deze laatste soort van vereenigingen, de zoogenaamde productive associatiën een groote toekomst hebben. Yoorloopig zijn zij in onze oogen nog //messen in de hand van een kind!" B I IV E IV i, A IV D. HELDER en NIEUWEDIEP, 26 Augustus. Bijzonder gewigtig is de staatkundige geschiedenis van den dag niet. Wij bepalen ons dus in ons overzigt tot de vermelding, dat er sprake is van het plan dat bij de Engelsclie regering zou bestaan om hare troepen uit de kolonie aan de Kaap de Goede Hoop terug te trekkendat de ver kiezingen in het zuiden der Noord-Amcrikaansche Unie grootendeels in conservativen zin beslist worden; dat de partij van Don Carlos in Spanje, bij hare bemoeijingen ter begunstiging van dien pretendent, meer rampen dan voor spoed ondervindt; dat jl. Dingsdag een Engelsclie vloot het Kanaal heeft verlaten, stevenende naar de Middellandsche Zee, van welke vloot wordt verzekerd, dat zij door geene ooit te voren voor do zeedienst bijeen gebragte vloot zal geëvenaard zijn, voor zoo veel aangaat de snelheid der schepen, de zwaarte van het gesehut en de dikte der bepantsering; dat er verscheidenheid van meening bestaat onder de Fransche uitgewekenen, omtrent hunne houding tegenover de door den Keizer verleende amnestie op 15 dezer terwijl sommigen daarvan «villen gebruik maken, wenschen anderen daarvan in geenen deele te profiteren; dat er sprake van is om Napels eerlang tot hoofdstad van Italië te verheffen; dat liet gebied der Militaire Grenzen in Oostenrijk, tot nog toe door het ministerie van oorlog beheerd, voortaan in het genot van een burgerlijk bestuur zal worden gesteld; dat te Palma, op het eiland Majorca, eene Carlistisehe zamenzwering is ontdekt; dat, naar men uit Constantinopel berigt, de ministers van Turkije ver gaderd zijn geweest, om te beraadslagen over het antwoord aan den onder-Koning van Egypte te zenden, en dat be sloten is, om den onder-Koning uit te noodigen naar de Turksche hoofdstad te komen. De 18de verjaardag van Z. K. H. Prins Willem Karei Alexander Lodewijk, tweede zoon des Konings, werd gisteren alhier op de gebruikelijke wijze gevierd. Gisteren werd het lijk van den heer C. van der Sterr op de algemeene begraafplaats alhier plegtig ter aarde besteld. Nevens bloedverwanten en vrienden, schaarden zich onderscheidene belangstellenden in den lijkstoet. Aan het graf hield de heer W. J. Hidde Bok eene rede, waarin hij de onmiskenbaar groote verdiensten van den ontslapene schetste. Spreker wees op het vele nuttige dooi den overledene in het belang der gemeente, der provincie er. van het vaderland verrigt, en stelde de nederigheid, de rustelooze ijver, de dorst naar wetenschap, waardoor zijn ouden vriend zich steeds onderscheidde, aan allen tot een navolgenswaardig voorbeeld. De heer C. van der Sterr Jr., kleinzoon van den over ledene, wees daarop op het groot verlies, dat de familie had geleden en betuigde den vorigen spreker en den ver deren aanwezigen dank voor de betoonde belangstelling in deze plegtiglieid. Uit het verslag van de Nederlandschen Vereeniging tot Afschaffing van Sterken Drank over het jaar 1868 blijkt, dat het getal afdeelingen in dat jaar bedroeg 51, dat der correspondentschappen 326, dat der mannelijke leden 10,595 en dat der vrouwelijke leden 2783. Op den laatsten Dec. I waren 63 correspondentschappen vacant; van de overige correspondentschappen en afdeelingen waren ingekomen 193 