door 16 personen werd deelgenomen, ving aan. Na een
heftigen kamp werd de prijs 40) behaald door D. Wiljou,
oud 25 jaren, geboren en wonende te Helder, de premie
(J 10) door A. Sixma, oud 34 jaren, geboren te Zwartsluis,
terwijl als derden en vierden prijs aan P. Dol, oud 37
jaren, geboren te Hoorn en wonende alhier en J. Hoff,
oud 20 jaren, geboren te Enkhuizen, aan ieder een som
van 5 werd toegewezen. Ofschoon laatstgenoemde den
lsten prijs niet verwierf, die men hem vaak voorspelde,
komt hem eene bijzondere hulde toe voor zijne betoonde
buitengewone vaardigheid.
De prijzen werden aan de overwinnaars uitgereikt in de
sociëteit Harmonie. De president der regelings-commissie,
de heer Bosch Eeitz, hield daarbij eene gepaste toespraak
en drukte o. a. den wensch uit tot het tot stand brengen
eener blijvende vereeniging, die hij den naam van Noorder-
IJsclub wilde geven. De uitdrukking van dezen wensch
werd luide toegejuicht. Nadat nog door de heeren van
Geen en Haagsma het woord was gevoerd en het muziek
gezelschap ook dit deel der feestelijkheden door zijne uit
voeringen had opgeluisterd, gingen de aanwezigen uiteen,
de verzekering medenemende, dat, ondanks min gunstig
weder, dit wintervermaak tot aller genoegen was afgeloopen.
Vóór ons ligt het programma, waarmede de afdeeling
's Gravenhage der Vereeniging ter bevordering van Fabriek
en Handwerksnijverheid in Nederland een Nationalen Wed
strijd tusschen werklieden in de verschillende vakken van
nijverheid en kunst, met Tentoonstelling der ingezonden
voorwerpen, enz. aankondigt. De Tentoonstelling zal ge
houden worden in de maand Augustus 1871. Ter mede
dinging worden toegelaten alle werklieden, in Nederland
woonachtig, en werkzaam bij of voor patroons, aldaar geves
tigd. De in te zenden voorwerpen moeten zijn van eigene
vinding en bijzondere nuttigheid of doelmatigheid en uit
munten door soliditeit en keurigheid van bewerking. Tot
bekrooning worden prijzen uitgeloofd, bestaande ina. ver
guld zilveren medailles, met premiën in geld van 100 en
van 50; b. zilveren medailles, met premiën van J 50 en
van 25; c. bronzen medailles, met premiën van 25 en
van 15; d. medailles, zonder premiën, en e. vereerende
getuigschriften. Vóór of op 10 Junij 1871 moet opgave
gedaan worden van de in te zenden voorwerpen met de
noodige inlichtingen: naam, leeftijd, beroep, beschrijving
van het voorwerp, enz. Uit de ingezonden voorwerpen
zullen eenige worden aangekocht, om na bekomen magtiging
te worden verloot. Bovenstaande zijn de meest belangrijke
bepalingen van het programma, dat door het bestuur der
afdeeling 's Gravenhage is onderteekend. Belanghebbenden
kunnen overigens bij de plaatselijke commissie alhier, be
staande uit de heeren van Spall, Janzen en Schol ten,
de noodige inlichtingen bekomen.
Wij vestigen op deze aangelegenheid de aandacht der
talrijke werklieden in deze gemeente, opdat velen zich
mogen aangespoord gevoelen om in dezen wedstrijd mede
dingers te zijn.
De rederijkerskamer «Maria Tesselschade" te Koegras,
hield in de vorige week, op Dingsdag avond, eene uitvoering.
De navolgende stukken werden te diergelegenheidopgevoerd
1°. //Henri Burton," drama; 2°. «De bedrogen Notaris,"
vaudeville in één bedrijf, en 3°. //Knoopen in den Zakdoek,"
kluchtige scènes in één bedrijf. Ook ditmaal gaven de ver
schillende werkzaamheden van dien avond veel stof tot
genoegen aan de talrijke aanwezigen.
