Zee aanvaarden In liet gevolg van Z. K. H. worden ge
noemd Hds. gouverneur, de majoor der artillerie jhr. D. C. M.
Hooft, alsook de aan gemelden gouverneur toegevoegde
kapitein der artillerie H. Beijerman.
Te Nizza zal de Prins zich omstreeks het begin van
Januarij inschepen aan boord van Zr. Ms. stoomschip de
Valk, ten einde met genoemden bodem den togt door de
Middellandsche Zee te aanvaarden.
Tot hoogleeraar aan het Evang. Luth. Seminarium
te Amsterdam is benoemd de heer J. G. D. Mariens, pred.
bij de Evang. Luth. gemeente te Vlissingen.
De heer G. Rademaker, stations-chef te Alkmaar,
wordt met 1 Jan. a. s. verplaatst naar Leiden en vervangen
door den heer van Rezesse, thans adjunct aldaar.
Het heeft Z. M. den Koning behaagd aan den 23jarigen
jongeling uit het dorp Jelsum, die onlangs door het
Provinciaal Geregtshof van Friesland wegens moedwillige
brandstichting ten huize van zijn oom tot de doodstraf
is veroordeeld, daarvan kwijtschelding te verleenen en haar
te veranderen in tuchthuisstraf voor den tijd van 15 jaren.
Men verneemt dat het den 17 dezer juist 56 jaren
geleden was, dat de minister van Oorlog, de luitenant-
generaal J. J. van Muiken, door Z. M. benoemd tot
commandeur der orde van den Nederl. Leeuw, als vrij
williger in dienst trad bij het Nederlandsche leger.
Door Z. M. den Koning der Belgen is ZEx. benoemd
tot ridder der Leopolds-Orde.
Bij beschikking van den minister van Binnenl. Zaken
van den 22 Nov. 11. zijn benoemd tot klerken bij den Rijks
telegraaf: P. J. van Dijk, te Haarlem; P. van der Ven,
te HoornJ. S. Simons, te Rotterdamen F. T. Viel,
te Beek.
De Industrieel meldt, dat de heer J. J. v. Coeverden,
lid der directie van de ijzergieterij »de Prins van Oranje»
en lid der hoofdcommissie voor het nationaal gedenkteeken,
die tot officier der orde van de Eikenkroon is benoemd,
Z. M. verzocht heeft, hem van de aanvaarding dier onder
scheiding te willen verschoonen en zich daarbij beroepen
heeft »op de verklaring, bij de voordragt van het denkbeeld
der stichting van dat gedenkteeken door hem gedaan, dat
hij daarmede niets anders bedoelde dan de vervulling van
een nationalen pligt.»
Wij vernemen, dat de Nederl. Weerbaarheids-Bond
den 20 Dec. a. s. eene buitengewone algemeene vergadering
zal houden, hoofdzakelijk ter bespreking van tijd en plaats
voor den derden nationalen schietwedstrijd in 1870, aan
de vroegtijdige vaststelling waarvan ditmaal om bijzondere
redenen veel gelegen is. Gok zal de vergadering gewijd zijn
aan de bespreking van wijzigingen, die noodig mogten ge
acht worden in het wedstrijdprogramma, op de vorige ver
gadering vastgesteld. (U. D.)
Volgens het Correspondentieblad No. 5 van de
vereeniging van Christelijke onderwijzers, is het getal
(/echt-nationalo» scholen in de verschillende provinciën als
volgt: Groningen 19, Friesland 35, Drenthe 7, Overijssel
14, Gelderland 26, Utrecht 21, Noordholland 26, Zuid
holland 58, Zeeland 13, Noordbrabant 15 en Limburg 2,
te zamen 236 scholen.
Het. Handelsblad levert in zijn nummer van gisteren
eene gunstige recensie van het nieuwe tooneelproduct van
den heer J. Both Jzn., getiteld//Oom Bankman," jl. Vrijdag
te Amsterdam opgevoerd door het tooneelgezelschap onder
directie van den heer Victor Driessens en gelooft aan dit
stuk een meer dan gewoon succes te kunnen voorspellen.
Jl. Donderdag nacht ontstond brand in de stalling
van den huurkoetsier E. Buitink, op het Vetkamp te Nij-
kerk, die zoo spoedig in hevigheid toenam, dat het geheele
perceel weldra aan alle kanten in vlam stond. Twee knechts,
die in den stal sliepen, ontkwamen met moeite. Vier paar
den, acht koeijen, eenige varkens, zeven rijtuigen en al de
tuigen werden een prooi der vlammen, behalve eene groote
hoeveelheid hooi, stroo en tabak, die op de zolders en in
een afzonderlijk gedeelte der schuur was geborgen. Een en
ander was tegen brandschade verzekerd.
