1870. N°. 16. Zondag 6 Februarij. 28 Jaargang. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163. De COMMISSARIS des KONINGS, De grondslag voor een belastingstelsel. BINNENLAND. HELDERSCHE U IVIEUWEDIEPER COURANT, „W ij huldigen het goed e." Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1.30. franco per post - 1.65. Prijs der Advertentiën: Van 11 regels 60 cent, elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Woen§dag den 9 dezer vertrekt de Mail over Marseille naar Oost-Indië, China en Japan. in de provincie NOORDHOLLAND, Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat door het verwisselen der sluisdeuren van de Koopvaarders-schutsluis te Nieuwediep, de scheepvaart door die sluis van af' 8 Fel»runrij eerstkomende, gedurende eenige dagen zal gestremd zijn. Haarlem, 29 Januarij 1870. De Commissaris des Konings voornoemd, R O L L. De VOORZITTER van den RAAD der gemeente HELDER brengt ter openbare kennis, dat DE RAAD ZAL VERGADEREN op Dingsdag den 8 Februarij 1870, des avonds ten ZEVEN ure. Helder, De Voorzitter voornoemd, den 4 Februarij 1870. STAKMAN BOSSE. PIJNTEN TER BEHANDELING: 1. Antwoord van den Minister omtrent de voorstellen tot heffing van verbruiksbelastingen. 2. Mededeeling van ingekomen stukken. i. De Alkmaarsche Courant heeft hare gedachten over de hervorming onzer belastingen openbaar gemaakt, en over dit onderwerp menigen behartigenswaardigen wenk gegeven. De schrijver dier artikelen vraagt zich in het laatst ver schenen nummer af, moet de belasting geregeld zijn naar de inkomsten of naar de verteringbespreekt op heldere wijze het voor en tegen van beidenen schijnt als overgangstoestand aan te prijzen een stelsel, zooals dat, hetwelk sedert 1 Jan. 1867 in de gemeente Arnhem werkt, een gemengd stelsel, waarbij de belastingschuldige wordt aangeslagen naai zijne bekende inkomsten en den uiterlijken staat, door hem gevoerd. Blijkbaar is de Alkmaarsche Courant zeer geneigd tot eene inkomsten-belasting, en zoo als de vraag door haar is gesteld: «of naar de inkomsten, of naar de vertering belasten»is deze voorkeur logisch verklaarbaar niet alleen, maar zelfs een noodzakelijk gevolg der gestelde praemissen. Maar zijn hare praemissen juist? In tweeërlei opzigt betwijfelen wij dit: in de eerste plaats geldt hier niet: inkomsten of vertering, tertium non datur; er is wel zeer zeker een derde grondslag voor directe belasting denkbaar en in de tweede plaats, gaat de A. C. uit van een in onze oogen geheel valsch beginsel, dat door haar aldus wórdt geformuleerd: "Immers de regel, dat ieder burger »naar vermogen bijdraagt in de lasten van den staat, beveelt «zich terstond bij ieder aan door zijn billijkheid en een- «voudigheid.» Eenvoudig is de regel, onnatuurlijk eenvoudig zelfs, voor eene politiek-economische quaestie, die tot heden niet door hunne eenvoudigheid bekend warenmaar billijk De meeste staathuishoudkundigen zijn het voor het oogenblik nog met de Alkm. Courant eens. De Bruijnr Kops schrijft nog: «het is billijk, dat men «die last voor allen gelijk drukkend trachte te maken, «met andere woorden, dat ieder zooveel doenlijk betale naar «evenredigheid van zijn inkomen.» De oudere economisten zijn bijna allen van dit gevoelen «on voudrait»schrijft Droz, «que chacun contribuat aux «dépenses publiques, en proportion du revenu, dont il «jouit.» De Sismondi zegt: «....on peut donc admettre la «règle générale, que chacun doit contribuer au maintien «de la société en proportion de son revenu.» En men behoeft de oudere economisten maar op te slaan, om telkens te stuiten op hetzelfde begrip; indien wij er een half uur tijd voor over hadden, zou niets ons gemakkelijker vallen, dan een breede lijst van namen en citaten zamen te stellen. Maar indien dit begrip eene dwaling is, hoe dan te verklaren, dat het zoo algemeen is geworden? Hierdoor, dat het is een logisch en noodzakelijk gevolg van eene andere dwaling, die tot voor vijftig jaar, door alle staat huishoudkundigen werd gedeeld. Zelfs in 1840 kon de Tracy, zonder zich belagchelijk te maken, zeggen: «la totalité des dépenses publiques doit être rangée dans la elasse des dépenses justement nommeés stériles et improductives Neemt men dit eenmaal aan, zegt men: de uitgaven van den staat zijn onvruchtbaar en improductief, welnu, dan zijn zij niet anders dan een noodzakelijk kwaad, dat geleden moet worden. Moet er telken jare een deel van het nationaal vermogen aan improductive uitgaven worden weggesmeten, dan is het billijk, dat iedereen daartoe bijdrage in juiste evenredigheid met dat deel van het nationale vermogen, waarover hij de beschikking heeft. Thans is er niemand meer, die durft volhouden, dat de staatsuitgaven