Bij afstand van den consulent, den heer H. D. du Saar, pred. te Medemblik, werd jl. Zondag voormiddag de heer F. J. Folpmers, van Oudcga, als predikant te Opperdoes bevestigd door zijn schoonzoon, den heer C. de Holl, pred. te Bedijkte Schermer, met een toespraak naar Luc. XVIII: 86. Des namiddags hield de bevestigde zijn intreêrede, sprekende naar Hand. X 29. Het Weekblad voor Lager- Middelbaar- en Gym nasiaal Onderwijs bevat o. a. een geestig geschreven stuk, dat tot opschrift draagt: //Een visioen." Het vangt aldus aan: //Op een der koude Februarij-avonden zat ik na lectuur en ander genot, smokende uit den traditionelen gouwenaar, in mijn gemakkelijken armstoel, nog wat te mijmeren, vóór ik het gebied van Morpheus betrad. Terwijl ik daar zoo heerlijk zat, viel ik ongevoelig in slaap: Morpheus deed een strooptogt op vreemd territoir. Niet lang was ik in den dut, of eene dame van buitengewone gestalte naderde mij. De lange golvende haren fladderden, door den wind bewogen, haar om het hoofd. Het lange, rijk geplooide, met allerlei phantastische figuren versierde kleed, dat zij droeg, golfde in duizend vormen om haar leden. Haar oogen hadden den levendigsten glans; maar vestigden zich nooit lang op hetzelfde voorwerp. In haar hand droeg zij een mand, die, toen ik haar nader bezag, gevuld bleek te zijn met optische instrumenten. Ik had mijn bezoekster herkend. Het was Verbeelding De schrijver werd door die dame bij de hand geleid en gevoerd in de nabijheid van een gebouw, op welks voor gevel in gulden letters het opschrift prijkte: Paedagogium. Verbeelding bragt den schrijver binnen dat gebouw, waar tal van kinderen van allerlei leeftijd en belijdenis bijeen waren. Daar werden die kinderen gelaafd met water uit kristal- heldere bronnen, waarvan het vocht vooral op den geest scheen te werken. Een dame Paedagogica noodigde de kinderen tot drinken uit. Weder buiten gekomen, zag de schrijver daar tal van kleinen, haveloos en woest, velen bezig met handenarbeid, die hunne krachten te boven ging. Op de vlakte, waar die havelooze kinderen zich bevonden, zag hij achtenswaardige mannen, bekend door hunne philan- tropische bemoeijingen. Zij bereden, op de wijze der kinderen, stokpaardjes. Destokpaardjes droegen tot op schrift: z/ligue d'enseignement." Die mannen, op hunne stokpaardjes beraamden een plan de campagne, ten einde het dartel volkje naar het gebouw te drijven. Hunne gevoelens liepen verbazend uiteen, eindelijk scheen men het eens te zijn en de groepen dier mannen stoven naar alle rigtingen uiteen. Men slaagde eindelijk eenige knapen het Paedagogium binnen te drijven. Het best slaagden zij, die hunne zakken wel voorzien hadden met gebak en suikergoed, of die zich bedienden van geheime stompen, nepen en duwen. Die geene dezer middelen gebruikten, zagen weinig gevolg van hun drijfjagt. Sommigen vielen, tengevolge van dien mingunstigen uitslag, op hunne stok paardjes in slaap. Onderscheidene gestalten werden dooi den schrijver in de nabijheid opgemerkt, die de knapen bij hun nadering van het groote gebouw deden afdeinzen. Daaronder merkte hij opPauperisme, in zijn lompenpak en met akelige holle oogen. De pogingen om die monsters te verdrijven, door die mannen op de stokpaardjes aan gewend, mislukten en deze laatsten trokken daarop terug naar eenen heuvel, waar zich een troon bevond, waarop in ma jesteit de staat was gezeten. Op het magtwoord van dengene, die op den troon, zat verscheen een monster met duizend oogen en vreeselijk lange armen. Leerpligt was zijn naam. Bij deze verschijning werd een zacht geween gehoord en de edele Eleutheria, gehuld in haar sneeuwwit kleed, ver goot tranen. Wapengekletter en het rollen van de schijven der belasting schuldigen in de schatkist verdoofden het geween. De schrijver eindigt: //Toch maakte Vrijheids treuren ook mij weemoedig en ik weende met haar. Ik wilde mijn zakdoek grijpen om mijn tranen te droogen. Deze beweging deed mijn gouwenaar vallen en ik ontwaakte." In de Economist leest men//Het is een feit, waarop reeds dikwerf werd gewezen, dat wij Hollanders, te angst vallig om voor Hollandsche ondernemingen kapitaal beschik baar te stellen, ligtzinnig aan Turk of Spanjaard crediet