Naar men verneemt ontving Z. M. de Koning jl.
Zaturdag meer dan 130 telegrammen uit verschillende
oorden des lands, gelukwenschen behelzende ter gelegenheid
van HD. geboortedag.
H. M. de Koningin is gisteren middag ten één ure
met gevolg uit 's Hage vertrokken, om zich eerst naar
Keulen en vandaar vermoedelijk over Frankrijk naar
Engeland te begeven.
HH. KK. HH. Prins en Prinses Hendrik zijn
jl. Vrijdag avond, na eene langdurige afwezigheid, ten
gevolge van hunne reis naar Suez, in goeden welstand,
laatstelijk komende van Luxemburg, te 's Gravenhage terug
gekeerd.
Tot ridders der orde van den Nederlandschen Leeuw
zijn benoemd: mr. W. baron van Heeckeren van Keil,
directeur van het kabinet des Konings; P. J. Bachiene,
lid van den Raad van State; dr. G. J. Loncq CJz., hoog
leeraar in de geneeskunde aan de hoogeschool te Utrecht;
dr. W. C. H. Staring, bewerker der geologische kaart van
Nederland, te Lochem; N. T. Michaëiis, eerstaanwezend
ingenieur bij de Staats-spoorwegen te Rotterdam; A. J.
van Prehn, eerstaanw. ingenieur bij de Staats-spoorwegen
te Amsterdam; W. F. Kronenberg, directeur der Koninkl.
Tapijt-Fabriek te Deventer; W. A. Scholten, industrieel
te Groningen; jhr. mr. O. W. J. Berg van Middelburgh,
minister-resident te Constantinopelmr. A. J. Clant van
der Myll, secretaris-generaal bij het Departem. van Justitie;
mr. A. de Pinto, lands-advocaat en deken der orde van
advocaten te 's Hage; A. L. v. d. Velpen, kanunnik van
het bisdom van Roermond, deken, en pastoor te Gulpen;
D. Harting, pred. bij de Doopsgez. Gem. te Enkhuizen
mr. A. L. Anthing, laatst vice-president bij het hoog-
geregtshof van Ned. Indië, en jhr. mr. F. Junius van
Hemert, te Batavia; voorts de kapt. ter zee J. J. Wichers
en F. L. Geerling, en de kapt.-luit. ter zee G. W. F.
Moeth; de kolonel P. J. Amiot, comm. van het 6de reg
infanterie; de kolonel C. J. Booms, comm. van het algem.
depót van discipline; de kolonel L. J. Issels, comm. van
het 3de reg. infanterie, en de kolonel G. J. H. Michelhoff,
comm. van het 2de reg. huzaren.
Tot plaatsverv. kantonregter te Enkhuizen is benoemd
de heer G. P. Nijhoff, notaris aldaar.
Het Vaderland bevat een «woord aan mijne land-
genooten", van den heer J. J. Cremer, waarin hij eene
poging voorstelt in het belang der fabrieks-kinderen. De
minister van Binnenlandsche Zaken heeft gezegd, nog geen
wetsontwerp tot regeling van het toezigt te willen voor
stellen. Eerst moest de openbare meening zich krachtiger
uitspreken. Om die openbare meening te doen spreken,
stelt de heer Cremer de teekening voor van een adres van
dezen inhoud
•/Sire!
«Nu de toestand der kinderen, werkende in de fabrieken,
is gebleken slecht te zijn, tengevolge van een te vroegen en
te langdurig voortgezetten arbeid, nu naderen wij Uwe
Majesteit met eerbiedig verzoek, dat het Uwer Majesteits
regering moge behagen een wet in het leven te roepen,
die het arme fabriekskind tegen een onredelijke exploitatie
beschermen en het zoo mogelijk de gelegenheid tot een
behoorlijke ontwikkeling van ligchaam en geest zal ver
zekeren. «Uwer Majesteits getrouwe
«onderdanen, enz. enz."