improductief zijn; zij zijn even nuttig, even noodzakelijke voorwaarden tot nieuwe producten, als alle andere uitgaven, die eenige tak van handel of nijverheid vereischt. Maar daarmede vervalt dan ook alle redelijke grond voor het stelsel, dat thans nog de A. C. verdedigt dat de belastingen moeten zijn evenredig met het inkomen van den belastingschuldige. In zijn zeer lezenswaardig werkje over «de Gemeente», noemt Hugenpoth tot den Berenclaauw dit stelsel dan ook, kras, maar waar, dievenmoraalHet is ons een raadsel, zoo men een stelsel billijk kan noemen, dat tot den belasting schuldige zegt: betaal, pmdat gij bezit! Welk een wonder lijke redenering: omdat, ik geld heb, moet ik dat gedeeltelijk afstaanZoo zegt ook de struikroovergeef mij uw beurs, omdat gij een beurs bezit en ik niet. Is dat de taal, die den staat voegt? De staat moet zich onderwerpen aan het gemeene regt, en kan alleen zeggen: betaal, omdat gij schuldig zijt. En dus geen belasting meer, evenredig met het inkomen, maar evenredig met de diensten, die de belastingschuldige van den staat geniet, en het belang, dat hij heeft bij de instandhouding van den staat. Niemand brengt gaarne belastingen op. Maar men maakt het belastingwezen noodeloos hatelijk en verdacht, indien men het in verband wil brengen met het inkomen, waar mede het in onze oogen evenveel te maken heeft als met den Keizer van China. Welk een wonderlijk soort van regt en billijkheid zoude het toch zijn, indien men in het dagelijksch leven wilde overbrengen, wat men in het staats leven als iets geheel natuurlijks wil doen voorkomen. Laat ons onze meening verduidelijken met een triviaal voorbeeld. Een bakker klopt aan bij den arme, en zegt: geef mij een stuiver, omdat uw inkomen gering is; en vraagt den rijke een gulden, omdat hij eenmaal rijk is, zoo begaat hij twee onbillijkheden, indien hij niet, wat waarschijnlijker is, tweemaal de deur wordt uitgezet. Maar laat dezelfde bakker zijne waren leveren aan beiden, en hij zal van den rijke twintig maal meer ontvangen, dan van den arme. Niet, omdat de een vermogend is, en de andere gebrek lijdt, maar omdat hij den rijke eene twintig maal grootere waarde heeft geleverd. Zoo ook met den staat; de onvermogenden betalen weinig, de vermogenden veel; maar niet omdat zij vermogend zijn, en in evenredigheid met hun fortuin, maar wel omdat zij meer diensten van den staat genieten, en in evenredigheid met die diensten. HELDER en NIEUWEDIEP, 5 Februarij. Interessante discussiën zijn gedurende de jongstverloopene dagen in het Wetgevend Ligchaam te Parijs gevoerd. De gevoerde discussiën over het reglement van orde gaven den heer Grévy aanleiding om een amendement voor te stellen, strekkende om aan het Wetgevend Ligchaam het regt toe te kennen om, ter zijner bescherming, de hulp der gewapende magt in te roepen. De voorsteller wees er op, dat die bevoegdheid dienen moest om misbruik van het regt van ontbinding te voorkomen. De heer Jules Favre verdedigde het amendement en deed uitkomen, dat onder het tegen woordig regerings-stelsel de wetgevende vergadering aan den willekeur van een enkel man is overgeleverd. Spreker herinnerde daarbij aan den beruchten 2den December. De regering bestreed, bij monde van den minister Segris, het voorgestelde amendement, dat dan ook door de meerder heid verworpen werd. 217 leden verklaarden zich er tegen, 43 vóór. In de zitting van den volgenden dag trachtte de markies de Piré de discussie over deze aangelegenheid in het Wetgevend Ligchaam weder op nieuw te openen, naar aanleiding der voorlezing van de notulen. De president herinnerde echter, dat die zaak beslist en de discussie daar over op het oogenblik niet meer mogelijk is. De leden dér oppositie laten blijkbaar geene gelegenheid voorbijgaan om te strijden, zoowel voor de staatkundige vrijheid der ingezetenen, als voor de regten van het Wetgevend Ligchaam. In de zitting van jl. Donderdag kwam de heer Gambetta op voor de belangen der boekdrukkers en boekverkoopers hij vroeg ophelderingen] aan de regering in verband met den onzekeren toestand waarin het bedrijf van die indus triëlen verkeert. De minister Chevandier ontkende het bezwaar niet, beloofde onderzoek en de indiening eener wetsvoordragt, met het oog op deze aangelegenheid. Wij halen bovenstaande feiten, die regtstreeks meer van binnenlandsch belang voor Frankrijk dan van algemeen belang zijn te achten opzettelijk aan, om te doen uitkomen, hoe zeer in den boezem der wetgevende vergadering met kracht tegen alle willekeur der keizerlijke regering wordt opgekomen. Uit Rusland verneemt men de stellige verzekering, dat het kabinet van St. Petersburg met de overige regeringen in Europa eenstemmig