Stoom-locomotieven op g-ewone weg-en. STATEN-GENERAAL. onderscheidene predikanten gehoord, die bij de vervulling der aanstaande vacature in aanmerking zullen komen." Evenals op andere plaatsen is ook het land te Uitgeest in den laatsten tijd aanmerkelijk in prijs gestegen. Zoo bragt een stuk land, dat indertijd voor 1200 was verkocht, dezer dagen de som van 510 's jaars in verhuring op. In de jl. Vrijdag gehoudene zitting van den gemeente raad van Amsterdam is met algemeene stemmen aangenomen het voorstel van burgemeester en wethouders tot beplanting enz. van het terrein vóór het Paleis van Volksvlijt, volgens het plan van den heer L. P. Zocher. Eene som van 7300 is daarvoor beschikbaar gesteld. Een correspondent te 's Hage van de Zaanl. Cour. schrijft omtrent het laatste bal ten hove: //Behalve de officieren van de zee- en landmagt, zoo hier te lande als in Nederl.-Indië, en de schutterij, waren de officieren van het Koninkl. Haagsche Scherpschutterskorps tegenwoordig. Hoe zou anders het feest volmaakt zijn geweest? Maar wat gij welligt niet weet, en ik haast mij u //dit" te melden: //niet" geinviteerd waren de leden van de conmissie voor het statistiek Congres, de directeuren van het Schoolverbond, de inspecteur voor lager- of middel baar onderwijs, in één woord allen, die zich wijden aan de werken des vredes of door uitgebreide ondernemingen de arbeidskracht van het volk trachten te verhoogen. Hof bals zijn niet volkomen, indien zij niet een bij uitstek //militair" karakter dragen. De Koning heeft het opper bestuur over de land- en zeemagt!Maar zijn handel, landbouw en nijverheid niet voor het minst //even" eer biedwaardig, al worden zij niet door de staatsbegrooting zoo ruim bezoldigd als vlootvloogden en legerhoofden De Nieuwe Rott. Cour. herinnert aan de volgende bestrijding van de doodstraf door Louis Blanc: //Er zijn menschen, die den zelfmoord veroordeelen en de doodstraf billijkenik heb nooit kunnen begrijpen, dat de mensch bevoegd zou zijn, aan de maatschappij een regt toe te kennen, dat men aan hem zelf niet vergunt. Er zijn menschen, die gelooven, dat de maatschappij zonder de doodstraf verloren zou gaanik heb nooit begrepen, waar voor het noodig zou zijn, dat vele duizenden van menschen vereenigd tegen één man, die in hun magt is gevallen, het regt van wettige verdediging zouden inroepen. Men spreekt van de misdaad te voorkomen, door de straf zooveel moge lijk schrikwekkend en in het oogvallend te maken. Maar dan zijn onze vaderen wel dwaas geweest, toen zij de kwellingen der pijnbank hebben afgeschaft, die de straf langduriger maakten en het vreeselijke van het schouwspel deden toenemen! Caligula zeide tot den beul: //Maak, dat hij goed den dood voele!" Best, dat is ten minste logica. Een heilzaam voorbeeld kan niet te verschrikkelijk worden gemaakt. Laat men dan tot een uiterste gaan, zoo men durft; laat men weêr beginnen met de misdadigers te vie- rendeelen, te roosteren, en levend of dood aan den staart van een ontembaar ros vast te binden. Gij huivert, incon- sekwente menschen? Welnu, dat is de veroordeeling uwer theorieën over de straffe des doodsgij hebt den moed niet, goed te redeneerenNeen, het ware middel ter voorkoming van moord is niet, dien te straffen met moord. Neen, niet door den klaarlichten dag, met zekere plegtigheidhet leven aan te tasten, zal de maatschappij aan haar leden eerbied voor het leven weten in te boezemen." Te Zwolle bedroeg bij de aanbesteding van het weg ruimen van twee vaartuigen, in den IJssel bewesten Deventer gezonken, de hoogste inschrijving de som van 7984, terwijl de laagste van den heer J. Wegman te Arnhem, slechts 975 beliep. De Nieuwe Kamper Courant, die nu en dan intere sante artikelen uit en over Spanje levert, welke niet weinig bijdragen om den waren toestand van dat land, »wo die Zitronen blühn," te leeren kennen, behelst het volgend artikel uit El Obrero: //Den 