STATEN-GENERAAL.
BUITENLAND.
De heer Vandenvinne, een Belgisch ingenieur, heeft een exoavator
of graafmachine uitgevonden, die met stoom bewogen wordt, en
10 uren lang evenveel werk verrigt als 300 a 350 arbeiders, voor
de geringe som van ongeveer 30 gulden. Genoemde ingenieur heeft
nu nabij Londen een klein model van zijn werktuig in werking
gebragt. Wanneer men weet dat dit model, over den grond rollende,
een voor van 1.5 meters breedte en 0.6 diepte maakt, kan men
zich een klein denkbeeld vormen van de groote massa's, die uitge
graven zullen worden door een werktuig dat zestien maal
grooter is.
6 billetten, als: gebr. Jansen te Nieuwediep, voor/19,100;
M. C. Hopman te Sliedrecht, ƒ18,496D. Tool te Wognum,
17,600; J. Lanser te Zijpe, 15,960; gebr. Goedkoop
te Amsterdam, 15,447P. Langeveld te Hardinxveld,
15,100. Voor het oude ijzer was de hoogste inschrijver
H. S. Blok te Alkmaar, voor 4.03 de 100 kilogram.
(Amst. Crt.)
Jl. Zondag nam de kapitein-kommandant der scherp
schutters-vereeniging West-Friesland, te Schagen, de heer
G. Y. Blaauw, afscheid van het korps. Met een hartelijke
toespraak nam de heer Blaauw afscheid van „zijne schutters,"
en gaf hij het kommando over aan den lsten luit. J. Denijs,
die den dank der leden van het korps aan den vertrekkenden
kapitein toebragt voor de door hem aangewende pogingen
ter bevordering van den bloei der vereeniging.
De visschers te Enkhuizen zijn aanvankelijk in het
uitoefenen van hun bedrijf niet gélukkigvelen leden een
aanmerkelijk verlies, doordien de in zee geplaatste netten
door het drijfijs werden weggescheurdterwijl verleden week
de schuiten van het Nieuwediep ledig terugkeerden.
Voor een paar dagen had de vrouw van een arbeider
te Zuid broek de onvoorzigtigheid, om een waschketel met
kokend water in hare woonkamer op den vloer te zetten.
Een harer kinderen, een aanvallig knaapje van drie jaren,
dat in de nabijheid van dien ketel speelde, had het ongeluk
er achterover in te vallen en zich zoo hevig te branden,
dat het korten tijd later is overdeden.
Uit goede bron verneemt men, dat de directie der
Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij heeft besloten
ook het station te Beverwijk doelmatig te restaureren,
waardoor in eene lang gevoelde behoeften zal voorzien
worden.
De feestelijke optogt met den laatsten paal voor de
fundeering der Zuiderzee-sluizen, bij Schellingwoude, is
jl. Maandag avond, door uitmuntend weder begunstigd, in
de beste orde gehouden en afgeloopen. De stoet werd
door eene overgroote volksmenigte vergezeld. Dat de paal
met sparregroen fraai versierd was, dat het niet aan vlaggen,
banieren met opschriften, symbolen van den arbeid, enz.,
fakkels en ballons ontbrak, dat een vrolijke muziek zich
bijna onafgebroken hooren liet, zullen wij wel niet behoeven
te zeggen. Tegen elf ure had de stoet het locaal de
Koningskroon in de plantage bereikt, alwaar de directie
der Amsterdamsche Kanaalmaatschappij tegenwoordig, en
alles tot een gul onthaal van het werkvolk gereed was.
De president der maatschappij, de heer S. W. J. Jitta,
betuigde in eenige hartelijke woorden den dank der directie'
voor de hulde haar gebragt, herinnerde den welvolbragten
arbeid en eindigde zijne toespraak met een krachtig: „Leve
de werkman!" Daarna werden ververschingen rondgediend,
verliet de directie het locaal en bleef het werkvolk nog
eenigen tijd genoegelijk bijeen. Jl. Dingsdag ten 12 ure
is de paal ingeheid.
