1869. N°. 130.
Vrijdag 29 October.
27 Jaargang.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
VASTSTELLING DER 271STE STAATS-LOTERIJ.
STATEN-GENERAAL.
B 11\ NMEJVJLA IV D.
HELDERSCHE
EN NIEUWEDIEPER COURANT.
W ij huldigen het goed e."
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zatürdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaalf 1.30.
franco per post - 1.65.
Prijs der AdvertentiënVan 1i regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Zatürdag den 30 dezer vertrekt de West-
Indische mail.
Het GEMEENTEBESTUUR van den HELDER brengt ter
openbare kennis, dat bij resolutie van Z. Exc. den Minister van
Einanciën van den 5 dezer maand, No. 32, krachtens de daartoe
door den Koning verleende magtiging, is vastgesteld de 271ste
Staats-Loterij, bestaande uit 20,000 loten, 10,000 prijzen en 2
premiën, overeenkomstig bet plan aan die resolutie gehecht. Beide
stukken, geplaatst in de Staatscourant, zijn voor belanghebbenden
aan de Secretarie der gemeente ter lezing nedergelegd.
Het Gemeentebestuur voornoemd,
Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester.
27 October 1869. L. VERHEY, Secretaris.
Tweede Kamer.
Voortgaande met het mededeelen van belangrijke bijzonderheden
uit de afdeelings-verslagen, opgemaakt naar aanleiding van het
onderzoek der Staatsbegrooting voor 1870, vermelden we nog het
volgende
Wat het hoofdstuk Marine aangaat, bestond er verschil van ge
voelen over de verlaging van het eindcijfer met 800,000. Eenige
leden betuigden daarover hun genoegenverscheidene andere leden
achtten eene zoo aanzienlijke verlaging van het aangevraagd crediet
geenszins geregtvaardigd. Eischte de financiëele toestand inkrimping
der staatsuitgaven, veeleer zou het departement van Oorlog daar
voor in aanmerking komen. Aan de zeezijde toch zijn wij niet
behoorlijk gewapend. Een krachtiger aanbouw van gepantserd
materiëel achtte men van die zijde dus noodzakelijk. De Marine
over 't algemeen behoort, naar dat gevoelen, in bruikbaren staat
te worden gehouden. Bovendien, de bezuiniging was toch slechts
schijnbaar, omdat er slechts uitstel van uitgaven was. Tenzij de
regering kon verklaren, dat de vertraagde aanbouw der pantser-
schepen 's lands belang niet benadeelt en onze onafhankelijkheid
bij mogelijke verwikkelingen niet in gevaar brengt, wilde men in
de behoeften van de dienst behoorlijk voorzien en daarvoor de
noodige gelden aangevraagd hebben. Ook hadden eenige leden
met leedwezen gezien, dat de sterkte van het auxiliair escader in
Ned.-Indië onder de zuinigheid der regering zal lijden. Eenige
leden meenden ten slotte, dat deze begrooting den schijn wil geven,
alsof er iets tot opbeuring en instandhouding der Marine zal gedaan
worden, terwijl er in wezenlijkheid niets geschiedt. Zij spraken
over zulk eene handelwijze eene sterke afkeuring uit.
Bepaalde mededeelingen werden 'verlangd omtrent 's ministers
eigenlijke plannen, betrekkelijk de kustverdediging. Men wenschte,
dat niet, in afwachting der toegezegde wet op het verdedigingsstelsel,
inmiddels 's lands verdediging mogt worden verwaarloosd.
Van verschillende zijden drong men er op aan, dat, wat voor de
kustverdediging noodig is, spoedig' mogt worden tot stand gebragt.
Daarbij werd de hoop uitgedrukt, dat de ministers van Marine en
van Oorlog hierin, door onderling overleg, met eenstemmigheid
mogten handelen en dat, nevens het drijvend materiëel, ook in
versperringen der zeegaten zooveel mogelijk zou worden voorzien.
Groot verschil van gevoelen openbaarde zich over de vraag, of
het goed is, een deel van het gepantserd materiëel ook op particu
liere werven te laten aanbouwen. Verscheidene leden keurden dat
beginsel goed, in het belang van de particuliere inrigtingen en van
de indirecte voordeelen, die zij afwerpen. Verscheidene andere leden
daarentegen ontraadden den aanbouw bij particulieren, omdat nu
eenmaal de pantserinrigting te Amsterdam bestaat, omdat particu
lieren doorgaans niet zoo goed bouwen en daar geen voldoend
toezigt op de deugdzaamheid der grondstoffen eu de zamenstelling
van het schip kan worden uitgeoefend.