verleenen, of aan buitenlandsche ondernemingen, die wij naauwelijks kennen, vertrouwen schenken. Verlangt ge een millioen of eenige weinige voor eene stoomvaart op Amerika voor eene Nederlandsche spoorweglijn of voor de Hollandsche zeevisscherijen, ge brengt, zelfs met de uiterste moeite, slechts een gering bedrag bijeen, meestal onvoldoende om aan het plan uitvoering te geven. Maar vraagt ge eenige millioenen voor den Sultan van Turkije of het Spaansche bewind, of voor eene spoorweglijn in Texas, Kansas of Minnesota, de Hollandsche kapitalisten beijveren zich hun kapitaal aan te dragen, zonder zelfs naauwkeurig onderzoek te doen naar de waarborgen, die de geldaanvrager aanbiedt, of de voor- uitzigten der onderneming." Zou de Stoomvaart-Maatschappij voor de Indische vaart deze woorden op nieuw komen bevestigen. Men schrijft ons van Texel, dd. 31 Maart: //Aan de redactie van de Noordstar schrijft men uit Oost stellingwerf, dat onderscheidene landeigenaars het plan hebben gevormd, om in den aanstaanden zomer de //russchen" op hunne respectieve landerijen voor eigen rekening te laten snijden,- ten einde ze in den winter te laten verbruiken tot het fabriceren van vloermatten, om zoodoende, in navolging van andere plaatsen, gedurende den winter, aan de armen werk en daardoor brood te verschaffen. Zijn wij wel ingelicht, dan zullen er twee mattenwevers uit Genemuiden worden verzocht, om tegen belooning in het mattenweven alhier onderrigt te geven. Deze opmerking is niet van belang ontbloot en kan welligt ten aanzien van andere werkzaamheden ook elders tot navolging opwekken. Indien men eens nagaat wat massa wol er op Texel gewonnen wordt, dat men ook daar de wol kan wasschen enz., dan zoude de gemeente, in navolging van Ooststelling werf, ook aan vele arbeiders in ledigen tijd werk en brood kunnen geven. Bij eene goede inrigting van een en ander zon zulks wel kunnen bijdragen tot minder schoolverzuim. De vader zou bij voortdurenden arbeid het kinderloon kunnen ontberen en de kinderen zouden niet langs de huizen loopen bedelen." Te Noordscharwoude en Langedijk werden gedurende dezen winter, even als vroegere jaren, volksvoordragten gehouden. De laatste dezer voordragten had dezer dagen plaats, en werd gehouden door den heer Lodeesen, uit Hindeloopen, die sprak over werkverschaffing aan behoef- tigen, en de gunstige uitkomsten mededeelde, daarvan in zijne woonplaats ondervonden. Men heeft zich tc Noord scharwoude en Langedijk voorgenomen, om met. het houden der volksvoordragten in een volgend wintersaizoen voort te gaan. Een heer logeerde 14 dagen in het hótel N. N. te Amsterdam. Jl. Maandag morgen kreeg de hötelhouder eenige kwade vermoedens en droeg den kelner op, dien heer de rekening te geven. Het bleek daarop, dat deze geen geld had. De hötelhouder was hiermede natuurlijk niet gediend en sprak hem er over aan. De debiteur ver wijderde zich voor eenige oogenblikken, sprong gezwind in het IJ en na tien minuten werd hij er levenloos uit gehaald. Nadere bijzonderheden ontbreken. In verschillende bladen wordt melding gemaakt van geruchten omtrent den dood eener aanzienlijke dame, die door een pistoolschot het leven verloren zou hebben, zonder dat de justitie daarnaar onderzoek doet. Volgens de N. R. Ct. zou de bewuste dame zich zelve om het leven hebben gebragt. De gemeenteraad van Schiedam heeft besloten tot het invoeren van toezigt op de prostitutie. De koopman Zeger Schouten, te Utrecht, verloor onlangs 5 bankjes van 25, die hij in zijn tabaksdoos ge borgen had. Hij is door dit ongeval zoo geschrikt, dat hij ongesteld geworden en overleden is. Hij was een alge meen geacht koopman, die voor anderen handel in koeijen dreef. Dezer dagen wilde een landbouwer in de omstreken van Hardenberg aan een slager een kalf verkoopen, doch kon het over den prijs niet eens worden, vermits de ver- kooper het kalf veel zwaarder schatte dan de kooper. Na lang talmen en bieden zeide de slager 45 kilogr. voor niets te willen hebben en voor elk kilogr. meer gewigt 6 te willen betalen. Dit aanbod beviel den boer; hij nam het aan, het kalf werd direct geslagt en gewogen, en had de zwaarte van 44 kilogr., zoodat de slager het kalf voor niets medenam. Zeer eerlijk