1870. N". 8.
Woensdag 19 Januarij.
28 Jaargang.
„Wij huldigen het goede."
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
B I N NENLA N D.
HELDERSUHE
(AC 'i
EN NIEUWEDIEPER COURANT,
"Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zatubdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
Prijs der Advertentiën: Van 1—4 regels 60 cent,
elke' regel meer 15 cent.
Groote lettèrs of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
HELDER en NIEUWEDIEP, 18 Januarij.
Terwijl in dezen tijd aller oogen gevestigd zijn op de
houding van het nieuwe kabinet in Frankrijk, is het hoofd
van dat bewind, de heer Emile Ollivier, het voorwerp van
veler beschouwing. Op het hooge standpunt, waarop hij
geplaatst is, valt hij ook al te zeer in het oog, om hem
onopgemerkt te laten. Jammer maar, dat de blik, op zijn
staatkundig leven gevestigd, hem van eene hoogst ongunstige
zijde doet kennen. Zoo verknocht aan de keizerlijke dynastie
als thans, is de eerste minister van Frankrijk niet altijd
geweest. Men heeft, behalve de gewone aanwijzers van de
windrigting, ook politieke weerhanen en tot dezulke rekent
men thans ook de heer Ollivier, de republikein van 1848,
de woordvoerder eener familie, die plagt prijs te stellen op
hare republikeinsche beginselen. In het zuiden van Frankrijk
was deze familie bekend en bemind en droeg het volk den
jongen Emile op de handen. Op 23jarigen leeftijd zaak
gelastigde der republiek, op 33jarigen ouderdom afgevaar
digde, betrad hij reeds vroeg het pad, op welks einde de
dank of de vloek eens volks ligt. Met Favre, Picard,
Hénon en Darimon, vormde hij jaren lang de kleine pha-
lanx der oppositie, de hoop van Frankrijk. Die phalanx
werd schandelijk verbroken en de hoop is verloren gegaan.
Alleen Favre en Picard staan nog onder het jonge geslacht,
waaraan zij de oude vlag hebben opgedragen. Hénon deed
onder voor Raspail, Darimon was reeds lang deserteur en
Ollivier volgde hem. Zijn vroeger leven en zijne afkomst
verloochenende, wierp hij zich in de armen van het impe
rialisme. In hem wordt het weder bewaarheid, dat iemand,
die op de grens staat tussehen regt en magt en daar een
verdrag mede wil aangaan, altijd onder de magt geraakt
en het regt verliest. Zoo spoedig Ollivier sprak, dat hij
de vrijheid en het keizerrijk wilde verzoenen, was hij
verloren."
De Spanjaarden werpen nog steeds met de muts naar
een nieuwen Koning, en te midden van die afwachtende
houding is het zeker niet vreemd te achten, als men de
beide volgende geruchten komt te vernemen. Uit Madrid
wordt gemeld, dat men daar ter plaatse thans ijverig beraad
slaagt over de proclamering der republiek. Ongetwijfeld
zijn er velen, die dezen stap een zeer verstandigen zouden
noemen, en inderdaad, er zou thans veel voor zijn; maar
dan moeten ook de generaals, die het beleid der regering
op zich genomen hebben, genoeg van hun Spaansche auto
cratie laten vallen, om republikeinen te kunnen zijn. De
overgang van de willekeurige volksvertrapping door Isabella
de vette en een wellustig hof tot de monarchaal-republi-
keinsche-autocratie van het ministerie Serrano-Prim-Topete,
was eene belangrijke schrede vooruitdoch, indien men
thans de republiek wil, moeten ook de heeren generaals
tot de republikeinsche regtschapenheid en gelijksheidszin
bekeerd worden, of de republiek blijft een onbereikbaar
ideaal en de republikeinsche partij tot een ontmoedigend
Platonismus gedoemd.
