1870. N°. 10. Zondag 23 Januarij. 28 Jaargang. REVUE. LOTING VOOR DE NATIONALE MILITIE. EERSTE BEKENDMAKINC. Uitgever A. A. BAKKER Cz. B IIV XE XL A V D. HELDERSUHE EX V IE (WE IHEI'ER COURANT, W ij huldigen het goed Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1.30. franco per post - 1.65. Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163. regels 60 sant, Prijs der Advertentiën: Van elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Woensdag den 26 dezer vertrekt de Mail over Triëst naar Oost-Indië, China, Japan en Australië. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER maken bekend, dat de LOTING over de in 1869 in deze gemeente ingeschrevenen voor de Hgting der Nationale Militie van 1870 is bepaald op VRIJDAG den ELEDEN FEBRUARIJ eerstkomende, des VOORMIDDAGS ten NEGEN ure. De loting zal plaats hebben in bet WEESHUIS, in te gaan door de Oostelijke Poort. Gedurende vijf dagen, te rekenen van den dag waarop de loting beeft plaats gehad, kunnen tegen de wijze, waarop zij is geschied, bij de Gedeputeerde Staten bezwaren worden ingebragt door belang hebbende ingezetenen, of door hun vader of voogd, bij verzoekschrift, op ongezegeld papier, onderteekend door hem die het bezwaar inbrengt. Dat verzoekschrift moet worden bezorgd bij den Burgemeester dezer gemeente. Voorts wordt in herinnering gebragt, dat zij, die vermeenen vrij stelling van dienst te kunnen erlangen, daarvan bij de loting opgave moeten doen aan den Heer Militie-Commissaris. Bovendien zullen zij, die vrijstelling reclameren wegens broeder- dienst, of als eenige wettige zoon, gehouden zijn, zicb op Maandag den 1 ld en Februarij, des morgens tusschen 9 en 12 ure te ver voegen aan bet Baadbuis, eerstgenoemden met de geboorte-bewijzen van al hunne broeders en de bewijzen van dienst of zakboekjes hunner broeders, op wier dienst zij hunne reclame gronden, en laatstgenoemden met de trouw-aeten hunner ouders. Burgemeester en Wethouders voornoemd; Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester, den 21 Januarij 1870. L. VERHEY, Secretaris. IV. "Werpen wij ten slotte een blik op ons vaderland. 1869 was voor ons een hoogst gewigtig jaar. De Junij-verkiezingen handhaafden de neutrale school, en al ware er verder niets merkwaardigs geschied, vóór noch na dien tijd, hierom reeds alleen zullen onze nakomelingen dit jaar medetellen onder de jaren, die op de ontwikkeling van het Nederlandsche volk den grootsten invloed hebben gehad. Men kent deze schoolquaestie; zelden is er over een vraagstuk van politiek-religieusen aard zoo veel gezegd, gesproken en geschreven, als over de neutrale schooi. Zelden ook is een vraagstuk door spreken en schrijven zoo verward en onkenbaar geworden, als dit. In den aanvang bestond de geheele strijd tegen de wet van 1857 uit een soort van staatsregterlijk-theoretische fijngevoeligheid bij den heer Groen van Prinsterer. Hij heeft de schoolwet- vraag letterlijk uitgevonden. Zeer langzaam heeft hij aan hangers gekregen. Meer door zijne geniale persoonlijkheid, dan door de zaak waarvoor hij streed, die toch bestond uit een zamenweefsel van subtiliteiten en scherpgedachte distinctiën, veel te fijn voor 't minder ontwikkelde verstand zijner volgers. Een gelukkigen slag deed de heqr Groen door de uitvinding der geruchtmakende gemoedsbezwaren." Bestonden er bezwaren van geloof en geweten tegen de openbare school? Ja en neen! Er zijn geloovigen in den lande, die hunne kinderen eene positief-christelijke opvoeding willen geven, en die niet tevreden zijn met de