BUITENLAND.
geweest, dat het ramscliip de Schorpioen die versperring
niet kon doorbreken, en daardoor niet alleen werd tegen
gehouden, maar ook derwijze in de touwen verward raakte,
dat de machine niet meer kon worden gebruikt, en dat het
stoomschip waarschijnlijk met hulp eener sleepboot naar de
reede van Hellevoetsluis zal moeten worden teruggebragt.
De geringe kostbaarheid dezer versperring en het krachtige
hulpmiddel ter verdediging onzer zeegaten, daardoor ver
kregen, geven aan den goeden uitslag dezer proef, volgens
vele deskundigen, eene groote waarde.
Naar men verzekert, zal Z. M. de Koning Arnhem
bezoeken bij gelegenheid van den schietwedstrijd voor de
schutterij en de weerbaarheid, die op Maandag 18 dezer
aldaar zal gehouden worden.
Jl. Maandag is door vergissing van een machinist de
trein, die ten 7.35 van Utrecht naar Emmerik vertrekt,
te Arnhem eenigc honderden ellen de staatsspoorweg opge-
stoomd; gelukkig werd de vergissing spoedig bemerkt en
kon, door de inrigting, waardoor bij het openzetten van
den weg voor een trein in één rigting deze van zelve
gesloten wordt voor een tweeden trein in andere rigting,
terwijl in dezelfde rigting zich nooit twee treinen te gelijk
op een gemeenschappelijk gedeelte wegs mogen bevinden,
van ongelukken geen quaestie zijn.
De door den heer Jansen belegde bijeenkomst, om
over de regtstreeksche stoomboot-dienst op Amerika te
spreken, heeft jl. Donderdag te Utrecht plaats gehad. De
heer Jansen is bij acclamatie tot voorzitter benoemd en heeft
zich de lieeren Tak en van der Aa als secretarissen toe-
govoegd. Er zijn een 7tal vragen gesteld, die in daartoe
gevormde afdeelingen onderzocht zullen worden. Des avonds
zijn in eene algemeene vergadering de resultaten van de
beraadslagingen der afdeelingen behandeld geworden.
Als eene bijzonderheid wordt medegedeeld uit Etten,
bij Terborgh, dat daar in den tuin van den heer Hajenius
eene dessertpeer van een leiboom is geplukt, die 3,9 hecto
grammen woog.
Jl. Zondag avond had te Terwissel een vechtpartij
plaats tusschen eenige jongelieden, waarbij een het been
brak en de neus van een tweede deerlijk werd gehavend,
terwijl een derde zoodanig konnis maakte met de scherpte
der nagels van zijn tegenpartij, dat zijn aangezigt grooten-
deels van de huid werd beroofd, welk iaatste te meer
jammer is, daar hij in den loop der week zich ten huwelijk
zou laten aanteekenen. Hij voelt zich zich thans echter
zoo weinig presentabel, dat dit, in afwachting van het ver
nieuwen der aangezigtshuid, voorloopig is uitgesteld.
Gedep. Staten van Groningen hebben, met het oog
op de tongblaar-ziekte, gewaarschuwd tegen het gebruik
van ongekookte koemelk.
Bij een den 6 dezer door het gerogtshof te Groningen
uitgesproken arrest is R. F. 58 jaren oud, werkvrouw al
daar, schuldig verklaard aan diefstal van een blaauw baaijen
hemd, gepleegd bij nacht op de aanhoorigheid van een
bewoond huis, en aan twee eenvoudige diefstallen van een
ijzeren pot, een hemd, twee vrouwen zakdoeken en van een
kinderrokje, na vroegere veroordeelingen tot tuchthuisstraf
van vijf jaren en twintig maanden, en te dier zake veroor
deeld tot tuchthuisstraf voor den tijd van vijf jaren en in
de kosten.
Jl. Zondag is te Franeker een huwelijk voltrokken,
waarvan de bruidegom 75 en de bruid 26 jaren bereikt
had. Men mag dit oppervlakkig reeds als eene bijzonderheid
beschouwen, het loopt echter meer in het oog, als men
nog in aanmerking neemt, dat de man door de Hervormde
diaconie aldaar wordt bedeeld.
