BUITENLAND.
De dominé van Binnenwijzend, die er was gaan doopen,
en een deurwaarder, die er was gaan dagvaarden, zijn beiden
op het eiland Urk ingevroren. Waarmeê ze zich wel zuilen
troosten gedurende die werkstaking!
Het Handelsblad bevat een ingezonden artikel, waarbij
door den notaris Fabius, te Amsterdam, en eenige andere
heeren de ondersteuning gevraagd wordt voor A. Vogel,
die, na /vijftien maanden preventieve gevangenschap," nadat
hij op //vermoeden" in zijn betrekking was geschorst, vrij
gesproken werd. Zijn onschuld is overtuigend gebleken;
zijn verleden was loffelijk en de man is met zijn gezin
nu geruïneerd. Hij zal zich naar Amerika begeven,
waarvoor thans door eenige heeren geld wordt gevraagd.
Jl. Vrijdag namiddag is te Haarlem een zestienjarige
jongen, die op het Zuider-Buiten-Spaarne schaatsen reed,
op de hoogte van Klein Kraantje-Lek in een wak gereden
en, in weerwil dat dadelijk pogingen tot redding werden
aangewend, verdronken.
Drie jongens, die zich met het werpen van sneeuw
ballen bezighielden, vonden jl. Donderdag te 's Hage onder
de sneeuw een bankbillet van 25, dat een dienstmaagd
juist den vorigen dag verloren had. Daar zij dit vernomen
hadden, beijverden zij zich dan ook spoedig dat billet aan
de meid terug te bezorgen, die hunne eerlijkheid niet
onbeloond liet.
Jl. Woensdag verloor iemand te Botterdam zijn
portefeuille met 2000 aan bankpapier. Een arme man
vond die, gaf hem aan den eigenaar terug en kreeg
een kwartje.
Mej. Betsy Perk, in onmin geraakt met de heeren
van Dijk en Co. te Schiedam, die haar weekblad Ons
Streven zouden uitgeven, heeft de leiding van genoemd
blad neergelegd en zal eerlang bij den boekhandelaar
Joh. Ykema, te Delft, doen verschijnen: Onze roeping,
Orgaan voor de Nederlandsche vrouw, welk blad geregeld
Donderdag om de veertien dagen verschijnt, en franco per
post 3.25 in het jaar kosten zal.
Op de stoomboot Dolphijn, varende van Waalwijk op
Botterdam, had jl. Maandag het volgende ongeluk plaats,
dat de ongelukkigste gevolgen had kunnen hebben. Een
der luchtpijpen van den stoomketel was, door welke reden
is onbekend, gesmolten, en nu moest de stoom eensklaps
geheel en al door een klein pijpje zijn weg banen, waar
door ontzaggelijke rookwolken met een oorverdoovend gesuis
en gebrom in de machinekamer en op het dek zich ont
lastten. De passagiers sprongen van boord, eenigen in het
water, anderen aan wal; een hartverscheurend geroep en
gekerm liet zich hoorendoch gelukkig kwamen passagiers
en bemanning der boot met den schrik, sommigen daar
enboven met een nat pak, er af.
Men zegt, dat te Utrecht een kind, dat met lucifers
te koop liep, in het plantsoen is doodgevroren. (U. D.)
De hooiperserij is te Zwolle weder in vollen gang
en, naar men zegt, levert zij goede winst op. Uit de om
liggende gemeenten en buurtschappen wordt het hooi in
groote hoéveelheid aangevoerd, somtijds tot 20,000 kilo's
daags, en zoodra eene wagenvracht is afgeladen wordt het
hooi in pakken van 100 kilo's te zamen geperst en ter
verzending gereed gemaakt naar Pruissen en België, alwaar
gebrek aan hooi moet bestaan. De slechtste kwaliteit,
plat en kort van stengel, wordt voor de pers goed genoeg
geacht en voor 9 a 9,50 per 500 kilo's ingekocht; voor
redelijk best paardenhooi wordt 12,50 a 13 besteed.
