1870. N°.ll. .jk» Woensdag 26 Januarij. 28 Jaargang.
-
-
IIIX X E l X \ÜT~
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
g HËLDERSCHË m
M NIEUWEDIEPER COURANT,
„Wij huldigen bet taedft."
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
Donderdag den 87 dezer vertrekt de Dail over
Darseille naar Oost-Indië, China, Japan en
Australië.
HELDER en NIEÜWEDIEP, 25 Januarij.
In Engeland, het land dat in zoovele opzigten aan andere
volken tot een voorbeeld verstrekt, heeft zich in den jongst en
tijd eene vereeniging gevormd, met het doel om de land
verhuizing van ongegoeden naar de Britsche koloniën te
bevorderen. Zoovele personen in het Yereenigd Koningrijk
zijn zonder arbeid, zonder brood, en daar in het Oosten
zijn geheele landstreken, waar de bevolking schaars, de
grond vruchtbaar en de behoeften gering zijn. Het is dus
een voortreffelijk doel, dat de leden dier vereeniging beoogen;
het is eene bestrijding van het pauperisme, waarvan men
de beste gevolgen verwachten mag. De vereeniging heeft
zich tot de Britsche regering gewend, met het verzoek
om dit plan te steunen en uit de schatkist een subsidie
daarvoor toe te leggen. Men zou denken dat die regering
hare adhaesie zoude schenken aan de menschlievende,
pogingen van hen, die zich inspannen om het lót der
behoeftige klasse te verbeteren. Zij weigerde evenwel aan
dit verzoek te voldoen. De minister Goschen echter, die
tevens voorzitter is van het bureau voor de armen-ver-
zorging, heeft van zijne persoonlijke sympathie voor de
zaak der vereeniging op treffende wijze doen blijken. Hij
heeft toegezegd, om aan ieder der eerste 2000 landver
huizers, die door deze vereeniging dit jaar zullen worden
uitgezonden, 10 shillings als toelage te verleenen. Hij heeft
tevens de meening geuit, dat er in de Britsche koloniën
overvloedige gelegenheid is om groote aantallen landver
huizers, zij het ook gelijktijdig, op te nemen.
Zou dit voorbeeld van Engeland andere landen niet tot
navolging opwekken? Zou men in Nederiand bijv. ook
niet zoodanigen maatregel kunnen nemen, tot wering zoo
veel mogelijk van volksarmoede?
Tusschen de hoven van Weenen en Berlijn heerscht
thans weder eene vriendschappelijke gezindheid, getuige
daarvan de wederzijdsche bezoeken van vorstelijke personen.
Van beide zijden wordt getoond, dat men aan de vriend
schappelijke betrekkingen tusschen beide hoven eene groote
waarde hecht en als dan ook door de vorsten van beide rijken
met een begeerig oog wordt uitgezien naar de zegeningen
door de instandhouding des vredes voor de bewoners van
beide landen verkrijgbaar gemaakt, dan moet het
niemand verwonderen als zij, den oorlog van 1866 ver
getende in, vrede en vriendschap met elkander zoeken te
verkeeren.
Dat de moord door Prins Pierre Bonaparte op Victor
Noir gepleegd, de reputatie der keizerlijke familie in
Frankrijk geene diensten bewijst, dit is duidelijk. Maar
ook de geldmarkt heeft in de verloopene week den indruk
doen kennen, door de verschillende gebeurtenissen te Parijs
teweeggebragt. Niet het minst heeft de vervolging van
den afgevaardigde Rochefort ongerustheid bij de mannen
van de beurs veroorzaakt. De afloop der gebeurtenissen
is niet te voorzien en de vrij belangrijke verkoopen ter
beurze in onderscheidene fondsen, deden in de jongste dagen
niet slechts de prijzen min of meer achteruit gaan, maar
gaven duidelijk blijk van het bestaan van vrees en bezorgd
heid voor de naaste toekomst.