Het voornemen der regering om de Indische marine in te krimpen,
werd door vele leden toegejuicht, zoowel omdat zij daarin een na
tuurlijk en reeds vroeger voorspeld gevolg zagen van de afscheiding
der koloniale marine van het auxiliair escader, als omdat zij het
als een geschikt middel beschouwden om, zonder opdrijving der
uitgaven, iets voor de activiteit der marine buiten de troepen en
de oefening van het personeel te doen. Men betwistte echter het
verband niet tusschen de uitbreiding der gouvernements-marine in
Nederl. Indië en de zamenstelling van het auxiliair escader. Men
wenschte, dat de minister bij zijn ambtgenoot voor Koloniën zou
aandringen, op eene afdoende regeling van het in Indië te volgen
verdedigingsstelsel.
De noodzakelijkheid van zamenwerking tusschen de departementen
van Oorlog en Marine werd op nieuw met klem aangewezen. Ook
achtte men het hoogst wenschelijk, dat er, zooveel mogelijk, éénheid
in de modellen van het materiëel der zee- en landmagt worde
gebragt.
Verscheidene leden kwamen met nadruk op tegen de inrigting
van dit hoofdstuk der staatsbegrooting, die h. i. geen genoegzame
controle toelaat op ieder onderdeel.
Op nieuw werd op afschaffing van de bestaande quarantaine
bepalingen en hare vervanging door meer doeltreffende voorschriften
aangedrongen.
De vraag is gedaan, of ook niet het onderwijs der adelborsten
bij de wet moet worden geregeld? Deze vraag werd ook weer
ontkennend beantwoord, op grond dat bedoeld onderwijs goed werkt.
Verscheidene leden meenden, dat de inrigting van het corps
zeeofficieren te weelderig is, vooral ten aanzien der hoogere rangen.
Er is aangedrongen op afschaffing van het corps officieren-machinist.
De tegenwoordige opleiding van het corps officieren van gezondheid
werd nog niet voldoende geacht. Het denkbeeld werd geopperd,
om de officieren van gezondheid bij de marine uit de studenten in
de geneeskunde aan onze hoogescholen te trekken.
Enkele leden bleven aandringen op inkrimping van het korps
mariniers. Andere leden verzetten zich met kracht daartegen.
Verscheidene leden drongen aan op eene herziening der wet,
regelende de militaire pensioenen bij de zeemagt.
Bij de overweging van de begrooting voor Hervormde en andere
Eerediensten (Hoofdstuk VII C) werd door onderscheidene leden
gewezen op den krachtigen tegenstand, dien de voorloopige organi
satie van het kerkelijk beheer bij de Hervormden bij vele gemeenten
heeft gevonden. Men vreesde voor verwarring tengevolge van de
ondoordachte wijze, waarop de staat den band, die het kerkelijk
beheer te zamen hield, heeft losgemaakt.
De erkenning van het Christelijk-Afgeseheiden Gereformeerde
kerkgenootschap en zijne nieuwe benaming lokten geene bedenkingen
uit, maar men hoopte, dat die erkenning geene aanspraak mogt
geven op bezoldiging van de kerkleeraren uit 's Rijks schatkist.
Met kracht werd op de indiening eener wetsvoordragt tot regeling
van de pensioenen der kerkleeraren aangedrongen.
HELDER en NIEUWEDIEP, 28 October.
De Koningen van Zweden en Denemarken bevinden zich
dezer dagen in elkanders gezelschap. De beide vorstelijke
Huizen hebben zich onlangs met elkander vermaagschapt
en de beste verstandhouding heerscht thans tusschen de
beheerschers der onderscheidene deelen van het aloude
Scandinavië. Daar zijn wel eens andere tijden geweest.
In de dagen toen Karei Gustaaf, Koning van Zweden,
daar met geweld zich wilde meester maken van den sleutel
der Oostzee, zag het er zoo gunstig niet uit voor de rust
van het Noorden, en de dappere Nederlandsche zeehelden
vochten er met leeuwenmoed, om de heerschzuchtige plannen
van den Zweedschen Vorst te verijdelen.