scheiding, die de wet maakt, tusschen het geloofsonderrigt, dat gegeven moet worden door geestelijken, en de nuttige kennis, die alleen op de school te huis behoort. Werden deze lieden gedwongen hunne kinderen naar de neutrale school te zenden, dan kon er sprake van zijn van gewetens dwang en gemoedsbezwaren. Maar dit is niet het geval, de wet dwingt niemand; er is volkomen vrijheid voor onderwijs van allerlei kleur. Hoe kan er dan sprake zijn van gemoedsbezwaren tegen de wet van 1857? Door eene scherp gedachte en verblindende drogreden, door te zeggen de staat geeft neutraal onderwijs op kosten der belasting schuldigen, dus ook van ons, die in die school het beginsel zien van alle kwaad. Nu is men er nog niet; men heeft ni> nog geen gemoedsbezwaar, maar alleen een zeer prozaïsch bezwaar tegen eene belastingwet; op dezelfde wijze als vele burgen uit Groningen bezwaren hebben tegen de kosten van de defensie. Men moet er dus nog iets bij voegen. Onze scholen, die wij moeten betalen, kunnen niet concurreren met de staatsschool, die de schatkist betaalt. Het onderwijs op de staatsscholen staat, dank zij de groote uitgaven daarvoor gedaan, zoover boven het onderwijs zooals wij dit kunnen bekostigen, dat wij wel gedwongen zijn onze kinderen te zenden naar de neutrale school! Goddank! nu is 't woord dwang" uitgesproken, thans is 't kunstje klaar! Dwang, gelijk: gewetensdwang, dat is ongeveer hetzelfde gewetensdwang geeft gemoedsbezwaren, messieurs et dames le tour est fait. Treurig is het verschijnsel, hoe men de menschen alles en alles, hoe ongerijmd ook, kan doen geloovenduizenden zijn er thans in den lande, die zich ter goedertrouw in beelden, dat zij gemoedsbezwaren hebben tegen de neutrale school," voor wie de bovenaangeduide begrips-verwarring een geloofsartikel is geworden. Verbeeld u vijf minuten lang, dat gij pijn hebt in uw pink, en ge zult eindigen, met die ingebeelde pijn in werkelijkheid te gevoelen, zeide een geneesheer. De heer Groen heeft jaren lang de aan dacht van 't pub'iiek op 't gewetenspinkje gevestigd, en hetzelfde verschijnsel heeft zich voorgedaan. Allerlei omstandigheden hebben medegewerkt om deze zoogenaamde schoolquaestie" te maken tot het schibboleth der laatste verkiezingen. Niet het minst dat het ontbindings ministerie, mittens Partliicum telum, in de laatste dagen van zijn bestaan met een voorstel tot wijziging van de schoolwet was voor den dag gekomen. Zelden is een verkiezingsstrijd zoo zuiver gestreden. Niet dat er niet van alle zijden en door alle partijen onwaardige middelen zijn gebruikt ter bereiking van het doel, dit treurig verschijnsel bij elke verkiezing waar genomen, heeft zich ook thans herhaald, maar voor 't eerst sints jaren heeft het kiezersvolk geweten, wat het beslissen moest, en in connaissance de cause" uitspraak gedaan. Dat deze uitspraak de voorstanders der gemengde school in 't gelijk heeft gesteld, kan niet worden ontkend. Dit is zoo waar, dat de tegenpartij van dat oogenblik af begonnen is, een tweede agitatie in 't leven te roepen, eene tot uitbreiding van het getal kiesgeregtigdendaardoor erkennende, dat het »pays légal", de meerderheid van het ontwikkelde Nederland, de schoolwet van 1857, dat is volledige vrijheid van onderwijs en daar naast neutrale staatsscholen, begeert. Dit zal over jaren de beteekenis zijn van de dagen, die wij hebben doorleefd: de eenheid van het Nederlandsche volk gehandhaafd boven de geloofsverdeeldheid; en de toekomst heeft een eerekroon veil voor den minister, wiens cordate ruiterlijke