Naar aanleiding van het verslag der reis van het
Britsche parlementslid Henry Richard, voorleden jaar door
Europa gedaan, in het belang van een voorstel van alge-
meene ontwapening, zegt het Vaderland: «Men jage het
ideaal na; men zoeke door de taal der rede en van het
gezond verstand, het uitbreken van onregtvaardige oorlogen
zooveel mogelijk te beperken doch men zie de behoeften
van het oogenblik niet voorbij. Op het tegenwoordig
standpunt der menschelijke beschaving, zoolang de vorsten
en volken nog onvolmaakt zijn, en wanneer zal die toestand
aan een einde komen! is eene algemeene en geheele
ontwapening een onding. Men besnoeije de oorlogslasten
zooveel men kan, men zorge voor eene doelmatige besteding
der gelden, maar men schuive niet roekeloos en onbezonnen
alle denkbeeld aan wel georganiseerde weerbaarheid op
zijde, zoolang het voorbeeld van anderen leert, dat de eene
staat nog blootstaat aan aanvallen en aanslagen van den
anderen. Hoe weinig men zelf geneigd mogt zijn, om aan
te vallen, zij men bedacht op verdediging, en zorge men,
tegen een aanval van anderen, beter en afdoender middelen
van tegenweer over te kunnen stellen dan groote woorden
en filosofisch juiste redeneeringen.
«Is ons onafhankelijk bestaan ons echter een te groote
luxe, begrijpen we, dat onze onafhankelijkheid en onze
nationaliteit te duur gekocht zijn voor de millioenen, die
het onderhoud van leger en vloot kost, welnu dan moeten
we die maar prijs geven. Dan vragen we, even als België
en Luxemburg, of wij onder de voogdij van de andere
mogendheden mogen staan, of we verzoeken een of anderen
onzer magtige naburen, waar de defensiekosten zooveel
percent niet bedragen, de «genadigheid" te willen hebben,
ons te annexeeren."
Aangenomen het beroep bij de Herv. gemeente te
Yeenendaal door den heer P. fiuet, laatstelijk reizend
predikant bij de Confessionele Vereeniging.
Bedankt voor het beroep bij de Herv. gemeente te
Vlissingen, door dr J. A. Gerth van Wijk, pred. te Kampen;
naar IJsselstein, door ds. F. W. Smits, pred. teHellevoetsluis.
Voor eenigeu tijd meldden enkele dagbladen, dat de
heer Brummelkamp, pred. bij de Christ. Geref. Gemeente
te Tiel, de predikdienst heeft vaarwel gezegd. Naar men
verneemt, is genoemde heer thans belast met het geven van
onderwijs in de Nederlandsche taal en de geschiedenis van
Nederland aan den Prins von Wied, den verloofde van een
Nederl. Prinses, dochter van Z. K. H. Prins Frederik.
Men schrijft ons van Oude Schild op Texel, dd. 20 Feb.
«'s Konings verjaardag werd gisteren aan ons dorp met
grooten luister gevierd. Reeds in den vroegen morgen
wapperde Neêrlandsch geliefde driekleur van torenspits en
uit vensterluik en golfde van menigen mast in onze haven.
De schooljeugd, van vlaggen en wimpels voorzien, maakte
met onze geachte onderwijzers aan het hoofd, onder het
schoone gezang van toepasselijke liederen, des morgens
eene promenade door ons dorp en retourneerde daarna
weder schoolwaarts. Daar weêrgekeerd werd de leergierige
jeugd op hartelijke wijze door den zich daar bevindende
schoolopziener begroet en vervolgens door eene korte,
doch welsprekende rede van onzen hoofdonderwijzer, op
gewekt om vlijtig van het onderwijs gebruik te maken en
zich daardoor tot nuttige leden der maatschappij te vormen.
De schooljeugd had op hare beurt den heer Muller,
hoofdonderwijzer alhier, die den volgenden dag verjaarde,
eene aangename verrassing bereid, door ZEd. onder het
toezingen van een expresselijk daarvoor vervaardigd lied,
door den hulponderwijzer G. Dros, een prachtig boek
geschenk te vereeren; voorzeker een welsprekend bewijs,
dat 's mans pogingen tot opleiding van het aankomend
geslacht, op den regten prijs worden gestelddat hij nog lang
aan het hoofd onzer school sta is onze en voorzeker veler
wensch.