Te 's Hage is overleden de heer J. H. A. Kuiper,
referendaris bij het Departement van Binnenlandsche Zaken
(afdeeling Nijverheid).
Jl. Dingsdag morgen is op de burgerlijke begraaf
plaats te 's Hage ter aarde besteld het stoffelijk overschot
van den luit.-admiraal E. Lucas, kanselier der beide orden,
buitengewoon adjudant des Konings, oud-minister van
Marine, grootkruis en ridder van onderscheidene orden.
In drie rijtuigen, die den lijkwagen volgden, was de familie
van den overledene gezeten. Op het kerkhof bevond zich
de ekwipage van Z. K. H. Prins Hendrik, welke Prins
gerepresenteerd werd door diens adjudant, den luit. ter zee
lste kl. jhr. Holmberg de Beckfelt. Ook merkte men op
de vice-admiraals Uhlenbeck en van Karnebeek, den
commissaris des Konings in Zuidholland, den heer Loudon,
den kolonel-comm. van het lste reg. Huzaren Jackson,
den minister van Marine, den secr.-generaal van het depar
tement van Marine, den kapitein ter zee jhr. de Casembroot,
adjudanten van genoemde vlag-officieren, verschillende andere
Marine-officieren en hoofd- en verdere ambtenaren van het
departement.
Nadat de kist uit den lijkwagen was genomen, werd die
door de Nederlandsche vlag gedekt en in diepe stilte
naar de groeve geleid. Het was op schriftelijk verlangen
van den overledene, voor zijn verscheiden gedaan, dat die
plegtigheid op zoo hoogst eenvoudige wijze plaats had,
en dat niemand aan het graf het woord voerde.
Jl. Zaturdag avond tusschen half elf en elf ure is
te Gouda een werkman, die met zijn weekgeld, van onge
veer zes gulden, naar huis ging, in de gemeente Broek,
nabij Gouda, aangerand door vijf personen, die eerst om
tabak vraagden en hem daarna aangrepen en gewelddadig
beroofden van zijn weekgeld.
De kapitein der genie A. J. van Prehn, werkzaam
bij de commissie van staatsspoorwegen, is op zijn verzoek
op non-activiteit gesteld. (U. D.)
Naar aanleiding van het berigt, dat te Goes een
jonge dame gedurende geruimen tijd voor schijndood is
gehouden, verhaalt de N. R. C., dat voor 30 jaren in den
-Krimpenerwaard eene boerendochter, schaatsen rijdende,
door een schaatsenrijder omver gereden werd en voor dood
naar huis werd gedragen. De geneesheer verklaarde hier,
dat hij nog niet zeker was van den dood, en hield dit tegen
over iedereen vol, terwijl hij voor de grootst mogelijke
waakzaamheid zorgde; op den 23sten dag na het ongeluk
bleek hij goed gezien te hebbende jonge dochter leefde
nog, en de doctor had het genoegen, haar volledig te zien
herstellen.
Het ontvreemden van schapen was in het gehucht
Oldendiever in den laatsten tijd aan de orde van den dag,
en niettegenstaande alle nasporingen der policiie kon men
de daders niet vinden. Dezer dagen merkte de landbouwer
R. Noord, dat ook hem een schaap ontstolen was, waarvan
hij dadelijk aan de bevoegde magt kennis gaf. Het gelukte
echter nu den rijks-veldwachter P. van Leeuwen en den
gemeente-veldwachter H. J. Bovenhof, den dief op het
spoor te komen. Het vermiste schaap werd door hen aan
stukken gevonden bij eene vrouw, wier man het vorige
jaar door de arrondissements-regtbank te Assen tot vijf
jarige tuchthuisstraf wegens het stelen van een varken is
veroordeeld. Bij het verhoor, door den heer burgemeester
van Diever, kwam aan het licht, dat genoemde vrouw haar
twintigjarigen zoon tot het plegen van deze misdaad had
overgehaald, welke reeds gevankelijk naar Assen getrans
porteerd is.
