1869. N°. 119. Zondag 3 October. 27 Jaargang. Uitgever A. A. BAKKER Cz. B I N N E N L A N B. HELDERSCHE EN NIEUWEDIEPER COURANT, „W ij huldigen het goed e." Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaterdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1.30. franco per post - 1.65. Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163. Prijs der Advertentiën: Van 11 regels 60 cent, j elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Dingsdag den 5 dezer vertrekt de Oost-Indische mail over Triest. HELDER en NIEUWEDIEP, 2 October. Algemeen wordt door de bladen met voldoening gewaagd van de blijkbare toenadering, die er in den laatsten tijd tusscben de kabinetten van Weenen en Berlijn is ontstaan. Men houdt het er voor, dat het aanstaande bezoek van den Prins van Pruissen te Weenen bevorderlijk zal zijn aan die verzoenende gezindheid. Tot nog toe had Pruissen zijn gezant de Baron von Werther, die vóór den oorlog van 1866 reeds te Weenen geaccrediteerd was, aldaar in die betrekking doen blijven, hetgeen als een teeken beschouwd moest worden, dat Pruissen, ondanks den Prager-vrede, weinig er naar streefde om tot eene goede verstandhouding met de Oostenrijksche regering te geraken. Men beschouwt de terugroeping van den Baron v. Werther, tengevolge zijner verplaatsing naar Parijs, als een zeer gunstig verschijnsel voor de rust en den vrede van Europa. Het is Pruissen's diplomatieke ontwapening. Oostenrijk verkrijgt daardoor des te schooner gelegenheid om met des te meer krachtige hand de binnenlandsclie toestand te ver beteren en behoeft minder beducht te zijn voor verwikke lingen, die er in Europa kunnen ontstaan. Bij voorkomende botsingen kan de Oostenrijksche regering eigenaardig als bemiddelaresse optreden, en zoo krachtig bijdragen tot bevor dering van den vrede in ons werelddeel. De tegenwoordige toestand van Spanje kan zeer gevoegelijk op de volgende wijze kortelijk worden aangeduid. Er hebben woelingen plaats, er hadden woelingen plaats, en, te oordeelen naar onderscheidene verschijnselen, die zich hier en daar voordoen, zullen er eerlang wel weêr nieuwe woelingen plaats hebben. De mededeelingen omtrent de candidaten voor den troon zijn weer vermeerderd, met de verzekering van den Koning van Portugal, dat er niets van waar is, dat hij de Spaansche kroon heeft aan genomen of begeerd, dat hij als Portugees wenscht te leven en te sterven. De verwachting wordt gekoesterd, dat het bestaande geschil tusschen de Porte en de Egvpische regering spoedig en op minnelijke wijze zal worden uit den weg geruimd. Op hetgeen gebeurd is, wil de Porte niet terugkomen, maar zij eischt dat in het vervolg de finantiëele aangelegen heden aan hare beoordeeling zullen ondenvorpen worden. Dit zal de Onderkoning moeten toegeven. Men verzekert, dat de goede verstandhouding nog voor de komst van Keizerin Eugenie te Constantinopel hersteld zal zijn. Door een visscher is gevonden in de Zuiderzee en alhier aangebragt een flesch, waarin een blad papier, waarop on duidelijk met potlood het onderstaande geschreven stond: S/iip Mary Ann. South Shields. July 26 1868. Jf tliis Sliould reach the eye of any gooil person, they will Please say to Mts. IHehs Morningtow-Rescent, larnden '1'own, that their Son deid God fearing. Blijkens een bij het Departement van Marine inge komen telegram, is het fregat met stoomvermogen /Admiraal van Wassenaer», onder bevel van den kapt. ter zee F. R. Toe Water, den 1 October te Plymouth binnengevallen. Aan