is in den wensch tot behoud van rust en vrede in het Oosten. De Oostersche quaestie veroorzaakt dus voor het oogenblik geen vrees voor ver storing van den Europeschen vrede. Het staatkundig programma van het nieuwe kabinet in Oostenrijk is dezer dagen door den eersten minister in den Rijksraad medegedeeld. Het ministerie belooft veel en wel veel goeds; de tijd moge ons leeren, in het belang der monarchie, dat hetgeen er beloofd werd niet moet gerang schikt worden onder de vrome wenschen Onder de curiositeiten van Egypte behoort ook, dat het een parlement heeft, hetwelk Napoleon in zijn beste dagen, zijn beschermeling zou hebben kunnen benijden. Dit parlement, waar geen oppositie zich laat hooren en welks leden over het algemeen liefst van staatszaken niet willen weten, is geopend. De Onderkoning heeft de trouwe afgevaardigden in zijn troonrede niet eens lastig gevallen met een vermelding van zijn geschil met de Porte. Het raderstoomschip de Valk, onder bevel van den kapt.-luit. ter zee N. M. J. Kroef, is, volgens een bij het departement van Marine ingekomen telegram, den 2 Fébr. van Napels, via Messina, naar Malta vertrokken. Aan boord was alles wel. Het schroefstoomschip het Loo, onder bevel van den kapt.-luit. ter zee jhr. D. Bowier, is in den namiddag van den 3 Febr. van de reede van Hellevoetsluis naar zee vertrokken, ter opvolging zijner bestemming naar de Kust van Guinea. Aangenomen voor den overvoer naar Java van een detachement militairen, sterk 125 man, het schip Antje, kapt. P. van der Hoog. Embarkement den 19 dezer alhier. Jl. Woensdag werd de levende kabeljaauw bij afslag gemiddeld voor 3.50 per stuk en de schelvisch ad 5 de honderd van de hand gezet. De aanvoer van visch is hier tegenwoordig vrij belangrijk. De verjaardag des Konings is aanstaande. Ter bevor dering eener feestelijke viering van dien voor het vaderland gewigtigen dag, heeft het bestuur vau het Artillerie-Vrij- korps alhier, in zijne vergadering van gisteren, besloten tot deelneming van het korps aan de parade, die alsdan des middags ten 12 ure op den Zeedijk nabij het Provinciaal Observatorium zal worden gehouden. Door de deelneming van het muziekkorps zal die militaire plegtigheid niet weinig worden opgeluisterd. Aan den avond van dien feestdag zal, blijkens achertstaande advertentie, een bal in het lokaal Tivoli alhier plaats hebben. Naar wij vernemen zullen, behalve de leden van het Vrijkorps en van Concordia, ook de hh. officieren van land- en zeemagt en van de schutterij tot bijwoning daarvan worden uitgenoodigd, benevens de onderofficieren der schutterij, die der laridmagt en die van het korps mariniers, alhier in garnizoen. Als wij ons herinneren, hoe ten vorigen jare het Vrijkorpsbal op 's Konings verjaardag veel genoegen heeft gegeven, dan ver trouwen wij, dat ook deze poging van bestuurderen dier vereeniging door de verschillende corporatiëndie ter bijwoning worden genoodigd, wel zal worden gewaardeerd. Met zekerheid kunnen wij melden, dat ook voor parti culieren de gelegenheid tot bijwoning van dit feest wordt opengesteld tegen betaling eener entree, en dat de lijst ter deelneming binnen een paar dagen in handen van den ordonnans van het korps zal worden gesteld. Jl. Donderdag werd in het lokaal Tivoli alhier de aangekondigde tooneelmatige voorstelling gehouden, ten voordeele der noodlijdenden door de jongste zeeramp op Terschelling. HH. onderofficieren der infanterie kweten zich ook ditmaal op uitnemende wijze van de opgevatte taak en schonken door eene zeer juiste en gepaste voorstelling der onderscheidene karakters den talrijken aanwezigen een genotrijken avond. De beide stukken: //Henri Burton" en .■/Een oude rat in den val" werden met veel succès ten tooneele gevoerd. Wij deelen in den wensch, dien avond herhaaldelijk onder het publiek geuit, dat dit gezelschap van tijd tot tijd ons op zulke allezins verdienstelijke uit voeringen onthale. De opbrengst dezer voorstelling is, na aftrek der nood.» zakelijke onkosten, 147.31. Wij vestigen de aandacht onzer lezers o. a. op eene der achterstaande advertentiën, waarin eene openbare ver gadering van het Letterminnend Genootschap //Liefde tot Kunst" wordt aangekondigd. Inzonderheid om de opvoering van //I April 1572" bevelen wij die voorstelling aan. Naar men Verneemt, zal er met het volgende jaar op al onze staatsspoorwegen een groote en lang gewensclite verbetering worden aangebragt. Al de rijtuigen namelijk zullen met stoom, door gutta-percha buizen geleid, behoorlijk en gelijkmatig verwarmd worden, waardoor dus de water stoven in de 1ste en 2de klasse zullen 'vervallen, en de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1870 | | pagina 1