opgespoord, of ten minste zooveel nader gebragtHij, die
den landbouw-producten van een goed deel van Azië een
nieuwen weg heeft geopend naar de Europesche markten
Een tweede burgerkroon waclit de slapen van ben, die
op den 10 Mei dezes jaars te Promontory-point den laat-
sten rail legden van de spoorwegbaan, die de Atlantische
Oceaan verbindt met de Stille Zuidzee, die New-York
heeft verbonden met San-FranciscoMijlengroote uitge
strektheid, vroeger alleen door de Indianen-stammen
bewoond, zijn thans ook vatbaar geworden voor ont
wikkeling, voor landbouw en veeteelt. Indien ooit de
geschiedenis aantoonde hoe handelswegen de dragers zijn
der beschaving, dan was het hier. Blanke volkplanters
volgden den Pacific-railroad op den voet In 1861, toen
de ingenieur Th. Judah zijne studiën maakte voor dezen
wereldspoorweg, scheidden 3700 kilometers het bevolkte
Westen van het bewoonde Oosten van Amerika; 3700
kilometers bosch, woestijn en prairiën en de besneeuwde
toppen der Rocky Mountais. Deze grenzenlooze ruimte
was nutteloos voor de maatschappij. En niettegenstaande
den burgeroorlog heeft Amerikaansche ijver en kapitaal en
kennis het reuzenwerk verrigt, dat dit jaar is ingewijd en
fluit thans de locomotief door die landen, die nog voor
kort eene woestenij heetten, en als uit den grond zijn
woningen, dorpen, ja steden verrezen langs het pad van
den vuurwagen!
Geen som schijnt te groot om handelswegen aan te leg
gen en te verbeteren. En het gezond verstand, dat voor
de schatten, aan militaire uitgaven verkwist, schrikt en
daartegen protesteert, juicht deze uitgaven toe. De weg
door Napoleon over den Mont-Cenis aangelegd, kostte zeven
en een half millioen francs. Zij was eene groote verbete
ring, maar het handelsverkeer is hem sints lang over het
hoofd gegroeid. Wat nood, men zal den berg doorgraven!
Ruim lOmaal zooveel als de weg over den berg zal de
tunnel door den berg kosten. Maar behalve geld, zal er
tijd mede gemoeid zijn. Geld wordt gevonden, maar tijd?
Kan de handel de twintig jaar wachten, die voor de door
boring benoodigd zijnMen meent van niet. En ziet 1 op
den ouden Napoleontischen straatweg, langs diepten, over
afgronden slingerend, zich als een slang wendend om den
berg, wordt een spoorweg gelegd. En maken de bogten
met kleine straal, de wendingen van het smalle pad, het
bouwen van een spoor onmogelijk, welnu! men vindt een
geheel nieuw stelsel van spoorwegen uit! Dit jaar was
het eerste, dat getuige was van een onafgebroken spoorweg
dienst over den Mont-Cenis, al was hij dan ook in naam
reeds eenige maanden vroeger voor het verkeer geopend,
en het stelsel van den ingenieur Teil heeft bewezen proef
houdend te zijn. Ook hem, die het nog niet genoeg ge
waardeerde .productive vermogen der spoorwegen heeft
vermeerderd, door ze te leggen op vroeger onmogelijk ge
achte hellingen en met vroeger ondenkbare krommingen,
ook hem komt op 't einde des jaars een groet toe.
In ons land waren wij getuigen van de toevoegingen van
nieuwe stukken aan ons spoorwegnet. Een belangrijk plan,
al is het voorloopig niet meer dan een plande droog
making van de Friesche Wadden, en eveneens dat tot
bedijking van de Wieringer-meer, ze wijzen er op, hoe
Nederland een (/veroveraar' wil zijn. Onze groote werken
de brug over den Moerdijk, de Rotterdamsche waterweg
en het kanaal van /Holland op zijn Smalst» zijn nog on
voltooid, maar op hen is toepasselijk, wat Franklin van de
electriciteit, zeidenu nog een kind, kan het een man
worden 1
BINNENLAND.
