STATEN-GENERAAL. BUITENLAND. de kleine wangen en vingertjes letterlijk blaauw en geel kletterden, werden kinderen, hond en kar door eenige medelijdende voorbijgangers niet zonder moeite op het drooge gehaald. Nog één oogenblik dralens en de dierenplagers waren verdronken geweest. Moge deze les anderen tot eene heilzame waarschuwing strekken!" De commissie van bestuur der kweekschool voor bewaarschoolhouderessen te Amsterdam heeft dezer dagen medegedeeld, dat die- kweekschool, in de vorige maand geopend, thans reeds 72 leerlingen telt. De lessen worden gegeven in een der localen van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, des Dingsdags en Donderdags avonds. Een der Amsterdamsche vrijmetselaars-loges heeft een adres aan de wetgevende magt opgezonden, aandringende op de afschaffing van de doodstraf, als strookende die afschaffing geheel met de ma^nieke beginselen. Tevens heeft zij de andere loges in Nederland hiervan kennis gegeven en tot navolging opgewekt. Een Haagsch huisvader heeft door met een geijkten halven liter de melk die aan zijn huis gebragt werd te laten nameten, geconstateerd, dat hij (misschien jaren achter een) in plaats van 2 liter (kannen), die hij betaalde, slechts 1,30 ontving. Tot lid van den gemeenteraad van Hellevoetsluis is ekozen de heer A. J. H. Beeloo, hoofdingenieur bij de e Marine, in plaats van den heer J. Mes, die als zoodanig bedankt had. Te Schiedam begaven zich dezer dagen twee knechts, aldaar werkzaam, in het zoogenaamde //beste jenevervat", hetwelk sedert eenige jaren niet geopend was. Bedwelmd door den spiritusdamp, zijn beiden omgekomen. Zij laten vrouw en kinderen na. Als eene bijzonderheid kan men berigten, dat, niet tegenstaande de strenge koude, welke men onlangs gehad heeft, een landbouwer te Lexmond reeds 80 kippehkuikens heeft, die nu reeds tegen hooge prijzen worden opgekocht. De paardenslagterij van Gebr. Noach te Deventer heeft voortdurend goeden aftrek. Beafstuk wordt verkocht voor 40, lapjes voor 30 en het overige vleesch voor 20 cents per kilo. Het meeste vleesch wordt door de aanzienlijken en burgers verbruikt; de mingegoeden schijnen het voor oordeel tegen het gebruik van paardenvleesch nog niet te kunnen overwinnen. Aan het telegraafkantoor te Zwartsluis bood onlangs iemand een telegram aan. Den telegrafist werkzaam ziende, zegt hij//Mijnheer, hebt gij het van daag ook druk //Ja," is het antwoord, //ik heb nog al zoo mijn werk.» //Nu, dan moet gij," hervat de bezoeker, //mijn telegram maar laten liggen tot morgen, want er is zoo'n haast niet meê.» Jl. Zaturdag morgen is bij het openen der cellen in het huis van arrest te Almelo een gevangene dood op zijn leger gevonden. Hij had eene gevangenisstraf van 15 dagen ondergaan en zou dienzelfden Zaturdag morgen ontslagen zijn geworden. Het bouwen van een post- en telegraafkantoor te Leeuwarden is bij de op 11 dezer gehouden aanbesteding voorloopig toegewezen aan den laagsten inschrijver, G. G. Jansma aldaar, voor de som van 37,900. Er w'aren in het geheel 17 inschrijvers. Zoowel te Leeuwarden, als te Leeuwarderadeel, Menaldumadeel en Achtkarspelen, wordt zeer geklaagd over de herhaalde diefstallen van schapen of wel het schapen slagten in de weide, zonder dat men de daders op het spoor kan komen. Eenige ingezetenen dier gemeenten hebben dientengevolge eene belooning van 25 uitgeloofd voor de ontdekking van den dader of de daders. De heer H. H. Smith te Finsterwold protesteert tegen het vaderschap van een welgeschapen zoon. In de Winsch. Crt. van 2 dezer komt nl. eene advertentie voor, waarin berigt wordt, dat T. SmithSchaveling van een zoon is bevallen, en thans vertelt de gewaande vader, 1. dat de advertentie niet door hem is ingezonden, en 2. (waar 't eigenlijk op aankomt) dat zij onwaar is. De klokkeluider te Aduard (Friesland) heeft zijn werk gestaakt, omdat hij verhooging van loon verlangt. Als een bewijs, hoe hoog te Metslawier de prijs der landerijen is, diene dat, naar men verneemt, dezer dagen onder dat dorp p. m. hectare land is verkocht voor de enorme som van 3500, d. i. volgens oude landmaat aldaar 1750 per pondemaat. Onder dagteekening van den 7 dezer, is aan alle gemeentebesturen