Het rijk der crinolines is uit en toch zijn er nog
liefhebsters, die er aan hechten. Voor eenige dagen stapte
een jonge dochter van Peruwelz over de Fransche grenzen
zoodanig gecrinoliseerd, dat de onnoozele commiezen moesten
gelooven dat er iets onder schuilde, want de mode is
immers uit. Het meisje werd dus verzocht hare kooi uit
te trekken en het onderzoek bragt de tegenwoordigheid
van 24 kilo's Belgischen tabak aan het licht, die in het
rond aan het reeptoestel opgehangen waren!
Volgens de opgave van het Bureau Veritas te Parijs
zijn in 1869 2445 vaartuigen vergaan, waaronder 2294
zeil- en 151 stoomschepen. Bovendien zijn nog 167 schepen
(159 zeil- en 8 stoom vaartuigen) vermoedelijk totaal ver
ongelukt. In 1866 bedroeg het aantal vergane vaartuigen
2932, in 1867 3045 en in 1868 2371, zoodat in 1869
241 schepen meer dan in 1868, maar 433 en 320 minder
dan in 1867 en 1866 verongelukt zijn.
Van 127 Febr. zijn er, volgens la Canal de Suez,
door het Suez-kanaal dertig schepen alleen voor de groote
vaart gepasseerd. Verreweg de meesten waren Engelsche.
Van 20 Nov.31 Jan. passeerde gemiddeld één vaartuig
in de drie dagen. In de laatste maand maakte meer dan
een schip per dag van het kanaal gebruik. Het verkeer
tusschen de aan het kanaal gelegen plaatsen neemt ook
aanzienlijk toe. Te Parijs is in Febr. aan passagegeld
ontvangen 167,250 frs
Volgens berigten uit Japan heeft de Mikado een
radikaal middel uitgevonden tot het voorkomen van branden,
daar hij een edict heeft laten afkondigen, volgens hetwelk
elke bewoner van het -huis, waar brand ontstaat, met ont
hoofding bedreigd wordt.
Vooa den Landbouwer. Prof. A. Muller heeft aan de
Köningl. Schwed. Landbau-Academie te Stockholm een zestigtal
onderzoekingen bewerkstelligd op het gebied der zuivelbereiding, en
komt tot het volgende resultaat:
„Zoodra de melk de koe verlaat, ondergaan hare bestanddeelen
eene verandering. Zij bevat dan 85% water, 810% caseïne,
3% vet, 2J% melksuiker en zout. Het vetgehalte der melk
wordt door de individualiteit en het ras van het dier, alsmede door
de hoeveelheid en de hoedanigheid van het verstrekte voedsel bepaald,
Uit alle onderzoekingen bleek, dat de melk van 's morgens niet
zoo vet is als die van 's avonds. Men nam ook waar dat, terwijl
het vetgehalte veranderde, de overige bestanddeelen der melk on
veranderd bleven; hetgeen hieraan toegeschreven wordt, dat men
's morgens melk van 11 en 's avonds van 13 uren verkrijgt. Tot
het zouten der boter wordt het gewone zout van de beste kwaliteit
aanbevolen. Hoogere temperatuur, 24° C., bevordert het afscheiden
van den room van de melk, lagere temperatuur, 11° C., vermeerdert
de hoeveelheid room, Bij lage temperatuur wordt de melk niet zoo
spoedig zuur. Men bemerkte o. a, bij 11° C. eerst na verloop van
vijf dagen een geringen zuren smaak, doch geen stremming. Een
ander middel om melk zoet te houden, dat is, om eene zoo volledig
mogelijke afscheiding van den room te verkrijgen, bestaat in over-
vloedigen aanvoer van lucht (zuurstof). Men bevond, dat de
bijvoeging van zuivere soda het zuur worden eerder bevordert dan
tegenhoudt, terwijl de toevoeging van dubbel, koolzure soda een
gunstiger uitwerking deed, en wel door het grootere gehalte aan
koolzuur, hetwelk dit zout bevat. Zeer opmerkelijk is het, dat bij
lage temperatuur, ongeveer 5° a 6° C., de melk wel zuur
wordt, maar niet wil stremmen. De boterbereiding moet met veel
zorgvuldigheid geschieden. Hoe langzamer het karnen plaats heeft,
des te digter sluiten de vetkogeltjes aan elkander; bij snelle bewe
ging krijgt men spoedig een breiachtig mengsel, dat uit kleine met
veel room en karnemelk doortrokken boterdeeltjes bestaat. Zoete
melk en zoete room geven even zoo veel en even spoedig boter als
zure melk en zure room. De geschiktste temperatuur bij het karnen
bleek, volgens Müller's onderzoekingen, een warmtegraad van 12° C.