De landbouwer K., van de Paardenweide, in den
avond van den 7 dezer van de markt te Meppel huiswaarts
rijdende, houdt bij den afsluitboom van don Frieschen
spoorweg stil, terwijl de naderende trein het gewone
signaal geeft. Het paard van het rijtuig, waarin zich
K. met zijne echtgenoote en een buurman bevonden, schrikt
door het fluiten der locomotief, loopt achteruit en sleept
den wagen met zich in de Drenthsche hoofdvaart. In weer
wil van spoedige hulp is de vrouw als lijk opgehaald,
terwijl men voor het leven van een der mannen vreest.
In den nacht van 4 op 5 Oct. is er een vree-
selijke misdaad gepleegd, tusschen Rothem nabij Sittard
en Heerlerheide. Twee personen hadden te zamen eenigen
tijd vertoefd in een herberg te Rothemtoen zij later hun
weg gingen vervolgen, plaatsten zij den kruiwagen van den
een op de kar van den ander. Hierover kregen zij later
twist en toen de een beweerde, dat door den kruiwagen
de vracht te zwaar voor het paard was geworden, ontstak
de ander, opgewonden door den drank, in zoo hevige drift,
dat hij zijn medgezel op een gruwelijke manier mishandelde.
Den volgenden morgen werd het lijk gevonden naast de
kar van den misdadiger, die bereids in verzekerde bewaring
is gebragt.
Het Vaderland berigt, dat voor Engelsche rekening
concessie is aangevraagd voor het maken eener haven op
de Zuidliollandsche kust, nabij den Nieuwen Maas-mond,
welke door spoorwegen, aan de eene zijde langs de Maas
met Rotterdam, aan de andere langs Monster en Loos
duinen met Scheveningen in verband gebragt zou worden.
Het Vaderland doet daarbij opmerken, van hoeveel betec-
kenis die onderneming voor Scheveningen is, hoe daar
van eene gelieele verplaatsing der visscherij het gevolg kan
zijn, en hoe de kans om ooit eene zeehaven te Scheveningen
te bezitten daardoor, indien niet geheel weggenomen, althans
minder wordt dan zij ooit geweest is.
In de //N. Tielsche Ct." komt V. L. v. D. te Beesd
op voor schoolpligtigheid, en bestrijdt het begrip, als zou
daardoor aan onze aloude vrijheid te kort worden gedaan.
Hij wanhoopt aan de goede resultaten van drang, zelfs als
die van een schoolverbond uitgaat en ziet alleen in dwang
een afdoend middel. De gemoedsbezwaren, daartegen bij
sommigen bestaande, schat hij niet hoog. Hij eindigt
zijn betoog aldus: //Als het volk dus maar offert in geld
en zijne zonen maar afstaat voor vaderland en vorst, dan
hebbe hij zijne aloude vrijheid om zijne kinderen te doen
opgroeijen als weetnieten, als luiaards, als vagebonden;
want dat de niet schoolgaande kinderen van die vrijheid
lievende ouders hiertoe het grootste contingent opleveren,
behoeft geene loting uit te maken, maar leert de statistiek
niet onduidelijk. Maar daarenboven, voor wien is eene
wet lastig of eigenlijk noodig? niet voor hem, die een
gepast gebruik van zijne vrijheid maakt, maar alleen voor
die haar misbruiken wil. Hebt gij of ik iets tegen een
wet van schoolpligtigheid, uit vrees van hare toepassing
op ons zeiven? wel neen, zeker niet. Maar waarom vreest
gij dan zoozeer voor die wet in het belang van domme
onverschilligheid en vuile eigenbaat? Ja! maar die aloude
vrijheid! Och! die aloude vrijheid, hoe is zij schandelijk
misbruikthoe vele ouders stellen haar niet op den regten
prijs, hebben haar verbeurd! die aloude vrijheid moge bij
de ouden thuis behoord hebben, wij, hunne nakomelingen,
beleven andere tijden, leven onder ganscli andere omstan
digheden, en hebben diensvolgens andere wetten noodig.