Vóór eenige eeuwen was er een schrandere Vorstin,
Margaretha, bijgenaamd de Semiramis van het Noorden,
die het groote belang inzag van eendragt onder de ver
schillende volken, die Scandinavië bewonen. De Unie van
Calmar, die zij tot stand bragt, had de vereeniging der
drie rijken ten doel. Verkeerde regerings-maatregelen van
mindere verlichte opvolgers droegen er toe bij om hare
plannen te verijdelende rijken hieven gescheiden en soms
stonden ze gewapend tegenover elkander. Die verwijdering
droeg er niet weinig toe bij, dat Zweden, niet magtig genoeg
om alleen den kamp tegen Peter den Groote vol te houden,
van zijne landen aan deze zijde der Oostzee werd beroofd.
Thans echter is een betere tijd voor de Scandinavische
eenheid aangebroken. Vrede en vriendschap heerschen tusschen
de verschillende volken en vorstelijke familiën, meer nog:
deze laatste zijn met elkander vermaagschapt en het uitzigt
bestaat, dat de Unie van Calmar weder een feit zal zijn.
De 26ste October is voor Frankrijk rustig voorbijgegaan,
ofschoon er vrees bestond, dat die dag de morgenstond van
burgerkrijg en onrust zoude zijn. Het is hij die gelegenheid
gebleken, hoe ongunstig weder soms voordeelig kan zijn
om een of ander kwaad te verhoeden. Ongetwijfeld heeft het
regenachtige weêr er toe bijgedragen om de nieuwsgierigen,
anders zoo ligtelijk in beweging te brengen om het werk
der policie te bemoeijelijken, te huis te houden. Napoleon
had zich den avond te voren naar de opera begeven en
was er levendig toegejuicht. Ook in den tuin der Tuileriën
liad Z. M. zich vertoond en was er met levendig gejuich
begroet. Het geschil over het niet-bijeenroepen van het
Wetgevend Ligchaam is aan de meer vredelievende beslissing
van die wetgevende vergadering zelve overgelaten.
De quaestie der verkiezing van een Koning van
Spanje blijkt niet gemakkelijk tot eene oplossing te kunnen
komen. De regering dringt op eene spoedige keuze aan
en ter voorkoming van nieuwe onlusten is het zeer raad
zaam, dat er niet worde gedraald in deze hoogst gewigtige
aangelegenheid. Eene commissie van 15 leden, uit de
meederheid der Cortes benoemd, om ter zake der Konings
keuze tot eene verzoenende oplossing der quaestie te
komen, heeft een geheelen nacht rusteloos beraadslaagd.
Welligt was het beter geweest, dat de leden eerst eens
zich in de armen van den slaap hadden nedergelegd, om
's morgens, verkwikt door eene zoete rust, het groote
vraagstuk te behandelen. Het is niet onmogelijk, dat het
spreekwoord: de morgenstond heeft goud in den mond, dan
gevarieërd zou zijn geworden op deze manierde morgen
stond heeft Spanje eenen Koning bezorgd.
In België zijn tegenwoordig de gemeenteraads-verkiezingen
aan de orde. Het is bekend, dat de beide staatspartijen
daar te lande zich ook aan de stembus voor de gemeente
raden niet onbetuigd laten. Te Brussel hebben de liberalen
gezegevierd, ofschoon hij de herstemming nog 4 candidaten
der oppositie in aanmerking komen. Te Namen hebben
de clericalen de overwinning behaald.
Bij de Directie der Marine alhier werd gisteren aan
besteed de uitvoering der werken voor het onderhoud der
dok-, sluis- en andere waterwerken van het Maritime-
etablissement te Willemsoord, gedurende het jaar 1870.
Er waren inschrijvingsbilletten ingekomen van de heeren:
J. de Graaf te Alkmaar, voor ƒ4683; A. YosRs. 4599;
Gebr. Moorman 4500; Gebr. Janzen 3945; P. Spruit
3918.
Blijkens bij het Departement van Marine ingekomen
telegram, is het fregat met stoomvermogen Admiraal van
Wassenaer, den 25 dezer te Malta aangekomen. Gemelde
bodem had, tengevolge van stormweder op den 22sten,
eenige schade aan het voortuig bekomen. Het raderstoom
schip de Valk is den 26 dezer aldaar aangekomen.