in Friesland en Groningen, door den geneeskundigen raad der provinciën eene missieve ver zonden, waarin, met het oog op eventuëele besmettelijke ziekten, ernstig wordt aangedrongen op het stichten van //lijkenhuizen.» Zoo als men weet, heeft de gemeenteraad van Zwolle reeds besloten, tot het oprigten van zoodanig lokaal over te gaan. Aangekomen schepen te Batavia védr 22 Febr. 11.: Accra, Batavia, Hendrik Ido Ambacht, Louise en Maria Catharina. Vertrokken: Accra (heeft de reis naar Japan voortgezet), Anna Digna, Eensgezindheid, 's Gravenhage, India Packet, St. Jan, Krimpen aan de Lek en President van Rijckevorsel. Gedurende het jaar 1869 verdeelde men in het St.- Gotthard-hospitaal, behalve eene menigte kleederen, 7620 portiën eten aan arme reizenden uit alle natiën. Deze wel dadige inrigting wordt allen menschenvrienden het minzaamst aanbevolen. De Geneesk. Crt. waarschuwt tegen het tabak rooken door knapen. Door Decaisne is uitgemaakt, dat jongens, die van 9 tot 15 jaar tabak rooken, aan bloedarmoede en zelfs aan verstandverbijstering lijden en zucht tot sterken drank zich bij hen ontwikkelt. Staken zij de verderfelijke gewoonte, het organisme herstelt zich spoedig. Ouders zijn gewaarschuwd Volgens een geneeskundig weekblad, zijn onlangs een man en eene vrouw door het eten van beschimmeld brood gestorven. De markies d'Orches had een prijs van 20,000 frs. uitgeloofd voor de ontdekking eener practische methode om het overlijden duidelijk te erkennen. Dr. Canière heeft onlangs die prijs behaald. Zijn eenvoudige, onbedriegelijke proef bestaat daarin, om op een donkere plaats de hand van den doode of schijndoode voor een vlam te houden. Heeft het leven nog niet opgehouden, dan zijn de vingers doorschijnend met een roodachtigen tint; heeft het leven echter opgehouden, dan bedekt de hand het licht evenals een marmeren hand en schijnt scherp bij de stralen der vlam af. Men leest de volgende advertentie in een Pruissisch blad: //Op 13 Febr. stierf te Kutzen in Oost-Pruissen mijn vader, de voormalige dorpsschoolmeester Adolf Sack. Hij was juist 68 jaar geworden; 55 jaren had hij als school meester gewerkt. Hij is eindelijk voor het zwaarste lijden, de langzaam overweldigende gevolgen van een jaarlijksch pensioen van 51 thlr. hetgeen hij volgens de wet als het derde van zijn vroeger inkomen ontving, en waarmede hij, met zijne vrouw en vijf nog niet volwassen kinderen, moest ronkomen bezweken aan den „liongertyphus." Mijne in den vreemde levende ^broeders verzoek ik, mij hun adres te willen opgeven. Berlijn, Greifswalderstrasse qc 23 Febr. 1870. Eduard Sack.» Te Bornheim, nabij Munieh, heeft een droevig voorval plaats gehad. Sints langen tyd woonde in die gemeente een braaf huisgezin, bestaande uit man, vrouw eu drie kleine kinderen, waarvan het oudste naauwelijks acht jaar had bereikt. Door den vlijtigen arbeid des huisvaders genoot de familie een redelijk welzijn. Overvloed was er niet, maar er was toch genoeg en hetgeen meer waard is dan geld en goed, er was tevredenheid en geluk. Helaas! dezer dagen moest al dit heil vernietigd worden. De winter brak aan en de huisvader liep zonder werk. De vrouw bragt een kiud ter wereld en stierf toen zij hetzelve het leven schonk. Daar zaten zij nu allen, arm, zonder middel van bestaan. Weldra brak de dag aan waarop de kinderen om brood vroegen en de vader zich gedwongen zag het hun te weigeren, omdat hij het niet had. Bedelen durfden zij niet. Als men altijd met werken en zwoegen door de wereld geko men is, dan is het wel bitter om een beet brood te vragen. De vader nam een wanhopig besluit en sloot zich in zijne kamer op. Alles digtgesloten zijnde werd een laatste stuk hout op den haard gelégd. De ongelukkige wilde zich met zijne familie om het leven brengen. Beeds vulde een dikke rook de kamer, reeds begonnen de ongelukkigen uit benaauwdheid te kermen, toen eensklaps een buur aan de deur kwam en ze met geweld opens meet. Vader en kinderen werden aanstonds verzorgd. Eenige medelijdende menschen gaven hem een milden aalmoes en redden het huisgezin van een schrikkelijken hongerdood. De groote opera te Parijs, die waarschijnlijk den 15 Augustus van dit jaar