Als het tij verloopt verzet men de bakens."
Naar aanleiding van de klagt over de ongezondheid
van Medemblik, in de //Prov. Fr. Crt." aangeheven, met
het oog op de verplaatsing van de strafgevangenis van
Leeuwarden daarheen, zegt een oud Medeinblikker in de
z/Prov. Overijss. Crt., dat het met die ongezondheid van
Medemblik nooit zoo regt ernst geweest is. Die is eerst
gebleken van 18471850, toen zich een streven open
baarde, om het marine-instituut verplaatst te krijgen.
Toen werd de ongezondheid van Medemblik ontdekt, zegt
de schrijver, die uit de provnciale verslagen de volgende
aanhalingen mededeelt. In 1868, bedroeg de sterfte te
Medemblik 61 op 2206 inwoners of 2.76 pCt. te Leeu
warden 693 op 25,048 inwoners, of 2.75 pCt. Te Norg,
waar de schrijver in de //Friesclie Ct." de strafgevangenis
wenscht geplaatst te zien, 148 op 5505 inwoners, of
2.69 pCt. De drie plaatsen schijnen elkander dus niet
veel te verwijten te hebben. Medemblik ligt niet in de
gezondste en hoogste streken van ons land en met een
aanzienlijk gedeelte van dat land moet het zich met een
lager cijfer op de gezondheids-statistiek tevreden stellen;
maar de gezondheidstoestand heeft er niets onrustbarends,
en het heeft voor, dat het in den regel vrij blijft van
epidemieën en uitmuntende gebouwen heeft aan te wijzen.
Gelukkig, zegt de //Kamper Courant," begint de
dagbladpers in te zien-, dat het in de tegenwoordige
finanticele gesteldheid des lands niet langer aangaat, te
berusten in de hooge eischen, door het militair element
gesteld. Van alle kanten gaan stemmen op om aan te
dringen op krachtige imkrimping der militaire uitgaven.
De pers der noordelijke provinciën is in dit opzigt één
van zin. Het dagblad //liet Noorden" zegt, dat het in
afwachting eener radicale herziening van het belasting
stelsel, niet meer dan billijk is, dat alle ondoelmatige uit
gaven, zooals velen van het ministerie van oorlog, worden
geschrapt. Wij hopen, dat de aandrang daartoe algemeen
zal worden in de pers. En niet enkel het ministerie van
oorlog vraagt te veel geld, ook dat van marine toomt
zijne eischen niet genoeg in. In een onzer vorige nommers
hebben wij aangetoond, dat, wanneer voor 1870 op de
begrooting wordt toegestaan wat aangevraagd is, in vier
jaren tijd circa honderd millioen aan oorlog en
marine zal zijn te koste gelegd. Daartegen behoort een
protest op te gaan van het eene einde des lands naar het
andere. Een krachtig, ontzagwekkend protest! Onder alle
omstandigheden zou de geldverkwisting onzer ministers van
wapenen der laatste jaren onverantwoordelijk zijn. Hoeveel
te meer dan, nu er voor noodzakelijke openbare werken
geld te kort komt? En niet bij duizenden moet er op de
militaire budgets geschrapt worden, maar bij millioenen!
Is het ministerie zwak genoeg geweest om voor het
militaire element te buigen, dat dan de volksvertegenwoor
diging haar pligt doe!
De //Times" maakt melding van een kunstmiddel om
gras en graan te droogen, zoodat de regenachtige oogst
maanden voortaan niet meer zoo nadeelig voor den landman
zullen zijn. Men maakt daartoe gebruik van een vuurhaard,
die met cokes gestookt wordt, en van een metaalgaas voor
zien is. De lieete lucht wordt door eene sneldraaijende
windman (door stoom of met de hand te bewegen) door
eene pijp gedreven, die hier de dienst van een schoorsteen
verrigt, en tevens de zeer warme lucht uit den haard door
grashoopen of korenschoven blaast. Wanneer men nagaat
dat de temperatuur van die heete lucht op 320° F. en dus
108° F. hooger dan het kookpunt geschat wordt, zoo mede
dat gras gewoonlijk 75°/c en hooi 15°/0 water bevat, is
het van zelf duidelijk dat de 60°/o water spoedig verdampt
en het gras in korten tijd in hooi veranderd zal zijn. Dit
is dan ook het geval, want in 8 a 10 minuten is daardoor
een hoop gras tot hooi geworden, dat dadelijk tot voeder
voor beesten gebruikt, of verzonden kan worden. Om
koren te droogen, wordt de schoof rond eene holle buis
met gaten gebonden, door welke do heete lucht gedreven
wordt. Het geheele werktuig is zeer eenvoudig ingerigt
en zeer civiel in prijs.