Door de officieren te Deventer is een lokaal ingerigt,
waar de militairen buiten diensttijd gezelligheid en uitspan
ning kunnen genieten. Behalve een bibliotheek zijn in deze
cantine ook eenige domino- en damspelen voorhanden. Een
dergelijke inrigting werd reeds vroeger met het beste succes
te Haarlem tot stand gebragt. Deze voorbeelden verdienen
algemeen bekend te worden, opdat ze ook in andere garni
zoensplaatsen mogen worden nagevolgd.
Uit Friesland wordt gemeld: //Naar men verneemt
komt op den staat van uitgaaf door zeker burgerlijk arm
bestuur in die provincie voor den dienst van het loopend
jaar een post van 30.voor, wegens een huwelijksgift,
verstrekt aan zeker persoon, waardoor zijn beminde met
6 kinderen, na voltrekking van het huwelijk, van onder
stands-domicilie veranderde, zoodat bedoeld armbestuur van
het onderhoud der vrouw en kinderen voor gemelde som
van slechts 30 werd bevrijd.
Jl. Maandag is te Sneek door het kantongeregt ver
oordeeld tot eene boete van 1, of subsidiaire gevangenis
straf, M. K., ter zake van het doelloos en wreedaardig
mishandelen van een dier. Wij meenen hierop de aandacht
te mogen vestigen als een leerzame waarschuwing voor zoo
velen die zich aan dergelijke mishandeling schuldig maken.
(Amst. Crt.)
Het welvarend dorp Ruinerwold ontving dezer dagen
een bezoek van iemand, die zich voordoet een veekoopman
te wezen. Bij onderscheidene landbouwers meldde hij zich
als zoodanig aan, kocht bij deze en gene runderen, vette
en magere varkens, om die daarna op een bepaalden dag
te Meppel te leveren. Was de koop gesloten, dan werd
onze koopman onhaald op koffij met Drentsche boterhammen,
soms op een middagmaal, ja zelfs nachtlogies werd hem
verstrekt, en toen men hem op de plaats der ontvangst
van het verkochte vee verwachtte, was onze pseudo-koop-
man nergens te vinden.
De kermissen en markten geven in Drenthe nog
steeds tot allerlei ruwe en woeste tooneelen aanleiding.
Elkander bij het huiswaarts keeren voorbij te rijden, is een
van de grootste liefhebberijen, die bij de door den drank
opgewonden voerlieden tot de dolzinnigste waagstukken
leidt. Iemand die te Koevorden had kermis gehouden, is
daarvan bij Westevens het slagtoffer geworden. Het
rijtuig waarin hij zat raakte bij het voorbij rijden van een
ander in de sloot, en de 35jarige landbouwer K. van Ingen
werd dood er onder uitgehaald.
Aan een brief uit St. Paul (Minnesota) in Amerika,
voorkomende in de Pr. Dr. Ct., ontleenen wij het volgende:
//Wijlen de Genestet, geloof ik, slaakte de volgende
verzuchting
//Verlos ons van den preektoon, Heer!
„Geef ons natuur en waarheid weêr."
//Jammer, dat die goede man zoo vroeg gestorven is en
niet eens hier konde komen; hij zoude dan meenen, dat
zijne verzuchting gedeeltelijk verhoord was. Bij Metho
disten, Kwakers, en andere secten hecht men nog zeer
aan den zemeltoon en aan neusklanken, maar bij vele
anderen verneemt men daarvan geen spoor. Gepasseerden
Zondagavond ging ik naar de kerk der Baptisten, waar de
leeraar zijne kudde niet met het gewone //broeders en
zusters," maar eenvoudig met //Ladies and Gentlemen»
(Dames en Ileeren) aansprak en eene ferme tot het ver
stand sprekende rede hield, waarin niets voorkwam, dat
naar den gewonen preektoon zweemde. Z.W.Ew. was
gekleed in keurige zwartlakensche broek en rok, maar
droeg, o gruwel! in de oogen van vele regtzinnige Hollanders
een helder wit vest. Bij de Methodisten preeken de heeren
met de toga aan. Zulke dingen als witte vesten geven
hier echter geene ergernis en erger dingen ook niet.
Erger dingen! ja, wat zoude men bij u wel zeggen van
een oester-souper in eene kerk? Het zoude ijselijk zijn,
niet waar, en tot straf moest geen steen op den anderen
blijven! En toch, hier gebeurt dat en het geeft geen
ergernis, en ook de kerk blijft staan. «/Maar nu wordt
gij profaan, nu begint gij te spotten» zult gij zeggen.