hebben te Harlingen de hh. J. Fontein Tuinhout, T. Fontein D.Pz. en J. Noijon bij het vaststellen van den hoofdelijken omslag uit eigen beweging verklaard, dat zij, alle drie leden van den raad, te laag aangeslagen en voor de betaling dier belasting een klasse hooger moeten worden gesteld, gelijk ook dankbaar geschied is. Op de jl. Dingsdag te Groningen gehouden voorjaars paardenmarkt waren zeer vele paarden aangevoerd, vooral in de mindere soorten. De handel was evenwel over het geheel niet vlug, waarschijnlijk uit gebrek aan kooplieden uit Holland en andere provinciën. Voor de beste soorten bedong men van 200 tot 400, voor de mindere 50 tot 150. De heer R. Sikkema, onder Zuidhorn, heeft eene melkkoe, die in twee jaren, in 1868 en 1869, aan boter heeft opgebragt eene som van f 226.63, en het eigen gebruik voor twee personen van melk en boter. Op de jl. Donderdag te Meppel gehouden nieuw ingestelde paardenmarkt, met den naam van Palmpaarden- markt bestempeld, waren p. m. 200 exemplaren aan de lijn, waaronder zeer fraaije soorten. De handel was tamelijk vlug, ofschoon de mindere bekendheid, een aantal Hollandsche kooplieden deed missen, anders op de jaar-paardenmarkten ruimschoots vertegenwoordigd. Voorde beste soorten bedong men liooge prijzen en wel van 200 tot 400. Voor een span werd 2000 gevraagd en 1600 geboden. Werk paarden golden 50 tot 225. SENGEMINGEN EN VERPLAATSINGEN BIJ MARINE EN LEGER. De off. van gez. 3de kl. K. G. F. Sloos en de off. van gez. 2de kl. J. J. Borst, E. M. van Lier en M. C. Buijze, laatst behoord hebbende tot het escader in Oost-Indië, zijn op non-activiteit gesteld. De luit. ter zee 1ste kl. J. H. Benthem Eeddingius, dienende op den monitor de Tijger, en de luit. ter zee 2de kl. H. H. Broers, dienende op het wachtschip te Hellevoetsluis, worden met 30 April aanstaande op non-activiteit gesteld. Met 1 Mei worden geplaatst: op het wachtschip te Hellevoetsluis, de luits. ter zee 1ste kl. A. J. Visser en H. van der Meer; op het wachtschip te Willemsoord, de luits. ter zee 2de kl. W. J. Derx en H. F. Verheggen; op den monitor de Tijger, als 1ste officier, de luit. ter zee 2de kl. W. baron van Hogendorp; en op het fregat met stoomvermogen Admiraal van Wassenaer de luit. ter zee 2de kl. W. J. P. van Waning. $TATE\-GE\ERAAL. Eerste Hamer. Zitting van Vrijdag 1 April. Onderscheidene wets ontwerpen zijn achtereenvolgens met algemeene stemmen aangenomen, o. a. dat tot instelling van collegiën van zetters bij 's Rijks directe belastingen. De voordragt tot verhooging van Hoofdstuk VIIC der Staatsbegrooting voor 1870 (kosten voor toezigt opliet beheer der kerkelijke goederen bij de Hervormde Gemeenten) is na langdurige discusssie met 25 tegen 4 stemmen aangenomen. In de zitting van a. s. Maandag komt de agrarische wet aan de orde. Tweede Hamer. Zitting van Donderdag 31 Maart. Met de behandeling der wetsvoordragt tot regeling van het onderwijs van Rijks wege in de beeldende kunsten wordt voortgegaan. Een amendement van den heer Heemskerk Az., strekkende om onvermogende jongelieden van bijzonderen aanleg kosteloos te doen onderwijzen, wordt verworpen; gelijk mede een amendement van den heer van Houten, om de gelden voor medailles en eerepenningen te bestemmen voor onderwijs in de aesthetica. Het geheele ontwerp is aangenomen met 52 tegen 12 stemmen. Daarna kwam aan de orde het wetsontwerp tot verbetering der haven te Harlingen. De minister van Binnenl. Zaken verzekerde, dat de regeringen van Oldenburg en van Pruissen gezind zijn om mede te werken tot de aansluiting van onzen Noorder-spoorweg aan het Duitsche spoorwegnet. De algemeene beraadslagingen over dit ontwerp zijn ten einde gebragt. De heer de Casembroot heeft verlof bekomen om de regering op nieuw te interpelleren ten aanzien van het stoomschip Argus Zitting van Vrijdag 1 April. De artikelen van het wetsontwerp tot verbetering der haven te Harlingen worden behandeld. Op art 1 werd door den heer de Casembroot een amendement voorgesteld, strekkende om het Rijks subsidie voor de bedoelde verbetering op 1 millioen, d. i. 1 i millioen minder dan voor het werk noodig is, te bepalen. Dit amendement werd echter verworpen met 55 tegen 12 stemmen, en het geheele