Het schroefstoomschip Vice-Admiraal Koopman is den
17 Sept. jl. te St. George d'Elmina aangekomen. Aan
boord van deze bodems was alles wel.
Het vaartuig, dat Zaturdag jl. door de stoomboot
Nina alhier is binnengebragt, is gebleken te zijn het schip
Infatigable, kapt. Falck, van Lulea met hout naar Oran.
De uitslag der op gisteren gehouden verkiezing van
tien leden van het kiescollegie der Hervormde Gemeente
alhier, is geweest als volgt:
Uitgebragte stemmen 363
Van onwaarde 2
Geldige stemmen 361
Volstrekte meerderheid 181
Gekozen de heeren: N. J. Leijer met 217, J. Lammers
met 217, C. J. Blok met 216, P. Dekker Tz. met 215,
F. Boon met 214, F. Griek met 214, A. Metzelaar met
214, C. Bakker Bz. met 213 en Chr. van Veen met 212
stemmen.
Verder bekwamen: de heeren J. Rinner 180, H. W.
van Marle en J. Damman ieder 142 stemmen.
Bij het lot is aangewezen, dat bij de herstemming de
keuze moet geschieden uit dit dubbeltalde heeren J.
Rinner en J. Damman.
De winterdienst op den Hollandschen IJzeren Spoorweg
vangt op Maandag 1 November e. k. aan. Aan de opgave
der dienstbilletten ontleenen we de vermelding, dat de
treinen van af dien dag van hier vertrekken: 's morg.
6 u. 30 m., 's midd. 12 u. 10 m. en 's avonds 6 u. 30 m.
Des Vrijdags en Zaturdags vertrekt er bovendien een trein
uitsluitend van hier tot Alkmaar ten 8 ure des morgens.
De uren van aankomst alhier zijn voor den winterdienst
als volgt: des voormidd. ten 11 u. 40 m., 's avonds 6 u. 20m.
en 11 u. 10 m. Des Donderdags 's morgens ten 9 u. 36 m.
en des Vrydags en Zaturdags namiddags ten 2 u. 56 m.
komen hier bovendien treinen aan uitsluitend van Alkmaar
en tussehengelegen stations.
Van Zaandam vertrekken treinen naar KoogZaandijk,
Wormerveer, Krommenie en Uitgeest ten 7 u. 45 m.,
9 u. 25 m., 1 u. 25 m., 3 u. 50 m. en 7 u. 45 m. Van
Uitgeest naar Krommenie, Wormerveer, KoogZaandijk en
Zaandam ten 8 u. 35, 10 u. 15 m., 2 u. 15 m., 4 u. 40 m.
en 9 u. 30 m.
Den 1 Nov. a. s. zal de spoorweg ZaandamUitgeest
voor het publiek worden opengesteld. De officiële opening
zal a. s. Zaturdag bevorens plaats hebben. Op dien dag
zal, van wege het te Zaandam bestaande comité ter bevor
dering der spoorweg-belangen, aan den raad van administratie
der Holl. Spoorweg-Maatschappij een diner worden aange
boden, waartoe verscheidene autoriteiten, als de minister
van Binnenl. Zaken, de Commissaris des Konings in deze
provincie en anderen zijn uitgenoodigd. In de meeste Zaan-
landsche gemeenten zal de dag der opening feestelijk
worden gevierd.
Tot directeuren van postkantoren zijn benoemd: te
Zevenaar de heer J. P. van Steenbergen, thans directeur
van het postkantoor te Edamte Edam de heer D. L. Bakker,
thans directeur van het postkantoor te Willemstad.
Aan den heer W. baron Mulert is, op zijn verzoek,
eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van directeur
van het postkantoor te Leeuwarden, met vergunning om
zijne aanspraak op pensioen te doen gelden.
Aan mr. G. J. Berkhof is, op zijn verzoek, met
ingang van 1 November eervol ontslag verleend als griffier
bij het kantongeregt te Edam.
Benoemd zijntot dijkgraaf van den Hondsbossche en
Duinen tot Petten Jhr. mr. C. van Foreesttot hoogheem
raad van Waterland de heer J. P. Swarttot hoofdingeland
▼an den St. Aagtendijk voor de voormalige banne Wijk
aan Duin de heer W. Scholtz Hzn.
De Hooge Raad heeft het vonnis van het hof van
Gelderland bevestigd, waarbij de personen, die ambtenaren
der belastingen misleid hadden door hen een aanhaling