Een oude, doove dame reisde te Parijs met den
omnibus en vroeg aan den conducteur om eenige inlich
tingen. Deze antwoordde haar verscheidene malen, maar
kon zich niet verstaanbaar maken. In het eind haalde de
dame met groote deftigheid een oorschelp voor den dag,
bragt het uiteinde bij haar oor en hield het andere aan
den conducteur toe. Deze echter, die nog nooit zulk een
toestel gezien had, en er dus natuurlijk het gebruik niet
van kende leidde er tot groot vermaak van allen die in den
omnibus zaten het oog aan. De dame heeft nog de ge
vraagde inlichtingen niet ontvangen.
Eene zuivere ouderscheiding. Twee gelieven zijn aan
het redeneren:... «Maar ik verzeker hetu, het is gedrukt."
«Ja wel, maar niet openbaar gemaakt.» ,/Kom,
Marie, maakt ge dan onderscheid tusschen drukken en
publiceren? «Zeker.» Marie bedacht zich een oogenblik
en vervolgt: «ge kunt mij een kus op de lippen drukken,
maar hem toch niet publiek maken!"
België.
Een behoeftig Nederlandsch werkman te Brussel J. W.
genaamd, verkreeg jl. Zaturdag verlof om. zijne vrouw, die
op het punt stond van te bevallen, naar een der Brussel-
sclie ziekenhuizen te doen overbrengen. Zij beviel inderdaad
dezelfden dag, doch reeds den volgenden ochtend ontving
JW. het berigt van het bestuur der inrigting, dat zijn
vrouw overleden was en den volgenden ochtend zou worden
ter aarde besteld.
Onze werkman was radeloos. Zijn vrouw liet hem toch be
halve het pasgeborene, nog drie jeugdige kinderen achter. Hij
onderrigtte zijn te Utrecht wonende zuster van het treurig
sterfgeval, en deze kwam onmiddelijk over, om twee der
kinderen in haar gezin op te nemen. Vader en kinderen
volgden het lijk der moeder ter laatste rustplaats. Na de
treurige plegtigheid vertrokken de vrouw en beide kinderen
naar hun bestemming. J. W. zou het derde kind naar een
andere zuster te Roozendaal voeren. Gisteren stond hij ge
reed dat te doen, toen men hem namens het bestuur van
het gasthuis kwam aanzeggen, dat men een vergissing had
begaan en de overledene vrouw volstrekt zijn echtgenoot
niet wasDie laatste was integendeel, de omstandigheden
in aanmerking genomen, evenals het kind, zeer wel. Men
denke zich de vreugde van den armen arbeider.
Frankrijk.
Een zonderlinge ontsnapping heeft in den nacht tusschen
27 en 28 Sept. 11. te Parijs plaats. Een soldaat van het
23ste linie-regement, beschuldigd van 8000 francs gestolen
te hebben, werd, uithoofde zijner ziekte, uit zijne gevangenis
naar het gasthuis overgebragt. Hij bevond zich alleen in
eene ziekekamer onder bewaking van een schildwacht.