Volgens eene andere lezing, zou te Madrid het voornemen
bestaan om den regent Serrano met souverein gezag t;e
bekleeden, alzoo zou men een middending tussehen de
republiek en het koningschap willen scheppen, een
monarchale staatsvorm met een president aan het hoofd,
alzoo naauwelijks een hermaphrodiet op het gebied des
staatslevens. Neen, dan zou het nog heter zijn Serrano
doodeenvoudig koning te maken. Met het oog op den aard
der Spanjaarden is hij in allen gevalle verkieslijker dan
een knaap uit een vreemd land, dien men de kroon opzet
want de nationale trots der Spanjaarden buigt ligter voor
een soldaat, die fortuinlijk was en die een hunner is van
afkomst, dan voor een Prins van den bloede, die nog eerst
Spaansch moet leeren. Het is evenwel de vraag, of de
regerings-kameraden van Serrano hem de kroon wel zouden
gunnen
In het Gebouw op de Vischmarkt, in de Nieuwstad,
zal op Vrijdag 21 dezer, des avonds ten half acht ure,
eene volksvoorlezing worden gehouden door den heer
T. Mooy.
Naar wij vernemen zal de vice-admiraal O. A. Uhlenbeck
in zijne betrekking van directeur en kommandant der Marine
alhier worden vervangen door den kapitein ter zee J. van
der Meersch, thans in die betrekking te Hellevoetsluis
laatstgenoemde zal als zoodanig worden opgevolgd door den
kapitein ter zee F. L. Geerling, thans equipagemeester
alhier. Tot havenmeester alhier, in de plaats van den heer
van Woelderen, zal, naar men ons meldt, worden benoemd
de kapitein-luitenant ter zee W. B. F. Escherterwijl ter
vervanging van den kapitein-luitenant ter zee A. A.
s Graeuwen tot inspecteur van het Loodswezen alhier zal
worden benoemd de luitenant ter zee 1ste kl. jhr. H. O.
Wichers.
Men schrijft ons uit Amsterdam van 17 dezerNaar
wij vernemen bestaat de voordragt voor de benoeming van
een havenmeester en waterschout alhier uit de volgende
heeren: Taalman Kip, Cramer en C. A. Jeekel.
De jongeling, die jl. Vrijdag door het neervallen van
een mast ernstig verwond werd (zie ons vorig nommer),
is jl. Zondag in den vroegen morgen aan de gevolgen
overleden.
Concordia, het alhier bestaande harmonie-gezelschap,
gaf jl. Zondag avond een concert in het lokaal Tivoli, dat,
door flinke uitvoering der aangekondigde stukken zich
kenmerkende, echter niet door een zeer talrijk publiek werd
bijgewoond. Gaarne brengen we hulde aan het onvermoeid
streven van de leden en den directeur, om Concordia aan
het doel der oprigting te doen beantwoorden, en we wenschen
dit gezelschap eene meerdere belangstelling en ondersteuning
toe, dan waarop het tot nog toe schijnt te kunnen rekenen.
Onze vroegere plaatsgenoot, de heer C. A. Jeekel,
luit. ter zee 1ste klasse en ridder van de Militaire Willems
orde, heeft zich in den laatsten tijd bijzonder verdienstelijk
gemaakt door zijne geschriften, aan aangelegenheden van
den dag en van algemeen belang toegewijd. Vddr ons
ligt weder zulk een werkje, van welks verschijning wij
aan onze lezers mededeeling doen. Het is getiteld: //Het
Koninklijk Instituut voor de Marine te Willemsoord," en
wordt door een fraaije plaat, het instituut voorstellende, en
de platte gronden der beide verdiepingen verduidelijkt.
Men bedriegt zich, wanneer men nu denkt in dit werkje
een drooge beschrijving van het gebouw, enkel opgaven van
dikte der muren, grootte der zalen, enz., aan te treffen.
Integendeel, zonder de noodzakelijke opgaven er in te missen,
treft men er in aan een zeer onderhoudend geschreven
overzigt van de opleiding tot de betrekking van zeeofficier,
zooals die in vroeger tijd was, zooals die zich in den loop
der tijden gewijzigd heeft en zoo als die thans is geregeld.
In het overig deel van dit werkje leidt de heer Jeekel
zijne lezers rond in de tegenwoordige leerzalen en in het
verblijf der adelborsten aan boord van het wachtschip
alhier, om vervolgens het nieuwe gebouw voor het instituut
te bezigtigen.