Waarachtig niet. Den 23 September hadden de leden der
Universalisten in hunne kerk eene oesterpartij, waarbij
een geurig glas Californiëwijn niet ontbrak en waarvan
de getuigenis algemeen was, dat de dames van die gemeente
fijne soupers weten klaar te maken.»
Een telegram uit Suez meldt, dat de Aigle Vrijdag
ochtend ten 11 u. 30 m. in de Roode zee het anker heeft
laten vallen. De heer de Lesseps meldt per telegraaf, dat
genoemd schip en de inwijdingsvloot dien dag 's namid
dags ten 4| ure bij den lichttoren van het zuidelijk
Bittermeer geankerd zijn. De Keizerin der Franschen is
Zaturdag morgen te Suez aangekomen en heeft het geheele
kanaal, van het eene einde tot het andere, bevaren, zon
der eenigen hinderpaal te ontmoeten. Het grootsche werk,
de verbinding der beide zeeën, is volkomen gelukt
De heer de Lesseps is benoemd tot grootkruis der orde
van het Legioen van Eer.
een zoo eenvoudig voorwerp voldoende was om hem volkomen
doen drijven, en hem een steun te geven, welke voor iemand, die
niet zwemmen kan, van onberekenbare waarde is.
Onder de genoodigden bij de onthulling jl. Woensdag te 's Hage,
behoorde ook Dirk van Duijne, de Scheveninger, die den Prins
met zijn wagen uit de boot naar wal had gebragt. Zie hier het
gedicht van mr. J. H. Buriage, door den heer d'Engelbronner op
het feestterrein aan den ouden Scheveninger voorgelezen.
Dirk! dat hadt je niet gedacht,
Toen voor zes-en-vijftig jaren,
Dwars door 't schuimen van de baren
Je ons Trios Willem binnenhragt,
Dat je eens in een inooijen wagen,
Mooijer dan de Prins toen had,
Door de residentiestad
Als in staatsie rondgedragen,
Kalm en wel op j' ouden dag,
Deelen zoudt in 't feest van heden;
Jij, die dankbaar aan 't verleden
Aan 't jaar dertien denken raag.
Op je houten kret gezeten,
Dirkl wie had je toen voorspeld,
Dat het volk thans als een held
J' in den Haag zou welkom hceten:
Zeg, wie had dit j' ooit verteld
De oude wagen is versleten,
En het paurd er zeker bij,
En toch Dirkje 1 juichen wij;
Want we zullen 't niet vergeten,
Welk een kostelijke vracht
Door u werd langs 't strand gebragt.
Toen vergeten op je bankje,
Thans met glorie en niet eer
Kijkt ge op den volksdroin neer,
Die je toeroept: „Dirk, ik dankje!
Dank van Duyne voor je werk."
't T.and zat bitter in de klem;
Maar hij de eerste Oranjestem
Voelden w' ons weer groot en sterk;
En gij zelf, o oude man!
Oogst er nog de vruchten van.
Vrucht!
Maar vrucht door God gegeven,
ft JoDgc Neerland denke er aan,)
Zijn geest heeft ons bijgestaan;
Hem zij de eere: Hij gaf 't leven;
En we zijn zoo trouw gebleven
Aan het Scheveningsch Verhoud,
Toen heel 't strand te daveren stond
Toen de Zeestraat er van dreunde,
Zoo toen 't volk d' Oranjevlag,
Door 't geboomte nadren zag.
O van Duvne, als g' in nw woning
Heden nacht het oog weer sluit
Drukke nw hart het dankbaar uit
„'k Rust in God en in mijn Koning.
„Ik hragt dien Oranje aan 't strand,
„Uit de wentelende baren.
