27 Jaargang. 1869. N°. 123. Woensdag' 13 October. NUMMERING DER HUIZEN. Uitgever A. A. BAKKER Cz. BINNENLAND. LADY DURBAR, HELDERSCHE EN WIEUWEDIEPER COURANT. „W ij huldigen het goed e." Verschijnt Bingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaalf 1.30. franco per post - 1.65. Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163. Prijs der Advertentiën: Van 1l regeh 60 ceut, elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Donderdag den 14 dezer vertrekt de Oost-In dische mail over Southamptoii. Ter voorkoming van vervolgingen, worden de Inge zetenen, voor zooveel noodig, herinnerd aan het bepaalde bij het 2de lid van art. 1 der verordening op het Bouwen, enz., luidende aldus: „Het uitwisschcn of onleesbaar maken van het Wijknuiniuer of de Wijkletter, wordt gestraft met eene boete van 3.—." Helder, De Burgemeester, den 11 October 1869. STAKMAN BOSSE. HELDER en NIEUWEDIEP, 12 October. Spanje heeft, toen het zijn Koningin verdreef, en een voorloopig bewind zich vestigde, een blijk geleverd, dat het rijp genoeg is om een opstand in het leven te roepen, zonder het bedrijven van gruwelen en misdaden. Voor het rustig genot der verworven vrijheid toont het echter nog niet rijp te zijn. De republikeinsche opstand, in de jongste dagen aldaar voorgevallen, heeft reeds talrijke onheilen te weeg gehragt. Bruggen en spoorwegen worden vernield met eene woede, die ten bewijze verstrekt van de heftigheid waarmede men zich tegen het openbaar gezag durft verzetten. De regerings- berigten vermelden wel, dat de troepen her- en derwaarts trekken en de opstandelingen verslaan als kaf dat wegstuift voor den wind, maar de opstand is nog in 't geheel niet bedwongen en vooral het aan natuurschoon zoo rijke Andalusië wordt door de woelingen en onlusten der repu blikeinen deerlijk geteisterd. Niet zonder reden heeft de regering tot krachtige maatregelen moeten besluiten; de streken waar de onlusten heerschen zijn in staat van beleg verklaard en het verzet tegen het openbaar gezag wordt met krijgswetstraffen bedreigd. De hoofdstad, bewaakt door een talrijk garnizoen, houdt zich rustig en de policie heeft voorzorgsmaatregelen genomen tegen plundering, ingeval soms oproerige bewegingen aldaar mogten uitbreken. Men verwacht echter van het bewind, dat het krachtig zal blijven handelen en dat het, gesteund door het welge zinde deel' van bevolking en vertegenwoordiging, slagen zal in de onderdrukking van de onlusten, die als een schadelijken worm knagen aan de welvaart der natie. Ook in Frankrijk, en wel te Antin en te Avevron, zijn ernstige ongeregeldheden voorgevallen. De mijnwerkei's aldaar hebben niet slechts den arbeid gestaakt, maar hun verzet is tot een volslagen oproer overgegaan. De troepen hebben zich genoodzaakt gezien te vuren, waardoor er onderscheidene personen zijn gedood en gekwetst. Ik verhaal deze geschiedenis bijna woordelijk, zooals die mij verteld is. Slechts weinig heb ik aangevuld, niets overdreven. Om bijzondere redenen zijn de namen veranderd. De daadzaken en het zijn daadzaken waarop dit verhaal betrekking heeft, komen mij voor veel overeenkomst te hebben met hetgeen wijlen Samuel Taylor Coleridge gewoon was „Psychologische bijzonderheden" te noemen. Het geheel is slechts eene illustratie van den wonder lijken strijd, die eiken dag en elk uur wordt aangetroffen, met de nog wonderlijker overeenstemming tussclien goed en kwaad, tusschen adel en laagheid, tusschen opregtheid en huichelarij en tussclien edelmoedigheid en hebzucht in het menschelijke gemoed. Met vreeselijke juistheid wordt hier een voorbeeld aangetroffen vau de waarheid der liijbelsche spreuk. „Het hart eens raenschen is bedriegelijk boven alle dingen en in hooge mate verdorven.,, I. EENE GOEDE VROUW. „De liefde bedekt vele zouden." Hij Lady Durbar scheen dit evenwel het geval niet te zijn, de taak der liefde scheen bij haar slechts eene