Het werkje, dat een overdruk is uit het maandschrift
//Onze Tijd", dat bij den heer Stemler te Amsterdam
wordt uitgegeven, eindigt met de uitdrukking van deze
wenschen
//Moge de opleiding steeds zoodanig zijn, dat het Konink
lijk Instituut voor de Marine nog vele mannen oplevert,
die zoowel in vrede als in oorlog de eer der vlag roemrijk
weten te handhaven en zich waardige nazaten toonen van
onze oude zeehelden, die steeds bij vurige liefde voor het
vaderland innige gehechtheid aan het Huis van Oranje
aan den dag legden. Dat het nieuwe Marine-Instituut dan
steeds bloeije, in het welbegrepen belang van ons vaderland
in het algemeen en van de zeemagt in het bijzonder!"
Ons met die wenschen van den geachten schrijver ver-
eenigende, bevelen wij de lezing van dit werkje ten sterkste
aan. Inzonderheid voor ingezetenen dezer gemeente, die
het fraaije gebouw, naar het ontwerp van den kundigen
bouwmeester, den heer Oudshoorn, in hun midden zien
verrijzen, heeft dit boekje, dat voor den prijs van 0,50
is verkrijgbaar gesteld, eene bijzondere waarde.
- De vereeniging tot bevordering van beeldende kunsten
vArti et Amicitiae», waarvan de heer J. C. Leich corres
pondent ter dezer plaatse is, hield op 13 dezer te Amsterdam
de jaarlijksche Verloting van Schilderijen en Teekeningen.
Een 37tal schilderijen, benevens 8 teekeningen, allen stukken
van kunstwaarde, kwamen daardoor in handen van geluk
kige deelnemers. Aan een onzer plaatsgenooten viel op
No. 3374 een schilderij van R. Craeyvanger, (Een Stal)
ten deel.
Z. M. heeft den gewezen officier van adm. der 3de kl.
bij de zeemagt G. C. Daum, ter zake van zijn moedig
gedrag op den 28 Junij 1846, toen hij tijdens de expeditie
tegen Bali als scheepsklerk diende aan boord van de
Kameleon, alsnog benoemd tot ridder der 4de kl. van de
Militaire Willemsorde.
Tot schoolopziener in het tweede schooldistrict van
Noordbrabant is, met ingang van den 30 dezer maand,
benoemd de heer J. H. A. Diepen, te Tilburg.
HH. KK. HH. Prins en Prinses Hendrik zijn
zoo wordt uit Rome gemeld jl. Vrijdag, van Napels
komende, daar ter stede gearriveerd.
Het Vaderland verneemt, dat de chefs der regimenten
infanterie door den minister van oorlog zijn uitgenoodigd,
om voortaan de miliciens zooveel mogelijk in te lijven bij
onderdeelen van het regiment, in hun woonplaats garnizoen
houdende.
De militie wordt daardoor gelocaliseerd; alhans met
uitzondering van eenige corpsen, als cavalerie, mineurs enz.,
waarvoor eene bijzondere geschiktheid gevorderd wordt.
De garnizoeusveranderingen, zoo vernemen wij verder,
zullen voor goed ophouden. Het komt ons voor, dat dit
noodzakelijk is, zal de militie inderdaad plaatselijk blijven.
Door de Evang.-Luth. Gemeente te Middelburg is
op nieuw als predikant beroepen de heer J. A. Heiwig,
te Enkhuizen.
Bedankt voor het beroep naar de Evang. Luth. gem.
te Utrecht door ds. C. L. W. Westhoff.
De bevolking van Wieringen bedroeg op 31 Dec. jl.
2135 zielen.
De bevolking der gemeente Callantsoog bestond den
31 December 1868 uit 354 mannen en 313 vrouwen,
totaal 667.
In 1869 zijn in die gemeente geboren 8 van het mannel.
en 7 van het vrouwel. geslacht. Overleden 11 van het
mannel. en 5 van het vrouwel. geslacht. Levenloos aan
gegeven 3 van het vrouwel. geslacht.