Vervolgens wachtte der jeugd nog een zeer genoegelijk
onthaal. Door eenige belangstellende vrienden van het
onderwijs waren bij de weldenkende ingezetenen van ons
dorp gelden ingezameld, om daarvoor de jeugd op Konings
geboortefeest op krentebrood en chocolade te vergasten.
Dat het jonge volkje met graagte van dit buitenkansje
profiteerde, behoeft voorzeker niet te worden medegedeeld.
Doch nu tot de verdere feestviering weêrgekeerd.
's Morgens werd door onzen dorpsomroeper den volke
bekend gemaakt, dat ter eere van 's Konings veijaardag
des middags ten half drie ure een optogt op schaatsen
zou worden georganiseerd, en dat elk die daaraan wenschte
deel te nemen, zich op den bepaalden tijd in costuum,
achter het lokaal Amicitia moest bevinden. Op gemelden
tijd bevonden zich dan ook ruim 70 a 80 mannelijke per
sonen, van eiken stand en leeftijd, op de aangeduide plaats
en begonnen, na ons dorp te zijn doorgereden, zich in ge
regelde orde te scharen.
Onder bevel van een gepasporteerd artillerist in uuiform,
geadsisteerd door eenige geïmproviseerde korporaals, zette
de stoet zich in beweging en marcheerde in statige vaart,
met de driekleur aan de spits, onder het welluidend gezang
van de meest bekende nationale liederen, voorwaarts naar
het dorp de Waal, en vervolgens van daar naar den Burg, om
ten slotte naar hier te retourneren. Het leverde een
prachtig schouwspel op en deed 'het harte van vaderlands
liefde popelen, toen die bonte schaar, waarvan velen met
het geliefkoosde oranje getooid, onder het aanheffen van
«de Koning leev'!", in regelmatige orde optrok.
Later sloten zich aan den stoet een paar «zwarte jongens"
aan, die bij de voornaamste ingezeten van Burg en Waal
een drinkpenning inzamelden, waarvoor de schare zich
eenigzins kon ververschen. Een talrijke menigte was bij
den intogt in laatstgenoemde dorpen op de been, en ont
vingen de feestvierenden met de meeste heuschheid; vooral
was dit het geval aan den Burg, waar verscheidene der
voornaamste burgers luide hunne tevredenheid te kennen
gaven.
Des avonds bereikte de stoet in de volmaaktste orde en
in de beste harmonie weder ons dorp, en waren allen het
eens in de betuiging, een regt aangename dag te hebben
doorgebragt. 's Avonds was de sociëteit Neptunus schit
terend geïllumineerd, en betuigde daardoor hare ingenomen
heid met het verjaren van Neêrlands geliefden Vorst."
Te West-Terschelling is dezer dagen een afdeeling
van het Schoolverbond gevestigd met aanvankelijk 40 leden.
Tot bestuurders zijn benoemd: de heeren P. Altena, president,
J. Kooiman Az., secretaris, S. Brons Boldingh, penning
meester, C. C. Ruige, W. A. Bakker en R. A. Bakker.
De commisssie te Terschelling, werkzaam tot het
inzamelen van liefdegaven voor de weduwen en weezen
door de jongste zeeramp aldaar, vermeldt weder de ontvangst
van een aantal giften. Hieronder merken we op: van de
commissie te Burg op Texel 362.28, van die te Oude
Schild f 30.45, uit Nieuwe Niedorp 91.87, voorstelling
door het gezelschap «Leering en Genoegen" te Texel 70.
Nadat de tongblaar en het klaauwzeer van het
rundvee, dat in grooten getale in de Bedijkte Schermer in
voorraad is, als geweken mag worden beschouwd, vertoont
zich aldaar de longziekte, vooral ouder het vee, dat door
tongblaar is aangetast geweest, op onrustbarende wijze,
zoodat reeds eenige beesten gestorven of vroegtijdig afge
maakt zijn. Het vleescb, zelfs van die dieren, die bij de
eerste ontdekking dat zij aan de longziekte lijdende waren,
werden afgemaakt, wordt zeer schadelijk voor de gezondheid
geacht, zoodat een koe, die in gezonden toestand 200 en
meer waarde had, op dat oogenblik niet meer dan 30
tot 50 kan opbrengen.