behoefte des harten zonder eenig bijoogmerk te zijn, zoo weinige zonden had hare Ladyschap naar den schijn te bedekken. Die dames en heeren zijn anders zeldzaam van wie iedereen goed spreekt, op wie nimmer door iemand, met den vinger der berisping wordt gewezen en wier ooren niet suizen over de fluistering der praatjes van het publiek; doch gedurende het gansche jaar hadt gij langs alle straten en stegen en alle pleinen van de bedelzuehtige en babbelachtige stad B. kunnen gaan en zelfs tot tien mijlen in haren omtrek en gij zoudt niets anders gehoord hebben dan luide, vurige en hartelijke loftuigingen over Lady Durbar. Door de armen werd zij, in den waren zin des woords, aangebeden. Door de ruime middelen, waarmede zij door de Voorzienigheid was gezegend, verzachtte zij de smarten van menigeen en wist zij menig ongelukkig huisgezin gelukkig te maken. Afkeerig om zich te verbinden aan het genootschap van zusterlijke liefdadigheid daar ter plaatse bestaande in eene beperkte uitdeeling van dekens en eene ruime verspreiding vau goedkoope traetaatjes hield de weldadige dame zich in hare eenzaamheid onophoudelijk bezig met het troosten en ondersteunen van hare minvermogende medeschepselen. De nood en ellende was groot in B., maar ook groot was het aantal der hutten, vol morsig- Onder het kommando van den majoor Pottgieter van Laar, werden gisteren voormiddag weder militaire evolutiën uit gevoerd door liet 3de bataillon van het 7de reg. infanterie, alhier in garnizoen. De veronderstelling was ditmaal, dat de vijand zich van het fort Kijkduin had meester gemaakt en nu een aanval deed op het fort Erfprins, hetwelk, even als de kustbatterij Kaaphoofd, door onze troepen bezet was. Het waarschijnlijk front van aanval werd, op de nadering van den vijand, door tirailleurs bezet, terwijl gesloten, afdeelingen zich gereed, hielden om den vijand, wanneer deze een aanval op de vesting deed, terug te slaan. Gedurig rukten dan ook gesloten afdeelingen, beschermd door het vuur uit Kaaphoofd, tot op 200 passen buiten de vesting, waar dan een tirailleur-gevecht plaats had, tot dat een overmagt van vijandelijke troepen de onzen tot den terugtogt noodzaakte. Veronderstellende dat de vijand eindelijk, door een kraclitigen uitval uit de vesting, uit Kijkduin verdreven werd, namen de onzen genoemd fort in bezit. Hiermede was deze manoeuvre geëindigd. Bij de oefening in het schijfschieten, door het Artillerie- Vrijkorps alhier jl. Zondag namiddag gehouden, werd door den majoor-kommandant aan de aanwezige manschappen medegedeeld, dat een der eereleden van het Vrijkorps zijne belangstelling in deze oefeningen betoonende, een prijs had aangeboden, toe te kennen bij de eerstvoorkomende gele genheid. De wedstrijd ving daarop aan en de prijs, be staande in een rookstel, werd door het lid Beenhouwer (dezelfde die ook hij den wedstrijd te Schagen had gezege vierd) behaald, wiens vijf schoten op 100 pas allen treffers waren, tellende gezamenlijk 9 punten. De leden Marinkelle en van Hoolwerff behaalden ieder 8 en Bekkers 7 punten. Een talrijke Zweedsch-Noorsclie koopvaardijvloot vult onze havens. Ook in het spoorweg-bassin liggen verschei dene dezer schepen te lossen. Men begroot het aantal koppen, waarmede deze schepen zijn bemand op ongeveer 1100. De aanwezigheid dezer vaartuigen geeft hier veel vertier. Jl. Zondag avond had het laatste zomer-concert van het muziek-gezelscliap Apollo, in het lokaal Tivoli alhier, plaats. Komt voor de verschillende uitvoeringen, in het verloopen saizoen gehouden, een woord van hulde toe aan bestuurderen zoowel als aan het werkend personeel, ditmaal maken we in het bijzonder melding van den jeugdigen artist J. Craner, stafmuziekant bij de Marine, die op 17jarigen leeftijd reeds toont groote gaven te bezitten. In de „Fantaisie et Variations sur un thème Allemand," eene zeer moeijelijke compositie, blonk de heer