In de gemeente hebben zich gevestigd 12 van het mannel.
en 19 van het vrouwel. geslacht, terwijl 21 m. en 29 v.
de gemeente hebben verlaten.
De bevolking bedroeg alzoo den 31 December 1869
342 m. en 305 v., te zamen 647.
Welke zich in de onderscheidene godsdienstige gezind
heden verdeelden in: 354 Nederd. Herv., 88 Roomsch-
Catholieken en 5 Doopsgezinden.
Het getal voltrokken huwelijken was 4.
In 1869 zijn op de onderscheidene week- en jaar
markten te Hoorn aangevoerd: 1545 paarden, 12,038 koeijen,
2051 kalveren, 18,025 schapen, 8425 lammeren, 16,855
varkens, biggen en zeugen, 620 bokken en geiten, 6725
kippen, 6520 eenden, 114,920 koppen boter, 2,020,356
kilogr. kaas.
Door de commissie, die zich belast heeft met het
inzamelen van gelden voor de nagelaten wéduwen en
weezen der verongelukte bemanning van het buisschip
Enkhuizens Hoop, stuurman Jacob De Jong, werd te
Enkhuizen jl Zaturdag in de gemeente gecollecteerd een
som van zeven honderd zeven-en-vijftig gulden; verder
stelt zij alle mogelijke pogingen in het werk om voor dit
doel nog meer gelden bijeen te zamelende leden dier
commissie, bestaande uit de heeren ds. E. Cats Wor,
C. A. De Koningh, A. P. L Coultre, Jb. Moll et P. G.
Duker Jr., zijn bereid tot het ontvangen van iedere gift,
welke door belangstellenden tot dit menschlievend doel
mogt worden bestemd.
Men schrijft uit Winkel aan de N. R. Ct.
i/Ook alhier is leven en beweging op politiek- en kerkelijk
gebied. Jammer slechts, dat het dikwijls meer een strijd
van personen dan van beginsel isTwee partijen, die beiden
de liberale rigting voorstaan, kampen hier sinds eenige jaren
om de zegepraal voor hare candidaten in den gemeenteraad.
Zoo heeft er telkens een hevige strijd plaats, wanneer er
eene verkiezing van leden voor den gemeenteraad op handen
is. Maar ook op kerkelijk gebied laat zich hetzelfde waar
nemen. Onlangs moesten zes leden voor het kiescollegie
gekozen worden en de orthodoxe partij, gedachtig aan het
spreekwoord, dat het //in troebel water goed visschen is,"
stelde zes candidaten, en zond aan de leden en niet-leden
eene ongeteekende aanbeveling dezer candidaten rond. Zoo
ooit, dan stond thans haar kans schoon, want wegens het
aanstaande vertrek van den tegenwoordigen //modernen"
predikant, zou het kiescollegie eerlang weder een anderen
predikant moeten verkiezen. Uitnemend was dus de gele
genheid, om de goê gemeente op het gewigt der keuze
van leden voor het kiescollegie te wijzen, opdat hier een
predikant //die niet besmet was van het ongeloof des tijds,"
mogt beroepen worden. Het liet zich dus aanzien dat de
strijd hevig zou zijn; maar al was de bestaande verdeeld
heid en scheuring onder de liberalen alhier zeer in het
voordeel der orthodoxe partij, de uitslag der stemming is
niet naar haren wensch geweest. Geen harer candidaten
verkreeg de meerderheid. Nu poogde zij langs een anderen
weg haar doel te bereiken. Zij zond een bezwaarschrift in
bij het Classicaal Bestuur van Alkmaar tegen de gehouden
stemming en herstemming, verklarende dat daarbij onregel
matigheden en onwettige handelingen hadden plaatsgehad;
welk bezwaarschrift ook onderteekend werd door een paar
leden, die zeker niet onder de orthodoxen willen geteld
worden, maar met de benoemde personen geen vrede hebben.
Intusschen heeft het Classicaal bestuur dat bezwaarschrift
ongegrond en onhoudbaar en de stemming en herstemming
geldig en wettig verklaard. Daar de klagers in die uit
spraak berustten, hebben de verkozenen reeds zitting
genomen, en heeft eene commissie uit het kiescollegie reedis