boord was alles wel. De afdeeling Helder van het Nederlandsch onderwijzers genootschap heeft in hare vergadering van jl. Donderdag beslotenhare adhaesie te betuigen aan het plan der heeren Harting, tot stichting van een schoolverbond. De heer T. C. van der Sterr, adjunct-opzigter van den Waterstaat alhier, is benoemd tot opzigter te Hoorn; de heer Koot, opzigter van den Waterstaat, is over geplaatst van Marken naar hier, om dienst te doen bij de Waterstaatswerken te Texel, en de heer W. Kok, opzigter bij den Waterstaat alhier, is tot hoofd-opzigter bij de gemeentewerken te Rotterdam benoemd. De kapitein T. G. Corbelijn en de 1ste luitenant P. Spanjaard, beiden officieren van het korps mariniers, den 27 Sept. jl. met koopvaardij-gelegenheid uit Oost-Indië tehuis gevaren, zijn ter dispositie gesteld van Z. Exc. den vice-admiraal kommandant en inspecteur van dat korps, en zullen hunne garnizoens- en andere diensten aan wal weder hervatten. Gedurende de eerste negen maanden dezes jaars heeft het Nederl. Zendeling-Genootschap aan giften en legaten ontvangen 40,643.67 J. Naar men verneemt, heeft de te Duinkerken geves tigde Maatschappij tot bevordering van Kunsten enz., den door haar uitgeloofden prijs (eenen gouden medaille) voor de best gekeurde schilderij toegewezen aan den heer E. Koster, te Haarlem, voor een door hem ingezonden landschap. Aan het Provinciaal gouvernement van Noordholland is den 30 Sept. aanbesteedde stroobeplanting op de Hors van het eiland Vlieland, waarvoor de minste inschrijver was de heer A. Bos, te Terschelling, voor 3400. Aangenomen het beroep naar Aartswoud, door dr. J. A. Bruins, candidaat. Bedankt voor het beroep naar Vlissingen door ds. C. H. Ilarmsen van der Beek, te Reitsum; naar Monnickendam door ds. J. F. W. van Troostenburg de Bruijn, pred. te Oudesclioot. De heer Groen van Prinsterer beveelt als lid van de Tweede Kamer voor het hoofdkiesdistrict Amsterdam, ter vervanging van den heer van Reenen, den heer jhr. mr. C. van Foreest aan. Aan de rubriek //Tijdbeschouwingen," voorkomende in de //Scliager Courant," ontleenen wij het volgende omtrent de Weerbaarheidsvereenigingen «De zaak der volksweerbaarheid schijnt thans in een tijd van crisis te verkeeren. Het komt ons voor dat om het groote belang der zaak alle ware vaderlanders de han den moeten in een slaan om te zorgen, dat zij zich niet alleen staande houde, maar zelfs in krachten toeneme. Waar het deze zaak geldt mag geen verschil bestaan tusschen liberaal en conservatief. Velen hebben naar ons voorkomt overdrevene grieven tegen de wijze, waarop de volksweerbaarheid bij ons werd georganiseerd. Een anders wakkere volksvertegenwoordiger heeft zelfs met veel minachting ten haren aanzien gesproken als van eene liefhebberij om soldaatje te spelen, van een charletannerie du metier. Zulk smalen heeft wel iets van den dwazen bluf, waarmede een meester in de regten, die somtijds echter al heel weinig van het regt weet, over ongepromo- veerde beunhazen en zaakwaarnemers spreekt. Laat ons toch eens vooral den dwazen waan laten varen, dat eene wetenschap alleen in het bezit kan zijn van hare officiëele beoefenaars. Nog altijd vereert Nederland in zijn brillen- slijper Spinosa, en niet in een hoogleeraar in de pliilosophie, zijn eersten, ja! laat. ons zeggen zijn eenigen wijsgeer. En wie zoude den naam van Ëisinga, den eenvoudigen wol kammer, maar tevens den vervaardiger van het planetarium te Franeker uit den rij van Nederlands meest beroemde sterrekundigen