1869. N°. 117. Woensdag 29 September. 27 Jaargang. AANBESTEDING. Uitgever Bureau: A. A. BAKKER Cz. PROVINCIE NOORDHOLLAND. EENE VOLKSZIEKTE EN DE MIDDELEN TER GENEZING. B 11\ IV E IV L A N D. HELMRSCHE EN NIEUWEDIEPER COURANT. „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. Abonaementsprijs per kwartaal1.30. franco per post - 1.65. MOLENPLEIN, N°. 163. Van regels 60 cent. Prijs der Advertentiën: elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Donderdag den 30 dezer vertrekt de Oost- Indische innil over SoutliAinpton. Op Donderdag den 14den Octoler 1869, des namiddags ten half drie ure, zal, onder nadere goedkeuring, aan het lokaal van het Provinciaal Bestuur te Haarlem, namens en voor rekening van de nagenoemde gemeente-besturen, worden overgegaan tot de aan besteding van: 1. Het bouwen van eene School en Onderwijzerswoning te Noordscharwoude, bij Alkmaar. Het uitvoeren van eenige werken tot vergrooting der School en verbetering van de Onderwijzerswoning te Cocksdorp, op het eiland Texel, aanbesteding zal plaats hebben bij enkele inschrijving, inge volge art. 18 en 14 van de bestekken. De bestekken zijn tegen betaling van 25 cents per exemplaar te verkrijgen aan bet lokaal van bet Provinciaal Bestuur voornoemd; aan het bureau voor buitenlandsche paspoorten op den Dam, te Amsterdam, en aan de gemeente-secretariën van Naordscharwoude en Texel, voor zooveel het bestek die gemeenten aangaat. Gegadigden worden er aan herinnerd, dat de billetten van inschrij ving des middags ten twaalf ure vóór den dag der besteding in de bus moeten gestoken zijn, zooals art. 63 434 der algemeene voor schriften bepaalt. 2. De III. (Slot.) Als men het gebouw binnentreedt, bevindt men zich in een ruim, fraai, welingerigt en net gemeubileerd hotel. Het geklikklak der billardballen en het geraas der kegelbaan in de verte begroet n, terwijl misschien hier een der bewoners met talent piano speelt, ot voor den volgenden Zondag een nieuw stuk instudeert op bet kleine orgel in de tijdelijke kapel. Behalve de billardzaal, waar drie billards staan, is er een leeszaal, waar de voornaamste tijdschriften en cou ranten, binnen- en buitenlandsche, liggen, toegankelijk voor alle patiënten. Een kleine bibliotheek, die men nog meer hoopt uit te breiden, is op bepaalde uren iederen dag open. In den grooten tuin zijn altijd een aantal patiënten bezig, terwijl eene oranjerie bijna is afgebouwd. De kapel is nog ver van voltooid, maar men kan reeds zien, dat zij sierlijk en smaakvol zal zijn, zoodra de financiën toe laten ze af te bouwen. De eetzaal is groot en luchtig, zoo als alle gezelschapszalen. De bijzondere vertrekken zijn allen, zoowel wat grootte als ameublement betreft, gelijk aan die in goede hotels in de groote steden. De inrigtingen voor verwarming en verlichting, voor het wasschen, baden en koken zijn in overeenstemming met het grootsche karakter der geheele instelling. Wij zijn nog niet zoo ver gekomen, dat het huiswerk van zelf gaat, maar in groote inrigtingen als deze, waar een man, die tien minuten op het uur werkt, twee tot drie honderd kamers verwarmt, zijn de bedienden zoo weinig talrijk mogelijk. Wandelt men door de ruime gangen en frissche gezelschapszalen, dan ziet de bezoeker niets, dat in strijd is met den indruk, dien bet maakt, van een op zeer groote schaal ingerigt hotel. Om de illusie volkomen te maken, zal hij welligt een aardig kind zien rondtrippelen met zijne jeugdige moeder, of in de groote spreekkamer dames zien, die de bewoners of beambten der instelling komen bezoeken. Ook de tafel zoo wel als de bediening is zeer goed. Een vreemdeling, die den aard der inrigting niet kent, zal misschien moeijelljk kunnen uitmaken of liet een hotel is of een seminarie. Het is waar, voor het laatste is bet te netjes ingerigt, maar de toon die er heersclit, doet er aan denken, vooral als men de kamers der bewoners binnentreedt, terwijl zij voor den volgenden Maandag zich prepareeren op de discussie van belangrijke aangelegenbeden, of een verhandeling schrijven, die zij zullen voordragen. Deze inrigting is werkelijk, wat zij schijnt, een verstandig beheerd hotel, een tijdelijk verblijf en rustplaats voor ben, die door overmatig gebrnik van sterken drank verzwakt zijn. Hier kunnen zij nadenken en