Het meest belangrijk nieuws der laatste dagen is de
veroordeeling van Henri Rochefort, door de zesde correc
tionele Kamer te Parijs. Hij en de heeren Paschal
Grousset en Dereure, medearbeiders aan de Marseillaise,
zijn veroordeeld elk tot eene gevangenisstraf van zes
maanden, benevens geldboeten, respectivelijk van 3000,
2000 en 1000 francs. Tengevolge van den rustigen afloop
van dit regtsgeding is de cours der effecten 35 centimes
gerezen.
De straf, die Rochefort wegens zijne opruijende artikelen
getroffen heeft, is zeer zacht. Daar hij zijne burger
lijke regten niet verbeurt, blijft hij lid der kamer.
Op Donderdag 27 dezer zal door de rederijkers-kamer
Olympia alhier eene buitengewone vergadering gehouden
worden, waarin o. a. het blijspel: ,/Kaf onder 't koren, of
de intrigant op het vergelijkend examen/ van den heer
D. Dekker, zal worden opgevoerd.
De heer Joh. Dyserinck zal héden eene volks
voorlezing in Amsterdam houden, in het lokaal Frascati.
Tot ontvangers der registr. en dom. zijn benoemd:
te Hoorn, de heer J. Roldanus, thans te Middelharniste
Dóesburg, de heer G. Y. Blaauw, thans te Schagen.
Tot lsten luit. a la suite bij het corps Koninklijke
Scherpschutters van de Veluwe is benoemd: Z. K. H. Prins
Willem Alexander Hendrik Frederik der Nederlanden.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
Tot apotheker 3de kl. bij de milit. geneesk. dienst
in Oost-Indië is o. a. benoemd de voor die betrekking
opgeleide kweekeling der pharmacie J. W. Slangen.
Met ingang van 1 Febr. is tot schoolopziener in het
vierde schooldistrict der provincie Groningen benoemd
jhr. mr. W. C. A. Alberda van Ekenstein, te Groningen.
Tot procureur bij de arrondissements-regtbank te
Gorinchem is benoemd mr. A. H. van Tienhoven, advo
caat aldaar.
Aan den heer <J. Gomarus is, op zijn verzoek, eervol
ontslag verleend uit zijne betrekking van notaris te Gieten,
en in zijne plaats is benoemd J. W. L. Vroom, candidaat-
notaris te Zwolle, een en ander in te gaan met 1 Febr.
De loting voor de Nationale Militie zal in dit jaar
op de navolgende dagen en uren plaats hebben
te Heerhugowaard, op Donderdag 10 Februarij, 's voor
middags ten 111 ure, voor de ingeschrevenen uit de
gemeenten Heerhugowaard, Broek op Langedijk, St. Pancras,
Oterleek, Obdam, Hensbroek, Oudkarspel, Noord- en Zuid-
Scharwoude
te Helder, op Vrijdag 11 en Zaturdag 12 Februarij, telkens
des morgens ten 9 ure, den eersten dag voor de lotelingen
uit de gemeente Helder, en op den tweeden voor die uit
de gemeenten Texel, Vlieland, Terschelling en Wieringen
te Schagen op Maandag 14 en Dingsdag 15 Februarij,
telkens 's voormiddags ten 10 ure, den eersten dag voor
de ingeschrevenen uit de gemeenten Warmenhuizen, Zijpe,
Callantsoog en Petten, en op den tweeden voor die van
de gemeenten Schagen, Barsingerhorn, Harenkarspel en
St. Maarten; en
te Winkel op Woensdag 16 Februarij, des voormiddags
ten 10| ure, voor de ingeschrevenen van de gemeenten
Winkel, Hoogwoud, Nieuwe Niedorp, Oude Niedorp,
Spanbroek, Opmeer en Wieringerwaard.