„Eu zoolang Gods Vaderhand
„Mij 't vergrijsde hoofd mag sparen,
„Zal ik bidden voor mijn land 1"
De omstandigheid, dat, niettegenstaande de talrijke reddingsmid
delen, zoo menig schip bij donkere nacht, onopgemerkt, digt onder
de kust met man en muis vergaat, heeft een liefhebber der zwem
kunst, die verscheidene menschen en kinderen uit het water heeft
gered, er op bedacht gemaakt om iets te vinden, waardoor schip
breukelingen zeiven, zonder van elders aangebragte hulp, aan den
dood kunnen ontkomen. De zaak is deze:
Aan boord van elk schip zijn talrijke holle voorwerpen, als:
ledige bierkruiken, wijnflesschen, oliepullen, groote flesschen in mand
werk, voorwerpen van blik enz., die in tijd van nood kunnen aan
gewend worden als drijfmiddel. Ofschoon ieder weet, dat eene
goedgekurkte kruik of flesch niet zinkt, blijkt het, dat men over
het algemeen een overdreven denkbeeld heeft van het aantal, dat
vereischt wordt om een mensch boven water te houden, terwijl 10
of 12 te zamen gebonden, of wel in een pijpenmandje ot iets der
gelijks gepakt, daartoe voldoende zijn. Een jongmensch, die vol
strekt niet zwemmen kan, heeft in het Noorder-Buitenspaarne, bij
Haarlem, op eene diepe plaats, waar kort te voren een militair
verdronken was, aan een mandje met 10 flesschen volkomen gedre
ven men had hem voor zijne gerustheid een lijntje aangebonden,
dat echter steeds slap bleef hangen.
Met dezelfde pijpenmand zijn proeven genomen in de Noordzee,
tot groote voldoening der toeschouwers, en tot bijzondere verwon
dering van den loods, die vroeger bij zeerampen met de reddings
boot was werkzaam geweest, en verrast was te ondervinden dat,
Tot bevordering van meerdere kennis van het Suez-kanaal ver
dient zeker het volgende de algemeene aandacht:
De hoofdbronnen voor de geschiedenis van het grootsche werk
zijnde veertien jaargangen van het blad L'isthme de Suez, de zes
deelen documenten: Percement de l'isthme de Suez (Parijs, Pion),
en de Histoire de l'isthme de Suez (Parijs, Hachette). Laatstge
noemd werk prijkt met het portret van de Lessseps en is ruim
van kaarten en plannen voorzien. Olivier Ritt schreef dit boek na
in 1861 in Egypte te zijn aangekomen; de woorden waarmede hij
zijn werk eindigt luiden als volgt: „Bewonderenswaarde triomf van
den wil, van de wetenschap en van den arbeidEeuwige eet
den man, die het groote werk ontworpen en aangevangen heeft,
den vorsten die het begrepen en beschermd hebben, alsmede aan het
dappere heir arbeiders, die een langen en moeijelijken veldtogt
hebben doorgestaan, wier overwinning niet onder bedwelmend kanon
gebulder en het geschal der krijgstrompetten behaald werd, en des
niettemin ver boven alle oorlogsoverwinningen verheven staat, omdat
zij de aarde vruchtbaar maakt, zonder ze met bloed te hebben
gedrenkt!"
De Köln. Zeit. doet naar aanleiding van deze laatste uitdrukking
opmerken, dat het Suez-kanaal wel menschenlevens gekost heeft, en
niet weinigen ook, maar zij laat er op volgen, dat dit ook het geval is
geweest met den spoorweg over de landengte van Darië, die dui
zenden menschen naar het graf sleepte, en dat bij het graven van
het Mahmudieh-kanaal insgelijks menschen den dood hebben ge
vonden dat is het lot der wereld.
Een Engelsch geleerde heeft berekend dat een man, die gemiddeld'
3 uur per dag praat op den maatstaf van 100 woorden per minuut,
als ieder zijner woorden opgeschreven werd, 29 Octavo pagina's in
een uur volmaken kan. Per week zou dit worden ongeveer 600
pagina's, dus per jaar 52 dikke deelen. Eene dame vroeg eens aan
den statisticus of die berekening ook voor de vrouwen gold. Ja,
was het antwoord, inaar dan moet de uitkomst met 10 vermenig
vuldigd worden.
onc
tre
gec
onl
dat
das
hu:
vei
is
M
M:
va
da
M
da
de
ho
de
ge
ve
pii
on
dé
Sa
M.
na
K:
Als eene historische curiositeit wordt door een der Parijsche bladen
gemeld: „In 1848 ontving een commissaris der regering de volgende -*-1
depêche
„Arresteer, door alle mogelijke middelen, den burger Louis
Napoleon, indien hij zich in uw departement vertoont.
(Get.) Ledrl-Roi.lin."
Een jaar, of vijftien maanden later, ontving de prefect van hetzelfde
departement eveneens eene depêche, aldus luidende: Wl
„Arresteer, door alle mogelijke middelen, den burger Ledru-Bollin, al
indien hij zich in uw departement vertoont. al
(Get.) Dufaure, tv
minister van Louis Napoleon." ve
De rijke erfgenamen van de eeuwige stad schijnen tegenwoordig
voor niets oogen te hebben dan voor de dappere verdedigers van
de zaak des Pausen. Zoo heeft eene Prinses van Santa-Croce een
eenvoudig zouaaf gehuwd en hem een bruidschat aangebragt van
1,000,000. De kleindochter van den Prins Barberini is sedert
eenige dagen de vrouw van een zouaaf, die tot een der geringste
Belgische familie's behoort, terwijl de dochter van de gravin Falyacappa
zich verbonden heeft met een luitenant zonder geboorte of vermogen.