HELDER en NIEUWEDIEP, 1 Januarij.
De toestand in Frankrijk wekt ieders opmerkzaamheid.
Keizer Napoleon, de man die sedert 1852 de verpersoon
lijkte magt in Frankrijk is geweest, heeft geduld, dat tijdens
zijn bewind werd toegegeven aan den drang naar hervor
ming in het binnenlandsch bestuur. Die hervorming is
eenè vermindering der keizerlijke magt en nooit heeft men
kunnen denken en verwachten, dat Napoleon, tot een
stap van dien aard zou kunnen komen. De dringende
eischen des tijds, 's Keizers ouderdom en de nadering van
zijn levenseinde, ziedaar de oorzaken van eene zoo
groote verandering. Ondanks de wanhopige pogingen dei-
keizerlijke ambtenaren om de verkiezingen voor het Wet
gevend Ligchaam in keizerlijken zin te doen uitvallen;
ondanks de behandeling van kundige gencesheeren en ondanks
de aangewende moeite om den Frins-troonsopvolger bij de
natie populair te makenondanks al die kunstmiddel
tjes is het niet gelukt den stroom te keeren, die zich tegen
den dam der keizerlijke alleenheerschappij in beweging
zette. De openbare meening verzette zich met kracht
tegen regeringsmaatregelen, bestemd om der publieke opinie
den genadeslag toe te brengen. De oppositie tegen de
regering, aanvankelijk ligt geteld, werd van lieverlede
krachtiger, en eer het in Frankrijk tot een opstand was
gekomen, gaf de Keizer toe, om zijn prerogatief binnen
engere grenzen te beperken. De aftreding van het kabinet,
en de opdragt aan den heer Ollivier tot zamenstelling van
een nieuw bewind zoude'n de kroon opzetten aan Napoleon's
opofferende gezindheid om het volk gelukkig te maken,
ware het niet, dat de door ons genoemde oorzaken het
nemen van zulk een besluit dringend hadden geboden.
Ten aanzien van het geschil tusschen den Sultan en den
Onderkoning van Egypte verneemt men steeds gunstige
berigten, die het reeds medegedeelde betreffende de toe
nadering en verzoening tusschen beiden bevestigen. Van
eene den Onderkoning gunstige zijde wordt thans verzekerd,
dat ieze nu spoedig te Constantinopel zal komen.
Zr. Ms. stoomschip de Valk, aan boord waarvan zich
bevinden HII. KK. HH. Prins en Prinses Hendrik, heeft
jl. Donderdag Alexandrië verlaten, koers zettende naar
een der Italiaansche havens. Aan boord was alles wel.
Bij Z. M. besluit van 23 December 1869 No. 17 is I
aan den heer J. A. van Viegen, eervol ontslagen commies
der posterijen, een wachtgeld toegekend van 500 's jaars.
Tengevolge van de op Donderdag 23 December jl. in
het bierhuis de Brouwer gehouden bijeenkomst van belas
tingschuldigen in den lloofdelijken Omslag, is het navolgend
adres, door een 1200tal ingezetenen geteekend, aan Z. Exc.
den minister van Binnenlandsche Zaken toegezonden.