De kamer was op slot en de waker had den sleutel
op zak. Vallée, zoo noemt de zieke zich, deed alsof
hij sliep en begon hoe langer hoe harder te ronken. De
wachter, meenende dat de dief sliep, ontkleedde zich en
sluimerde in. Zoodra Vallée zag dat zijn bewaker sliep,
stond hij op, trok de uniform van den schildwacht aan,
nam zijn eigen kleêren onder den arm, opende de deur
met den gevonden sleutel, springt over den muur en redde
zich in het. veld. Toen de bewaker wakker werd en zich
wilde aankleeden, bevond hij, tot groote ontsteltenis, dat
zijn uniform verdwenen was. Hij wilde naar buiten gaan,
doch de deur was gesloten. .Hij roept... hij tiert... hij
schreeuwt... men komt... Verbeeld u de verwondering der
aankomende personen, toen zij de schildwacht daar in zijn
hemd zagen staan. Wat de gevangene betreft, hij was weg
en tot nog toe heeft men hem niet kunnen vatten.
De Parijsche Constitutionnel zegt: «Het gewezen hof
van Spanje vestigt zich allengs dezen zomer in Frankrijk.
Thans heeft de Koningin Isabella te Bonneuil, in het de
partement Seine-et-Oise, voor 24,000 francs een landgoed
gekocht, alwaar zuster Patrocinio zich vestigen zal met 25
kloosterzusters en een aan dat gesticht verbonden priester.
Dezer dagen,omstreeks middernacht, zag de nacht
patrouille van den Noorder-spoorweg gelegen tusschen Pantin
en Aubervilliers, eene menschelijke gedaante, die, gaande
met groote stappen, vele bewegingen maakte met de armen.
De wacht nadert en ziet dat het een man is, die als eenige
kleeding een kiel en hemd aan heeft.
«Wat doet gij hier," vraagt de wacht, «en wie zijt gij?»
«Ik ben de vader," antwoordde de onbekende, «ik kom
uit het graf, zij zoeken naar mij, maar zullen mij niet vinden,
want ik vertrek met den spoorweg.
«De vader van wien?»
«Jean Kinckzij denken mij vermoord te hebben
maar zij zijn misik ben niet dood.»
«Het is wel," zeide de aanvoerder der wacht, ziende dat
hij met een krankzinnige te doen had. «Kom mede
met mij, ik zal u een reiskaartje geven om met den trein
te vertrekken.»
De persoon liet zich gewillig leiden en is naar een krank
zinnigen-gesticht opgezonden.
Met betrekking tot den moord van Pantin zijn de
volgende bijzonderheden heden nog bekend geworden. De
zer dagen ontving de familie Tropmann een naamloozen
brief uit Atrecht, die zeer goed geschreven is, meldende,
dat de zoon zeer wel doet zijne medepligtigen niet bekend
te maken. De schrijver voegt er bij, dat, indien Tropmann
ter dood gebragt werd er nog grootere ongelukken uit
zouden voortvloeijen, dan die men thans te betreuren heeft.
De brief is in handen der justitie. Het verhoor van Trop
mann schijnt geen nieuw licht verspreid te hebben. Een
enkel feit wordt nog door eenige dagbladen vermeld, nl.
dat men te Rijssel een koetsier ontdekt zou hebben, die als
getuige door den regter van instructie zou ondervraagd zijn.
Van alle kanten komen thans lieden op, die meenen iets
te kunnen mededeelen dat belangrijk is, maar de justitie
wordt niet wijzer door hunne voorlichting. Tropmann zelf
zwijgt en laat politie en justitie zich in liet zweet werken.
Engeland.
Dezer dagenzag te Londen het licht het rapport van den heer
Hobart, door de Engelsche regering belast met het onderzoek
in de districten van Goruchpore, in Britsch-Indiö, naar de
gewoonte om de meisjes bij de geboorte te dooden. Reeds
tien jaren geleden werd deze gruwelijke gewoonte van de
Indiërs bekend, ofschoon de juiste bijzonderheden eerst nu
bekend zijn geworden door het ontzettend verhaal van ge
noemden Brit. In den staat der Babous, in Budavar-
Kulan, leeft slechts één meisje, op een getal van meer dan
200 kinderenzij werd slechts in het leven behouden, door
de bijzondere omstandigheid, dat zij ter wereld was gekomen
in het huis harer grootmoeder, die haar eenigen tijd ver
borgen hield.