Tot regter in de arrondissements-regtbank te Maas tricht is benoemd mr. C. M. A. .T. Bergers, thans regter plaatsvervanger in die regtbank en advocaat aldaar. Naar het Vaderland verneemt zijn tot officier van de orde der Eikenkroon benoemd de kapitein der artillerie W. C. Hojel, werkzaam aan de K. M. Akademie te Breda, en tot ridder dierzelfde orde de 1ste luitenant der artillerie E. H. Usener, thans gedetacheerd in Zweden bij de fabri catie van zwaar kustgeschut. Eerstdaags zal bij de Tweede Kamer der Staten- Generaal worden ingediend de wet, bij art. 20 der grondwet gevorderd, ten einde toestemming te verleenen tot het huwelijk van H. K H. Prinses Marie der Nederlanden met Z. D. H. Prins Willem Adolpli Maximiliaan Karei von Wied. Het voorbeeld der Groningers, om zich om vermin dering van oorlogslasten tot Z. M. den Koning te wenden, begint navolging te vinden. Ook te Sneek ligt o. a. thans een adres van gelijke strekking ter teekening. De minister van Binnenl. Zaken heeft curatoren der Groninger lioogeschool gemagtigd, het verzoek der studenten toe te staan, om aan dr. Huizinga voorloopig het waar nemen der colleges van wijlen den hoogleeraar van Deen op te dragen. Bij eene aanschrijving van den minister van Marine, zijn bij het korps Mariniers eervol vermeld, wegens hunne loffelijke gedragingen bij de militaire operatiën tegen Ivom- mendah (Kust van Guinea) in de maand Februarij 1868: de sergeant II. Overkamp, de mariniers 1ste klasse A. Roggen kamp, en 3de klasse C. Link. Bij de behandeling der Indische begrooting in de Tweede Kamer kwam bij den post: voeding van den soldaat, de jenever ter sprake. De verdediging van het genevergebruik voor den soldaat door twee geneeshecren, kamerleden, door den zee-officier de Casembroot en den minister van koloniën, wordt door een schrijver in het Dagblad betreurd en bestreden. //In dezelfde dagen," zegt hij, //waarin deze treurige discussie werd gevoerd, vierden 's Gravenhage en geheel Nederland feest. Schoone woorden werden gesproken bij de onthulling van het gedenkteeken voor Nederlands onafhankelijkheid. Daar trok een schaar van werklieden, van oude strijders en van vereenigingen het monument voorbij. Daar volgde ook de kern van Nederlands gewapende magt, de schutterij, langs de Koninklijke tribune hulde brengende aan de prachtige gedenkzuil. Maar wat ziet ons oog? Die schare, waarop Nederland steunen moet in oogenblikken van gevaar, die naast God onze onafhankelijk heid zal beschermen tegen eiken vijand, was zij doordrongen van het gewigt harer roeping, gevoelde zij, wat die beelden als 't ware haar en der geheele natie toeroepen? Ach neen! Goddank niet allen, maar toch velen waren op dat oogenblik alleen doordrongen van jenever. Schandelijker, jammer- lijker vertooning is zelden gezien, en zoo al de wufte menigte mogt glimlagchen over al die zwaaijende en gillende en struikelende schutters langs de Koninklijke tribune, 't hart van eiken waarachtigen Nederlander moet daar geweend en tevens met het oog op de toekomst van angst gesidderd hebben. En die dan des avonds door onze prachtig verlichte straten die cohorten van gillende en vallende soldaten overal is tegengekomen, die moge, zoo hij durft, nog spreken van vertrouwen op de energie onzer legers in oogenblikken van nood en gevaar!" In de jl. Zaturdag gehouden vergadering van dijk graaf, heemraden en lioofd-ingelanden van den polder Oost- zaan zijn met algemeene stemmen herkozen de heeren Jacob Dozy, tot secretaris, en S. Gelderman, tot penningmeester. Uit Schermerhorn wordt gemeld, dat de tongblaar onder het rundvee in die streken zoo goed als geweken is. Vele koeijen hebben echter nog te doen met het zooge naamde klaauwzeer. Het water heeft op sommige plaatsen eene ongekende hoogte; het aantal muizen dat aldaar in den zomer was, vindt daardoor den dood. Aan de Geestbrug had dezer dagen eene komisch- tragische scène plaats, die allertreurigste gevolgen had kunnen hebben. - Een zeker knaapje, C. J. Bakker genaamd, hield zich eenige dagen geleden onledig met hot afscheuren van publicatiën, welke de bevoegde magt op het daartoe bestemde bord had doen aanplakken. Het scheen den aldaar toe vallig passeerenden rijksveldwachter