te zijn.
Eindelijk werd nog door verschillende proeven de ervaring opgedaan,
dat het bij verscheidene onderzoekingen gebleken is, dat men door drie
maal daags te melken meer en vetter melk verkrijgt dan door dit
tweemaal daags te verrigten en dat al het gebruikte vaatwerk altijd
uiterst zuiver gehouden en in de lucht en, wat nog beter is, in de
zon gedroogd moet worden.
Tot heden rookte men slechts sigaren, die door handenarbeid ver
vaardigd waren, doch in Amerika, het land waar de manie om de
vrouw te emanciperen bijna tot dolheid is gestegen, zullen weldra
de sigarenmakers een ander ambacht moeten gaan opzoeken, daar
de dames de sigaren voortaan met behulp van machinerie zullen
maken.
De New-York Times maakt melding van de uitvinding eener
machine, waarmede een aankomend meisje of vrouw een sigaar, na
slechts eenige weken oefening, twee a vier maal sneller dan met de
hand kan maken.
Een machine snijdt de dekbladen op maat. Een ander werktuig
legt het dekblad op het bosje tabak, vormt de sigaar en maakt een
veel nettere punt, dan door de hand kan worden voortgebragt.
De American making Company heeft een octrooi voor de ver
vaardiging van dergelijke werktuigen genomen. De maatschappij
verkoopt deze echter aan niemand en geeft ook aan niemand ver
gunning om deze machines tegen betaling van oetrooi-regt te maken
men kan de sigaarmachines alleen voor een jaar van haar in huur
bekomen.
Onlangs overleed het hoofd van de familie Ayado, een vermogen
van ongeveer vierenvijftig millioen gulden nalatende. Toen het hoofd
der familie Rothschiïd dit vernam, riep hij met een medelijdend
schouderophalen uit:
„Slechts vierenvijftig millioen gulden! Ik dacht altijd dat de
arme schelm er nog al goed in zat."
Tweede Kamer.
Zitting van Dingsdag 15 Maart. De beraadslagingen
over het wetsontwerp tot aanvulling en uitbreiding van
art. 437 van het Wetboek van Strafregt (tegen het opzettelijk
vernielen van schepen en vaartuigen), met het daarop
voorgestelde amendement van den heer de Lange, om de
geheele voordragt in één artikel zamen te vatten, worden
voortgezet. Na eenige discussie, wordt het amendement
van den heer de Lange met 27 tegen 25 stemmen aange
nomen. Het wetsontwerp, daarna in stemming gebragt, werd
met 28 tegen 24 stemmen verworpen.
Vervolgens werd voortgegaan met de behandeling van
het wetsontwerp tot intrekking van de art. 2 en 4 der wet
van 22 Julij 1814, houdende verbod van alle vreemde of
particuliere loterijen. Met het oog op- het voorstel van
den heer Fokker, om deze wetsvoordragt uit te breiden tot
de geheele opheffing der bedoelde wet van 1814, werd, na
eenige beraadslagingen, besloten, de verdere behandeling
te verdagen en een nieuw onderzoek in de afdeelingen te
doen plaats hebben. Bij deze discussie werd door den
minister van Justitie gewezen op de moeijelijkheid om de
tegenwoordige wet toe te passen en overtredingen te ver
volgen ter zake van het publiceren van vreemde
loterijen.