Craner uit door eene alleraangenaamste voordragt en door verrassende vlugheid bij de uitvoering der moeijelijkste passages. Hij toonde zijn instrument (cornet a piston), ten volle meester te zijn. Bij de uitvoering van het stuk „Carnaval de Vénise" kwamen die mede helder aan 't licht. heid en vuil, waar gebrek en honger, en losbandigheid en onmatig heid heerschtcn, die door die dame bezocht werden gelijk eene barmhartige Samaritane om daar troost en hulp te brengen met den gloed van hare teederheid en liefdadigheid. Hutten en spelonken waar de Protestantsche geestelijke zou gesidderd hebben om zijnen voet te zetten, die zelfs de Catholieke priester zou hebben geaarzeld te betreden, schrikten Lady Durbar niet terugnimmer was zij doof eir onbewogen voor eenig verhaal van armoede en ellende; nog nooit was te vergeefs de bijstand ingeroepen van haar vermogen of haren invloed. Het gevolg hiervan was, dat zij ook menigmaal bedrogen werd. Velerlei afzigtelijke huidziekten werden door kunstmatige middelen een nog afzigtelijker aanzien gegeven als zij werd verwacht; de teringlijder (zoodanig is de raensch tot bedrog geneigd!) zou wel dubbel zoo luid en hol hoesten, als de schaduw van hare welbekende gedaante op den drempel des huizes verscheenkleine kinderen zouden hongeriger schijnen, morsige besjes zouden hunne lompen nog wat meer zigtbaar maken om er nog wat akeliger en bleeker uit te zien; kunstenaars zonder werk zouden een bedrukter gezigt zetten en vrouwen die haar geheele leven hard gewerkt hadden, zouden meer vermoeid en afgemat schijnen als Lady liurbar hunne woningen binnentrad. Onnoembaar was het aantal der onmeêdoogende huisbazen, wier wreede handen zij had afgeweerd in liet berooven van hare bescherme lingen van hunne goederen. Ontelbare pandjesbazeu had zij uitbetaald. Tallooze panden, bestaande in velerlei artikelen van huisraad, had zij ingelost, zelfs al waren het gelijk niet zelden plaats vond geschenken van haar zelve. Veelvuldig was het aantal weesjongens, die op hare kosten hadden geleerd en het aantal weesmeisjes, die als bruid een uitzet van haar hadden ontvangen. Uitdeclingen van dekens, bijbels, steenkolen, spek, matrassen, baai, vlierbessenwijn en andere zaken vonden door haar toedoen plaats, gelijk een ouuit- pnttelijken stroom. Er waren slechts weinige instellingen van liefdadigheid in het Vcreenigd Koningrijk, ja zelfs daar buiten, waartoe zij niet op milde wijze had ingeschreven of eene ruime bijdrage had geleverd. Weduwen, weezen, soldaten, matrozen, mijnwerkers, blinden, lammen, kreupelen, geraakten en teringlijders, ieder kwam onder den invloed van hare weldadigheid. Vreemdelingen of buitenlanders Turken, Joden of Ketters waren evenmin van hare goedheid uitgesloten. Haar Jl. Zondag middag, ten 4' ure, vertrok van hier, Zr. Ms. oorlogs-inonitor de Tijger, kommandant F. II. van TJiiel, niet bestemming naar Rotterdam. Het radei'stoomschip de Valk, onder bevel van den kapt.-luit. ter zee N. M. J. Kroef, is, blijkens een bij het departement van Marine ontvangen telegram, den 9 dezer te Falmouth binnengeloopen. Aan boord was alles wel. De miliciens der ligting van 1865, die den 16den der vorige maand bij de infanterie-regimenten in activiteit zijn opgetreden, zullen den 15 dezer weder met onbepaald verlof naar hunne haardsteden vertrekken. De minister van Oorlog heeft tot eenige gemeente besturen van Gelderland, de vraag doen rigten, of er ook beschikbaar is een gebouw, geschikt voor de plaatsing van een lOOtal jongens van 612 jaren, ter opleiding van den militairen stand, met vrijlating om bij het verlaten der school ook een ambacht te kiezen. Bij beschikking van den minister van Koloniën van 9 dezer zijn de hoofdonderwijzers J. Valk, J. H. J. Laats, K. G. van Wijnen, W. F. den Broeder, L. Ilovenkamp en W. d'Ancona gesteld ter beschikking van den gouverneur- generaal van Nederl. Indië, om te