Waarlijk, de dienst bij de pauselijke zouaven is niet te verwerpen.
Eene onvoorzigtigheid, waarvan reeds vele personen het slagtoffer
worden, was ook de oorzaak van de ziekte des Konings van Italië,
die gedurende eenigen tijd geheel Europa in beroering heeft gebragt.
Victor Emmanuel was in den omtrek van Rossore op de jagt, waar
van hij een hartstogtelijk liefhebber is. Reeds verscheidene uren
had men te vergeefs het spoor gevolgd van een prachtig everzwijn
eensklaps slaan de honden aan, hel zwijn komt uit het struikgewas
regt op den Koning aan, snuivende en in een opgewekten toestand,
zoo als men zich kan voorstellen van een beest van die soort, dat
den geheelen morgen is gejaagd. De Koning biedt weerstand, de
buik van zijn paard wordt opengereten, tien honden bijten in het
zand en eerst na een dollen wedren wordt het zwijn geforceerd,
gedood en in stukken gehouwen. Den geheelen morgen was er een
fijne en ijskoude regen gevallen, waarop de Koning bij zijn hoog
opgevoerden jagtijver geen acht had geslagen; op het kasteel terug
gekeerd, zet hij zich voor een groot vuur en dronk in één teug een
groot glas koud water leêg. Kort daarna overviel Z. M. eene huivering
waarop onmiddellijk de koorts intraddés nachts openbaarde zich
de pleuris.
Iemand gaf het volgende onderscheid tusschen eene Fransche,
eene Engelsche en eene Duitsche vrouw. De Fransche vrouw heeft
vernuft, de Engelsche verstand, de Duitsche gevoel. De Fransche
vrouw kleedt zich met smaak, de Engelsche zonder smaak, de
Duitsche zedig. De Fransche vrouw babbelt, de Engelsche spreekt,
de Duitsche praat. De Fransche vrouw biedt u een roos aan, de
Engelsche een Dahlia, de Duitsche ein vergiss mein nicht.
Iets voor den landbouwer. Een goed geneesmiddel tegen
de ziekte der varkens is - elk varken een pijpenkop fijn gemalen
zwavel door zijn karnemelk te roeren. Ook is dit middel zeer
aan te raden voor zieke kippen, waarvan de objectieve verschijnselen
der ziekte bestaan, in volslagen lusteloosheid, gebrek aan eetlust,
gepaard met eene hevige dorst.
Een zeker iemand heeft berekend, en geeft dit aan alle land
bouwers zeer in bedenking, dat 50 pond haver als veevoeder meer
vermogen heeft, dan 100 pond hooi, en 25 pond boonen staan weêr
gelijk met 50 pond haver; dus zit in 25 pond boonen ook meer
voedsel dan in 100 pond hooi.
Het verdient opmerking, dat melk die de koe 's avonds geeft,
3 pCt. vetter is, dan wanneer men ze 's morgens melkt; want de
melk van 's avonds bevat 13 pCt. vaste stof tegen 10 pCt. van die
van 's morgens. Wanneer nu 1 pond melk het zesde gedeelte van
het gewigt van boter oplevert, dan zou de avondmelk ongeveer het
dubbele van die hoeveelheid geven.
De boter verliest door het algemeen in gebruik zijnde uit-
wasschen met water veel van hare duurzaamheid en hare geur. Het
is daarom verkieslijker tafel-boter zonder behulp van water te bereiden
en de in de boter aanwezige melk doorkneden daaruit te verwijderen.
Is de hoeveelheid vloeistof, die zich in de gedrukte holten der boter-
kluit verzamelt, te gering om afgegoten te worden, dan laat men
haar door een zuiveren doek opzuigen. De op deze wijze bereide
boter is smakelijker, zoeter en duurzamer dan de volgens de gewone
methode gemaakte. Om ranzig geworden boter den onaangenamen
smaak te ontnemen, kneedt men haar terdege met versch water,
waarin eenige druppels chloorkalk-oplossing gevoegd zijn, door en
wascht haar daarna nog eens met versch water uit. Was de boter
niet sterk ransig, dan doet ook het doorkneden met versche melk
en eene daarop volgende uitwassching met water goede diensten.