STATEN-GEXEIUAL.
b. dat het een roekeloos waagstuk zoude zijn haar in tijden
van gevaar en oorlog, hetzij op zichzelve, hetzij in vereeni-
ging met het leger, 's lands vereeniging toe te vertrouwen
en het ontwijfelbaar zou moeten leiden tot eene opoffering van
burgers zonder eenige redelijke kans op succes.
//3°. Indien het ontwerp, gewijzigd in verband met voren
staande bedenkingen wordt aangenomen, dan kan en mag de
wet niet anders beschouwd worden dan als een overgang tot
het eenig waar beginsel:
Algemeene volkswapening na deugdelijke oefening, onder
gedeeltelijke aanvoering van technisch gevormde officieren
en onderofficieren, beschikkende over een voldoend oorlogs-
materieel, geheel in overeenstemming met de eischen van
den tijd."
Van een geacht handelshuis ontvangt de N. R. Ct.
de volgende mededeeling:
Te Hamburg zal eerstdaags het prospectus verschijnen
van eene groote Stoomvaart-Maatschappij, die met een
kapitaal van zes millioen thaler lijnen van stoomschepen
wil organiseeren op Indië, China en Japan door het
Suez-kanaal.
Men schijnt te Hamburg zeer verrast te zijn dat Neder
land ditmaal de buren vóór is en door zamenwerking van
regering en handel zoo spoedig eene stoomvaart op Java
door het Suez-kanaal zal ondernemen. Men had er min
of meer op gerekend dat, evenals in de vaart op Amerika,
de bedachtzame Hollander den voordeeligsten tijd niet
gebruikt zou hebben, en aan de buren gelegenheid zou
hebben gelaten om wat onder zijne duiven te schieten.
Het Nieuws van den Dag bespreekt onze bewaar
scholen. Het keurt alle gedwongen stijf- en deftigheid,
alle noodelooze windselen af. Kinderlijk en eenvoudig zij
de opleiding in die kweekplaatsen, waar de jeugd van 2
6jarigen leeftijd verkeert.
Eene bewaarschool dient te hebben een ruim, helder,
luchtig lokaal, met ramen die tot op den grond opengaan,
en een planken vloer, die met zand tegen gladheid bestrooid
is. Breng een grooten hoop zuiver zand op de plaats, een
plank, een touw, een zak met schelpen, en laat den kinders
daar hun wil meê. In de heete zomerdagen eenigen tobbens
vol water, om de handjes te koelen en notendoppen te laten
drijven. Laat de kinderen van zweet en zand vuil mogen
zien vóór het naar huis gaande gladde gezigtjes en handjes
zijn zoo spoedig gereinigd
Eerst vreesde het Nieuws, dat de ,/Reus van Staat" met
zijn (/ijzeren hand» de kinderkens zou dooddrukken. Bij
nader inzien echter schijnt zelfs het examen der onder
wijzeressen het daarvoor niet te doen vreezen. Welke ver-
eischten toch mag men stellen aan zoo'n i/bewaarschool-
mamsel?»
Vrolijkheid, een kinderlijke geest, hart voor de kleinen,
een bijna onuitputtelijken rijkdom van liedjes, spelen en
versjes, eene groote vindingrijkheid, ziedaar de eerste, door
geen examen in het leven te roepen, kwaliteiten. Maar
geen onbeschaafde; geen baker, wier gezigt haar dreigt te
begeven; niet de eerste de beste groenvrouw, die het voor-
deeliger vindt een bewaarschooltje op te rigten; geen
dienstmaagd, te oud om te dienen en te jong voor het
hofje, sla de hand aan dit werk! Wij hebben noodig, vooral
voor heel- of halfverwaarloosde kinderen, eene vrouw, die
hoven hen en hunne ouders sta en tot de hoogte van hare
ontwikkeling hen opbeure.
Eene naar het uiterlijk te oordeelen zeer fatsoenlijke
dame, netjes gekleed en met een aristocratisch voorkomen,
werd jl. Maandag middag totaliter dronken, in het hulp
bureau op de Botermarkt te Amsterdam gevankelijk bitmen-
gebragt.