Jl. Donderdag hield het te Deventer gevestigde
departement van het Nut eene buitengewone vergadering,
ten einde nader te beraadslagen over het voorstel van
eenige leden, strekkende om een algemeen weduwenfonds
op te rigten voor de leden der Maatschappij. De zaak
vond èn bij het bestuur èn bij de vergaderde leden grooten
bijval. Algemeen was men evenwel van oordeel, dat bij
de'groote voordeelen, welke zulk een fonds kan opleveren,
toch eene zeer algemeene deelneming ook yan andere
departementen onmisbaar is om het op hechte grondslagen
te vestigen. Daarom is besloten eene circulaire aan het
hoofdbestuur en aan de departementen te rigten, ten einde
zich van de mogelijkheid eener meer algemeene deelneming
te verzekeren.
Te Hardenberg is gestorven een welgesteld landbouwer
die 104 jaren oud is geworden en in de meeste opzigten
nog op even dezelfde wijze als voor een halve eeuw geleden,
leefde.
In den nacht tusschen Dingsdag en Woensdag heeft
te Dwingelo een hevige brand gewoed, waardoor 6 huizen
met het grootste gedeelte van den inboedel, in de asch
zijn gelegd. De rigting van den wind heeft het dorp voor
grootere rampen bewaard. De oorzaak is niet met zekerheid
bekend.
Te Keekerdom bij Nijmegen waren eenige kinderen
op de glooijing van den Waaldijk aan het spelen. Een
onbewerkte scheepsmast kwam daar afrollen en doodde
een der kleinen, terwijl een ander inwendig belangrijk
gekneusd werd. Een derde ontkwam het gevaar door voor
den boom uit, het water in te loopen.
Op een dorp in Gelderland zat in de vorige week
een echtpaar des avonds genoegelijk bijeen. Eensklaps
krijgen beiden gelijktijdig een brandlucht in den neus, zij
loopen om het hardst om de oorzaak daarvan op te sporen,
maar te vergeefs. Daar ontdekt de vrouw, onder al die
bedrijven, dat de pluim van de slaapmuts, welke haar
echtgenoot op het hoofd had, bij het voorover zitten met
een brandende kaars in aanraking was gekomen. De pluim
te vatten en het vuur uit te dooven, was het werk van een
oogenblik. Beide echtelingen waren nu spoedig van den
schrik bekomen.
Het Provinciaal geregtshof van Limburg heeft in
zijne jl. Donderdag gehouden zitting Joseph Schuman
schuldig verklaard aan moedwilligen moord en hem ver
oordeeld tot 20 jaren tuchthuisstraf.
Aangekomen schepen te Batavia, vóór 25 Januarij:
Admiraal de Buyter, Aldebaran, Bellatrix, JacobaCornelia,
Maria Adriana, PadangPacket en Waterloo. Vertrokken:
Doelwijk en Voorlichter.
Naar men verneemt heeft de Keizer van Oostenrijk
den baron Mackay, voorzitter der hoofdcommissie voor de
internationale tentoonstelling, die in den vorigen zomer te
Amsterdam is gehouden, benoemd tot commandeur dei-
Orde van Frans Joseph, en de heeren dr. Mouton, secretaris
dier commissie, en mr. W. van der Vliet en J. Gosschalk,
voorzitter en secretaris van de regelings-commissie, tot
ridder der genoemde Orde.