/Ion Zijne Excellentie den Heere Minister van
Binnenlandsche Zaken te 's Gravenhage
Geven met verschuldigden eerbied te kennen, de onder-
geteekenden, belastingschuldigen in den lloofdelijken omslag
en meest kiezers in de gemeente den Helder;
Dat zij uit de verslagen van de openbare zittingen van
den Raad van den Helder, met groote belangstelling heb
ben gezien de pogingen door dat ligchaam aangewend om
de gemeente-accijnsen op het gedistilleerd, het gemaal, het
geslagt en den turf te behouden;
Dat, zij met spijt hebben ontwaard, dat de Raad in het
vorige jaar is verpligt geworden den accijns op den turf
af te schaffen, dewijl nu reeds is gebleken, dat niet de
verbruikers, maar slechts eenige, meestal vreemde turf
schippers en leveranciers daardoor zijn gebaat, ten nadeele
van de financiën der gemeente en alzoo ten nadeele der
ondergeteekenden
Dat zij uit het verslag der zitting van den Raad, dato
14 December jl., met smartgevoel hebben vernomen, dat
door Uwe Excellentie wordt aangedrongen om bij de be
grooting voor het dienstiaar 1870 over te gaan tot afschaf
fing van den accijns op het geslagt en tot vermindering
van dien op het gemaal
Dat zij zich de vrijheid veroorloven aan Uwe Excellentie
ter kennisse te brengen, dat zij hnnne volle adhaesie
schonken aan al de pogingen door den Raad aangewend,
om de verbruiksbelasting te behouden en die zullen blijven
schenken aan de verzoeken en vertoogen, door den Raad
dezer gemeente te dier zake nog te doen;
Dat zij van gevoelen zijn, dat, uithoofde van den excep-
tioneelen toestand dezer gemeente, een toestand door
den Raad zoo juist onder de aandacht van Uwe Excellentie
gebragt, de geregelde voortduring harer huishouding
moeijelijk, lastig, ja onmogelijk zou worden, wanneer de
wet van 7 Julij 1865 (Staatsbl. No. 79) op de afschaffing
der verbruiksbelasting, eene wet voor vele andere ge
meenten van voortreffelijke werking, op haar moest
worden toegepast;
Dat zij om deze redenen de vrijheid nemen eerbiediglijk
te verzoeken:
1°. dat het Uwe Excellentie moge behagen de voorstellen
van den Raad der gemeente Helder, tot het heffen van
verbruiksbelasting, zoo als zij door den Raad zijn aange
boden, ter goedkeuring aan Z. M. den Koning voor te
dragen, en
2°. dat Uwe Excellentie moge overgaan om voor de
gemeente Heider eene uitzonderingswet voor te dragen,
als het eenig middel om deze, in zoo bijzonderen toestand
verkeerende gemeente voor ondergang te behoeden,
't Welk doende, enz.
van Uwe Excellentie de onderd. dienaren,
(volgen de handteekeningen.)
Helder, 23 December 1869.
Tot procureur bij den Iloogen Raad der Nederlanden
en het Provinciaal Geregtshof in Zuidholland is benoemd
mr. J. H. C. Lisman, thans procureur bij de Arrond.-
Regtbank te 's Gravenhage, alsmede plaatsverv. kantonr.
aldaar, uit welke eerstgenoemde betrekking hem eervol
ontslag is verleend.
Aan het Prov. Gouvernement van Noordholland is
jl. Donderdag aanbesteed1°. het driejarig onderhoud van
het Groot Noordhollandsch Kanaal, in zeven perceelen,
gedurende de jaren 1870, 1871 en 1872; minste inschrij
vers: 1ste perceel, de heer Bennik, voor 94,452; 2de
perceel dezelfde, voor 43,460; 3de perceel de heer
Schalk, voor 30,900; 4de perceel, de heer R. Kroon,
voor 23,460; 5de perceel dezelfde, voor 34,890; 6de
perceel dezelfde, voor 39,800; 7de perceel, de heer
Swets, voor 66,400; 2°. het driejarig onderhoud van
's rijks havenwerken en zeeweringen op het eiland Vlieland,
minste inschrijver de heer Bos, voor f 23,065; 3'. het
driejarig onderhoud van 's rijks havenwerken en zeeweringen
op het eiland Terschelling; minste inschrijver de heer
Oldenburg, voor 7969; 4'. het driejarig onderhoud van
de Keulsclie Vaart in de provincie Noordholland; minste
inschrijver de heer Heisin, voor 9969.
Ds. J. P. de Meijere, predikant bij de Evang.-Luth.
Gemeente te Brielle en Hellevoetsluis, heeft bedankt voor
het beroep naar Doetincliem, doch dat naar de gemeente
te Culemborg aangenomen.