De heer Blockerij, te Haarlemmermeer, beveelt in
de dagbladen liet gebruik aan van dr. Frank's kali-mest,
waarvan door hem genomen proeven een bijzonder gunstigen
uitslag hebben opgeleverd. Hij zal die bemesting thans op
groote schaal voortzetten.
Men meldt uit Rotterdam//Verleden Vrijdag kwam
een oogenschijnlijk deftig heer in een schoenwinkel op de
Hoogstraat en vroeg om een paar laarzen. Na verscheidene
gepast te hebben, vond hij eindelijk een paar naar zijn
genoegen. Die aan zijn regtervoet zat hem netjes en die
aan zijn linkervoet bijna aan hebbende, komt een ander
onbekend persoon in den winkel en geeft den laarzenaan-
trekkende op zijn achterdeel een fermen klap, waarna hij
spoedig het hazenpad koos. De beleedigde persoon springt
met een verwoed //de ddat zal ik je betaald zetten,"
op en loopt den klappengever na. De schoenmaker, partij
trekkende voor zijn klant, spoort hem aan om te loopen
zoo hard hij kan en den brutalen vent te pakken. Tot nu
toe is of zijn beide onbekenden nog om het hardst
aan het loopen, en de schoenmaker is bevreesd, dat
zijne beste laarzen van 9.50 versleten zullen wezen eer
de klant terug komt.»
In eene nutsvergadering te Colijnsplaat is eene jonge
dame, mej. Bol, opgetreden als spreekster. Zij sprak goed
en de president hoopte, dat //vele leden der schoone sekse
dat schoone voorbeeld mogten volgen.»
Drachtige koeijen vinden te Deventer steeds tot enorme
höoge prijzen grooten aftrek voor het buitenland. De vette
varkens zijn weder van 60 op 65 c. per kilogram gestegen.
Vet vee blijft steeds zeer schaarsch en wordt zelfs voor
consumtie in het buitenland gekocht.
De Deventer jongens hebben dezer dagen een relletje
gemaakt bij de paardenslagterij. Zij maakten ketelmuziek
en liepen de stad door onder de leuze: «Weg met de
paardenslagterij, de burgemeester moet leven
Is dan de burgemeester van Deventer een paard? zoo
vraagt men?
De politie heeft aan de zaak met beleid een eind gemaakt.
De vijf-en-twintigste algemeene vergadering van het
Nederlandsch Onderwijzers-genootschap zal'gehouden worden
te Kampen, op Woensdag, Donderdag en Vrijdag, 20, 21
en 22 Juiij 1870 en geleid worden door den voorzitter
van het genootschap. Het hoofdbestuur heeft het honorair
lidmaatschap van dat genootschap opgedragen aan dr. P.
Harting, hoogleeraar te Utrecht, een der stichters van het
schoolverbond en op voordragt van de afdeeling Enkhuizen,
aan den medestichter vau dat verbond, dr. D. Harting,
predikant te Enkhuizen.
De heer K. K. Kooij, landmeter te Sneek, heeft in
het licht gegeven eene Proeve van een ontwerp tot afsluiting
der Zuiderzee en daarna gedeeltelijke inpoldering en droog
making, met eene plaat. De insluitingsdijk zou lang moeten
zijn 30,000 el en 316,000 el zeeweringen onnoodig maken.
Kosten 60 millioen.
In de Gron. Courant klaagt Necho over de trage
afdoening van zaken bij de regterlijke magt. //Indien de
man, zegt hij, die geroepen is om regter te zijn over zijn
naasten, bij zich zeiven bedacht, dat iemand, aangeklaagd
zijnde, door de spanning waarin hij verkeert, geen dag
wel ligt rust heeft en bij nacht niet op zijn leger slapen
kan; dat het betrokken huisgezin aangstig den dag des
geregts te gemoet ziet, omdat zijne eer op het spel staat
en het niet weet, welk lot het te wachten heeft; zou hij
dan niet moeten vreezen onregt te doen, wanneer hij niet
alles in het werk stelde om met alle hem ten dienste
staande middelen zekerheid, al was het dan eene treurige
zekerheid, aan te brengen?