uit Voorburg niet ongepast toe, den jeugdigen booswicht door een veel- beteekenend en waarschuwend vingeropheffen zijn misdrijf onder het oog te brengen. Deze beweging van den dienaar der wet schijnt op het weeke gemoed van onzen schuldigen Cornelis een diepen en onuitwisclibaren indruk te hebben gemaakt; althans toen hij eenige dagen later (het was juist het zesjarig geboortefeest van onzen held) denzelfden veldwachter met een groot papier (een biljet voor de aan staande algemeene volkstelling) zijns vaders woning zag betreden, achtte hij het geraden hem door het dakvenster te ontvlieden, daar hij in genoemd document minstens eene ter dood veroordeeling, of een bevel tot inhechtenisneming zag. Na in de goot gestapt en vandaar langs de pannen naar de vorsten van het dak geklommen te zijn, bleef hij, ziende dat hij niet hooger kon, met beide handjes om den nok geklemd, in hangende houding den afloop van de tegen hem ingestelde regtsvervolging afwachten. Hij kwam daar tusschen hemel en aarde tot de juiste conclusie, dat zijne vorige verjaardagen aangenamer door hem waren gevierd dan deze. Hij wachtte natuurlijk lang; want de veldwachter had hem reeds lang en breed vergeten, en ook zijne nederige ouders vermoedden geenszins dat hun zoon eene zoo hooge vlugt genomen had. Wel miste men den knaap, doch daar dit dikwijls gebeurde, maakte zijn vader zicb niet ongerust en begaf zich als gewoonlijk tegen half twee naar zijn werk te Rijswijk. Op weg daarheen echter werd hij nog bij tijds achterhaald en verrast met het berigt, dat zijn zoon zich op het dak van zijne woning in groote ongelegenheid bevond. Men was tot deze ontdekking geleid, doordien eene tegenover hem wonende dame, toevallig naar buiten ziende, twee handjes en het bovenste gedeelte van een kinderhoofd boven het dak had zien uitstpken. Deze toevallige om standigheid heeft het leven van het knaapje gered. Met moeite is men er in geslaagd hem naar den beganen grond terug te voeren. Noch zijn vader, noch een ter hulp gesnelde buurman kon hem bereiken. De zoon bleek intusschen grooter gymnasticus te zijn dan zijn papa. Men heeft hem door de stellige verklaring dat zijn //béte noire" afgetrokken was, eindelijk na een langdurig discours overgehaald zich van den nok in de goot te laten glijden en hem vandaar verder getransporteerd. Twee uren had hij in hooger sfeeren gezweefd, zoodat bij zijne terugkomst hier beneden zijne vingertjes geheel blaauw en gevoelloos waren van koude en inspanning. Door de betrekkingen van den man die daags voor het onthullingsfeest de vlag op 's Konings paleis te 's Hage uitstak en daarbij op de straat nederstortïe, aan de gevolgen waarvan hij overleed, wordt medegedeeld, dat Z. M. niet alleen uit HDs. eigen fondsen pensioen aan de weduwe en kinderen verleent, maar ook reeds bij het ongeval zelf op treffende wijze deernis heeft betoond. Jl. Zaturdag-nacht geraakte een met petroleum geladen driemaster in het Zwanengat bij Fijenoord in brand. Aldaar bevindt zich de bewaarplaats van petroleum voor Rotterdam, alwaar het schip moest lossen. Gelukkig konden de schepen die in den omtrek voor anker lagen, bij tijds verwijder/1 worden, zoodat er geene verdere onge lukken te betreuren zijn. //Het brandende schip leverde in den stik-donkeren nacht een prachtig schouwspel op!" Arnhem, Gelderlands hoofdstad heeft, en teregt, den naam van de aangenaamst gelegene provinciestad te zijn. Menigeen zal het moeite kosten te gelooven aan het paupe risme, dat aldaar nog wordt aangetroffen en hetwelk thans, bij de volkstelling, op nieuw aan het licht treedt. Er zijn b. v. huisgezinnen, en wel in het sedert de laatste jaren aangebouwde gedeelte der stad, waar het geheele gezin met een varken in hetzelfde kleine lokaal huisvest, eet, drinkt en slaapt. Er is hierbij eene gezondheids commissie Deventer dames, blakende van lust voor schei- en natuurkunde, hebben aan docenten der rijks hoogere burger school aldaar nu ook verzocht om les van hen te ontvangen in de andere vakken van middelbaar onderwijs. Sedert eenige jaren heeft men te Dalfsen niet zoo veel wilde ganzen opgemerkt als thans de prijs is dien ten gevolge dan ook op 1 per stuk teruggegaan. Voor eenige dagen