willen schrappen? Waarom zoude men dan niet een krijgskundige kunnen zijn zonder dat men soldaat is? Waarom zoude een eenvoudige weerbaarheidsman niet een kolonel of generaal in de schaduw kunnen stellen? Trouwens wat waren de generaals, die meer dan alle anderen den roem van het vaderlandsche leger in onze eeuw hebben gehandhaafd, Daandels en Kraijenhoff, oorspronkelijk anders dan weerbaarheidsmannen? Van geneeskundigen werden zij, zoodra de nood hen riep, bekwame krijgskundigen. Een groote grieve tegen de wijze waarop de weerbaarheid wordt beoefend, bestaat in de gewraakte ijdelheid, die zij voedt, maar lieve bemel! kan men van die weerbaarheids mannen dan vorderen, dat zij het gewone gebrek van alle menschen, de ijdelheid op eens zullen afleggen. Wij erkennen het, die nette uniformen, die rangen van officier en kapitein zijn voor menigeen de sterkste aan sporing om een lid der weerbaarheid te worden, maar wat kan dat kwaad? Wordt het niet door de dagelijksche ervaring genoegzaam geleerd, dat geen groote zaken zijn tot stand te brengen zonder dat men de kleine hartstogten van de menschen te hulp roept. Indien nu de zaak der weerbaar heid niet staande kan worden gehouden zonder de stree ling der ijdelheid, laat ons dan toch vooral niet te barsch en te streng zijn, Want men bedenke het wel, de volks weerbaarheid is eene zaak van het uiterste gewigt, niet alleen het vaderland, maar de beschaving van geheel Europa heeft er belang bij. Zoo de proeven der volks weerbaarheid mislukkken dan is hare zaak voorjaren lang bedorven, maar zoo zij welslagen, dan zullen zij den grond leggen van een systeem, dat de staande legers zal vervangen. De beschaving der wereld eischt dat eene algemeene volks wapening de plaats inneme van het stelsel der groote staande legers, een stelsel dat als de bron van al de onge lukken, die Europa hebben geteisterd, mag worden be schouwd. Waar ieder burger in staat is om de wapens te voeren daar heeft men geene soldaten meer noodig. Zoo Nederland dan met Engeland het voorbeeld geeft eener goed geslaagde vrijwillige volkswapening, dan zal het aan Europa een dienst bewijzen, waarover alle nageslachten nog zullen juichen.» //Met de kwestie van het volks-onderwijs," zegt de «Schiedamsche Courant» o. a., //staat de vraag in naauw verband, of eenmaal de arbeidende klasse in Nederland hare staatsregtelijke roeping zal kunnen vervullen. Met de kwestie van volksonderwijs is die andere vraag verbonden of Nederland zal blijven behooren onder de geavanceerde volken der wereld. Op het tooneel der wereldgeschiedenis zien wij volken voort gaan op de baan die ter volmaking leidt, maar anderen zien wij achterblijven en als het ware moreel te gronde gaan. Als onze natie niet ontwikkeld wordt, als ze niet wordt onderwezen, zal zij den gang van de ontwikkeling der menscliheid niet mede kunnen maken; zal zij, die eene schoone roeping in de wereldgeschiedenis vervuld heeft, als eene dorre tak zedelijk afsterven. Daarom: de kwestie van volksonderwijs is een levenskwestie. Het is de vraag, of voortaan de mindere klasse zal blijven voortgaan, met wrok in het hart tegen de meer gegoeden, een kommervol en soms den mensch onwaardig leven te leiden; het is de vraag, of de naam van Nederland zal blijven prijken onder die van de groote volken der wereld; het is de vraag, of eene natie met zoovele gaven als de onze voor de menschheid behouden zal blijven.» De jagtliefliebbers op Texel klagen, dat hetjagtveld zoo arm is aan hazen. Van