ontwerp aangenomen met 48 tegen 19 stemmen. Verder is behandeld de conclusie der commissie in de zaak van Dirkje Veldhuizen. Met 38 tegen 29 stemmen is besloten om den minister van Justitie te verzoeken den Koning te adviseren kwijtschelding van straf aan het genoemde meisje te geven; en met algemeene stemmen om de noodzakelijkheid uit te spreken eener wettelijke regeling van herstel van geregtelijke dwalingen. B 11 TEXL A N D. Frankrijk. Van 1 tot 15 dezer wordt te Parijs eene door de i/Société Hippique" uitgeschreven tentoonstelling gehouden van paarden, geschikt voor de Fransche dienst. Het geza menlijk bedrag der uitgeloofde prijzen is 64,230 fr. Engeland. De Daily News levert een beschouwing betreffende den afloop van het proces Bonaparte: //Aangenomen," zegt het blad, //de ver van bewezen stelling, dat de Prins door Noir geslagen is, dan zou daar door nog geen vrijspraak geregtvaardigd zijn. In de oogen van een Engelsclien regter zal geen provocatie, hoe tergend ook, den man verontschuldigen die zijnen beleediger neer schoot. De Franschen daarentegen, hechten aan het ont vangen van een slag in het aangezigt zulk een onuitwisch- bare schande, dat, indien het werkelijk bewezen kon worden dat de Prins geslagen is, zijne daad, door jury en publiek, naauwelijks misdadig zou zijn geacht. Doch het kwade van de zaak is, dat er in waarheid niet is bewezen, wie den slag ontvangen heeft; en voor den goeden naam van het hooge geregtshof ware het te wenschen, dat, öf over de zaak meer licht ware verspreid, öf wel de uitspraak anders hadde geluid. Zie op denzelfden dag dat het den Prins op vrije voeten stelt, veroordeelt het hem tot het uitkeereu eener schadevergoeding van 25,000 francs aan de familie Noir. Indien hij onschuldig is aan den dood van Victor Noir, waarom moet hij dan zich een geldelijke boete zien opgelegd? En indien hij een boete moet betalen hoe kan hij dan onschuldig geacht worden aan een vergrijp, dat hij door schade aan zijne beurs moet bezuren? Ziedaar een raadsel, dat wij te vergeefs trachten op te lossen. Genoemd blad vervolgt verder: i-Waar, buiten Frankrijk, vindt men iets, hetwelk gelijk staat met de uiterst dramatische //mise en scène» dezer gebeurtenis; de heftige aantijgingen; de opgewondenheid onder de dagbladschrijvers; de vlaag van krankzinnigheid, die den heer Fonvielle overviel, en zijn dolle kreten van //moordenaar!» de plotselinge afzondering van den opvlie geilden Pierre in de stilte van de gewelven der gevangenis de onbeschaamde kwajongensstreken van Paschal Grousset, in volledig bal-toilet, op den helderen middag, en diens walgelijke sarcasmen op de nagedachtenis eener nu sedert meer dan 40 jaren overleden oude dame. Is het niet eene volmaakte schilderij: de schrale heer Millière, Rochefort's vriend, eenzaam neêrgezeten te midden van gendarmes, met zijne brillenglazen flikkerende uit een wond van steken en bajonnettenEn dan die andere schilderij de heer Rochefort zelf, voorwendende te slapen, ten einde aan het hof te toonen, hoe weinig achting hij voor hetzelve koestert! Voorts hebben wij de //onverzoenlijke» dagbladschrijvers, die, in de korte tusschenpoozen van hun wraakgehuil, de dames met bonbons en Maartsche viooltjes werpen; Prins Pierre Bonaparte zeiven stug, woest en onbarmhartig, zijn marokijnen zakboekje omklemmende, om niet in getier en in woeste smaadredenen uit te barsten; de //mouchard»- getuigen; de president, trotsch op zijne kennis van vuur wapenen. Telkens meent men een verhaal te lezen uit den tijd der groote revolutie, toen de //tricoteuses,» met hare ontbloote armen, al breijende aan de Assemblee of aan de regtbanken de wet voorschreven.» Amerika. Amerika is weder een stap verder gegaan op den weg der vrouwen-emancipatie. De groote jury van het district Albany bestaat thans namelijk voor een deel (lit vrouwelijke gezworenen. Bij de eerste zitting van deze tweeslachtige jury op 7 Maart jl., hield de voorzitter eene rede, waarin hij o. a. zeide, dat het voorzeker een groote nieuwigheid was, te zien dat dames geroepen waren de rol van gezworenen te vervullen. //Ik heb," verklaarde hij, //nooit een werkzaam

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1870 | | pagina 2