12den der vorige maand heeft te Pahna de Mal- lorca, onder een grooten toevloed van belangstellenden, de inwijding van het nieuwe locaal voor de democratisch- republikeinsche school plaats gehad. //De eerevoorzitter, burger Miguel Quetylas, hield een welsprekende redevoering over de belangen van den arbeid. Hij doorliep de geschiedenis van den als slaaf beschouwd wordende arbeider, om de verheven regering van den arbeid te verwezenlijken, en zeide, dat de machineriën eens haar ware bestemming zouden vervullen. Ten huidigen dagen verkwijnen nog duizenden huisgezinnen in ellende, door de maatschappelijke onregtvaardigheden; terwijl echter arbeid, met vernuft vereenigd, het eenige was dat een nieuwe schepping had in het leven geroepen. Hij wees op Fulton, den uitvinder van den stoom, en op Franklin, die, eenvoudig letterzetter als hij was, er in slaagde den blik semafleider uit te vinden, en daardoor den bliksem aan den hemel, en den scepter aan de tyrannen te ontrukken. Zulke mannen, zeide hij, moesten door den arbeidenden stand als heiligen vereerd worden. //Hij betreurde het gebrek aan broederschap ónder de werklieden, daar dit een der grootste rampen was, die hen teisterden. Hij drong er op aan, dat de ontwetendheid, door middel van het onderwijs met onverschrokkenheid moest bestreden wordenhij verheugde zich over de geest drift, die de jeugd, de hoop van het werkvolk, betoonde, en schonk het volste vertrouwen aan het vrije onderwijs, door de zuiverste zedekunde gerugsteund, zonder eenige inmenging van onnutte kennis, hetzij dan fanatisme of mysticisme. //Hij vervolgde: //Geloofd gij dat de veldslagen en legers ergens goed voor zijn? Neen. Wat waarlijk groot en edel is, is de arbeid.» Aan de ijverige pligtsbetrachting van de brig.-maj. der rijksveldwacht W. van Kiengeren en den brig.-titul. N. Lamens, gestationeerd te Zutphen, is het te danken, dat op 9 dezer een arme krankzinnige, in de gemeente Voorst, uit den staat der diepste ellende is verlost. Reeds lang koesterde men eenig wantrouwen jegens een boer, die met twee dochters en een zoon een huis bewoonde. Een van die twee dochters kreeg men nooit te zien, terwijl steeds, wanneer naar haar gevraagd werd, het antwoord luidde: //die is op het oogenblik niet te huis." Zondag traden genoemde ambtenaren de woning binnen en knoopten eerst een onverschillig gesprek met de bewoners aan; de eene dochter was als altijd, afwezig. Onder het spreken echter hooren zij een verdacht geluid, alsof iemand met een keten rammelde. De bezoekers gaan in hun kwaliteit op dit geluid af een onderzoek instellen en.... de Krakauer ge beurtenis staat in huiveringwekkende werkelijkheid voor hen. In een bedstede cf hok ligt op een hoop stroo, waaruit het water sijpelt, eene vermagerde vrouw van ongeveer 32jarigen leeftijd, met een ijzeren ketting met groot slot om het naakte ligchaam en verder met een dik touw aan den muur gekluisterd; een pot met water en roggebrood staat bij haar. Op last der beambten werd de ongeluk kige dadelijk ontketend, behoorlijk gekleed en uit de bed stede naar een ander verblijf gebragt, vanwaar zij waar schijnlijk naar het krankzinnigen gesticht te Zutphen zal worden vervoerd. Een geregtelijk onderzoek heeft reeds plaats gehad. (Handelsblad.) Te Giethoorn is eene jonge vrouw binnen elf maanden tijds tweemaal van tweelingen bevallen. Gelukkige vader! Het opschrift van het monument, ter herinnering aan de opening van het Suez-kanaal, in verschillende talen opgesteld, luidt als volgt: //In het jaar der Hegira 1282 (1869) onder de roemvolle regering van den doorluchtigen opper-pacha Abdul-Aziz-Khan, imperator der Ottomanen, en onder het wijze bestuur van den edelen Ismaël-pacha, Onderkoning van Egypte, is dit monument opgerigt, om de nagedachtenis te vereeuwigen van de graving van het Suez-kanaal, bestemd om de Europesche en Aziatische natiën tot geburen te maken, hare