tevens kracht verkrijgen tot de noodige zelfbeheersching. De verzoeking is niet zoo geheel afgesneden, dat de opregtbeid hunner voornemens niet voortdurend op de proef gesteld wordt, en toch niet zoo nabij, dat die proef te zwaar zou zijn. Daar in het dal ligt Binghamton binnen bun bereik, met zijn duizend nette woningen en zijn dozijn ellendige kroegen. Zij kunnen derwaarts gaan en zich een roes drinken, wanneer zij maar iemand kunnen vinden, die er de vijftig dollars boete aan waagt, door de wet gesteld op het verkoopen van sterken drank aan de bewoners van het asyl. In den regel is er wel de een of andere ongelukkige, die bet beproeft. Zoo lang bet niet bewezen is, dat bet gezigt van Binghamton te sterke verleiding is voor den patiënt, zoolang is de eenige band van zijn vrijheid, dat hij de stad niet in mag gaan zonder de toestemming van den directeur. Deze toestemming wordt op de volgende wijze gevraagd„Dr. Day, zoudt u, als mijn geneesheer, mij aanraden dezen morgen naar Binghamton te gaan, om mij een paar schoenen te laten aanmeten Gelooft u, dat het goed voor inij zou zijn? Ben ik wèl genoeg om een uurtje de lucht der vallei in te ademen?" De dokter geeft zijn opinie, en het is regel die opinie zonder aanmerkingen te volgen. Niet een patiënt is nog met toestemming van den directeur Nadere inlichtingen zijn te bekomen bij de burgemeesters der gemeenten Noordscharwoude en Texel, voor z,ooveel ieder der ge noemde werken aangaat, en bij den ontwerper der bestekken, den beer F. J. KIUËGER, provinciale opzigter van den Waterstaat te Alkmaar. De aanwijzingen in loco zullen geschieden te Noordscharwoude op Maandag, en te Texel op Zaturdag vóór de besteding. HELDER en NIEUWEDIEP, 28 September. ,/Geene tijding goede tijding," is een veelvuldig gebruikt spreekwoord, dat wij thans niet slechts in bescherming nemen, maar zoo vrij zijn het toe te passen op de staat kundige geschiedenis van den dag. Berigten van gewigtigen aard zijn op het gebied der staatkunde niet te vergaren. Reeds zijn de geruststellingen omtrent Keizer Napoleon's gezondheid zoo talrijk voorgekomen, dat het onnoodig is die te herhalen en zelfs zou de gedurige herhaling er van eindelijk het vermoeden doen ontstaan, dat de gezondheids toestand van Z. M. toch niet volkomen moet zijn als er zoo vele verzekeringen worden gegeven om de ongunstige berigten daaromtrent te logenstraffen. Hier kon het ook wel eens waarheid zijn: «Die te veel bewijst, bewijst niets." Gisting in Sanje is in den laatsten tijd ook al volstrekt geen nieuwtje. Zoo herhaaldelijk hoort men van daar ver halen van oproerige tooneelen, van woelingen en van arres- tatiën, dat men hetgeen daarvan is vermeld als vroeger naar de stad gegaan, die voor de verzoeking bezweken is. AU een bewoner wegsluipt en aan zijn trek naar sterken drank toegeeft, wordt bij een dag of twee opgesloten, des noods langer. Het gebeurt ook wel dat een patiënt, die eene te sterke neiging bij zich voelt opkomen, zelf verzoekt bet slot zijner kamer af te draaijen, tot de gevaarlijke tijd voorbij is. Men wensebt dit afdraaijeu van het slot en die weinige ramen met traliën in enkele van de kamers eenvoudig te beschouwen als geneeskundige voorschriften, even goed als de medicijn-tlesschen in de apotheek. Het spreekt echter van zelf, dat niemand de vrijheid terug krijgt, tenzij bij duidelijk zijn vast voornemen te kennen geeft zich voor 't vervolg te onthouden. Zoo iets gebeurt echter zelden, en dr. Day beschouwt die gevallen als middelen tot herstel, daar zij hem dienen om een noodlottig zelf vertrouwen te bestrijden en den patiënt op het hart te drukken, dat hij er nooit aan moet denken den strijd op te geven, maar dat hij dien moet hernieuwen, zoo lang hij maar een greintje zelf beheersching overhoudt. De geheele behandeling is er op ingerigt, dat de patiënten met de instelling medewerken. Wenscht iemand niet op den goeden weg te geraken, dan hoort hij daar niet thuis. Hier is alles vrijwillig, en geeft een patiënt geen bewijzen van medewerking, dan wordt de proet na een paar maanden opgegeven. De twee groote doeleinden, naar welke de directeur streeft, zijn het physiek gestel te versterken en de wilskracht op te wekken. De directeur maakt zoo veel mogelijk een bijzondere studie van iedere