geopend zal worden, is zeker een der duurste gebouwen van den nieuweren tijd. De oorspronkelijke begrooting in 1861 was niet hooger dan 12 millioen francs. Later werd dit 18, toen 20, 23 en eindelijk 25 millioen. Thans is zij reeds tot 31 millioen gestegen en het einde is nog niet te zien. Daarbij moet men nog rekenen de gemiddelde waarde van den grond, die voor bet gebouw zelf 11 millioan francs bedraagt, terwijl bovendien nog bijna 40,000 vierk. meters door de stad Parijs onteigend zijn tot het aanleggen van straten en pleinen om het gebouw, tot een bedrag van 54 millioen francs op te trekken. De geheele uitgaaf zal dan wel niet veel minder dan 100 millioen francs zijn. Door naauwkeurige waarneming en berekening heeft men bevonden, dat een oester meer dan een millioen jongen voortbrengt. Werden deze volwassen, dan zouden zij meer dan 1200 vaten vullen, en werd deze voortplanting niet door myriaden en andere hongerige zeebewoners tegengegaan, dan zouden binnen weinige jaren de zee te klein zijn om die massa oesters te bevatten. Muzikale kritiek in Amerika. Een dagblad van Pennsyl- vanië geeft het volgende verslag van het zingen eener chanteuse. „Miss. B. verwonderde de toehoorders door hare hooge sopraanstem. Hare toonen zijn, even als de 1000 dollars greenbacks, te hoog voor de gewonen omloop van het dagelijksche leven, en zij wekten het vermoeden, dat haar muziekmeester op den top van den Mont Blanc moet gezeten hebben, wanneer hij baar zangles gaf, en dat hij bovendien zeer hardhoorig was. In de hooge tonen brengt zelf een kat zulk geluid niet voort. Er was geen muziek of klank in haar stem, die ongeveer zes octaven hooger was dan het gillen van een verdwaalden Indiaan. Tweede Kamer. Zitting van Zaturdag 12 Maart. Behalve de behan deling en aanneming van een ontwerp ter zake van belas tingen, werd een deel der zitting ingenomen door vragen van sommige leden naar de bepaling van den tijd wanneer aanhangige ontwerpen zullen worden aan de orde gesteld. Inzonderheid werd aangedrongen op eene spoedige behan deling van het wetsontwerp betreffende de tienden; de minister van Justitie verzekerde, dat zijnerzijds geene be letselen tegen meerderen spoed zouden in den weg gelegd worden. Zitting van Maandag 14 Maart. Een wetsvoordragt tot wijziging der grensscheiding tusschen de gemeenten Dordrecht en Dubbeldam is, na eenige discussie, met 35 tegen 17 stemmen aangenomen Vervolgens is behandeld het ontwerp van wet tot afschaffing van de tentoonstelling en van de lijfstraf (geeseling) in de gevallen waarin deze straffen nog zijn bedreigd. Ook dit ontwerp werd aange nomen, en wel met 39 tegen 16 stemmen. Daarna zijn beraadslagingen gevoerd over het wetsontwerp tot aan vulling en uitbreiding van art. 437 van het wetboek van strafregt (straf bedreigende tegen het doen zinken of ver nielen van vaartuigen aan anderen toebehoorende). Heden zou de behandeling van dit ontwerp voortgezet worden. De heer van Kerkwijk heeft vervolgens den minister van Justitie geïnterpelleerd, ter zake der gevangenzetting van eenige Zeeuwsche visschers; en eindelijk heeft de heer Fokker een amendement ingediend ter zake van het wets ontwerp op de vreemde loterijen. De heer Fokker stelt voor geheele intrekking der wet van 22 Junij 1814, en het verbod van loterijen, van welke de voorwaarden niet vooraf openlijk zijn bekend gemaakt, en waarvan de trek king niet in het openbaar geschiedt. De minister van Binnenl. Zaken heeft bij de Kamer ingediend een gewijzigd ontwerp van wet tot onteigening van gronden ten behoeve van de aan te leggen Noordzee haven, buiten de monding van het Noordzee-kanaal. Uit de memorie van toelichting bij het ontwerp gevoegd, blijkt dat een gedeelte der te onteigene gronden zal gebezigd worden voor den aanleg van verdedigings-werken. Ook wordt daarin gevonden de verzekering, dat vroeger en later te vergeefs pogingen zijn aangewend om de benoodigde gronden in der minne te verkrijgen, zoo dat men verpligt was de toepassing der onteigenings-wet te vragen. Met het oog op de noodzakelijkheid om op de wet van 1851 terug te komen, heeft men bij het onderzoek in de afdeelingen van het wetsontwerp nopens de bevordering, het