Bij koninklijk besluit van 22 Jan. jl. zijn benoemd
de voorzitters en burgerlijke leden en hunne plaatsvervan
gers in de onderscheidene militieraden voor de ligting der
nationale militie van 1870. In de provincie Noordholland
zijn benoemd: in het 1ste militiedistrict: tot voorzitter
mr. A. de Vries, tot zijn plaatsverv. mr. C. A. Crommelin,
leden der Prov. Staten; tot lid mr. E. Boas, tot zijn
plaatsverv. mr. J. C. de Koning, leden van den gemeente
raad van Amsterdam; in het 2de militiedistrict: tot voorz.
mr. J. F. T. van Valkenburg, tot zijn plaatsvervanger de
heer J. L. van der Burch, leden der Prov. Staten; tot lid
de heer J. de Breuk Jr., tot zijn plaatsvervanger de heer
F. L. Kist, leden van den gemeenteraad van Haarlem;
in het 3de militie-districttot voorzitter de heer P. A. van
der Drift, tot zijn plaatsvervanger de heer A. Maclaine Pont,
leden der Prov. Staten; tot lid, dr. L. de Sonnaville; tot
zijn plaatsvervanger, mr. J. E. Nuhout van der Veen,
leden van den gemeenteraad van Alkmaar.
Beroepen te Enkhuizen ds. J. B. Eigenman, te
Delfshaven; te Wageningen en Opheusden, ds. E. A.
Lazonder te Berkel en Rodenrijs.
Ds. G. A. Fijnvandraat, te Zwartsluis, heeft voor
het beroep naar Coevorden bedankt.
Ds. Westhoff, predikant bij de Luthersche gemeente
te Utrecht, heeft voor het beroep naar 's Gravenhage
bedankt.
De Amsterdamsche IJsclub, gevestigd te Amsterdam,
en de Vereeniging, genaamd Zaanlandsch Schoolfonds,
onder de zinspreukKennis is Macht, gevestigd te Zaandam,
zijn als regtspersoon erkend.
Men meldt uit Hoorn dd. 21 dezer:
//Er bestaan hier onderscheidene inrigtingen, die met milde
hand der behoeftige volksklasse, vooral in den winter, hulp
en onderstand verschaffen, en het gevolg daarvan is, dat
er geene nijpende armoede wordt geleden. Het getal armen
vermindert daardoor echter niet, het neemt veeleer jaarlijks
toe, het is te vreezen, dat dit euvel in de toekomst nog
grootér zal worden. Verstandige en weldenkende menschen-
vrienden hebben dan ook de gegronde overtuiging, dat men
door het geven van aalmoezen de kwaal wel eenigermate
kan lenigen, maar haar niet met vrucht bestrijden en nog
minder overwinnen kan. Van het beginsel uitgaande, dat
beschaving en verlichting, zedelijke verbetering en verede
ling onder den werkenden en geringen stand, meer doel
treffende middelen zijn tot wering van dat kwaad, wenden
zij dan ook met volhardenden ijver pogingen aan ter bereiking
van dat schoone doel. Elke maand worden er volksvoor
lezingen gehouden, welke strekken tot opwekking van een
bij velen sluimerend gevoel van menschenwaarde, tot op
scherping van den geest, tot vermeerdering van algemeene
kennis en tot bevordering van den zin voor het schoone,
goede en edele. Met gretigheid wordt daarvan gebruik
Priji der Advertentiën: Var 14 regelt 60 «ent,
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten Worden naar plaatsmimtt bei'ekend.
gemaakt, zelfs zóó dat menige vergadering tot bij de 2Ó0
aandachtig luisterende toehoorders telt, terwijl de commissie,
aan wier zorgen de regelirtg en leiding is toevertrouwd, er
steeds met wijsheid op bedacht is om, door afwisseling en
door zamenvoeging van het nuttige met het aangename,
den goeden geest te versterken, die zoo duidelijk zigtbaar
is, en die voorzeker voor de toekomst heerlijke vruchten
zal opleveren.»
De heer A. H. J. van der Vlerk adverteert in de
Haarle msche Courant het overlijden van zijne echtgenoote
aldus
//Heden stortte het gebouw van mijn echtelijk heil jam
merlijk in een. Mijne lieve gade, Hendrikje Versteeg,
met wie ik gedurende 6 j jaar zoo hoogst gelukkig veree-
nigd was, ontsliep na een langdurig en bijna onuitstaanbaar
lijden, in den ouderdom van bijna 50 jaren.