individu; bij tracht zijn vertrouwen te winnen, zijne behandeling in te rigten, volgens ieders eigenaardig karakter en hem juist zoover te gemoet te komen, als noodig is. Naarmate het aantal patiënten vermeerdert, zal dit moeijelijker worden, als het niet geheel onmo gelijk wordt. Het is belangwekkend na te gaan hoe zij, die toe lating in het asyl vragen, daar aankomen, meestal in gezelschap van een bloedverwant of vriend. Sommigen bereiken het gebouw in een ver gevorderden staat van dronkenschap, na eerst een laatst afscheidsfeest gevierd te hebben, of wel na een flesch jenever gedronken te hebben om hun moed bijeen te honden, nu zij eens besloten hebben naar het asyl te gaan. Een geestelijke, die in dit asyl genas, verhaalde mij, dat bij 's avonds te Binghamton kwam en dronken naar bed ging; en dat hij den volgenden morgen, voor hij naar bet asyl ging, twaalf glazen brandewijn noodig bad om bij zijn besluit te blijven. Somtijds ook moedigt de vriend, die hem vergezelt, zelf uit een verkeerd begrepen medelijden met den armen drommel, die van zijn eenigen troost beroofd wordt, dezen aan eerst nog wat te drinken; en dikwijls kunnen de betrekkingen van een dronkaard dezen alleen bewegen naar de instelling te gaan door hem dronken te houden, tot hij veilig binnen is. Niet zelden komen er mannen, bleek en uitgeteerd van weken of maandenlang zwaar drinken; en nu en dan wordt er een man binnengebragt aan delirium tremens lijdende, die verscheidene dagen lang bewaakt moet worden. Zij komen dan ook vaak met vrees en angst het gebouw binnen, in afwachting terstond door een cipier in ontvangst genomen en opgesloten te zullen worden. Allen komen hier ziek naar lichaam en geest; want de alcohol oefent zijn verderfelijken invloed uit op bet geheele gestel, physiek en moreel, iedere kwade neiging versterkede, iedere goede verstik kende. Dit is dan ook de reden, waarom men aan mensehen, die hier tegen hun wil gebragt zijn, nog volstrekt niet behoeft te wanhopen. Het is zeer mogelijk, dat de energie van hun betere natuur verlamd is door den alcohol, en door een paar weken van onthouding weer kan worden opgewekt. Naarmate de gezondheid terugkeert, herleeft de aangeboren kieschheid der ziel, en de man wordt beleefd, leerzaam, belangstellend, welwillendheid, terwijl hij, toen hij de instelling betrad, ruw, dof, hardnekkig cn kwaadwillig was. De nieuw aangekomene onderteekent het reglement, betaalt zijne vertering drie maanden vooruit, en geeft het overschot van zijn geld af. Niet weinig dronkaards zijn overtuigd, dat, als zij plotseling ophielden met drinken, zij binnen weinige dagen zouden sterven. gebeurd, gerust als maatstaf kan nemen voor hetgeen er in de laatste dagen is voorgevallen. Dat de verkiezingen voor het Folkething in Denemarken in het voordeel der liberale partij zijn uitgevallen, verwondert ons in het geheel niet. De vrijzinnige rigting behaalt in Noord en Zuid hoe langs hoe meer zegepralen. Allerwege breidt zij haar invloed uit ter gunste van de welvaart der natiën. Hebben de bovenstaande opmerkingen, voorzeker met verscheidene andere te vermeerderen, de overtuiging versterkt, dat hetgeen er te vermelden valt op staatkundig gebied niet tot de belangrijke feiten kan gerekend worden, wij missen ook de gelegenheid om staatkundige berigten van overwegend belang te vermelden. De scherpzinnige en origineele denker Constantin Frantz, wiens politieke studiën zelfs in onbevooroordeelde conser vatieve kringen veel gezag hebben, en die sedert het begin dezes jaars in het //Deutsche Viertaljahrschrift" eene reeks van stukken over den toestand van Europa heeft geplaatst, beschrijft in het laatste nummer van dat tijdschrift dien toestand in de volgende kernachtige woorden: «Algemeen begint een gevoel van onzekerheid te heersclien, men twijfelt aan den duur van het bestaande, sedert men eene reeks van staten ziet ineenstorten en als in het niet verdwijnen. Het gebouw, dat in den loop der eeuwen is opgetrokken, wordt met den ondergang bedreigd, alle troonen wankelen, en zeer natuurlijk verliezen tengevolge daarvan alle burgerlijke en maatschappelijke instellingen hare vastheid en steun. Een geest van omkeering en Dit is een volstrekte dwaling. Geen halve maatregelen zijn hier toegelaten. Dr. Day