Betreffende een grooten sneeuwval in Oostenrijk wordt
het volgende berigt: De sneeuw ligt op sommige plaatsen
reeds 10 voet hoog. Het postverkeer wordt slechts
door middel van boden te voet en dikwijls met langdurige
staking onderhouden. Vele bergdorpen en een aantal
alleen staande woonhuizen liggen geheel onder de
sneeuw bedolven, zoodat hier en daar slechts de met
sneeuw beladen gevels der huizen uit de witte massa's te
voorschijn komen en men van de bewoners van enkele
gehuchten, waar het herstel der gemeenschap onmogelijk
is, in het geheel niet weet of zij nog in leven zijn. Door
de zwaarte der sneeuw zijn vele daken ingestort en rollende
lawinen hebben menig huis met de menschen en al wat er
zich in bevond medegesleept. Het wild is ook voor vele
jaren uitgeroeid, en de bosschen met hunne tallooze gebroken
stammen leveren een treurigen aanblik op. Te Baibl
waren de reizigers genoodzaakt langer dan 14 dagen op
ééne plaats te vertoeven; ook daar ligt de sneeuw tot de
daken der huizen en slechts de voorraad brood, waaraan
men de meeste behoefte had, kon door middel van ijssleden
uit Tasviz aangevoerd worden. De gemsen komen van
den Koningsberg tot voor de huizen, en een nederstortende
lawine heeft vier arbeiders, die naar hun dagwerk gingen,
bedolven. Bij Millstadt werd tusschen Laubendorff en
Treffling een jong meisje en tusschen Spital en Seeboden
eene krachtige vrouw in de sneeuw dood gevonden. Bij
Fresach in het Drau-dal is een man en aan den weg naar
Stockenboi zijn drie menschen doodgevroren. Al deze
verongelukten waren door het waden door de dikke sneeuw
uitgeput geworden, waarna zij gingen zitten en insliepen
om niet weder te onwaken.
Een der meest besproken en gewigtige handels
producten in onze dagen is de tabak.» Hij levert jaarlijks
niet minder dan bijna 10,000,000 centenaars, en wel in de
volgende landen:
Cuba 610,000 Nederland 6,000
Portorico 70,000 België 10,000
Noord-Amcrika 2,000,000 Duitschland 500,000
Centraal-Amerika 100,000 Oostenrijk 1,000,000
Philippijnsche eilanden 200,000 Italië 33,000
Indië 100,000 Zwitserland 3,000
Busland 150,000 Wallachije 12,000
Denemarken 2,000 Deoverigelanden5,000,000
Een i/Te Huis» voor Aziaten, Afrikanen en Zuid-
ZEE-eilanders, te Londen. Dit vreemdelingenhuis is
door weldadige beschermers gebouwd, ten behoeve van de
arme zwarte en bruine menschen, die in Londen geen
onderdak hebben, nadat zij van de schepen, die hen aan-
bragten, ontslagen zijn. Het is geen eer voor het aan
buitenlandsche bezittingen rijke Engeland, dat het zoo lang
gewacht heeft met deze zaak tot stand te brengen. De
benoodigde som, 15,000 p. st., werd voor f bijeen gebragt
door Indische heeren. Omstreeks 5000 Hindoes, Chinezen,
Maleijers, Negers en Zuidzee-eilanders waren opgenomen
in de inrigting en geholpen om naar hunne respectieve
landen terug te keeren, toen de instelling nog zeer onvol
komen was. Thans heeft men een goed ingerigt gebouw,
waar 230 gasten kunnen opgenomen worden. Daarbij is
een hospitaal met eet- en slaapzalen. De inrigting van
het huis is overeenkomstig de Oostersche gewoonten.
Misschien verdwijnen van Londens straten nog niet de
zwarte straatveger, de Maleische rhabarter- en specerijen
koopman, de neger-zanger en de Chinesche bedelaar, want
sommige dier menschen hebben van hun gekleurde huid
eene broodwinning gemaakt; maar voor allen is thans een
schuilplaats, waar ze bij een vuur zich kunnen warmen,
hun rijst en kerrie kunnen eten en vroeger of later naar
hun vaderland kunnen terug keeren. Beschutting voor het
barre klimaat is het voornaamste wat deze arme schepselen
noodig hebben. De Lascaar rolt zich in zijn dunne kleed
en is zeer tevreden als hij een zachte plank tot bed heeft.