Bij het bij de Kamer ingekomen wetsontwerp tot aan
vulling en verhooging van hoofdstuk V (Binnenl. Zaken)
der Staatsbegrooting voor 1870, is eene som van 100,000
uitgetrokken (waarvoor de vereischte middelen beschikbaar
zijn) als eerste termijn der kosten van de verbetering der
haven van Harlingen, die gezamelijk op 2,213.000 zijn
begroot, waartoe de provincie Friesland 221,300 zou
bijdragen.
De Eerste Kamer is tegen 22 dezer bijeengeroepen.
Frankrijk.
De minister van justitie heeft zich gedrongen gevoeld
aan de betrokken autoriteiten te Tours kenbaar te maken,
dat Prins Pierre Bonaparte geenszins als overwinnaar of
vorstelijk gast zijne intrede in hunne schoone stad komt
doen, maar als een van moord beschuldigde. Men scheen
van plan te zijn het hem wat al te aangenaam te maken,
en sprak van het in orde brengen van apartementen in de
gevangenis, van nieuwe meubelen en behangsels en wilde
de binnenplaats van het gebouw voor hem tot een tuin
inrigten. Van al deze vriendelijke plannen zal nu niets
komen.
Tours verkeert met het oog op het proces, dat den
21 dezer in die stad zal gevoerd worden, in een koorts
achtige spanning. Hoe veel moeite gij ook moogt doen,
gij zult de bewoners niet uit het hoofd praten, dat hun
goede stad gedurende acht dagen de verzamelplaats van al
de volken der aarde zal worden en dat zij binnen hunne
muren het congres der natiën zullen herbergen. Het paleis
van justitie is het voorwerp van eene algemeene schoon-
makerij, metselaars en timmerlieden werken om het hardst.
Als nu het proces maar doorgaat en op het laatste
oogenblik de beschuldigde niet geheimzinnig verdwijnt!
Engeland.
De heer Gladstone, zoon van den eersten minister van
Engeland, is Zondag geordend als geestelijke van de Engel
sche kerk. Hij doet dienst in de kerk te Lambeth.
Jl. Vrijdag zijn 28 paarden van de stoeterij van den
graaf van Derby verkocht. Zij hebben tezamen 4725 p. st.
opgebragt.
Onlangs is melding gemaakt van een noodlottige
aanvaring van schepen, en dienaangaande is thans iets
meer bekend geworden. De Bombay, een der vaartuigen
van de Peninsular- en Oriental Stoomvaart-Maatschappij,
is in den nacht van 24 Jan. jl., op een afstand van 20
Engelsche mijlen van Yokohama, in aanvaring gekomen
met het Amerikaansche oorlogstoomschip Oneida, gewapend
met 8 stukken en bemand met 176 koppen. Naar luid van
het thans van den te Bombay gevestigden agent der Stoom-
vaart-Maatschappii ontvangen telegram, had de Bombay de
schok zoo weinig gevoeld, dat de kapitein, de heer Eyre,
meende, dat de Oneida weinig schade kon hebben bekomen
en zijne reis naar Yokohama had voortgezet. De Oneida,
zoo wordt verder gemeld, zonk spoedig met 115 man.
61 man ontkwamen in twee der booten.
De Times heeft in eene harer laatste nommer3 ver
haald, dat eene zekere miss Marshall door een dief was
aangevallen in New-Kent-Road, en na van haar horologe
en ketting te zijn beroofd, zoo deerlijk is mishandeld, dat zij
in onmagt op straat liggende was gevonden. Miss Marshall
heeft een brief aan de Times geschreven, waarin zij ver
klaart, dat zij wel is waar is bestolen, maar dat de dief
haar behandeld heeft met al den eerbied, aan hare kunne
verschuldigd.