ontvingen eenige winkeliers te Ambt Hardenberg eenige gelden, hun regtstreeks uit Noord Amerika toegezonden door de familie Zwake. Die familie, vóór 8 jaren naar Noord-Amerika vertrokken met achter lating van onderscheidene schulden, heeft thans, nu zij daar in beteren toestand is gekomen, door overzending der gelden aan hare verpligtingen hier te lande willen voldoen. Door de gezamenlijke kamers van Koophandel en Fabrieken in de provincie Friesland is een adres gezonden aan den minister van Financiën, waarbij wordt aangedrongen op de invoering van een uniformport van 5 cents voor gefrankeerde brieven; voor niet gefrankeerde zou een verhoogd of dubbel port, naar het oordeel der kamers, kunnen worden geheven. Voor eenigo dagen werd een ingezetene van het dorp O., nabij Dragten, wegens schulden naar de gevangenis te Leeuwarden in gijzeling gebragt. Bewogen met het lot van den ongelukkigen huisvader, wisten familie en goede kennissen eene som van twee honderd gulden tot opheffing der gijzeling bijeen te brengen, terwijl aan een der zonen van den schuldenaar de uitvoering van het menschlievend doel werd opgedragen. Deze echter is den hem opgedragen last niet getrouw gebleven, maar heeft zich met het zoo moeijelijk bijeen- verkregen montant heimelijk naar Noord-Amerika begeven, tot groote smart van zijn gevangen vader en tot niet geringe teleurstelling van de edele gevers. Men ziet het: ondank is 's werelds loon! //Sint Nicolaas brengt ieder wat," zegt Schenkman; welnu, menigeen in de omtrek van Grouw bragt hij het water aan de lippen, en dit wel in letterlijken zin, of eigenlijk, hij bragt het niet, want die toestand duurt nu reeds geruimen tijd. Met bootjes komt men naar het dorp varen, waar de voetganger gewoon is te passeeren. De schade aan turf en hooi door het water toegebragt, is zeer belangrijk. Bij de oncenigheid tusschen den hoofdinge nieur en gedeputeerde staten over de loozing van het water kan nog menig kalf verdrinken, eer men den put van het winterwater zal weten te dempen. Men leest in de Landb. Crt. Den 17 November 11. had de laatste verkooping van Groninger straatvuilnis in 1869 plaats. Gedurende dit jaar zijn volgens ons welwillend verstrekte opgaven verkocht 927 vrachten straatvuilnis 177,000 kilogr. voor ƒ73,836.23 164j vrachten idem idem voor- 6,303.50 Totaal ƒ80,139.75 De gemeente Groningen heeft daarvoor over 1869 een zuiver voordeel van ongeveer 37,000. Wanneer men daarboven de voordeelen in aanmerking neemt die er voor den landbouw uit voortvloeijen, en de welvaart, die in de gemeente wordt verspreid door de betaalde, arbeidsloonen, dan zal 't wel geen betoog behoeven, van hoe ontzettend veel gewigt de mestverzameling te Groningen is. Indien b. v. te Amsterdam de faekale stoffen verwijderd werden als te Groningen en niet in de grachten werden geworpen of wegvloeiden, zou de hoofdstad van het rijk zeker vrij wat minder onaangenaam op het neusorgaan werken dan nu het geval is. - Dezer dagen is op de botermarkt te Meppel door de politie, van wege de regering, onderzoek gedaan naar het gewigt der stukboter, zoogenaamde Meppeler kluiten. Dit onderzoek heeft tot resultaat gehad, dat tegen drie land bouwers proces—verbaal is opgemaakt, omdat hunne stukken, gewogen zijnde, te ligt bevonden werden. Een harde, maar toch verdiende les; een ieder zij op zijne hoede tegen zoo danige bedriegelijke handelwijze. Aangekomen schepen te Batavia, voor 17 November: Batavia, President van Rijckevorsel, Robertus en Hendrikus en Zeenympli. VertrokkenHerman de Ruyter, Johannes, Mary en Hillegonda, Mina, Prinses Amalia en Schelde. Wie het voorregt heeft tot de vorstelijke familie te behooren zegt de Arnh. Crt. verliest daardoor, naar het schijnt, alle regt op de bescheidenheid van zijne tijd- genooten. Een candidaat voor de Fransche Kamer ver moedde, dat zelfs zijne schaduw behoorde tot de kiezers, die hem vervolgden, en zoo schijnt ook de schaduw van de vorsten te behooren tot het publiek, dat hen controleert. Als een Prins slechts een voet in een rijtuig zet, wordt het aan gansch Europa medegedeeldals eene Prinses een kind ter wereld brengt of een huwelijksaanzoek krijgt, moet de geheele wereld er zich over verheugen, en