Een Krooman uit Afrika behoeft alleen een hoek, waar
hij zich te slapen legt op de wijze van een hond. De
Kanaker uit de Zuidzee slaapt heel rustig den nacht door,
met het hoofd tusschen de knieën. Hun voedsel is zeer
eenvoudig: rijst, roode peper en water en wat groente,
ziedaar hun menu, ofschoon ze in onze kille streken aan
dat voedsel op den duur niet genoeg hebben. De Bam-
Sammys, zoo als de Engelsche matrozen hunne gekleurde
kamaraden noemen, zullen nu niet in zoo groot getal naar het
armenkerkhof gedragen worden en vele Laskaren zullen
over het //Zwarte water» kunnen terugkeeren, naar hun
gelukkig klimaat, waar Surya, de zonnegod, al zijne
kinderen gratis van vuur en licht voorziet, hun kleedt in
zijne glorierijke stralen en hun met zeer weinig moeite
voedsel toedient. De toenaam Bam-Sammy is ontleend
aan Bama, eene zeer gevierde godheid; die scheldnaam
hindert natuurlijk zeer de arme bannelingen, die met moeite
hunne shillings bijeengaren voor den terugtogt en het
Engelsche volk zeer hardvochtig vinden, daar een rustige
Lascaar, ergens op een stoep zittende, zelfs door den
policie-man gehinderd en vervolgd wordt. In sommige
straten bij de rivier vinden deze arme schepselen soms nog
iets, dat aan hun vaderland herinnert; daar zijn huizen,
waar de Chinees opium kan rooken, de Peruaan maté
drinken, de Japannees samsjoe, de Mexicaan pulque, de
Hindoe betelnoten en de neger gekookte yams kan ver
krijgen. Maar die plaatsen zijn niet zeer veilig voor hen
en zoo is het vreemdelingen-huis een zeer weldadige in-
rigting voor deze bannelingen van het Zonneland.
In Parijs loopt een man rond, die zoo lang is, dat
hij eerst vijf minuten, nadat men hem op zijn voet heeft
getrapt, au! roept.
Dezer dagen werd bij gelegenheid van den verjaardag der ont
hoofding van Lodewijk den 16de (tl Januarij) herinnerd, wat reeds
destijds met betrekking tot de doodstraf door sommige afgevaardigden
werd gezegd, die deelnamen aan de beoordeeling van de tegen hem
ingebragte beschuldiging. Ziehier in het kort het oordeel der afge
vaardigden
Condorcet: „De straf, tegen zamenzwering bedreigd, is de
dood, maar die straf strijdt tegen mijne beginselen; ik zal er
nimmer voor stemmen."
Bancal: „De doodstraf is ongerijmd, barbaarseh en geschikt
om wreedaardige zeden teweeg te brengen."
Capfin: "Het komt mij voor, dat het voldoende is aan den
schuldige de middelen te benemen, om schadelijk te zijn."
Creuzé-Latouche „Het is in mijn oog ongelukkig, dat de
menschen, die de wetten maken, den dood van een evenmensch
kunnen bevelen."
Défermon: Ik geloof niet, dat een mensch het regt bezit, om
aan zijn evenmensch het leven te benemen."
Dufriché-VazalÉ: "Sedert lang heb ik mijn allerstelligst ver
langen aan den dag gelegd, dat de doodstraf afgeschaft worde."
Dus au lx: Kan men niet regtvaardig zijn zonder zijn vijand
terneer te vellen."
Fournï: De dood van den schuldige kan de begane misdaad
niet herstellen."
Lanjuinais "De maatschappij heeft het regt niet, om een
overwonnen vijand om het leven te brengen.»
Makuel „Het regt van den dood behoort alleen aan de
natuur; het despotisme had het haar ontnomen, de vrijheid zal het
haar teruggeven."