ontdekte jaren geleden, dat een man, die gewoon was een groote hoeveelheid sterken drank te gebruiken, het zwaarder te verantwoorden heeft, als hij zich tot de helft bepaalt, dan door geheele onthouding. Hij zal wel is waar de eerste dagen niet in staat zijn eeuig werk te verrigten, en zelfs moeijelijk den slaap kunnen vatten, maar het is verrassend, hoe spoedig het gestel in krachten toeneemt, zoodra het eens aan den vijandelijken invloed onttrokken is. Volledige genezing gaat natuurlijk langzaam; maar de verbetering in gezondheid, humeur en uiterlijk bij de patiënten, nadat zij een maand in die frissche atmospheer geleefd hebben, is opmerkelijk. Eene andere zeer gewone dwaling is onder het publiek gangbaar, dat namelijk de neiging tot drinken door zekere medicijnen kan worden tegengegaan, of wel door eene bepaalde leefwijze; er zijn er zelfs, die meenen, dat men een tegenzin tegen sterken drauk kan opwekken door al het voedsel met brandewijn klaar te maken. Het laatste is eene volstrekte ongerijmdheidbij allen afkeer van sterken drank is de bepaalde behoefte aan drank hun toch te sterk. Voor die ziekte is geen kruid gewassen, en de eenige geneesmiddelen, die den patiënt in het asyl worden toegediend, zijn rust, regelmaat, afleiding, goed gezelschap. De instelling is alleen bestemd om de gezondheid te herstellen en de wilskracht op te wekken, beiden door rationele middelen. De intrede in zulk eene inrigting is reeds eene groote stap tot herstel. Het is eene bekentenis! Eene bekentenis aan de familie en de vrienden van den patiënt, aan de bewoners van het asyl en bovenal voor zichzelf, dat hij zijne zelfbeheersching verloren heeft en niet zonder hulp die kan herkrijgen. Die hulp zoekt hij hier. Ieder weet, dat hij daarvoor hier komt. Valsehe schaamte en al de doorschijnende vermommingen der eigenliefde moeten op zij ge zet worden. Menigeen heeft dan ook er jaren over gedacht zijn toevlugt te nemen in het asyl, voor hij er toe kan besluiten. Maar als zij eens door hunne intrede die eerste zware bekentenis hebben afgelegd, dan kost het hun weinig ze in bijzonderheden te herhalen voor menschen, die hun in dit opzigt niets te verwijten hebben. Allen hebben hetzelfde doel, hetzelfde gevaar, dezelfde vrees, dezelfde hoop, zij zijn als medeleden van een groot instituut. Daar de publieke opinie ook hier de magtigste hefboom is, hangt bijna alles af van de geschiktheid van den directeur. Dwang baart tegenstand, wilde men dien hier uitoefenen, het binnensmokkelen van sterken drank, op zich zelf zoo heel moeijelijk niet zou welligt door de meerderheid toegejuicht wordenis het daarentegen den directeur gelukt het vertrouwen en de achting der patiënten te winnen, eene heilzame schaamte, een geest van ingetogenheid bij hen op te wekken, dan vindt de verleider slechts verachting en ufschuw. Eene gelijkmatige beleefdheid en voorkomendheid van het eerste oogenblik af doet reeds veel; het is zoo gemakkelijk men schen voor zich te winnen, die gewoon zijn zich ais het voorwerp van den algemeenen spot of afkeer beschouwd te zien. Is de eerste crisis voorbij, dan leert men hun zich naauwkeurig rekenschap geven van den invloed, dien de sterke drank op het gestel heeft; de betere omgeving, het geregelde gezonde leven doet het overige. Ik maak mij volstrekt geene illusiën van de zwarigheden, die aan de oprigting van dergelijke instellingen in ons vaderland ver bonden zijn, welligt zelfs dat zij bij de vooroordeelen, die onze Euro- pesche maatschappij zooveel meer nog dan de Amerikaansche be- heerschen, vooralsnog ondoenlijk zou zijn; maar hij de vele duizenden, die jaarlijks aan menschlievende instellingen worden besteed, bij al de moeite, die zoo menig menschenvriend zich tot leniging der ellende in iederen vorm geeft, zou het zeker niet de minst nuttige en dankbare taak zijn, eene krachtige poging te wagen tot bestrij ding van die allertreurigste volksziekte, die bij ons, helaas! maar al te verbreid is, en die een ware vlek mag heeten op ons overigens zoo waardig nationaal karakter. Moge nog eenmaal een Heldring opstaan, die dit tot zijne levenstaak kiest, die naast zijn Steenbeek een te huis bouwt voor onze gevallen broeders 1 Onze Tijd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1869 | | pagina 1