jaar tot jaar vermindert dit wild en wel deels tengevolge van de te sterke jagt, terwijl des winters, met sneeuw, met de beste surveillance nog menige haas door stroopers wordt weggekaapt. Ook het uitgeven van strik-acten of vergunning daartoe om konijnen te vangen (die hier NB. niet meer zijn) werkt doodelijk voor den haas. De strikkenzetters of liever stroopers vangen menigen haas. Waren er geen kooiregten en derhalve plaatsen waar deze dieren veilig zijn en voortteelen kunnen, spoedig zou het schieten van een haas tot de zeldzaam heden behooren. Volgens berigt van Terschelling zijn aldaar aangespoeld 600 stuks spoorhout en 30 deelen, alles zonder merken. De te Wijk aan Zee gestrande brik //Appellina» is den 29 September publiek geveild en heeft opgebragt 1250. De lading heeft 20 opgebragt. De tentoonstelling van voortbrengselen van land- en tuinbouw en van voorwerpen, daartoe betrekkelijk, welke uitgaat van de Maatschappij van Landbouw, en op de Markt te Purmerende gehouden wordt, is den 29 Sept. geopend, en daarbij zijn de prijzen aan de bekroonden uit gereikt. Er waren vele en schoone inzendingen. Het bestuur der afdeeling Beemster, Edam en Purmerende heeft dien avond ten 7 ure de afgevaardigden der afdeelingen, die daartoe waren uitgenoodigd, in het Heeren-Logement ontvangen, ter onderlinge kennismaking. In het lokaal den Doelen zijn eene matinee en eene soiree musicale gegeven, op welke door het muziekkorps van het 3de rog. huzaren muziekstukken zijn uitgevoerd. Heerlijk weder begunstigt de tentoonstelling en de stad heeft een hoogst feestelijk aanzien. Overal wappert de Nederlandsche vlag; aan zeer vele huizen zijn dennengroen en andere versierselen aange bragt en hier en daar zijn eerepoorten opgerigt. Aan onderstaande inzenders zijn o. a. prijzen toegekend Witte Wintertarwe: le en 3e prijs J. Breebaart Kz. te Winkel. Zomergerst: 2e en 3e prijs S. Th. Beets, alhier. Gewone of graauwe Erwten: 2e prijs J. Breebaart Kz. Paardenboonen2e prijs J. Breebaart Kz. Bruin Mosterdzaad: le prijs J. Breebaart Kz. Blaauw Vlas: 2e prijs J. van Gijtenbeek te A. P. Polder. Blank Vlas: als boven. Tweejarig Meekrap: le prijs Gebr. Berkensch te Winkel, 2e prijs N. Loder; 3e prijs J. Breebaart Kz. Driejarig Meekrap: le prijs J. Breebaart Kz.; 2e prijs M. J. Tiele te Zijpe. Een zestiende vat Weiboter, gelegen in Aug. 1869: 3e prijs W. BrakenhofF te Alkmaar. De beste Ploeg: le prijs S. Smit Dz. te Wieringerwaard 2e prijs S. Schuitemaker te A. P. Polder. De beste Gierkar: 2e prijs B. Berendsen te A. P. Polder. Zoo wel het Paleis voor Volksvlijt als het bestuur der tentoonstelling kan te vreden zijn met de financiëele resultaten der onderneming, daar het aantal bezoekers de raming ver overtroffen heeft; het Paleis voor Volksvlijt, dat behalve een huurprijs van 40,000 nog der entree gelden ontvangt, en dat om en nabij de 70Ó leden heeft aangewonnen, alleen om het gratis bezoek der tentoonstelling en feesten, het Paleis voor Volksvlijt vooral mag zich geluk wenschen met dien uitslag van den zomer-campagne. Naar ik verneem, heeft zich die tevredenheid geopenbaard in een dinée door de directie van het Paleis aan de regelings-commissie aangeboden, waarop de aandoenlijkste en meest hartverheffende heildronken over en weêr zijn uit- gebragt, eene verhouding tusschen huurder en verhuurder, die alleszins lof verdient, doch, meen ik, weinig navolging vindt. (Leidsch Dagblad.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1869 | | pagina 1