verklaring: n van dit ministerie is geen voorstel tot herziening der schoolwet te wachten", de quaestie tusschen liberale beginselen en conservative hulp- beloften zonder hulpbetoon" zuiver heeft gesteld, en die het beneden zich heeft geacht door concessiën tegen zijn geweten, de steun der kerkelijk-politieke partijen te koopen. Eene belangrijke schrede op de baan der volksont wikkeling zetten wij dit jaar, toen de wetgevende magt het zegel op de dagbladen afschafte. De verwachtingen, die de liberale partij van dien maatregel koesterde, zijn grootendeels verwezenlijkt. Men wijze bijv. op de Nieuwe Rotterdamsche Courant, een blad, dat zich thans met de beste buitenlandsche kan meten. Al verbiedt ons ook de bescheidenheid veel te zeggen van de veranderingen, die ons blad heeft ondergaan, dit zal wel ieder onpartijdige erkennen, dat de door de afschaffing verkregene bate, door den uitgever der H. en N. C. geheel ten behoeve van het publiek is aangewend. Moest het in Nederland ooit komen tot algemeen of zeer uitgebreid stemregt, wat wij voor ons een ramp zouden achten, dan zullen de thans van drukkende lasten bevrijde couranten een zware taak hebben te ver vullen, want voor dat de ontwikkeling tot de lagere klassen des volks doordringt, is er nog oneindig veel te doen. Goedkoope couranten en verpligt schoolonderwijs, zonder deze is geen algemeen stemregt denkbaar. Laten zij, die thans uit politieke bijbedoelingen voor het laatste ijveren, zich wel bedenken, dat deze weg onvermijdelijk voeren moet tot hetgeen zij, minder nog dan wij, wenschen: ver pligt en kosteloos onderwijs. HELDER en NIEÜWEDIEP, 22 Januarij. In Frankrijk wisselen de gewigtige gebeurtenissen elkander af. Pas is het berigt vandaar vernomen dat aan Tropmann de doodstraf is volvoerd, of weder verneemt men, dat te Creuzot (departement der Saöne en Loire) eene werkstaking onder de mijnwerkers plaats gehad heeft, waaraan door niet minder dan 10,000 personen wordt deelgenomen. Wel is waar hebben er, naar men uit Parijs verzekert, geen on geregeldheden plaats gehad, maar toch het groot aantal deelnemers maakt de zaak nog al indrukwekkend. Tegelijk met dit berigt verneemt men weder, dat de instructie der zaak van Prins Pierre Bonaparte eene onverwachte uit breiding verkrijgt, waardoor nieuwe getuigen zijn opgeroepen. Men verzekert, dat de heer Ledru-Rollin als pleiter voor de familie Noir tegen Prins Pierre Bonaparte zal optreden. De pleiter is, zoo als bekend is, een hevig republikein, een der heftige strijders tegen het Koningschap in 1848. Zijn optreden in deze zaak zal daarom de belangstelling in dit regtsgeding aanmerkelijk bevorderen. De handels- staatkunde is thans in het Wetgevend Ligchaam te Parijs aan de orde en doet de aandacht in groote mate op de discussiën, daar gevoerd, vestigen. De heer Jules Simon heeft ter gunste van handels-vrijheid eene uitvoerige en hoogst belangwekkende rede gehouden. Spreker toonde aan, dat het handels-tractaat met Engeland voor de landbouwende bevolking in Frankrijk, die 19 maal zoo talrijk is als de industriële, voordeelig is en dat het niet aangaat om de behoeftigen de kosten voor handels-bescherming te laten betalen, ten behoeve van een aantal groote industriëlen. Van veel belang voor de staatkunde van Frankrijk is voorzeker het besluit van het Wetgevend Ligchaam, hou dende magtiging tot vervolging van den heer Henri Rochefort, wegens het door hem geschrevene in de Mar- seillaise. Men wil, dat de meerderheid van dat staats- ligchaam liever had gezien, dat de regering