De tooneel voorstelling, jl.DingsdagaandenBurgop Texel
gegeven door het gezelschap //Leering ert Genoegen," ten
voordeele der nagelaten betrekkingen van de op Terschelling
verongelukte loodsen, heeft, na aftrek der noodzakelijkste
onkosten, 70.opgebragt.
Door de commissie tot stichting eener zelfstandige
Hervormde gemeente te Heer-IIugowaard is, bij enkele
inschrijving, aanbesteed het bouwen van eene kerk met
toren en consistorie en vrij staande pastorie. Van de 11
inschrijvingen was de hoogste die van J. Kistemaker, te
Sybecarspel, voor 34,925 en de laagste die van A. Singers,
te Ideilo, voor 24,548. Het werk is gegund aan P. Ruiter,
aannemer van publieke werken, thans wonende aldaar,
voor de som van f 26,695.
Jl. Woensdag is door den brigadier-majoor A. van
Zuilichem en den rijks-veldwachter A. Leijdekkers, gestati
oneerd te Hoorn, aangehouden en in bewaring gebragt,
de beruchte Jan de Reus, wonende in de Bangert; hij is
thans beschuldigd van diefstal bij nacht van meel uit den
molen van J. Minke aldaarj en is vroeger herhaalde malen
veroordeeld en moet nog teregt staan wegens poging tot
broedermoord.
De hoop op de behouden terugkomst der haringbuis
Enkhuizens Hoop is vervlogen. 15 manschappen, en onder
dezen 10 uit Enkhuizen, zijn hoogst waarschijnlijk het nood
lottig offer geworden van den storm, die op 7 Nov. jl.
woedde.
In de jl. Woensdag gehouden zitting van den Raad
der gemeente Amsterdam is, op voorstel van den heer Jager,
besloten in handen der commissie van voorbereiding der
openbare werken te stellen de voordragt van burgemeester
en wethouders, geleidende de bekende concept-overeenkomst
met het Rijk, wegens den aanleg van den spoorweg van
Zaandam naar Amsterdam. In die voordragt wordt aan
den Raad voorgesteld1". deze overeenkomst goed te keuren,
met bepaling evenwel, dat zal worden aangedrongen op het
veranderen der brug vóór de Willemspoort2°. te beslissen
of de watervlakte tusschen het westelijk stations-eiland en
het Droogbak zal worden gedempt, en ,/casu quo» ook op
die demping aan te dringen.
De heer Cohen Stuurt, van Alkmaar geniet een
welverdiende reputatie als uitstekend spreker voor de vuist;
tevens weet men, dat hij de zaak der volksvoordragten
met warmte ter harte neemt. Van beide eigenschappen
leverde hij een nieuw bewijs door in Frascati te Amsterdam
op den voor een wetenschappelijke volksvoordragt bestemden
avond van jl. Woensdag een beschouwing te leveren over
de ontwikkeling van nijverheid en landbouw op onzen
bodem. Hem stond daarbij een reusachtige kaart van ons
land ten dienste, waarop met blaauw, geel en rood voor
iedereen zigtbaar was aangetoond welke deelen als weiland,
welke als korenland, enz. in gebruik waren en wat nog te
ontginnen viel. Hij, zoowel als de heer J. T. F. Steen
bergen, die eenige dissolving-views met verklaring ten
beste gaf, oogstte de luide bijvalsteekenen in van het
gehoor dat, jammer genoeg, niet overtalrijk was. (Vad.)