//Waartoe die langzame, trage gang? Het zou toch
waarlijk in het belang van den betrokken persoon zijn,
indien hij in geval van onschuld spoedig van eene hem
bezwarende verdenking, die tot aan de uitspraak van het
vonnis op hem blijft rusten, ontheven werd; of dat het
publiek, uit de veroordeeling in geval van schuld, zag,
dat regt en wet gestreng en zonder aanzien van den persoon
gehandhaafd worden. Het is ook te verwonderen, dat,
terwijl zoovele grootere en kleinere grieven en bezwaren
van allerlei soort openbaar gemaakt, besproken en weer
sproken worden, de slakkengang onzer regtspleging zoo
weinig ter tafel komt en niet gedurig vele en wederkeerende
klagten uitlokt. Men heeft meermalen gewezen op de om-
slagtigheid en kostbaarheid onzer regtsbedeeling. Ook de
preventieve gevangenis is eene leemte, een gebrek, hetwelk
dringend voorziening behoeft.»
Bij gelegenheid van de inwijding van den Drentschen
spoorweg heeft men te Hoogeveen het voornemen een
optogt te organiseeren, die zal voorstellen; een togt met
den zeilwagen van Simon Stevin in het jaar 1600.
De Koloniale Raad van Curacao heeft een adres aan
den gouverneur der kolonie, en 292 ingezetenen van dat
eiland hebben een adres ingezonden aan Z. M. den Koning,
ter zake van de uitzetting van vreedzame, rustige vreemde
lingen, die om staatkundige redenen uit Venezuela waren
gevlugt.
Uit Batavia schrijft men van 7 Febr. 11., dat aldaar
op den 5 dier maand het Belgische schip Nicaise, van
Hongkong met 381 koelies naar Havana bestemd, in brand
is geraakt. Het heeft twee dagen gebrand en is toen op
een rif, waarheen het was gesleept, gezonken. Bij dit
ongeval zijn 4 koelies omgekomen, terwijl er nog 12
worden vermist.
Een jong mensch, voor wien de liefde niets meer of
minder dan een speculatie was en die heden aan jufvr. A.
een declaratie deed om morgen jufvrouw B. te aanbidden,
leidde zijn declaratie in met de betuiging dat bij het aan
schouwen van haar, die heden het voorwerp zijner liefde
was, zijn hart onophoudelijk tiek-tak tiek-tak sloeg. De
lieve blondine verwonderde zich over deze verklaring daar
zij, zoo vaak zij dergelijke aanbidders zag, niets anders dan
tak-tiek tak-tiek hoorde.
De Nederl. Maatschappij welke de exploitatie der
LuikLimburgsche Spoorweg heeft overgenomen, is ver
oordeeld tot het betalen eener schadevergoeding van 20.000 fr.
aan een der beambten, die bij een voorgekomen ongeval,
een been heeft verloren. Bij een ingesteld onderzoek bleek,
dat het ongeval veroorzaakt is doordat een brug niet de
bij het reglement bepaalde hoogte boven den weg had,
van daar de veroordeeling der Maatschappij.
De Belgische regering verlaagt de belasting op het zout
en verhoogt die op het gedistilleerd. //Nu zullen de
menschen meer zout gaan eten,» zei een drinkebroer, «en
dan hebben zij juist zoo veel meer drinken noodig!»
De inkomsten der Suez-kanaalmaafschappij hebben,
volgens eene opgave van haar bestuur, sedert de openstelling
tot het eind van Februarij 908,599 francs bedragen. In
de eerste veertien dagen dezer maand zijn 29 schepen door
het kanaal gevaren.
Een jonge dame, die den vorigen dag de karnevalsvermakelijkheden
te Brussel had willen zien, maar des avonds tevergeefs door haar tante, bij
wie zij inwoonde, was te huis gewacht, kwam des anderen daags in
een zeer gehavenden toestand terug. Aan de ontstelde huisgenooten
en bureD vertelde zij, dat ze den vorigen dag door drie gemaskerde
personen was aangerand, enz., enz. De politie deed onderzoek, en
nam allereerst de jonkvrouw zelve in het verhoor, die eindigde met
te bekennen, dat zij in het geheim, in plaats van naar den optogt
te gaan kijken, per spoortrein naar een klein stadje, digt bij de
hoofdstad was gereisd om haren minnaar, een officier, op te zoeken,
en dat haar gehavende toestand moest worden toegeschreven aan de
onervarenheid van den beminden krijgsman in het kamenieren.