Gelijk men weet, is thans door Jules Simon een voorstel tot
afschaffing der doodstraf in het Wetgevend Ligchaam van Frankrijk
gedaan, zoodat men zich eerlang over h«t al of niet behoud dier
straf aldaar zal hebben te verklaren.
België.
Eindelijk is de instructie in de zaak van den schapen
koopman Jacques Dessous-le-Moustier, te Hornu, in Hene
gouwen, afgeloopen, en is hij door de Kamer van in
beschuldiging stelling van het Brusselsche hof van appèl
naar de assises van Henegouwen verwezen. Hij wordt
beschuldigd: 1°. van den moord der drie gebroeders Thirion
in het voorjaar van 1868, waardoor hij zich achtereenvolgens
in het bezit gesteld heeft eener som van nagenoeg 6000 frl
2°. van het vergiftigen van zijnen schoonvader Havrez in
18683°. van de vergiftiging zijner vrouw in 1869, en
4°. van het maken van een valschen wissel van 1000 frs.
Le Moustier is 30 jaren oud.
De te Mechelen verschijnende Dyle vestigt onder de
huwelijksaankondigingen de aandacht zijner lezers op eene
weduwe, die zich voor de zesde maal door de zachte banden
van het huwelijk laat omstrengelen! Moed en volharding,
ziedaar ongetwijfeld het devies van deze onvermoeide echt-
genoote. Zij droeg achtereenvolgens de namen van mad.
Garnier, van Hoorenbeeck, Doupé, Cuisenier en Doms, en
jl. Woensdag werd zij op nieuw opgenomen in het legioen
der gehuwden onder den naam van mad. van Deyck, die
haar werd aangeboden door haar zesden heer en meester,
een gepensioneerd onderofficier van dien naam.
Frankrijk.
Met vele anderen ijvert vooral Jules Simon sterk
voor de afschaffing van de doodstraf. Dezer dagen vroeg
iemand hem of hij toch eindelijk den moed niet verloor,
nu er na den moord van Troppman alweêr verscheidene
anderen gepleegd waren. „Integendeel", antwoordde hij,
„als er geen misdaden gepleegd werden, zouden mijne
pogingen belagchelijk zijn, maar juist omdat er nog moor
denaars te straffen zijn, bestrijd ik de doodstraf.»
Engeland.
De heer John Bright heeft zich overwerkt. Zijne
gezondheid is dientengevolge ondermijnd. De volkstribuun
is naar Schotland vertrokken om herstel te zoeken.
In het Lagerhuis heeft de heer Gladstone voorgesteld
de in de Tipperary geschiede verkiezing van een veroor
deelde Fenian tot lid van het Huis te vernietigen en de kiezers
van Tipperary tot eene nieuwe verkiezing op te roepen. De
heer Moore stelde de verzending van dit voorstel aan eene
commissie voor. Na langdurige discussiën over de bij deze
kwestie betrokkene wetsbepalingen is het voorstel des heeren
Gladstone met 301 tegen 8 stemmen aangenomen.
In Londen is eenen bankiersbediende, terwijl hij bij
zekere bank stond te wachten totdat het zijn beurt was
om te worden betaald, 10,000 p. st. ontstolen, uit de por
tefeuille, die met een ketting aan zijn hals hing. De num
mers der bankbilletten zijn bekend. 1000 p. s. is uitgeloofd
voor het aanhouden van den dief.
Uit Londen wordt gemeld, dat sir William Gardon,
aide-de-camp van Koningin Victoria, bekend door zijn moedig
gedrag in den Krim-oorlog, een poging tot zelfmoord heeft
begaan, door zich met een scheermes den hals te willen
afsnijden. Zijn toestand is zeer gevaarlijk. Men weet overigens
dat tegen pogingen tot zelfmoord in de Engelsche wetgeving
straf bedreigd wordt.