Bij de op jl. Zondag aan den Stompen Toren in de
Schermeer gehouden harddraverij met paard en arrenslede,
waartoe zes mededingers waren ingeschreven, is de prijs,
bestaande in een hoofdstel, gewonnen door J. Hop, in de
Starmeer.
Op 13 dezer is te Zaandam, in den ouderdom van 87
jaren overleden de heer J. Leenard, die sedert den jare
1811 als heelkundige aldaar werkzaam was.
Te Amsterdam is den 18 dezer in 62jarigen ouderdom
overleden de lieer H. J. Berghuis, gepensioneerd officier
van gezondheid 1ste klasse der Nederl. Marine, ridder der
orde van den Nederl. Leeuw.
Het Dagblad verneemt dat het gerucht, als zoude bij
den jongsten brand te Rijswijk voor eene waarde van
20,000 aan effecten zijn verbrand, zich heeft bevestigd.
In de vorige week had in het Cirque van de heeren
Goudsmit en Truzzi te Rotterdam een deerlijk ongeluk
plaats. Mlle Juliette namelijk, die even gracieuse als
stoute rijtoeren had verrigt, salueerde bij het verlaten der
manége het publiek, toen zij eensklaps door het paard
tegen den grond werd geworpen. Zwaar aan heup en borst
gekwetst, werd zij kermende weggedragen. Groot was dan
ook aller sympathie, toen zij na eenige weinige oogenblikken
door den directeur weder aan het publiek werd gepresen
teerd, en zij haar dank betuigde voor de deelneming, die
men der cordate artiste had betoond.
Te Zalt-Bommel zijn in de vorige week de kippen
eieren verkocht voor twee en een halve cent per stuk;
zelfs in den zomer waren ze voor dien prijs niet te koop.
Als eene bijzonderheid kan worden vermeld, dat eene
gezonde koe te Amerongen, oud 7 a 8 jaar, na het kalven,
van hetzelfde oogenblik af, geen melk meer heeft gegeven.
Dezer dagen is door een koopman in honden, enz.,
genaamd Voogd, te Rotterdam, aan een particulier te
Elburg een gedresseerde echte St.-Bernardhond (grootste
soort) geleverd, voor den hoogen prijs van 142.
Te Almelo is, wegens de aanhoudende droogte en
hevigen wind, door burgemeester en wethouders, ter voor
koming van ongelukken, het rooken op straat verboden.
Bij den wedstrijd op schaatsen van jl. Woensdag te
Sneek is de baan, lang 150 meters, op het snelst afgereden
in 13 seconden.
De Veendammer Courant bevat, onder het opschrift
«Winter," een stuk, welks schrijver stellig niet behoort
onder de liefhebbers van de thans in zwang zijnde feesten
op het ijs. Ofschoon wij veilig aannemen, dat zijne meening
door zeer velen in den lande niet wordt beaamd, nemen
we de volgende schets eener hardrijderij op schaatsen uit
genoemd stuk over.
«Ziet daér die mannen, die den prijs wenschen te behalen.
Door overmatige inspanning beulen zij zich af, Hardrijders
worden zelden oud en de meesten sterven in den bloei des
levens. Gij ziet hen niet sterven, maar gij zijt er getuige
van, dat zij zich zeiven den doodsteek geven. Gij moedigt
den zelfmoord aan door uwe tegenwoordigheid! Als er
eene eeuw vervlogen is, zal men het hardrijden op schaatsen
onder de gruwelen rekenen van een onbeschaafden tijd en
met verbazing zal men staren op de namen der aanzienlijken,
die aan het hoofd stonden van ijsclubs ter aanmoediging
van zulk een vreeselijk volksvermaak."