Eerstdaags zal voor de Assises van Henegouwen het regtsgeding
aanvangen van den schaapherder Jacques Dessous-le-Moustier, van
Hornu, in het genoemde Belgische gewest, die uit roof- en schraap
zucht verscheidene moorden gepleegd en vervolgens de getuigen dier
misdaden aan zijne vrees voor hare ontdekking opgeofferd heeft.
Uit de thans in het licht verschenen acte van beschuldiging in
deze zaak blijkt, wat het bedrijven der leiten betreft, niet veel meer
dan hetgeen reeds van tijd tot tijd door de dagbladen is mede
gedeeld. De drie gebroeders ïhirion veehandelaars uit Belgisch-
Luxemburg Nicolas, Gnstave en Pierre—Ioseph zijn achter
eenvolgens den 13den en 15den Maart en in het begin van April
1868 door den beschuldigde in zijne woning omgebragt, waar hij
hen, of althans twee hunner, in een vergevorderden staat van
beschonkenheid heengelokt had en achter welke hunne lijken in door
Dessous-!e-.\foustier gegraven diepe putten gevonden zijn. Door
dezen drievoudigen moord heeft hij zich met eene som van 6000
a 7000 fr. verrijkt, terwijl hij bovendien door middel eener valsche
handteekening in het bezit eener som van 1000 fr. is gekomen.
Nadat iemand, met wien hij over de verdwijning van de gebroeders
Thirion een gesprek voerde, tot hem gezegd had: „Die zaak komt
zeker uit, is het nu niet, dan over een jaar of over een paar jaar,
al zou de moordenaar door zijne eigene vrouw verraden worden,
gelijk eenige jaren geleden nog heeft plaats gehad" heeft Dessous-
le-Moustier het plan opgevat om de twee personen uit den weg te
ruimen, die óf getuigen van z'jne misdaden geweest waren, óf
daarvan althans kennis droegen; en wel in de eerste plaats zijnen
bejaarden behuwdvader lfavrez, die hij in December 1868 en ver
volgens zijne jonge vrouw, die hij in October 1869, beiden door
vergif, om het leven heeft gebragt. Waarschijnlijk heeft voor de
laatste misdaad nog eene andere reden bestaan: de zucht van den
beklaagde om met eene bijzit, die hij er op nahield, te trouwen.
Dessous-le-Moustier heeft de bovenvermelde misdaden niet gelijk
in de dagbladen vermeld is geworden - beleden. Integendeel, na
den eerst gepleegden moord op rekening van den ouden schaap
herder Huon gestel te hebben, heeft hij, nadat diens onschuld ten
duidelijkste bewezen werd, de bedreven misdaden aan twee andere
herders of veehandelaars, Dacus en Godard geheeten. te last gelegd,
die, volgens zijne verklaringen, de gebroeders Thirion in zijne
woning, min of meer voorbedachtelijk of wel in drift, doodgeslagen
en vervolgens hem, Dessons-le-Moustier, zedelijk belet hadden
hunne misdrijven openbaar te maken, na hem eerst te hebben
gedwongen om de verslagenen op zijn eigen erf te begraven. Het
is echter uit de ingestelde langdurige instructie dezer zaak gebleken,
dat de bedoeHe personen de misdaden, die hun door den beklaagde
worden aangetijgd, niet kunnen bedreven hebben, er er bestaat dan
ook geen twijfel aan, of Dessous-le-Moustier zelf is de dader van
al de genoemde waubedrijven geweest. De beschuldigde is iemand
van ruim 30 jaren. In 1862 is hij, wegens het stelen van een
horologe, terwijl hij bij het 2de regiment jagers te paard in dienst
was, tot drie jaren kruiwagenstraf en tot vervallenverklaring van
de militaire dienst veroordeeld.
De modes gelijken op de dagen; zij volgen elkaar op, maar
hebben niets geen overeenkomst met elkaar. De elegante dames te
Parijs versmaden tegenwoordig voor hare avond-coiffures bloemen,
guirlandes en allen anderen tooi; geen witte noch roode rozen meer,
geen vergeet-inij-nietjes noch leliën der dalen! Slechts strenge een
voud. Ziehier waaruit die strenge eenvoud bestaat:
De schitterende sekse van de Parijsche elegante wereld heeft tot
coiffure gekozen het mutsje vau de juffertjes onder Lodewijk XV....