als er eene oude dame of bejaard heer sterft, die aan eenige dynastie verwant is, wordt dit niet alleen door de dagbladen ter algemeene kennis gebragt, maar dompelen zich ook de vorsten en hovelingen van alle bevriende en niet-bevriende mogendheden in den rouw, al is hunne droefheid ook zóó gematigd, dat zij er met drie dagen ligten rouw voldoende van hebben getuigd. Wij opponeeren (vervolgt de Arnh. Crt.) ons niet tegen deze beleefdheden aan vorstelijke personen bewezen; als zij er zeiven prijs op stellen, misgunnen wij hun dien voor rang boven gewone stervelingen niet. Maar wel beklagen wij hen, dat elk van hunne daden de ronde moet doen door de dagbladen, en dat zij geen paard kunnen bestijgen of |geen diner kunnen bijwonen, zonder dat de beschaafde wereld het verneemt. En bleef het nog maar bij ridjes te paard of diners; maar dezer dagen werd aan het verheugd Europa aange kondigd, dat de keizerlijke Prins zijn eerste cigarette had gerookt. Dat deze eerste stap op dit gebied het gevolg had, hetwelk hij meermalen heeft, werd er niet bijgevoegd; maar ook zonder dit, vragen wij, waartoe het leidt, dat dergelijke voorvallen uit het intieme leven publiek worden? Wij kunnen nog begrijpen, dat de pers het wereldkundig maakte, toen de hertog van Genua zijn sigaar rookte. Dat was eene kwestie van politiek belang. De Spanjaarden zouden geen Koning dulden die niet rookt; in dit land, waar iedereen zijn puro of cigarro rookt, kan een Koning geen uitzondering maken, en de berigtgever zegt dan ook, dat dit rooken slechts strekte in antwoord op den twijfel van een Spaanschen grande, of de candidaat wel aan deze nationale gewoonte kan voldoen. Toen de hertog dit plastisch antwoord had gegeven, was zijne candidatuur ter stond eene stem gestegen. Maar niemand bekommert er zich om, of de keizerlijke Prins cigarettes rookt, en hij zelf moet verre van opgewekt zijn bij het lezen van dit berigt in de dagbladen. Wanneer men het reeds vertelt als ik eene sigaar rook, hoe zullen dan mijne verdere daden gecontroleerd worden, moet hij bij zich zeiven hebben gedacht. Waarlijk, het lot van den candidaat voor de Fransche Kamer is nog benijdenswaardig bij het zijne vergeleken; eene candidatuur eindigt met de verkiezing, maar het leven van een vorst eindigt eerst met zijn dood." Een telegram uit Rome meldt, dat de aartsbisschop van Utrecht en de bisschop van Haarlem, de hh. Schaepman en Wilmer, in gezondheid er jl. Donderdag avond zijn aangekomen. Europeanen kunnen zich moeijelijk een begrip vormen van het leven in het groote land der vrijheid van Noord- Amerika. Als een staaltje van alledaagsche voorvallen vermelden wij de volgende advertentie uit de Grondwet, een der in de Hollandsche taal verschijnende week bladen aldaar: BRANDHOUT! Zij, die ons schuldig zijn voor het blad en met brandhout willen betalen, worden verzocht, dit oogenblikkelijk te brengen aan de drukkerij dezes, boven M. P. Visser's Store, daar wij er groote behoefte aan hebben. Op eene geografische vierkante mijl zijn in de Ver- eenigde Staten van Noord-Amerika 36 woonhuizen, in Noorwegen 45, in Spanje 281, in Hannover 401, in Pruis- sen 425, in Oostenrijk 438, in Zwitserland 462, in Beijeren 563, in Ierland 679, in Italië 715, in Baden 752, in Frank rijk 774, in Saksen 890, in Nederland 934, in Engeland en Wales 1441, in België 1624. Tot onderzoek der maag moet zekere dr. Milliat een soort van spiegel ontdekt hebben. Een glazen buis wordt in de maag ge bragt, welke met een sterke galvanische batterij in verband staat, en een electrode bevat, welke tot het //daarstellen" van een schitte rend galvanisch licht vereischt wordt. Op deze wijze zou men, door den opperhuid heen, alle aanwezige zweren en wanstaltigheden van de maag kunnen waarnemenwant het binnenste is dan ver licht, evenzeer als een sterk kaarslicht de vingers doorschijnend maakt. Aangenomen dat de zaak geen humbug ware, zoo is met de uitvinding van dit werktuig nog niets gewonnen. Keelspiegels, oogspiegels, stethoscopes, enz., hebben nog nooit iets tot genezing kunnen bijdragen, en dit zal óók wel met de uitvinding van Milliat het geval zijn I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1869 | | pagina 2