Onlangs wandelde een onzer talentvolste en het spreekt
wel van zelf?! beminnelijkste advokaten in het Wandel
park te Amsterdam. Eene schoone van 17 of 18 jaren
nadert hem en vraagt, hem of hij hij haar ook den kortsten
weg naar den Singel kan zeggen. Onze vriend wij zullen
hem mr. Q. noemen getroffen door de bevalligheid der
onbekende, wijst haar den weg, en loopt een eindje met
haar op. Aan het hek gekomen, zegt de kleine hem dank,
en poetst vlug als een haas de plaat. Na verloop van eenige
oogenblikken, bespeurt mr. Q dat zijn gouden horologie
en ketting //met» zijn nieuwe kennis zijn verhuisd. Doch
dat is het //aardigste» niet van het geval. Den volgenden
morgen ontmoette mr. Q. de lieve diefegge op den Dam,
en had den barbaarschen moed haar in hechtenis te doen
nemen. Toen nu de jeugdige i/coquine» vernam, dat het
een //advokaat» was, die, door haar toedoen, niet langer
wist //hoe laat het is," vroeg zij ijlings zijn naam en adres,
en koos "hemzelven" om haar voor de regtbank te
verdedigen
In regtsgeleerde kringen vraagt men elkander af, of
mr. Q. de verdediging wel goedschiks zal kunnen
weigeren? (A. D. van Ned.)
De gemeenteraad te Leiden heeft met algemeene
stemmen besloten om aan mej. M. A. de Vries, voorloopig
voor den tijd van een jaar, kosteloos in gebruik af te staan,
twee avonden 's weeks, voor de door haar opgerigte Chris
telijke school, tot het geven van onderwijs in lezen, schrij
ven, rekenen en vrouwelijke handwerken aan fabriekmeisjes,
die reeds 100 leerlingen telt, het locaal der openbare
school in de Gorstestraat.
Jl. Woensdag morgen is te 's Hage een arm kind
van acht jaren in de Sterkmanslaan slapende gevonden,
waar het den geheelen nacht had doorgebragt. Hoezeer
stijf van koude, kon men het kind weer bijbrengen, dat,
na gevoed en doelmatig behandeld te zijn, spoedig naar
zijne ouders gebragt kon worden.
Eene goed gekleede meid, het voorkomen van eene
dienstmaagd hebbende, ging den dag voor Kersmis bij den
bakker V. te 's Hage eene belangrijke bestelling doen,
die, voor een Kersboom bestemd, ten huize van eene
onlangs uit Haarlem aldaar gekomen en wonende mevrouw
bezorgd moest worden, en wilde een gedeelte van de be
stelling van voorhanden brood en gebak medenemen, maar
de bakker meende dat het doelmatiger zou zijn alles te
gelijk netjes te doen bezorgen; van daar begaf zij zich bij
den suikerbakker P., bestelde eene groote Moscovische
taart, voor dezelfde bestelling en nam tevens provisioneel
theebanket en ulevellen mede; doch toen men met de taart
aan het adres kwam, wist men er niets van.
Door de regtbank te Rotterdam is jl. Donderdag een
bouwman veroordeeld tot eene geldboete van 8, omdat
hij onder zijn vee gehouden had een os en eene koe, lijdende
aan besmettelijk klaauwzeer, zonder daarvan aan den
Burgemeester der gemeente kennis te geven.
Ter inleiding van haar betoog voor de afschaffing
der doodstraf herinnert de N. R. C. aan het tarief voor
den scherpregter te Arnhem, in 1760 nog door den ma
gistraat vastgesteld, waarin na de opgaaf van de declara-
tiën voor /tortureeren, geeseling en brandmerk», voor de
z/capitale executiën» nog wordt bepaald: //voor het hangen
van een delinquent dartig guldensvoor een delinquent
het hooft af te slaan, hetsij met het swaard, of met de
de bijl, ofschoon op een rad gebonden, dartig guldens;
voor het worgen van een delinquent aan een paal, dartig
guldens; voor het radbraaken van een delinquent, denselven
het hoofd af te houwen, met het aanslaan van knuppelen
op het rad setten, het hooft op de pin vast te maken, en
wat verder daarvan dependeert, vijftig guldens, en soo het
mogt gebeuren, dat soodanig delinquent gekondemneert
i was om met gloeijende tangen geknepen te worden, voor
I yder reis knijpens niet meer als vijf guldens, sonder eenige