handelsbetrekkingen te vermenigvuldigen, de weldadige verovering der beschaving uit te breiden en een naauwer verbond tusschen alle leden van het wereldhuisgezin te begunstigen. Dit groote werk des vredes heeft men te danken aan het initiatief en aan de moedige volharding van Ferdinand de Lessepshet werd gelukkig bekroond met de medewerking van de voor naamste zeemogendheden en onder de bescherming van den Keizer der Franschen." In den Ned. Spectator leest men het volgende omtrent de Volksgaarkeukens: „Wilt gij in waarheid het volk vereedlen, het leiden ten goede, „Zorgt voor het ligchaam dan eerst, voedt het met krachtige spijs; „Kracht tot wat goed is en kloek, tot bezwering van 't spooksel jenever, „Kiemt in de ziel als maar eerst 't ligchaam is krachtig gevoed." Op het kerkhof van een klein stadje in Zuid- Duitschland vindt men o. a. een grafsteen met het volgende opschrift, door een treurend weduwnaar gesteld „Dit kleine plekje aarde is steeds mijn liefste tijdverdrijf Hierboven plant ik bloemen en hieronder rust mijn wijf."' Dat sommige hooggeplaatste personen er een dagblad op na houden, hetzij om hun invloed te vermeerderen, hetzij om hun inkomen te zien toenemen, is sedert langen tijd geen geheim meer; maar minder bekend is het dat dag bladen door een Prins of vorstelijk persoon geredigeerd worden. Zoo heeft de Figaro een Prins Henri de Valori, de Gaulois een Prins Labomirski, de Union een Prins Galatzin, de Revue des deux Mondes een Prinses tot redac teur of medewerker. Te Philadelphia vervaardigd men tegenwoordig dorsch- machines, waarmede het graan uitgedorscht wordt, zonder de halmen te knikken. Daar het langstroo altijd meer waarde dan het geknikte heeft, is deze uitvindiug van groot belang voor de landbouwers. In Pruissen is het den militairen, die met den aankoop van fourrages, enz. belast zijn, verboden, het door middel van de thans in gebruik zijnde machines uitgedorschte stroo aan te koopen. Aan de rubriek „Mededeelingen op natuurkundig gebied," voor komende in het Utrechtsch Dagblad, ontleenen wij het volgende betreffende Meermalen heeft men getracht, zoowel in Europa als aan gene zijde van den Oceaan, van den stoom gebruik te maken als middel van vervoer op gewone straatwegen, doch de velerlei zwarigheden, aan de toepassing van dit denkbeeld verbonden, schenen zoo moeijelijk te overwinnen, dat men tot voor korten tijd aan het welslagen dier proefneming twijfelde en oordeelde, dat het rijden op rails onver mijdelijk aan het gebruik van stoomrijtuigen was verbonden. Het blijkt thans, dat alle beletselen voor het gebruik dier middelen van vervoer, op onze gewone wegen, ja zelfs op de straten eener druk bevolkte stad, kunnen overwonnen worden, en het berigt, door Arthur Mangin dienaangaande geplaatst in het dagblad la Patrie, zal onzen lezers de overtuiging geven, dat welligt het tijdstip niet verre verwijderd is, waarop omnibussen en diligences in hun tegen- woordigen vorm, voor verouderd en onbruikbaar zullen worden verklaard, om plaats te maken voor de nieuwe stoom-rijtuigen, die naar het plan van den ingenieur R. W. Thomson vervaardigd, in Parijs een welverdienden opgang hebben gemaakt, en door deskun digen zijn geoordeeld, aan het beoogde doel volkomen te beant woorden. Mangin heeft in het midden der vorige maand met Thomson's werktuig een proefrit gedaan door een groot gedeelte van Parijs, en wel op een uur, dat een groot deel der arbeiders zich naar hunne werkplaatsen en fabrieken begeven. De proefneming liep volkomen naar wensch af. Een dertigtal personen had in het stoomrijtuig plaats genomen, en allen waren met de uitvinding van Thomson ten hoogste ingenomen. Dat aan dezen modernen wandelrit geene gevaren waren verbonden, kan worden afgeleid uit de om standigheid, dat verscheidene dames den proeftogt, trouwens niet de eerste, mede maakten. De redenen, waarom aan het werktuig van Thomson boven andere