worden benoemd tot onderwijzer 2de kl. voor de dienst daar te lande. De stoomboot Marie Louise, te huis behoorende te Marseille, is jl. Zaturdag in achttien uren tijds uit de Roode Zee te Port Saïd aangekomen. Eerstdaags zal verschijnen een nieuwe bundel schetsen van den zoo gunstig bekenden Alex. v. H., onder den titel Hulstloover. Bedankt voor het beroep naar de Ned. Herv. gemeente te Kortgene, door ds. A. H. de Hartog, te Rotterdam naar Beesterzwaag, door ds. Oort, te Harlingen. Het mag als opmerkenswaardig vermeld worden, dat sedert den 1 Januarij, dus in ruim 9 maanden, in het buis van correctie te Hoorn, bij eene bevolking van nagenoeg 500 zielen, slechts één sterfgeval is voorgekomen en dat nog wel van een persoon die in ziekelijken toestand aan kwam, en weinige dagen na zijne aankomst overleden is. De Internationale Tentoonstelling te Amsterdam zal den 18 dezer, namens Z. M. den Koning, door Z. K. H. Prins Alexander gesloten worden, die de medailles aan de bekroonde inzenders zal uitreiken. De Vruchten- en Bloemen-Tentoonstelling op de terreinen der Koninklijke Nederlandsche Tuinbouw-Maat- scbappij Linnaeus te Amsterdam, gisteren gesloten, werd eergisteren door ruim 16,000 personen bezocht. Sedert de opening bedroeg het aantal bezoekers 43,000. naam stond aan het hoofd van talrijke lijsten tot inschrijving voor zendelinggenootschappen, en menige woeste en wilde eilandbewoner had aan de liefdadigheid van Lady Durbar zijn wollen borstrok te danken, evenals menige Indiaan zijn beddepan en stichtelijk gezangboek. Nogtans gaf zij hare aalmoezen niet gelijk de Pharizeer. Gaarne deed zij in stilte wel, en was zij afkeerig dat zulks openbaar gemaakt werd. Zij wist echter wel wat de waarde was van de voorganger te zijn in een genootschap van weldadigheid en daarom had zij er somtijds niet op tegen, dat haar naam op eene inschrijvings- lijst werd publiek gemaakt, want de mildheid en veelvuldigheid van hare bijdragen strekten tot opwekking voor hare minder milde ken nissen. Doeh zij gaf verre de voorkeur om als eene onbekende hare weldaden aan de armen af te staan. Twee eenvoudige letters een enkel letterteeken een nog eenvoudiger motto, waren dikwerf voldoende tot geleide van eene waarlijk vorstelijke gift, voor een of ander hospitaal, school of liefdadige inrigting. De nieuwsbladen, die met de Kersdagen werden uitgegeven, stonden vol van korte, doch kernachtige paragraphen, die de ontvangst vermeldden aan dit of dat politie-bureau van een inschrijving voor vijf en tien guinjes voor de fondsen van de armenkas, gezonden door „D.," en somtijds „LadyZij schreef in voor den handelaar, die door brand van alles was beroofd, voor den geestelijke, die van zijne betrekking ontslagen was, voor de weezen van een kapitein, die met zijn schip verongelukt was. De lijsten tot ondersteuning van eene weduwe van een officier in H. M. dienst, vloeiden over van bijdragen van „Anonymus," „Eene medelijdende," „Eene Vriendin." Niemand anders dan Lady Durbar was die anonymus of die medelijdende of die vriendin. Men zal ligtelijk kunnen begrijpen, dat zij door allen die haar kenden vurig werd bemind. De enkele vermelding van haar geëerden naam was voldoende, om een storm van toejuichingen op te wekken in eene Meimeeting in Exeter Hall, of op eene weldadigheidssoirée in de zalen van Hanoversquare. Bij de minste ongesteldheid waardoor zij getroffen werd, verdrongen angstige vrienden zich aan hare deur en haar portier werd overstroomd met coudoliautiekaartjes en er liep zelfs een gerucht, dat mr. Pix, de eerwaarde Vicaris vau B., zoodanig door hare vele deugden was getroffen, dat hij zijn voor nemen had afgekondigd, om voor eene volle vergadering eene predikatie te houden over de verdiensten van Lady Durbar. Hij heeft dit evenwel nimmer gedaan; ongetwijfeld om reden, dat hij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1869 | | pagina 1