ontslag en de pensionering van militaire officieren bij de zeemagt, dit ontwerp op sommige bepalingen eene verbetering genoemd. Met de belangrijkste dier wijzigingen achtte evenwel de groote meerderheid dit niet het geval; zij schenen ten eenenmale onaannemelijk. Men zag geene reden om het bestaande stelsel van bevordering omver te te werpen; de bestaande wet voldeed bij de zeemagt, en de nu voorgedragen regeling wekte ongerustheid. De be vordering bij keuze tot den rang van luitenant ter zee lste kl. vond wel niet zoo overwegend bezwaar, maar dat de ouderdom van dienst bij bevordering tot hoofdofficier geheel zou buiten aanmerking blijven, vond men noch raadzaam, noch noodzakelijk. Waarom niet liever de be staande bepalingen versterkt in stede van ze geheel omver te werpen? In ieder geval werd de kans op gunstbetoon hierdoor toch grooter. Eenige leden wilden de bevordering bij keuze wel hebben nitgebreid, maar met eene ruime toepassing van art. 14 der voorgedragen wet (overeenkomende met art. 15 der bestaande). Men wilde ;die bevordering, en de reden daarvan moest dan in het besluit worden uitgedrukt doen plaats hebben bij buitengewone wapenfeiten of andere diensten van wetenschappelijken of krijgskundigen aard; dat zou de ontevredenheid wegnemen. Nog meer was men gestemd tegen het laten varen van het stelsel, om de bevordering te regelen naar den actieven zedienst in één rang. Daarbij verloor de minister het nut eener practische oefening bij den zeeofficier uit het oog; de practijk toch was een vereischte bij de gedurige ver andering in het zeewezen; en ook hier zou de deur wijd worden geopend voor gunstbetoon. Men vreesde steeds meerdere ontevredenheid en het vragen van ontslag door vele zeeofficieren. De heer de Casembroot zegt ten slotte: //Het moge misschien aan te groote ingenomenheid worden toegeschreven met een wapen, waartoe ondergeteekende nog de eer heeft te behooren, maar dit mag hem niet terug houden als eerlijk en zijn vaderland vurig liefhebbend man te verklaren, zonder daarom verstaan te willen worden eenige blaam op dezen minister te willen werpen, dat wie den treurigen moed heeft de Nederlandsche Marine te gronde te rigten, na weinige jaren slechts ontwaren zal, en dan wel ligt met wanhoop in het hart, dat hij den hechtsten kabel van het beste anker onzer onafhankelijkheid heeft laten slippen.» BENOEMINGEN EN VERPLAATSINGEN BIJ MARINE EN LEGER. Z. M. heeft den titulairen kapt. ter zee P. van Woelderen, eervol ontheven van de betrekking van havenmeester der Marine te Willems oord en hem ter zake van langdurige dienst een pensioen toegekend van f 1400. De ofif. van adm. 2de kl. A. L. Thierens, laatst behoord hebbende tot het escader in Oost-Indië, en van daar den 3 dezer in Nederland teruggekomen, is met dien datum op non-activiteit gesteld. Frankrijk. Onder de mannen, die er voor over hebben het volks onderwijs te verheffen, verdient de heer Macé, leeraar aan het meisjes-instituut te Beblenheim in den Opper-Elzas, eene eereplaats. Gelijk men weet is hij de stichter der Fransche Ligne de 1'enseignement, waarvan hij den vorigen zomer eene afdeeling te Parijs vestigde, evenals hij In Italië en in Spanje dergelijke vereenigingen tot stand bragt. Ook in Hamburg wilde hij dat doen, doch daar was het onnoodig. Van Hamburg begaf hij zich naar Kopenhagen met hetzelfde doel. Uitgenoodigd om bij de opening van het Suez-kanaal tegenwoordig te zijn, nam hij dit aan en stichtte bij die gelegenheid eene Egyptische ligue van onderwijs, waarvan de oprigting te gelijk met een verslag over de vrije scholen te Alexandrië zal worden openbaar gemaakt. Het doel van den heer Macé is vooral de be middelden te winnen voor de ondersteuning van het volks onderwijs. Graaf Berthier, kleinzoon van den generaal die onder Napoleon I den Paus gevangen nam, is als pauselijk zouaaf in dienst getreden. Charles Forbes de Tryon, graaf van Montalembert, is jl. Zondag op bijna 60jarigen ouderdom overleden. Oud pair van Frankrijk, was hij gedurende zijn geheele leven vurig verdediger van het Catholicisme, dat hij met het liberalisme zocht te vereenigen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1870 | | pagina 2