Begaafd met de voortreffelijkste hoedanigheden van geest
en hart, in alles met kinderlijk geloof een Hooger Bestuur
eerbiedigende, met zeldzame scherpzinnigheid over zaken
en omstandigheden wetende te oordeelen, en daarmede eéne
bewonderenswaardige geestkracht parende, en bovendien mij
immer eene liefde openbarende, waarvan de herinnering
steeds als eene vriendelijke star aan den duisteren gezigts-
einder mijns levens zal blinken, was zij mij alles.
Neen! ik zal haar niet vergeten. Ik zal haar beweenen,
totdat ik geene tranen meer zal hebben om te schreijen,
totdat de bron mijner tranen zal zijn uitgedroogd.
In stomme droefenis zit ik neder op de puinhoopen mijner
verstorvene levensvreugd. Mijn onwaardeerbaar aardsch
geluk ging zieldoorvlijmend onder in een nacht van rouw,
toen het morgenrood van eeuwig, hemelsch heil lieflijk
voor haar aan de kimmen rees.
Haarlem, 21 Januarij 1870.»
Op den Hollandschen spoorweg is jl. Zaturdag avond
van den trein, die ten 8 ure 25 min. van Rotterdam ver
trok, tusschen Schiedam en Delft een conducteur van een
der wagens gevallen. Hoewel gekwetst, verkeert hij echter
niet in levensgevaar. De gewonde is naar het station te
Schiedam vervoerd.
Het koloniaal stoomschip Argus is weder op 's Rijks
werf te Hellevoetsluis gehaald, om de bekomen schade
door aanvaring in de koopvaardijhaven te herstellen.
In de Krimpenerwaard heeft een landbouwer een steur
van ruim 112 kilogr. uit het ijs gehaald.
Een Oosterhoutsche schoone had haar hart aan een
flinken borst geschonken, en zij zou hem ook weldra haar
hand schenken. Daar komt een mededinger, een looijers-
gast, die voorgaf goed werkman en niet onbemiddeld te
zijn, en er niet onaardig uitzag. De strijd waJs' te ongelijk;
de laatste bleef overwinnaar, en de schoone brak alle ver
dere betrekking met haar eersten minnaar af. Vijf maanden
had zij met den nieuwe verkeerd, met hem gewamdeld en
koffijhuizen bezocht, toen het eenige dagen geleden aan het
licht kwam, die cavalier was//eene vrouw». Dat de
bedrogene met spijt in het hart haar eersten minnaar
betreurt en zich nergens vertoonen durft, valt ligt te
begrijpen.
Wat den nieuwmodischen vrijer aangaat, om het oven
of men haar handelwijze als een misdaad of als een grap
wil opvatten, haar volharding en haar stilzwijgen zijn te
bewonderen. Niemand toch wist van de grap, of had
het minste kwaad vermoeden opgevat. Zeker zou het
spel nog lang zijn voortgezét, zfob dé' getraande minnaar
niet door een buurvrouw, die nlinder goed kófi zwijgen,
betrapt was geworden, terwijl zij bezig was van costuüm
te veranderen.
De Deventer Courant behelst een uitvoerige ver
betering van het berigt uit Voorst, omtrent mishandeling
en opsluiting eener krankzinnige aldaar. De barbaarsche
behandeling der ongelukkige krankzinnige dochter wordt
daarin bepaald ontkend. Naar de verzekering van bevoegde
getuigen, werd zij steeds door hare betrekkingen, vooral
door haar vader, met de meeste zorg en liefde behandeld.
De opsluiting moet dan ook eerst in het werk gesteld,zijn
sedert de maand December, niet voortdurend, maar wanneer
men, voor hare bedreigingen van ontvlugting en zelfmoord
beangst, geen ander middel wist te bedenken om dit te
verijdelen. Een naauwkeurig onderzoek heeft dan ook geen
spoor van ligchamelijke mishandeling opgeleverd, terwijl de
vader van de tijdelijke opsluiting voor de belangstellenden
in het geheel geen geheim maakte. Vele blijken van liefde
tot zijne krankzinnige dochter worden vermeld. Van alle
zijden vindt de zwaar beproefde man dan ook deelneming
en beklag.
Twee vrouwen uit den gegoeden boerenstand te Avereest
hadden naast elkander gezeten in hef kerkgebouy, om te
luisteren naar de prediking van het woord Je liefde, én