stoomrijtuigen de voorkeur moet worden gegeven, zijn voornamelijk gelegen in de inrigting der raderen. Deze zijn ten getale van drie. De beide zijdelingsgeplaatste dienen tot voortbeweging. Het derde rad is meer naar voren aangebragt en wordt gebruikt tot regeling der beweging; deze raderen hebben een breedte van 25 duimen. Een band van caoutchouc (gom-elastiek), ter dikte van 15 duimen, is om hen heen geslagen en deze is voorzien van een uit schakels zamengestelden ijzeren ketting. Door het gewigt van het werktuig, dat zes tonnen weegt, wordt de elastieke band afgeplat en de raderen, wel verre van slechts met een bijna geometrische lijn van den grond in aanraking te komen, beslaan integendeel eene vrij aanmerkelijke plaatsruimte. Zij geven dus, om het zoo uit te drukken, meer vat, en tevens wordt het gewigt van het werktuig zoodanig verdeeld, dat het slechts een zwakke drukking uitoefent, ongeveer gelijkstaande met i kilogram op den centimeter. Deze laatste omstandigheid vooral oefent belang rijken invloed uit. Tengevolge van het omwinden der raderen met het slechts zeer weinig weerstand biedende caoutchouc, kan de machine van Thomson een met kruidachtige planten begroeid terrein, b. v. een aardappelveld doorsnijden, zonder dat de planten daar eenig nadeel van ondervinden. Door dezelfde oorzaak is het gebruik van veeren overbodig; de inrigting der raderen beveiligt deze locomotief volkomen voor schokken of schuddingen. Het tot de eigenlijke voortbeweging bestemde deel van het werktuig levert niets bijzonders op; de stoomketel alleen vertoont eenige afwijking, want hij is vertikaal geplaatst, daar hij op die wijze minder ruimte inneemt. Hij bevat twee cilinders en is gemaakt op eene drukking van acht atmosfeeren; het nominaal vermogen is van zes paarde- krachten, maar het werkelijke minstens driemalen grooter. Een gewigt van zestien tonnen slepende, kan dit stoomrijtuig in een uur zestien kilometers afleggen; hellingen op den weg worden zoowel bij het naar boven gaan als bij het dalen gemakkelijk over schreden; zonder moeite en gevaar kan het werktuig een cirkel beschrijven met een straal van twee meters; de beweging kan oogenblikkelijk worden versneld of vertraagd of wel geheel ophouden, en zonder krachtsinspanning zou eene vrouw het geheele stoomrijtuig kunnen besturen. Het heeft een conducteur en een stoker en voert watervoorraad en steenkolen mede voor een rit van zes uren; de geheele toestel kost 7500 gulden en zou de kosten van vervoer doen dalen tot lf cent per kilometer en per ton. In stede van de wegen te bederven, zou men kunnen beweren dat het deze verbetert, door de sporen te sluiten, die door het rijden van gewone rijtuigen worden gemaakt. In Engeland en in Engelsch-Indië maakt men tegenwoordig reeds gebruik van dit nieuwe vervoermiddel, dat ook bij den landbouw en bij de artillerie gewigtige diensten kan bewijzen. De gemakkelijkheid en snelheid, waarmede deze locomotief, aan een grooten Amerikaanschen omnibus vastgehecht, zich in het woelige Parijs heeft bewogen, bij het maken van snelle draaijingen, bij het gaan over bruggen en het overschrijden van bogtige steilten heeft de bewondering der reizigers opgewekt. Daar, waar paarden niet of moeijelijk te gebruiken zijn, vervolgt dit nieuwe spoorrijtuig gemakkelijk en snel zijn weg, en bespoedigt of vertraagt zijne beweging zonder hulp van een remtoestel. Het is het volkomen zinnebeeld van de gehoorzaamheid, gepaard aan de kracht. Aan de invoering van dit nieuwe vervoermiddel, welke wij ver trouwen, dat ook hier te lande niet zal uitblijven, staat slechts één bezwaar in den weg. De ongewone beweging der locomotief namelijk, maakt sommige paarden schichtig, doeh naar het blijkt, is de angst en ongerustheid bij deze dieren slechts zeer voorbijgaande. Trouwens, het paard kan ook gemakkelijk aan deze nieuwe indrukken worden gewend, evenzeer als aan het zien van den