op het nemen van het besluit tot vervolging niet zoo had aangedrongen. Of het ministerie Ollivier, door de wijze waarop het deze zaak heeft behandeld, een goeden weg is ingeslagen, wordt betwijfeld. Vooreerst toch heeft het den weg tot verzoening met de uiterste linkerzijde totaal afgesneden en zelve aan leiding gegeven tot woelingen en volksoploopen. Ten andere heeft het, zich niet bepalende tot het punt in quaestie alleen, hierin bestaande, dat men ook volksver tegenwoordigers wegens staatkundige redenen vervolgen mag, maar het artikel in het genoemde blad besprekende, zich begeven op het standpunt der regterlijke magt, die over het strafwaardige van het geschrevene eenig en alleen te oordeelen heeft. En eindelijk: het Wetgevend Ligchaam heeft de wet op de drukpers-vrijheid als slecht en onbruik baar veroordeeld, en toch dringt de regering aan op eene spoedige behandeling der zaak van Rochefort, terwijl de nieuwe wet op dat onderwerp in aantogt is. Zonder iets te beslissen omtrent de schuld of de onschuld des aangeklaagde, wiens staatkundig gedrag zeker niet altijd aanspraak heeft op verdediging, mag toch eene regering ook tegenover politieke tegenstanders de stipte regtvaardig- heid niet uit het oog verliezen. De voorstanders der eedgenootschappelijke republiek in Spanje hebben dezer dagen te Madrid eene vergadering in de opene lucht gehouden. Zij is door de overheid geduld en in de beste orde afgeloopen. Voordragt in het Gebouw aan de Vischmarkt, Dingsdag a. s., 's avonds ten 7 i ure, door den Godsdienstonderwijzer J. Rinuer. Onderwerp: «Gods woord.* Gisteren av.ond had in het lokaal Tivoli alhier eene buitengewone vergadering plaats van het Departement Helder der Maatschappij tot Nut van't Algemeen. De heer J. W. Binkes hield eene rede over de Planeten, hunne bewegingen, verschijnselen, enz. De eerste bijdrage werd geleverd door den heer Johs. Dyserinck: *Iets over en uit de Planeten," van den dichter J. J. L. ten Kate. De heer C. D. Zur Mühlen leverde de tweede bijdrage in de voor dragt van „Het Spel," Fragment uit het berijmde verhaal </De Speler." Met een toepasselijk woord sloot de voor zitter deze zoo talrijke bijeenkomst. Heden werd alhier, onder begeleiding van de banier der Heldersche afdeeling van de Metalen-Kruis-Vereeniging, het lijk ter aarde besteld van J. Spanjerdt, lid dier afdee ling. Onderscheidene leden woonden deze begrafenis-pleg- tigheid bij. Onder de leeraars, die in aanmerking komen voor de vacante Doopsgezinde gemeente te Emden (Hanover), komt voor de heer Johs. Dyserinck. Als eene curiositeit deelt men ons uit eene naburige gemeente mede, dat een ingezetene, die op nieuw vader was geworden en daarvan tèr secretarie aangifte kwam doen op den dag na de geboorte, zich door de volgende snedige vraag onderscheidde. Hij vroeg den secretaris namelijk, op welken datum deze de geboorte van het kind stelde, daar hij toch wel wilde weten wanneer zijn kind in het vervolg jarig zoude zijn. //Gij kunt uw kind doen verjaren wanneer gij maar wilt", luidde het antwoord, dat hem de secretaris gaf. Volgens de voorspelling van den bekenden sterre- kundige Mariano Castillo, is gedurende dezen winter, na den 23sten Januarij een hevige koude te verwachten. Tot procureur-generaal bij het Prov. geregtshof in Utrecht, tevens tijdelijk belast met de functiën van direc teur van politie in dat gewest, is benoemd mr. E. A. A. IJssel de Schepper, thans advocaat-generaal bij gemeld geregtshof.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1870 | | pagina 1