jaarberigten. Als bepaald door misbruik van sterken drank veroorzaakt, worden opgegeven 8 gevallen van moord en moordaanslag, 68 gevallen van verwonding en mishan deling, 31 andere wanbedrijven, 54 zelfmoorden. De opbrengst van de belasting op het drankgebruik beliep in 1868 f 13,354,313, waarvan Amsterdam en's Gravenhage, die te zanten f'(l der geheele bevolking van Nederland hebben, niet T'(> maar 3,507,000 opbragten. De statistiek van het verslag toont aan, dat elk gezin te Amsterdam en 's Gravenhage gemiddeld door een drankverbruik van ƒ50 en elk gezin buiten die steden gemiddeld door een verbruik van 37,50 wordt gedrukt. De geheele uitgave aan sterken drank in Nederland wordt berekend 27,000,000 te beloopen. Tot ridder der orde van den Nederlandschen Leeuiv is benoemd de heer G. W. Stemler, president der algemeene kerkelijke vergadering en der algemeene kerkelijke com missie der Ilerst. Evang. Luth. Kerk, pred. te Amsterdam. Door den gouverneur-generaal van Ned. Oost-Indië is benoemd tot comm.-ontvanger der inkomende en uit gaande regten te Anjer, tevens fung. havenmeester aldaar, jhr. J. C. II. Clifford Cocq van Breugel. Ds. A. S. Entingh, pred. bij de Christ. Geref. Gem. te Rotterdam, heeft voor net beroep naar Goes bedankt. Van de aanhechting van Ameland aan den Frieschen wal wordt veel werk gemaakt, zoodat men mag aannemen, dat het plan eerlang eene nieuwe phase zal intreden, namelijk die van uitvoering. Men zegt, dat in de afgeloopen week, ter gelegenheid van den nationalen schietwedstrijd, over den Centraal- spoorweg ongeveer 40,000 personen vervoerd zijn geworden. Uit Antwerpen wordt gemeld, dat het Amsterdamsehe genootschap «Door Oefening Grooter» bij den rederijkers wedstrijd den eesrten prijs heeft behaald, die voor den hesten Hollandschen liefhebber was uitgeloofd. De rederijkerskamer //Jan van Beers" te Utrecht behaalde den tweeden prijs. Den derden //Door Vriendschap en Vermaak", te Rotterdam. Voor den besten liefhebber, zilveren medaille, L. F. J. Hassels, te Amsterdam. Voor de beste vrouw als liefhebster, zilveren medaille, mejufvrouw Vleming, te Utrecht. Men schrijft ons van Texel, dd. 25 dezer: "Voor het casco van het alhier gestrande schip //Titia Suzanna," werd in dejl. Maandag gehoudene publieke veiling 260 besteed. Ook de inventaris en andere artikelen bragten veel geld op. De tarwe, die de vorige week nog in liet schip aanwezig was en in massa voor 400 is ver kocht, heeft den kooper een behoorlijke winst opgeleverd, wijl er bijna 1000 mud is geborgen, waarvoor 2 per mud werd bedongen en men grage koopers vond.» Men schrijft van het Vlie, dat aldaar eenig wrakhout waaronder een gedeelte van het dek van een schip is aan- gespoeld. Een naambord, mede daar aangedreven, bevat de namen //Concordia en Alegonda.» Er bestaat te Amsterdam plan eene tweede brouwerij op to rigten van Beijerseli bier. Voor een daartoe op te rigten naamlooze vennootschap//Amsterdamsehe Beijersch- Bierbrouwerij is een kapitaal van 600,000 noodig, waarvan reeds voor de helft bijdragen toegezegd zijn. Hoe gevaarlijk het is nat of niet genoegzaam droog hooi binnen te halen, vooral waar men, zooals in de om streken van Uitgeest, het hooi bergt in groote gebouwen, waarvan een gedeelte tot woonhuis wordt ingerigt, werd jl Maandag middag weêr bewezen. Een boer in die ge-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1869 | | pagina 1