voorbijsnellenden spoor trein, en aan het hooren van geweer en kanonvuur. Is eenmaal de hooge belangrijkheid ingezien van de stoom-loeomotief van Thomson, en is haar gebruik op onze straatwegen en in onze groote steden algemeen, dan zullen daardoor tevens de pogingen geschraagd worden, van de maatschappijen tot bescherming der dieren, en het paard, het edelste onzer huisdieren gevrijwaard zijn van harden arbeid en gespaard voor eene dikwerf den mensch onteerende behandeling. Aan een Parijsehe correspondentie wordt het volgende ontleend: „Het groote vraagstuk der wintermodes is nu ook opgelost. Wjj hebben een „modedier," een „modekleur" en een „modehoed." Het „modedier" is de aap. De Keizerin heeft een zeer mooijen aap uit Egypte medegebragt, en nu wenscht hier ieder een aap te hebben. Bijzonder groote aankoopen en bestellingen van apen zijn gedaan geworden. Jocko zoo heet de aap der Keizerin - moet echter op de Tuileriën een ontzettende schade aanrigtenhij kan zich nog niet regt aan het paleisleven gewennen, heeft heimwee, verlangt zijne vrijheid terug en heeft vaak aanvallen van melancholie, die in uit barstingen van woede ontaarden. In een van die aanvallen heeft hij de vlugt genomen op den kersboom van den Kroonprins en aan de rijk beladen takken van dien boom een verschrikkelijke verwoesting veroorzaakt. De „modekleur" in dit saizoen is bruin, kastanje bruin. Alles is bruin, japonnen, hoeden, mantels, zelfs de rijtuigen worden bruin geschilderd. De dames zien er uit als wandelende kastanjes. De nieuwe kleur heet „suffrage universel" (algemeen stemregt). Waarom „suffrage universel?» Vermoedelijk omdat in dit jaar alles zonder onderscheid tot de politiek teruggebragt wordt de rigting van den geest verraadt zich in de nietigste dingen. De „modehoed" behoort dezen keer aan de heeren; de spitse Ty- roolsch# hoeden, die eenigen tijd gedragen werden, hebben een andere excentriciteit voortgebragtmen tooit deze hoeden niet meer met hanen- of paauwenveêren, maar met papegaaivleugels, met kopjes van putters of distelvinken, of met kolibri's; is men in den rouw, dan heeft de hoedemaker meerlen of raven voorhanden; voor den halven rouw zijn zwaluwen of eksters te verkrijgen. Een hoedemaker op den boulevard is zelfs op den inval gekomen dit hoofdtoest.fl te voorzien van een mechanischen toestel, die het geluid van den vogel nabootst; een enkele beweging met het voorhoofd is genoeg om de machine aan den gang te brengen; dusdoende kan men het hoed-afnemen sparen; men rimpelt het voorhoofd, de vogel schreeuwt en dit geldt als groet. Eerste Hamer. Zitting van Zaturdag 15 Januarij. Aan de orde is de behandeling van Hoofdstuk V der Staatsbegrooting (Binnen- landscbe Zaken). Onderscheidene aangelegenheden, dit departement van algemeen bestuur betreffende, worden besproken, als: de staat der krankzinnigen-gestichten; de waterweg van Rotterdam naar zee, in verband met het kanaal door het eiland Voorne; de toestand der kleine riviertjes; het lager onderwijs in verband tot de voorschriften der wet van 1857het middelbaar onderwijs en de keuze der boeken voor gemeente-inrigtingen, die door het Rijk gesubsidieerd worden; het arbeiden van kinderen in de fabrieken en meer andere. Ten slotte werd dit Hoofdstuk aangenomen met 31 tegen 4 stemmen. Zitting van Maandag 17 Januarij. Hoofdstuk VI Marine komt in discussie. De minister deelt op gedane vragen door onderscheidene leden het volgende mede Nieuwe tijdingen van de Kust van Guinea verzekeren, dat de onzen een geheel dorp vernield en schitterend succes behaald hebben. Zes Afrikaansche en Europesche matrozen zijn gekwetst, terwijl de vijand 32 gesneuvelde en gewon den heeft en nog vele gewonden met zich heeft gevoerd. Omtrent het gebouw voor de opleiding van adelborsten verzekert hij, dat er geene verdere kosten zullen zijn, dan

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1870 | | pagina 2