Behoeft het nog eene nadere beschrijving, dames?
Een heel klein kringetje kant, zèèr onachtzaam op de haarvlechten
vastgehecht, met twee kleine engelen-vleugeltjes, die bevallig naar
achteren wippen.
Voor den Landboower. Men schrijft uit Schoterland het
volgende
„De groote menigte aardheuveltjes, die men thans in deze gemeente,
vooral op de hoog gelegene graslanden, ziet, is een blijk, dat er in
die landen eene massa mollen aanwezig is. Er worden veeltijds dan
ook wel van 20 tot 25 van die dieren gevangen uit één morgen
land. Over het al of niet nuttige der mollen in het land, zijn de
gevoelens bij onze landbouwers nog al uiteenloopend. Er zijn hier
enkelen, die nimmer mollen uit hun land laten vangen, omdat ze van
meeuing zijn, dat die dieren ten allen tijde als nuttig te beschouwen
zijn, terwijl daartegenover anderen, telkens als ze mollen in hun
land vernemen, hun best doen dezelve te vangen. De groote massa
onzer landbouwers evenwel is van gevoelen, dat de mollen in het
najaar en in den winter in het land werkelijk nuttig zijn; immers
werken ze dan eene menigte aardhoopjes naar boven, die. over het
land gestrooid, het groeijen van het gras nog al bevorderen, terwijl
de door het wroeten los geworden grond bij overmatig vallenden
regen en sneeuw het water gemakkelijk opneemt. In het voorjaar,
gelijk ook thans weder, worden die dieren zooveel mogelijk gevangen,
en de loopgraven, door hen even onder den beganen grand gemaakt,
digt getrapt, mdat het gras in den zomer op den los gewroeten
grond bij eenige droogte spoedig sterft, en ook het land door het
vee dan al te zeer vertrapt wordt. Ook in het land, dat men wil
hooijen, achten de meesten onzer landbouwers het wroeten der
mollen in den zomer nadeelig, omdat de zeis des maaijers door de
opgeworpen aarde verhinderd wordt het gegroeide gras weg te
nemen. In de bouwlanden worden de mollen algemeen schadelijk
geacht.
SENÜEMINGEN EN VERPLAATSINGEN BIJ MARINE EN LEGER.
Aan den kapt.-luit. ter zee W. B. F. Escher is tijdelijk opgedragen
de waarneming der betrekking van haveumeester der marine te
Willemsoord.
De kapt.-luit. ter zee A. A. 's Graeuwen, wordt met den laatsten
April a s. eervol ontheven van de waarneming van inspecteur over
het loodswezen de betonning, bebakening en verlichting in het 3de
district te Willemsoord en op non-activiteit gesteld; en de voor
noemde betrekking wordt met 1 Mei daaraanvolgende opgedragen
aan den luit. ter zee 1ste kl. jhr. H. O. Wichers.
De luit. ter zee 1ste kl. J. van Burg, laatst behoord hebbende
tot het escader in Oost-lndie en vandaar den 16 dezer in Neder
land teruggekomen, is met dat tijdstip on non-activiteit gesteld.
Tweede Kamer.
Zitting van Dingsdag 22 Maart. Het eerst wordt
behandeld het wetsontwerp tot onteigening ten behoeve
van de aan te leggen Noordzee-haven, buiten de monding
van het Noordzee-kanaal. De heer de Roo betwijfelt de
noodzakelijkheid van deze onteigening en vraagt nadere
inlichting, die hem door den minister van Binnenl. Zaken
wordt gegeven. Het ontwerp wordt daarop aangenomen met
46 tegen 12 stemmen.
Met algemeene stemmen worden vervolgens aangenomen
a. een ontwerp van wet tot onteigening van perceelen voor
den bouw van een schutsluis te Hansweert, en b. een
ontwerp tot bekrachtiging van credieten ten behoeve van
tot het dienstjaar 1868 behoorende onvereffende vorderingen
ten laste der begrooting van Ned Oost-Indië. Daarna
werd met 37 tegen 20 stemmen aangenomen een ontwerp
tot bekrachtiging van dergelijke credieten op de Indische
begrooting, dienst 1869.